Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister-president, collega’s, in het voorbije jaar versterkte China zijn greep op Europese zeehavens, onder meer in Zeebrugge en Antwerpen. Een Nederlands rapport waarschuwt voor een te grote strategische afhankelijkheid van de Communistische Partij: Chinese activiteiten in Europese havens zullen wellicht in toenemende mate worden gepolitiseerd. Ik citeer: “China COSCO Shipping is de grootste Chinese investeerder in Europese zeehavens geworden. Waar de investeringen commerciële motieven hebben, vinden ze plaats binnen een economisch en politiek raamwerk dat gedefinieerd is door de Chinese staat en de Chinese Communistische Partij, met als doel China’s nationale belangen te dienen. Naast hun economische functie hebben ze een ondersteunende rol als (...) instrument van het Chinese buitenlandse beleid.”
Onderzoekers van het Clingendael China Centre winden er in een recent adviesrapport voor de Nederlandse regering, getiteld ‘European seaports and Chinese strategic influence’, geen doekjes om: door de toename van de Chinese investeringen in containerzeehavens dreigen EU-lidstaten politiek afhankelijker te worden van Peking. Met name Vlaanderen en Nederland zijn kwetsbaar geworden door het betekenisvolle Chinese aandeel in onze containerterminals, die zo deel werden van de Chinese Maritieme Zijderoute. De zeehaven van Zeebrugge geldt in het rapport als een voorbeeld. Liefst 90 procent van de containerterminal is nu al in handen van China COSCO Shipping. Gevestigd in Shanghai is dat Chinese staatsbedrijf ‘s wereld grootste scheepsbedrijf, derde grootste containertransporteur en vijfde grootste havenoperator. Aangezien de Chinese Communistische Partij de grootste aandeelhouder is, lijdt het weinig twijfel dat politieke sturing een potentieel beslissende factor is in de staatsonderneming, zowel nu als in de toekomst.
De Griekse ervaring toont aan tot wat Chinese dominantie in een strategische zeehaven kan leiden als de afhankelijkheid té groot wordt. China COSCO Shipping kocht zich daar tijdens de economische crisis van 2008 eerst in de containerhaven van Piraeus in, maar nam daarna ook een meerderheidsaandeel in het havenbestuur. De Chinese economische invloed vertaalde zich vervolgens ook in de EU-beslissingen van de Griekse regering. De regering in Athene verzette zich bijvoorbeeld in 2016 tegen een kritische verklaring van de EU over China’s houding in de Zuid-Chinese Zee, stelde in 2017 een veto tegen een EU-resolutie die China wou bekritiseren in de Mensenrechtenraad van de VN, en kantte zich in datzelfde jaar tegen een EU-mechanisme om investeerders van buiten de EU grondiger te screenen.
De onderzoekers van het Clingendael China Centre stippen aan dat het winnen van politieke invloed in Griekenland, en bij uitbreiding de EU, geen openlijk doel is van China. Toch wordt dat in de toekomst niet uitgesloten. In theorie kan China COSCO Shipping de hoeveelheid van de containertrafiek voor de haven van Piraeus manipuleren, of daarmee dreigen. Via zo’n verdeel- en heersstrategie kunnen volgens de onderzoekers ook Nederland en Vlaanderen tegen elkaar worden uitgespeeld. In een casestudy over de Rotterdamse haven wordt erop gewezen dat China zou kunnen beslissen om containertrafiek te verhuizen naar het nabijgelegen Zeebrugge of Antwerpen. Omgekeerd kan dat bijgevolg ook.
Op de Antwerpse containerkades wordt China COSCO Shipping steeds actiever, naast nog een andere grote Chinese speler, China Merchants Port Holdings, ‘s werelds zesde grootste containerhavenoperator, die in 2013 al een aandeel van 49 procent nam in Terminal Link. In een joint venture met de Franse scheepsgroep CMA CGM participeren zij nu in dertien containerterminals, waaronder ook in Antwerpen en in het Noord-Franse Duinkerke. Het Chinese Hutchison Port Holdings, eigendom van een conglomeraat uit Hongkong, beheert intussen, naast containerterminals in Rotterdam, Barcelona en meerdere Britse havens, ook de binnenhaventerminal in Willebroek.
