Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, onlangs is via The New York Times uitgelekt dat er druk is uitgeoefend vanuit China om een kritisch rapport van de Europese East StratCom-divisie van de European External Action Service (EEAS) over de verspreiding van desinformatie tijdens de coronacrisis aan te passen in het voordeel van China. Passages over een mondiale desinformatiecampagne om het Chinese internationale imago te verbeteren waren uit een eerste versie van het rapport verdwenen, naar verluidt onder druk van China. De hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, ontkende dat er druk zou zijn uitgeoefend, maar dat kon slechts weinigen overtuigen. Nochtans zijn er voldoende bewijzen die aantonen dat China wel degelijk een systematische desinformatiecampagne op poten heeft gezet. Toch moest zelfs de hoge vertegenwoordiger onlangs erkennen dat Europa een beetje naïef geweest is met betrekking tot zijn relatie met China. Borrell ging zelfs eindelijk zo ver om China een rivaal te noemen, die een alternatief model voorstaat. Dat is een model dat ook volgens het Vlaams Belang onverenigbaar is met en een bedreiging vormt voor de Europese en westerse democratische waarden, waarachter ons continent zich toch als één blok zou moeten scharen.
Er zijn dan ook steeds meer landen die zich zorgen maken om de toenemende Chinese invloed op het Europese continent. Ook de bezorgdheden omtrent de invloed van het de facto Chinese staatsbedrijf Huawei op de uitrol van het strategisch enorm belangrijke 5G-netwerk maken daar onderdeel van uit.
Minister-president, ik heb het daar nog niet zo lang geleden ook al over gehad. Toen u tijdens de bijeenkomst van de commissie op dinsdag 28 april 2020 werd gevraagd naar uw visie omtrent de aanpassing van het rapport, antwoordde u dat u geen weet had van een dergelijk rapport en dat u de zaak nader zou bekijken. Vandaar natuurlijk mijn vragen.
Hebt u dat ondertussen al nader bekeken? Wat is uw visie omtrent het rapport van de EEAS? Gaat u akkoord met de aanname dat China een rivaal is en een bedreiging vormt voor de Europese democratische waarden? Hebt u weet van Chinese desinformatiecampagnes gericht op Vlaanderen, al dan niet in het kader van de coronacrisis? Indien niet, bent u bereid om een onderzoek daarnaar te gelasten? Hebt u reeds overleg gepleegd met de Chinese ambassadeur omtrent het desbetreffende rapport en Chinese desinformatiecampagnes in het algemeen? Zo ja, wat was de uitkomst? Zo niet, plant u nog zo’n overleg? Ten slotte, wordt er in Vlaanderen bij de uitrol van het nieuwe 5G-netwerk gebruikgemaakt van technologie van Huawei of enig ander Chinees telecombedrijf? Zo ja, om welke bedrijven gaat het, en wat doen zij precies? Zo niet, kunt u beloven dat dat in de toekomst niet zal gebeuren? We zitten hier immers toch wel met een heel gevoelige materie.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, ik heb kennisgenomen van dit kritische rapport. Het feit dat de EEAS erin expliciet waarschuwt voor deze kwestie is meer dan reden genoeg om alles ernstig te nemen en met de nodige alertheid op te volgen. Desinformatie en manipulatie zijn in het algemeen inderdaad vaak gericht op het ondermijnen van onze waarden en belangen. Ze vormen dan ook een kritische uitdaging voor onze open en democratische samenleving. Dit is echter geen fenomeen dat zijn oorsprong vindt in één land. De EEAS heeft in deze rapportage meerdere oorsprongslanden in het vizier, bijvoorbeeld Rusland, Turkije, Iran en Syrië, naast China, natuurlijk.
Betekent China een bedreiging? Het kan niet worden ontkend dat China op het vlak van democratie en mensenrechten totaal andere standaarden hanteert dan de Europese landen. Het is om die reden dat er jaarlijks een EU-China Human Rights Dialogue wordt georganiseerd. Ook in deze commissie zijn de mensenrechtenproblemen in China al vaak aan bod gekomen. Het is bovendien duidelijk dat China zich op bepaalde vlakken offensiever opstelt sinds het uitbreken van de coronacrisis. Niettemin is en blijft China hoe dan ook een belangrijke partner voor de EU, niet alleen in de strijd tegen het coronavirus, maar ook op andere vlakken, zoals het economisch herstel na de crisis of de strijd tegen de klimaatverandering. Ik heb tijdens de bijeenkomst van deze commissie op 28 april gezegd dat niemand gebaat is bij een harde confrontatie met China, en ik blijf daarbij.
