Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Verschillende gemeentebesturen voeren een doordacht regenboogbeleid binnen het beleidsdomein Gelijke Kansen. Een van de zichtbare sensibiliserende acties die verschillende gemeentebesturen ondernemen, is het aanleggen van regenboogzebrapaden. Hiermee kunnen lokale besturen symbolisch aantonen dat zij een inclusieve gemeente zijn, waarin alle burgers, ongeacht seksuele voorkeur en/of genderidentiteit, thuis zijn. Deze regenboogzebrapaden worden volledig conform de wegcode aangelegd.
Vlaams minister van Gelijke Kansen Bart Somers heeft eerder al zijn sympathie uitgesproken voor dergelijke initiatieven en verwees naar zijn eigen stad Mechelen, waar er ook regenboogzebrapaden aangelegd zijn. In zijn beleidsnota Gelijke Kansen hecht de minister ook veel aandacht aan lgbtqi+-beleid.
Voor het aanleggen van een regenboogzebrapad gaan gemeentebesturen op zoek naar een geschikte locatie. Dit kan een drukke oversteekplaats zijn, een zebrapad bij het gemeentehuis of bij een populair holebicafé. Die kunnen zowel op lokale als gewestwegen liggen. Hoewel gemeentebesturen hier initiatieven in willen nemen en de Vlaamse regering een heel lgbtqi+-vriendelijk beleid wil voeren, heeft het Agentschap Wegen & Verkeer (AWV) echter een algemeen negatief advies gegeven wat het aanleggen van regenboogzebrapaden op gewestwegen betreft. Dat was naar aanleiding van een specifieke vraag. Dat advies kwam vanuit de Adviesgroep voor Verkeersveiligheid op de Vlaamse Gewestwegen.
Kunt u meer uitleg geven bij het negatieve advies van AWV voor de aanleg van regenboogzebrapaden op gewestwegen? Hoe kwam dit advies tot stand en wat is de verantwoording voor de algemene weigering?
Wat is uw mening over het aanleggen van regenboogzebrapaden op lokale en gewestwegen?
Plant u overleg met de minister van Gelijke Kansen, Bart Somers, die zich als uitgesproken voorstander heeft geuit van regenboogzebrapaden?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Van de Wauwer, U hebt inderdaad terecht gesteld dat het om een algemeen advies ging, geen specifiek advies voor een welbepaalde locatie.
De Commissie Verkeer en Mobiliteit (CVM) van AWV, vroeger onderdeel van de Adviesraad voor Verkeersveiligheid op Vlaamse Gewestwegen (AVVG), heeft in maart 2018 inderdaad een advies verleend, op vraag van verschillende lokale besturen. Dat was een principieel advies dat stelt dat regenboogzebrapaden voor AWV eigenlijk niet kunnen, vooral vanwege de wettelijkheid. AWV verwijst daarvoor naar het verkeersreglement, meer bepaald artikel 76, 3°, alsook naar artikel 29, 2°, van het internationaal verdrag inzake verkeerstekens. Die artikels stellen dat de oversteekplaatsen voor voetgangers immers uitgevoerd worden in witte kleur en voldoen aan de wettelijk voorziene afmetingen.
AWV oordeelt bovendien dat niet alleen de tekstuele bepaling van artikel 76, 3°, van de wegcode van belang is, maar ook de tekening die erbij hoort. De achtergrond op deze tekening kent, zoals alle andere markeringen, telkens een neutrale, eenkleurige en sobere achtergrond: het zwarte of grijze wegdek met daarop de witte strepen.
Volgens het agentschap zou de markering bovendien in strijd zijn met de artikelen 1, 1°, en 1, 2°, van het ministerieel besluit van oktober 1976, het reglement van de wegbeheerder, omdat die bepalingen verbieden om verkeerstekens te gebruiken voor andere doeleinden dan aanwijzingen aan de weggebruikers te geven waarvoor zij bedoeld zijn. Ook is het verboden vermeldingen of boodschappen op een verkeersteken aan te brengen die niets met het doel van dat verkeersteken te maken hebben. Door regenboogkleuren te schilderen tussen de witte vlakken gebruikt men het verkeersteken om een boodschap mee te geven aan de weggebruiker, zo stelt men, die duidelijk niet verkeersgerelateerd is en die dus, wat AWV betreft, niet zou mogen. Dat is in eerste instantie wat is opgenomen in het advies van AWV van maart 2018.
Verder stelt het advies ook dat de herkenbaarheid van het zebrapad in het gedrang zou kunnen komen door de bijkomende kleuren, omdat ze ervoor zouden kunnen zorgen dat voetgangers afgeleid raken. AWV verwijst daarvoor opnieuw naar het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens uit 1968, dat bepaalt dat het verboden is om aanduidingen aan te brengen op verkeerstekens die de verkeerstekens minder goed zichtbaar of minder doeltreffend zouden maken of die de aandacht zouden kunnen afleiden op een wijze die de verkeersveiligheid in gevaar brengt.