Peking beschikt zo over voldoende economische belangen in ons land en andere EU-lidstaten om ze in te zetten als politieke hefbomen, zo waarschuwen de onderzoekers. Chinese commerciële activiteiten in Europese havens zullen wellicht in toenemende mate worden gepolitiseerd. De onderzoekers pleiten daarom voor meer onderling overleg tussen de EU-lidstaten en de zeehavens onderling.
Ook al is voor China politieke invloed op de Europese Unie geen openlijk doel op zich, toch kan dit in de toekomst niet worden uitgesloten. Ben u zich daarvan bewust?
Welke instrumenten hebt u in handen om dat te voorkomen?
Zult u het voortouw nemen in meer onderling overleg tussen de EU-lidstaten en de zeehavens om investeringen te toetsen aan de EU-China-strategie die vanuit het Europese belang vertrekt?
Minister-president Jambon heeft het woord.
China is als belangrijkste producent van goederen in de wereld voor Vlaanderen en dus ook voor de Vlaamse havens een belangrijke economische partner. Dit is niet alleen zo door de directe handel, maar ook door de indirecte handel via onze buurlanden. De Chinese investeringen in Vlaanderen dragen met andere woorden ook bij aan onze welvaart. Omgekeerd zorgen Vlaamse investeringen daarvoor in China.
Het rapport van het Clingendael China Centre, waar u naar verwijst en dat de bezorgdheden verwoordt waarover u vragen stelt, is echter niet altijd even accuraat over onze Vlaamse havens. Zo wordt onder meer een vergelijking gemaakt met de situatie in de Griekse haven Piraeus. De Chinese investeringen in de Vlaamse havens zijn echter van een totaal andere orde omdat onze havenbesturen geen gronden en kaaien verkopen, maar alleen concessies verlenen. Zo nam COSCO Shipping Ports in de haven van Zeebrugge de concessie in het Albert II-dok over van de Deense groep APM Terminals. COSCO bezit 85 procent van de aandelen van de operator die de terminal exploiteert. De terminal zelf, de kaaimuren en terreinen, blijven voor 100 honderd in handen van het havenbedrijf. COSCO Shipping Ports heeft voor deze exploitatie een langlopende concessieovereenkomst gesloten met het havenbedrijf. De voorwaarden in deze overeenkomst zijn identiek aan die van andere concessieovereenkomsten, waardoor een gelijk speelveld verzekerd wordt.
In het algemeen herinner ik er graag aan dat een aanzienlijk deel van ons bruto binnenlands product wordt gerealiseerd door de export en de aanwezigheid van buitenlandse investeerders in Vlaanderen. Als kleinere regio moeten we ons bijgevolg blijven openstellen voor internationale handel. Als belangrijke logistieke toegangspoort voor Europa moet Vlaanderen via zijn havens goed geconnecteerd blijven met de economische grootmachten, waaronder ook China. Dit alles gebeurt in een concurrentiële omgeving binnen de range van Le Havre en Hamburg, met verschillende havens op korte afstand van elkaar.
Dat betekent echter niet dat we blind zijn voor de potentiële risico’s die verbonden zijn aan de staatsgeleide economie van China. De toegenomen waakzaamheid vertaalt zich in de initiatieven van de vorige en huidige Vlaamse Regering, die ik zo meteen zal toelichten.
Ten tweede vraagt u of ik initiatieven zal nemen om de groeiende politieke invloed van China tegen te gaan. Door het publieke karakter van onze havenbedrijven en de bijbehorende specifieke structuur, is het risico op een Piraeusscenario onbestaande. Het Havendecreet verbiedt de participatie van de Chinese overheid of van een Chinees privébedrijf – voor zover dat echt bestaat – in onze havenbesturen. De beslissingen van een havenbestuur vallen onder het administratief toezicht van het Vlaamse Gewest. Zo kunnen beslissingen wegens strijdigheid met het Havendecreet worden geschorst door de gewestelijke havencommissaris en vernietigd worden door de Vlaamse Regering.