Tegelijk zag ik vorig weekend het bericht verschijnen in onze media over een persconferentie van de Chinese onderminister voor Gezondheid Li Ben. De epidemie heeft volgens hem duidelijk gemaakt dat China nog lacunes heeft in het preventiesysteem, in de controle van grote epidemieën en in zijn volksgezondheidssysteem.
De conclusie is dat we de lijnen met China moeten openhouden en tegelijkertijd moeten opkomen voor de Europese waarden. Ik ben mij er ten volle van bewust dat dat een moeilijke evenwichtsoefening is, maar de EU heeft de diplomatieke en economische instrumenten in handen om dat te doen.
Heb ik weet van een Chinese desinformatiecampagnes gericht op Vlaanderen? Zoals gezegd focust de EEAS niet op één land en is voorzichtigheid ten opzichte van meerdere landen aan de orde.
In verband met de Chinese desinformatie kan ik aangeven dat het Crisiscentrum van de Vlaamse Overheid (CCVO) door het Nationaal Crisiscentrum (NCCN) wordt betrokken bij het EU Rapid Alert System tegen online desinformatie. Daarbij wordt aangegeven dat ‘Information operations’ vanuit China in het algemeen gericht zijn op het creëren van een positief en betrouwbaar beeld van het land. Deze zijn meestal niet gericht op een specifiek land of regio, maar eerder op het Westen, de EU en de NAVO in het algemeen. In het kader van de COVID-19-pandemie is eenzelfde trend waarneembaar. We stellen dus niet vast dat Vlaanderen echt een focusland vormt.
Door de betrokkenheid van het CCVO in dit Europese systeem zie ik niet meteen de noodzaak om een bijkomend onderzoek te beginnen. Uiteraard ben ik steeds bereid deze mening te herzien als de noodzaak daartoe zou blijken.
De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) rapporteert over desinformatie via zijn website https://euvsdisinfo.eu/. Voor de raadpleging van deze rapporten en meer informatie kan ik u doorverwijzen naar deze website.
Ik heb met de Chinese ambassadeur hierover nog geen overleg gepleegd, en dat staat ook niet gepland.
Dan zijn er uw vragen over het 5G-netwerk. In België hebben de providers nog niet bekendgemaakt met welke leverancier of leveranciers ze in zee zullen gaan voor de volledige uitrol van het 5G-netwerk. Er zijn op een aantal plaatsen wel al testen aan de gang. Daarbij vielen Chinese leveranciers niet uit de boot. Telenet en Orange testen 5G-antennes van de Chinese ZTE Corporation, terwijl Proximus een tijd geleden al met Huawei-antennes aan de slag ging. Dit zijn echter geen definitieve samenwerkingen. Voor de echte uitrol zijn nog geen fabrikanten gekozen.
De betrouwbaarheid van onze telecommunicatienetwerken is een federale bevoegdheid. Desondanks spreekt het voor zich dat we aan dit aspect aandacht willen besteden bij het ontwerpen van onze strategie inzake de uitrol van 5G in Vlaanderen. Minister Crevits, noch ikzelf hebben hierover adviezen ontvangen. Ik heb wel akte genomen van het feit dat de Staatsveiligheid een advies aan de Federale Regering heeft afgeleverd. Dit ent zich op de Europese 5G-toolbox, waarin onder meer vijf risicocategorieën zijn gedefinieerd bij de uitrol van 5G. Het laagste niveau is de huidige situatie, waarbij de markt volledig kan spelen. Het hoogste niveau verbiedt elke apparatuur van niet-betrouwbare leveranciers. Het niveau dat de Belgische veiligheidsdiensten aanraden, zit daar net onder: een beperking dat enkel niet-risicovolle leveranciers onderdelen die van cruciaal belang zijn mogen leveren. Vanuit de Vlaamse Regering volgen we deze ontwikkelingen nauwgezet op.
Daarnaast wil ik opmerken dat het Verenigd Koninkrijk, dat op dat vlak een betrouwbaar land is, de aankoop van een deel van zijn 5G-apparatuur aan Huawei heeft toegekend. Het gaat dan wel niet over de kern van het netwerk, maar over de periferie.