Een laatste argument betreft motorrijders. Een wegmarkering over de volledige breedte van de weg zou immers een gevaar kunnen betekenen voor motorrijders. Er is een verschil in stroefheid tussen het wegoppervlak en de wegmarkeringen, waardoor wegmarkeringen gladder zijn, zeker bij regenweer. Voor motorrijders is zo’n wegmarkering over de volledige breedte van de weg niet aangewezen; voor hen dient er steeds een doorgangsbreedte, zonder markering, van minstens een halve meter te zijn, zoals bij een klassiek zebrapad.
Dat zijn de argumenten uit het negatieve advies van AWV, uit 2018, dat, zoals ik al gezegd heb, een algemeen advies is.
U had ook een specifieke vraag naar mijn mening over het aanleggen van de regenboogzebrapaden op lokale en gewestwegen. Wat lokale wegen betreft, weten we dat bepaalde gemeentebesturen regenboogzebrapaden aanleggen. Als dat de verkeersveiligheid niet in het gedrang brengt, heb ik daar uiteraard ook geen problemen mee. Als het dan specifiek over gewestwegen gaat, denk ik dat we het beste opnieuw met AWV in overleg gaan om te kijken of er geen ruimere interpretatie mogelijk is van wat zij in 2018 als basis hebben genomen.
Er zijn verschillende mogelijke soorten regenboogzebrapaden. Als men een volledige regenboog schildert zonder witte vakken, dan kan dat natuurlijk niet, want dat voldoet niet aan de Wegcode. Maar zoals u reeds zei, mijnheer Van de Wauwer, als zo'n regenboogzebrapad wel voldoet aan de beschrijving in de Wegcode en er voldoende ruimte is tussen de markeringen, dan denk ik dat we dat minstens in overweging moeten kunnen nemen. Ik wil wel niet vanuit de Vlaamse overheid gaan opleggen dat er her en der zebrapaden moeten komen. Ik wil in de eerste plaats verkeersveiligheid als absolute topprioriteit laten gelden. Ik kan me wel perfect indenken dat bepaalde lokale besturen zeggen dat er in een welbepaalde kern, waar een regime van 30 of 50 kilometer per uur geldt, wel een dergelijk zebrapad zou moeten kunnen komen en dan moeten wij dat in overweging nemen. Wat dat betreft, wil ik graag met het Agentschap in overleg gaan om na te gaan wat de mogelijkheden zijn.
U had me ook gevraagd of ik een overleg wil inplannen met mijn collega Bart Somers, die zich als een voorstander heeft geuit van dergelijke zebrapaden. Welnu, ik zit regelmatig in overleg met mijn collega Bart Somers, net zoals met mijn andere collega's binnen de Vlaamse Regering, en ik ken natuurlijk ook zijn standpunt. Wat dat betreft weet ik niet of er nog specifiek overleg nodig is, maar ik weet in elk geval dat hij er ook voorstander van is.
Opnieuw, ik denk dat het duidelijk is: als lokale besturen een regenboogzebrapad willen aanleggen dat voldoet aan de criteria die de wegcode oplegt, dan wil ik dat zeker in overweging nemen. Ik zal kijken met het Agentschap Wegen en Verkeer wat er dienaangaande in de toekomst kan gebeuren.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreide antwoord, met enerzijds de argumentatie van het agentschap om tot dit advies te komen en anderzijds uw bereidheid om weer in overleg te treden met het agentschap, om zo na te gaan in welke mate dat advies geactualiseerd kan worden.
U hebt het aangehaald: bij de regenboogzebrapaden die worden aangelegd, moeten de kleuren inderdaad worden aangebracht tussen de witte stroken. Op een schriftelijke vraag die ik in de Senaat stelde aan de federale minister van Mobiliteit Bellot antwoordde hij dat de zebrapaden in dat geval zouden aangelegd zijn conform de Wegcode. Dat is ook het signaal dat ik kreeg vanuit de lokale besturen. Ik was dus een beetje verbaasd over de argumenten die u aanhaalde namens het Agentschap Wegen en Verkeer. Wat de herkenbaarheid betreft, zal zo’n regenboogzebrapad meer opvallen dan een gewoon.
Een argument van AWV dat u aanhaalt, is het ministerieel besluit van 1976 voor de afmetingen en plaatsingsvoorwaarden van de verkeersregels. Dat is sinds de zesde staatshervorming een bevoegdheid van de gewesten. Zult u zelf actie ondernemen om dat MB aan te passen zodat dit volledig conform het initieel besluit kan zijn?