Als we formele initiatieven willen nemen, dan beschikken we momenteel enkel over een instrument om ex post in te grijpen. Wanneer we zouden oordelen dat de artikelen III.59 en III.60 van het Bestuursdecreet van toepassing zijn, dat wil zeggen dat we oordelen dat de strategische belangen van de Vlaamse Gemeenschap of in het geval van de havens het Vlaamse Gewest bedreigd worden – met name als de continuïteit van vitale processen in het gedrang komt, als bepaalde strategische of gevoelige kennis in buitenlandse handen dreigt te vallen of als de strategische onafhankelijkheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest in het gedrang komt –, dan kan de Vlaamse Regering de rechtshandeling van een overheidsinstantie nietig of buiten toepassing verklaren. Een concessie kan als een dergelijke rechtshandeling beschouwd worden.
Wat verdergaande initiatieven betreft ten aanzien van buitenlandse investeringen, heb ik samen met minister Crevits de betrokken administraties gevraagd om de desbetreffende intenties uit het regeerakkoord verder vorm te geven en een Vlaams screeningsmechanisme in de steigers te zetten. Daar wordt momenteel actief werk van gemaakt.
Wat de mogelijke bedreiging betreft voor politieke inmenging en beïnvloeding, aligneren wij ons op het Europese kader, waar Vlaanderen actief input voor levert.
Wat het overleg tussen de EU-lidstaten betreft, kan ik verwijzen naar de expertengroep voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU. Deze groep werd in het kader van verordening 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 opgericht. De groep focust op dit moment in de eerste plaats op de voorbereiding van de volledige toepassing van de verordening. Daarnaast deelt de expertengroep ook beste praktijken en lessen en wisselt tendensen en onderwerpen van gemeenschappelijk belang uit in verband met buitenlandse directe investeringen. Het punt inzake havens waar u in uw vraag naar verwijst, kan hier ook aan bod komen voor zover het verband houdt met risico’s voor openbare orde en veiligheid.
Het blijft hierbij echter ook van cruciaal belang om, naast het bewaken van onze strategische belangen, ook rekening te houden met het positieve effect van Chinese investeringen op onze economie. De Vlaamse overheid bespreekt deze thematiek met de Vlaamse havenbesturen op de Overlegraad, het periodiek overleg tussen het Vlaamse Gewest en de havens.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Ik ben al voor een stuk gerustgesteld. U bent bezig met de oprichting van een Vlaams screeningsmechanisme, onder andere om onze strategische belangen in het oog te houden. Dat is belangrijk, want er zijn een aantal sectoren die van strategische belang zijn en we moeten er, naar analogie met veel van onze buurlanden, voor zorgen dat we die niet te veel uit handen geven aan vreemde mogendheden. Ik denk dan aan de energiesector en het dossier Eandis van enkele jaren geleden, waarbij China zijn invloed wilde verhogen op onze energiesector. Er zijn genoeg instanties die daarvoor waarschuwen.
U zegt dat de informatie van het Clingendael China Centre niet altijd even accuraat is. Ik heb inderdaad het voorbeeld van Piraeus gebruikt. Ik wil dat natuurlijk niet kopiëren naar onze havens, wij zitten niet in die situatie, maar het illustreert wel duidelijk hoe strategische participaties serieus kunnen worden beïnvloed door buitenlandse mogendheden. Het is goed dat we dat in het oog houden.
Ik heb nog een vraag. U zegt dat u dat Vlaams screeningsmechanisme op poten aan het zetten bent. Wanneer zal dat volop operationeel zijn? Worden daar ook bepaalde autoriteiten uit eigen land bij betrokken? Ik denk dan bijvoorbeeld aan professor Holslag, Chinakenner die geen blad voor de mond neemt wanneer het op een kritische noot aankomt. Worden die mensen ook geconsulteerd, bijvoorbeeld ook over de 5G-problematiek, waarbij er ook een grote discussie is over Huawei als grote kanshebber om dat systeem in België mee uit te rollen. Worden die experten daarbij betrokken of wordt hun mening genegeerd? Ik denk dat dit toch wel mensen zijn die weten waarover ze praten.
