Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, u zult niet verbaasd zijn dat ik een vraag stel over dit thema, want u weet dat ik vooral in deze commissie zit met de focus van het platteland en over de mobiliteitsarmoede op het platteland een aantal bezorgdheden heb.
Vanaf 4 mei is het economische leven in ons land voor een stuk heropgestart. Dat betekent ook dat het openbaar vervoer eigenlijk opnieuw vrijwel op volle toeren draait. De Lijn heeft aangekondigd, en heeft dat ondertussen ook al in de praktijk omgezet, dat de normale dienstregelingen zoals op schooldagen zullen worden hervat. De nachtnetten blijven evenwel tot nader order geschrapt, en ook wat de belbus betreft, is er nog geen groen licht. Op de website van De Lijn staat het wat cryptisch verwoord: “De Lijn bekijkt hoe en wanneer de belbussen opnieuw veilig kunnen rijden.”
U zult ondertussen ongetwijfeld weten dat ik uiteraard bezorgd ben. Ik heb daarover ook in een eerdere gedachtewisseling, over de mobiliteitsimpact van corona, toch wel wat vragen gesteld, omdat die belbus essentieel is om de basismobiliteit van veel plattelandsbewoners te garanderen. Zeker bepaalde specifieke groepen, die zich echt volledig enten op die belbus, komen steeds meer onder druk, des te meer omdat er steeds meer zaken te doen zijn. Er zijn winkels waar men eventueel noodgedwongen naartoe moet gaan, scholen beginnen open te gaan, bedrijven starten op. Ik ken een aantal gebruikers die in de problemen komen.
Uiteraard primeert voor ons de veiligheid van bestuurders en reizigers. Daar wil ik geen verwarring over laten bestaan. Dat moet absoluut een belangrijke zaak zijn, maar we zien toch wel in andere sectoren dat met creativiteit heel wat zaken kunnen worden opgelost.
Welke zijn de concrete knelpunten om de belbusdiensten weer te kunnen opstarten? In welke mate zijn deze knelpunten anders dan op de reguliere lijnen en zijn de randvoorwaarden van de reguliere busdiensten niet kopieerbaar naar de belbussen? Als er nu geen heropstart kan komen, wanneer zal dat dan wel kunnen? We moeten ervan uitgaan dat we nog een hele tijd in deze anderhalvemetermaatschappij zullen leven. Welke structurele alternatieve mobiliteit kan er aangeboden worden aan de mensen die verweesd achterblijven omdat de belbus nog steeds niet rijdt?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, ik kan u onmiddellijk het goede nieuws meegeven dat onze belbussen vanaf 11 mei volledig zullen heropstarten. Het openbaar vervoer is blijven rijden en sinds deze week zijn we opnieuw naar 100 procent capaciteit gegaan, met uitzondering van een beperkt aantal trams in Antwerpen, de belbussen en de nachtritten. Dit moet ervoor zorgen dat er op piekmomenten overal voldoende capaciteit is. Zoals gezegd, kunnen we vanaf 11 mei opnieuw starten met de belbussen. Men kan daar deze week al de nodige reservaties voor maken.
U vroeg wat de concrete knelpunten waren. Zoals u aangeeft, moeten veiligheid en gezondheid primeren voor de pendelaars maar ook voor de chauffeurs. Een belbus heeft een andere omvang dan een standaardbus. Op de reguliere bussen moeten reizigers verplicht achteraan opstappen en cashless betalen zodat er geen contact is met de chauffeurs die in een afgesloten vak zitten. Initieel was dat afgesloten door een lint of een ketting en later ook met plexiglas. In een belbus is dat een andere zaak. Men heeft daar geen tweede deur aan de achterzijde om in te stappen. Daarom zijn er nieuwe maatregelen opgelegd.
Het aantal reizigers in een belbus is beperkt tot maximaal drie. Als het gaat over een taxi, dan hanteren we de initiële richtlijnen, namelijk maximaal één persoon per taxi, tenzij het over eenzelfde familie gaat. De chauffeurs van de belbus krijgen een mondmasker en ook de reizigers moeten een mondmasker dragen. Telkens wanneer de belbus stopt om mensen te laten opstappen, gaat de chauffeur uit de bus, laat hij de passagiers opstappen, waarna hij opnieuw in de bus kan plaatsnemen, en dit om elk mogelijk contact te mijden. Dat zijn de richtlijnen die men namens De Lijn gegeven heeft aan de mensen die de belbus willen nemen.
Ik kan u misschien nog wat cijfers meegeven. Op een gewone weekdag voor coronatijd waren er om en bij 4300 reservaties voor de belbus. Als we nu kijken naar de reservaties voor volgende week maandag, dan zijn er dat 327. Dat is dus een pak minder, en dat lag in de lijn der verwachtingen. Op de reguliere bussen waren er afgelopen dinsdag 5 mei ongeveer 100.000 reizigers ten opzichte van 860.000 pendelaars op een ‘normale’ dinsdag. Nog maar weinig mensen gebruiken dus het openbaar vervoer omdat velen nog aan telewerk doen en omdat mensen contacten met anderen willen mijden. Dat zijn alleszins de vaststellingen.