Wij volgen dat dus van heel nabij op en er is op dit moment nog geen definitieve bepaling over waar de operatoren hun apparatuur zullen bestellen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik ben blij dat u dit ernstig neemt en zeker verder wilt opvolgen. Het rapport heeft het inderdaad over meer dan China alleen. Daar ben ik me ook van bewust. Mijn vraag is echter vooral ingegeven door de druk die – met succes – werd uitgeoefend om zaken uit het rapport te schrappen. Dat was mijn voornaamste bezorgdheid, want we worden natuurlijk geconfronteerd met een regime dat er andere standaarden op nahoudt. Wij mogen onze communicatie niet conformeren aan de methodiek die men in China hanteert. Zelfs de hoge vertegenwoordiger in Europa – ik heb het daarnet gezegd –, stelde gewoon letterlijk dat Europa wat naïef is geweest. Als hij het al zegt, moeten we zeker aandachtig zijn.
Ik onthoud ook dat er in België nog niet gemeld is welke fabrikant we zouden kiezen voor de uitrol van het 5G-netwerk, maar dat de Chinezen wel degelijk in de running zijn, niet alleen Huawei, maar ook andere fabrikanten. Ze worden dus duidelijk niet uitgesloten.
Ik begrijp dat u dit verder opvolgt. Deze problematiek geldt ook nog voor andere bedrijven. Bij wijze van uitsmijter verwijs ik graag naar de communicatie die we nu aan het doen zijn. We werken met Zoom, we voeren onze debatten via Zoom. Zoom is toch ook van Chinese makelij. Is dit wel veilig genoeg? Is het op dit moment veilig? Zijn er bijvoorbeeld geen Chinezen op uw pc bezig, minister-president? ‘You never know.’ We moeten zeker alert blijven.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw zeer duidelijk antwoord. U neemt de hele problematiek inderdaad ernstig. Iedereen heeft er baat bij dat er vanuit Chinese kant openheid is over wat er precies is gebeurd. Om het virus en de hele wereldeconomie opnieuw op orde te krijgen, moet er worden samengewerkt, maar dan moet er in de eerste plaats transparantie en openheid zijn.
U hebt inderdaad gezegd dat er nog geen gesprek is geweest met de Chinese ambassadeur en dat dat voorlopig niet op de agenda staat. Misschien kan vanuit Vlaanderen het signaal worden gegeven dat er een overleg moet komen op diplomatiek niveau, tussen Europese diplomaten van de EEAS en Chinese diplomaten, of anderzijds bilateraal. Ik hoop dat het signaal kan worden gegeven dat China tot meer openheid, meer transparantie moet komen en dat het onaanvaardbaar is dat er druk wordt uitgeoefend op de Europese diplomaten om op een of andere manier tussen te komen en een verslag van de EEAS in een bepaalde richting te sturen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dat rapport van de Europese diplomatieke dienst, waarop druk zou zijn gekomen vanuit China, blijkt uiteindelijk, zo heeft commissaris Borrell toch gezegd, niet te zijn afgezwakt. De Europese Unie zit dus ook wel echt op de lijn dat er nood is aan openheid en transparantie over het ontstaan en de evolutie van het coronavirus en de epidemie vanuit China. Daarmee zit de Europese Unie op dezelfde golflengte als andere grote organisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, maar ook de Verenigde Staten, Australië en andere.
De opmars van China in Europa was al bezig. Zo was de invloed in Griekenland bijvoorbeeld al vrij groot. Heel in het begin van de crisis heeft Europa, op zijn minst qua perceptie, steken laten vallen, waardoor de Chinezen er als de kippen bij waren om bijvoorbeeld hulp te bieden in Servië en in Italië. Dat moet ons toch ook wat ongerust maken.
Minister-president, gezien de duidelijke geopolitieke gevolgen van de coronacrisis, zullen wij onze Vlaamse Chinastrategie herijken, om toch te verhinderen dat in door de coronacrisis verzwakte economische regio's en bedrijven de invloed van China toeneemt? We hebben immers ondervonden dat een al te grote afhankelijkheid van China niet te verkiezen is, dat hebben we aan den lijve ondervonden. Hoe kunnen we dat evenwicht behouden en ervoor zorgen dat de invloed van een land als China ook niet te groot wordt, zeker op onze essentiële economische sectoren? Vlaanderen moet daar beducht voor zijn. Desnoods moeten we onze strategie aanpassen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Er is terechte bezorgdheid over deze kwestie. In het Europees Parlement heeft mijn collega Hilde Vautmans daar ook vragen over gesteld aan de hoge vertegenwoordiger. Hij gaf als antwoord onder meer, en dat was wel opmerkelijk, dat het niet ongebruikelijk is dat er verschillen zijn tussen documenten die intern worden gebruikt en documenten die uiteindelijk voor het publiek bestemd zijn. Dat kan misschien wel waar zijn, maar of dat volstaat om de bedenkingen van tafel te vegen? Het lijkt mij toch maar mager.