Mijnheer Verheyden en al wie een hoofdtelefoon met microfoon ter beschikking hebben, het zou fijn zijn als u die ook gebruikt. Als u die niet hebt, dan moet u er rekening mee houden dat u moeilijk te verstaan bent wanneer u met uw hoofd beweegt tijdens het praten. Onlinevergaderingen als deze vragen al veel concentratie en er gaat dan ook veel moeite verloren om sommige woorden te ontcijferen. Ik vraag iedereen dan ook om daar rekening mee te houden.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik zou drie punten willen maken. Bij dat eerste punt ga ik niet te lang stilstaan omdat dat al uitvoerig is gezegd door onze minister-president. En dat is natuurlijk het grote verschil dat er is met de zaken in Griekenland. Voor alle duidelijkheid: wij verkopen geen gronden, wij verkopen geen kaaien in Antwerpen aan geïnteresseerden, niet aan Chinezen maar ook niet, puur hypothetisch, aan Vlaamse ondernemers, mochten die daar interesse in tonen. Wij verkopen die niet, wij geven concessies. En dat is toch wel het grote verschil.
COSCO Shipping Ports heeft een aandeel in Antwerp Gateway, die dan een concessie hebben. Maar dat is een groot verschil, dat is niet vergelijkbaar met Griekse toestanden. Mijnheer Verheyden, gelet op de nauwe band die uw partijgenoot Filip Dewinter met het regime in China onderhoudt, had ik nu toch wel verwacht dat u daar beter van op de hoogte van zou zijn.
Een tweede punt is dat ik natuurlijk wil benadrukken dat wij, gelet op ons rijke maritieme verleden als Vlaamse zeehavens altijd hebben gekeken naar het buitenland, en altijd hebben opgestaan voor buitenlandse investeerders en investeringen. En we gaan dat ook blijven doen, voor alle duidelijkheid. Het is net op de momenten dat internationale handel geblokkeerd was en we daar problemen in hadden, dat we duistere en moeilijke tijden hebben gekend. Wij zijn dus ‘open for business’, en wij blijven dat zijn.
Trouwens, als wij kijken naar mogelijke investeringen voor onze haven en onze economie, kijken wij er heel nadrukkelijk naar of het bijvoorbeeld onze chemie kan verankeren, of het ons kan verankeren als maritieme cluster of logistieke hub. En als we investeringen al dan niet toelaten in de haven, kijken we ook naar de mate van innovatie, en bijvoorbeeld naar de tewerkstelling die ermee gepaard gaat. Daarbij is de afkomst van de investeerders niet echt determinerend, en ik denk ook niet dat daar iemand voor pleit.
Langs onze zijde kunnen we natuurlijk wel bevestigen dat alle potentiële investeerders steevast worden gescreend, zowel economisch, strategisch als qua veiligheid. We volgen de internationale ontwikkelingen ook op de voet.
Het derde punt is dat we dat natuurlijk met de nodige omzichtigheid doen. Ik heb de minister-president goed gehoord, hij pleit ook voor die omzichtigheid. We mogen niet naïef zijn. Het staat ook in het regeerakkoord, en ik ben dan ook verheugd met zijn antwoord, waarin hij aankondigt dat dat Vlaams screeningsmechanisme wel degelijk in de steigers wordt gezet, en dat Vlaanderen ook actief input zal geven voor het Europese kader wat de mogelijke dreiging van politieke inmenging betreft.
Ik heb daar nog één bijkomende vraag bij, minister-president. Wordt dit gedaan met betrokkenheid van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie, en met betrokkenheid van Flanders Investment & Trade (FIT), zoals dat eerder ook was aangekondigd? Kunt u ons op de hoogte houden van de verdere stappen? Ik dank u.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Goedemiddag, collega’s. Ten eerste ben ik blij dat ook andere partijen de problematiek nu plots hebben ontdekt. Of de actualiteit daar iets mee te maken heeft, zal ik daarbuiten laten. Het is nu een jaar of drie, vier geleden dat ik een conceptnota heb ingediend om zo’n beschermingsclausule in Vlaanderen in te voeren. En ondertussen is dat een jaar of twee geleden ook in een decreet gegoten. Het is naar die clausule dat de minister-president daarnet heeft verwezen. Daardoor hebben we wel al een beschermingsmechanisme om te voorkomen dat strategische infrastructuur, die in waarde zou dalen vanwege de coronacrisis, een prooi zou kunnen worden voor buitenlandse – lees: niet-Europese – overnemers. Dat is waar sommigen voor vrezen, en dat is terecht, denk ik. Het is dus goed dat we die clausule hebben.