De belbussen kunnen dus maandag heropstarten, maar ook daar verwachten we niet onmiddellijk een heel grote rush. Het aanbod is er wel voor wie het nodig heeft en zich niet op een andere manier kan verplaatsen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dit zijn natuurlijk de antwoorden waar je als parlementslid op hoopt. Je kaart iets aan en er kan meteen meegedeeld worden dat er door de Vlaamse Regering en door u als minister en De Lijn een goede beslissing is genomen. Ik wil u om te beginnen bedanken, niet namens mezelf, maar namens een aantal mensen die compleet afhankelijk zijn van de belbus om een aantal verplaatsingen te doen. Een aantal mensen die zich om medische redenen moeten verplaatsen, hebben dit een hele tijd niet kunnen doen. Bovendien gaan volgende week de winkels opnieuw open. Er wordt nu meer mogelijk en dan is het essentieel dat in de gebieden waar de vaste lijnen van het openbaar vervoer minder uitgebouwd zijn, mensen toch een beroep kunnen doen op de belbus. Dat is een zeer slimme beslissing. Kwetsbare groepen of mensen die bewust geen auto hebben, krijgen zo toch een antwoord op hun vervoersprobleem.
Ik had nog een technische vraag. U zegt dat er voor volgende week 327 reservaties zijn. Dat zal natuurlijk altijd minder zijn dan op normale dagen, maar dat heeft misschien ook te maken met het feit dat het niet erg ruim bekend is dat de belbus vanaf maandag opnieuw rijdt. Ik hoop dat hierrond nog publiciteit of berichtgeving verschijnt, zodat mensen, die er misschien van uitgaan dat de belbussen niet rijden, nu weten dat ze die kunnen reserveren voor essentiële verplaatsingen. Als ze een mondmasker dragen, kunnen ze dus de belbus reserveren en gebruiken. Ik denk dat het goed is dat ze op een proactieve manier worden geïnformeerd. Zijn daar plannen voor?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
De aankondiging stond al op de website van De Lijn, maar ik ondersteun natuurlijk wel de vraag van de heer Vaneeckhout over hoe goed de gebruikers van de belbus op de hoogte zijn van de heropstart volgende maandag. Bestaat hierover een specifieke communicatie, naast het algemene persbericht op de website?
Het aantal passagiers wordt beperkt tot drie personen om de veiligheid en afstand te garanderen, en dat begrijp ik. Heel vaak zijn er ook begeleiders bij de passagiers die de belbus gebruiken. Is die begeleider dan inbegrepen in dat aantal?
Slechts drie passagiers doen de capaciteit ook sterk dalen. Voorziet men dan om indien nodig extra belbussen in te leggen?
Veel lof, minister, voor de belbus, maar ook een paar bijkomende technische vragen.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik heb begrepen dat men dit via de website en social media heeft gecommuniceerd. Misschien zullen de journalisten die naar deze commissie luisteren, dat ook nog verder opnemen. Ik zal zeker aan De Lijn vragen om daarrond een gerichte communicatie te doen, zodat diegenen die de belbus nodig hebben, zeker weten dat die opnieuw rijdt.
Op uw vraag over de begeleiders, mevrouw Robeyns, heb ik niet meteen een antwoord. Men wil het aantal natuurlijk beperken tot drie personen door de grootte van die belbussen. Ik denk dat op dat vlak het gezond verstand moet zegevieren. Op dit ogenblik geldt nog altijd het advies om je alleen te verplaatsen wanneer dat nodig is en om contacten met andere mensen zoveel mogelijk te vermijden. Ik denk dat er volgende week dus geen grote rush zal zijn, maar het is belangrijk dat de belbussen opnieuw rijden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het antwoord. Ik denk dat het een goede keuze is van De Lijn om in de mate van het mogelijke toch opnieuw te starten met de belbussen. Ik ben het volledig met u eens dat het hier inderdaad moet gaan over noodzakelijke verplaatsingen. Dat is een heel duidelijke instructie van de Veiligheidsraad. We moeten ons daar op alle niveaus aan houden en die boodschap blijven geven. Ik denk dat deze heropstart wel een groot verschil maakt voor groepen die het op bepaalde momenten echt nodig hebben. Ik vind dat dus een heel goede zaak. Ik ben ook blij dat de nodige communicatie nog zal volgen. Ik ben heel erg tevreden dat ik deze vraag gesteld heb maar vooral dat u op deze proactieve manier samen met De Lijn hebt gehandeld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.