Er is natuurlijk altijd beïnvloeding of druk in bepaalde gevoelige dossiers, daar moeten we ook niet flauw over doen. Maar de hamvraag is natuurlijk hoever die druk gaat, hoever we dit toelaten. Ik vind in ieder geval dat de Europese Unie de nodige veerkracht moet hebben om te kunnen weerstaan aan die buitenlandse beïnvloeding, en al zeker als we tegenover landen of staten staan waar de democratie niet zo hoog in het vaandel wordt gedragen als bij ons.
Mijn vraag lag eigenlijk in de lijn met de vraag die collega Brouwers stelde rond de Chinastrategie. Ik denk dat het enorm belangrijk is dat wij met Vlaanderen, met België weten welke houding we hierin moeten aannemen. We hebben een aantal globale uitdagingen die we samen moeten aanpakken, maar we mogen niet naïef zijn. We moeten ook duidelijk vragen dat ze transparant zijn wat een aantal dossiers betreft, en al zeker wat betreft dit dossier rond het coronavirus, dat toch een schaduw heeft geworpen op onze samenwerking. Ik dank u.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik ben het met de verschillende beschouwingen eens. Wat de concrete vraag van mevrouw Brouwers en mevrouw Talpe betreft over de Vlaamse Chinastrategie: de coronacrisis heeft mij geleerd dat een ongebreidelde globalisatie toch ook een aantal risico’s inhoudt. Als we voor iets eenvoudigs als mondmaskers zien wat voor een saga dat heeft teweeggebracht. Want we hebben niet alleen de productie laten gaan – Vlaams en bij uitstek ook Europees – en maskers aangekocht in China, we hadden ook gewoon de productiecapaciteit niet meer.
Je kunt zeggen dat je gaat voor strategische goederen, waarbij je de productiecapaciteit in Vlaanderen en/of Europa behoudt. Zolang je het ergens anders goedkoper kunt kopen, haal je het daar, maar je houdt de productiecapaciteit dan wel hier. En in tijden van crisis kun je die productiecapaciteit heel snel activeren.
Wel, wij hebben de twee gedaan. We hebben de zaken in andere continenten gekocht – China en Indië – maar we hebben ook de productiecapaciteit afgebouwd, waardoor we heel veel tijd nodig hebben om betrekkelijk eenvoudige dingen als mondmaskers zelf te kunnen maken.
U hebt het over het herijken van de Vlaamse Chinastrategie. Laat het mij anders zeggen: het gaat over onze kijk op de globalisatie. Als het beheersen van de crisis wat minder van onze tijd vergt, denk ik dat we moeten nadenken wat de strategische goederen zijn waarvan we de productiecapaciteit – en de goederen zelf misschien ook – in Vlaanderen en/of in Europa moeten hebben. Dat is toch een belangrijk leerpunt uit deze coronacrisis. En dan heb ik het niet alleen over strategische goederen gelinkt aan de aanpak van gezondheidscrisissen. We moeten de redenering ook ruimer maken. Welke andere bedreigingen kunnen op ons afkomen die ons nopen om de productiecapaciteit voor bepaalde strategische goederen hier te houden? Dat is voor mij zeker een leerpunt. En daarin past inderdaad ook een herijking van onze strategie richting China.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik ben zeker tevreden met hetgeen u stelt rond de ongebreidelde globalisering. Dat houdt inderdaad risico’s in. Ik ben blij dat u dat nu uitdrukkelijk zegt. Ik wil die mening alleen maar sterk onderschrijven en de initiatieven toejuichen die u wilt ondernemen om na te gaan waar we zelf meer het voortouw kunnen nemen als het gaat over strategische goederen en strategische productie.
Minister-president, het is belangrijk dat u de bezorgdheden van Vlaanderen toch zou meedelen aan de Chinese ambassadeur. Het is belangrijk dat Vlaanderen het signaal geeft aan de Chinezen dat wij een bepaald model voorstaan dat misschien niet altijd spoort met hun model, en dat ze daarvan op de hoogte worden gebracht en worden geconfronteerd met de visie dat we daar niet echt mee gediend zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.