Ik ben ook blij dat er een aanpassing aan zal komen, want die is echt nodig om ze te kunnen toepassen. Zeker op het vlak van rechtszekerheid wat de clausule zelf betreft, en in de toepassing ervan, denk ik dat er nog veel werk moet gebeuren om ze heel efficiënt en effectief te kunnen toepassen.
Er was de vraag naar het betrekken van experten bij deze problematiek. Collega Verheyden, ik kan u zeggen dat dat in de vorige legislatuur ook is gebeurd. We hebben toen een uitgebreide hoorzitting gehad, waarop ik van uw partij op dat ogenblik geen enkele collega heb gezien, maar ik ben blij dat jullie nu toch een oproep doen om de experten zeker te betrekken. Dat is fijn. Ik neem daar graag akte van, en stel vast dat iedereen nu dezelfde bezorgdheid begint te delen.
Minister-president, ik zou ook graag horen wanneer u denkt dat een aanpassing van het decreet mogelijk is. Een half jaar geleden heb ik daarover een vraag om uitleg aan u gericht. We waren er toen ook mee bezig. Ik denk dat het tijd is om die werkzaamheden op dat punt af te ronden. In de Europese Unie is men op dat punt trouwens ook veel vooruitgang aan het boeken. Ik ben dus ook blij te horen dat er ook input van Vlaanderen naar Europa zal gaan.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Wat een concrete timing betreft, kan ik u alleen zeggen dat we begonnen zijn aan het opzetten van dat screeningsmechanisme. Ik wil dat toch eventjes situeren. Je hebt inderdaad initiatieven die op Europees niveau worden genomen, en dan dit Vlaamse initiatief. Ik denk dat Europa dient, zoals altijd, om ons te vertegenwoordigen in de strijd van de grote machtsblokken. Voor die Europese economie gaat er natuurlijk een bedreiging uit van de grote machtsblokken, die daar eventueel meer dan een voet aan de grond willen krijgen. Daar moet je dus Europa voor inzetten. Daarmee is de zaak echter niet opgelost. Zelfs als we de Chinezen volledig kunnen buitenhouden, kan ik me voorstellen dat ook Europese partners hun oog kunnen laten vallen op Vlaamse strategische sectoren, zeker nu alle economieën verzwakken door corona. Ik denk dat het de heer Verheyden is geweest die net naar de energiesector verwees. Die is niet door de Chinezen overgenomen. Die is voor een groot stuk door onze zuiderburen ingepalmd. Europa is dus het juiste niveau om ons te beschermen tegen die grote jongens, maar de aanvullende rol van een Vlaamse screeningsmechanisme is ervoor te zorgen dat we ook binnen Europa onze kroonjuwelen niet afgeven.
Mevrouw inderdaad, er wordt inderdaad samengewerkt met FIT en met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Ik kan me nu echter niet vastpinnen op een concrete timing. Ik besef wel dat dit urgent is, zeker nu onze economie in het algemeen verzwakt ten gevolg van de coronacrisis. Dat dit vrij urgent is, daarvan zijn zowel minister Crevits als ik ons bewust, en we zullen ook navenant handelen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega’s, ik wil gewoon even meegeven dat wij helemaal niet tegen handel met China zijn, verre van. Ik ben me er eveneens van bewust, zoals iedereen, dat ze inderdaad bijdragen tot een stuk van onze welvaart. Ik denk echter ook dat we niet naïef mogen zijn. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. In die zin is het goed dat dat Vlaamse screeningsmechanisme nu wordt opgestart, en dat er ook Europees wordt samengewerkt.
Mevrouw de Ridder, ik denk dat men tegenwoordig iedereen kan beschuldigen van Chinese connecties, zeker nu, in het kader van de coronacrisis, want iedereen loopt de markt plat in China om zijn connecties aan te spreken om maskers naar hier te halen. In die zin zou ik u willen aanraden om misschien ook eens te informeren naar uw goede vriend in het paleis in Laken. Ik weet niet of u met de beschuldigende vinger naar hem wijst.
We zullen de vragen voor de minister-president houden.
Prima. Minister-president, tot daar mijn tussenkomst. Dank u wel voor uw antwoord, en ik stel vast dat we op de goede weg zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.