Kunt u dit opnieuw aankaarten bij AWV? Zo kunnen we hopelijk tot een algemeen positief advies voor de aanleg van de regenboogzebrapaden op de gewestwegen komen.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik kan me volledig vinden in uw antwoord. Het valt toe te juichen dat gemeentes, wanneer ze de inclusiviteit in de verf willen zetten, daar van alles voor zoeken. We moeten opletten dat het geen doel op zich gaat worden, zeker niet als dat doel in strijd is met ander doelen, zoals de verkeersveiligheid, de rechtszekerheid enzovoort. U hebt dat terecht aangehaald. Er zijn andere middelen om dit misschien wat beter in de verf te zetten.
Misschien zijn er ook andere oplossingen wat de zebrapaden betreft. Ik heb hier een voorbeeld – ik kan het u jammer genoeg niet tonen – waarbij de middenberm gebruikt wordt om de regenboogkleuren aan te brengen, zodat de weg daar niet voor gebruikt moet worden.
Ik kan me vinden in uw antwoord, maar ik ben echt van oordeel dat we niet moeten zoeken om alles en overal die inclusiviteit in beeld te brengen. Er zijn andere middelen voor. We moeten oppassen dat we het niet als doel maar als middel gebruiken.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de vraag van de heer Van de Wauwer en ik wil die volledig ondersteunen. Het gaat vooral over heel zichtbare sensibiliserende acties. Dat moet niet de regel worden, mijnheer Lantmeeters, zeker niet. Maar bij voorbaat zeggen dat er een negatief advies is, vind ik niet de juiste insteek.
Dat de verkeersveiligheid niet in het gedrang komt, dat is natuurlijk de allerbelangrijkste voorwaarde. Zulke sensibiliserende acties moeten zeker kunnen.
Minister, wij willen u zeker steunen om dat bij AWV opnieuw aan te kaarten. We willen niet zomaar allerlei regeltjes gaan gebruiken van 1976, of van 1968, om ons achter te verschuilen. We moeten meegaan met de tijd en de mogelijkheden gebruiken die binnen het kader van de veiligheid kunnen.
De heer Keulen heeft het woord.
In de lijn met de tussenkomst van mevrouw Robeyns zou ik willen zeggen dat we niet vanuit een ‘neen’ moeten vertrekken maar vanuit een ‘ja’, tenzij de verkeersveiligheid in het gedrang is. Misschien moeten we laten onderzoeken wat de specialisten daaromtrent zeggen. Bij hogere snelheden moeten we wel opletten dat de zichtbaarheid niet tegen de weggebruiker gaat spelen en met andere woorden verkeersonveiligheid gaat creëren. Dat moeten we goed uitzoeken.
Ik proef bij elk van de tussenkomsten dat de verkeersveiligheid de basisregel is, en dan moeten kijken wat mogelijk is. Dat is ook de lijn waar ik me bij aansluit.
De heer Verheyden heeft het woord.
Voorzitter, ik zou me eerder aansluiten bij de heer Lantmeeters. Het is zo dat er heel veel goedbedoelde initiatieven zijn. Wij steunen die. Inderdaad, onze samenleving moet openstaan voor mensen van eender welke gender, eender welke seksuele voorkeur, maar we mogen er niet voor zorgen dat de verkeersveiligheid in het gedrang komt.
Als de gemeenten goedbedoelde initiatieven willen nemen, moet dat kunnen. Dat steunen wij ten volle, maar nogmaals, wil dat zeggen dat we elk initiatief moeten steunen? Er zijn zoveel goedbedoelde initiatieven, los van dat regenbooginitiatief, die we in de kijker willen zetten en waar we achter staan. We moeten toch ergens een lijn trekken? Wat kan en wat niet? Dat geldt zeker als de verkeersveiligheid daarmee in het gedrang zou komen. Het is een goedbedoelde vraag, maar ik denk dat we genoeg andere mogelijkheden hebben om het regenboogbeleid in de kijker te zetten.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u voor de bijkomende elementen die nog zijn aangebracht. Het is voor iedereen overduidelijk: de verkeersveiligheid moet natuurlijk absoluut prioritair zijn. Dat is één.
Ten tweede heeft niemand hier de vraag gesteld om straks van alle zebrapaden regenboogzebrapaden te maken. Die vraag ligt hier niet. Wel ligt hier de vraag: wat als lokale besturen vragen of het kan op die welbepaalde locatie? Dat moeten we minstens met AWV voor wat betreft de gewestwegen overwegen. Opnieuw, daar sta ik zeker voor open.
De suggestie van de heer Lantmeeters die wordt gesteund door de heer Verheyden om eventueel naar de middenberm te kijken, wil ik zeker meenemen. Als we specifiek kijken, in een kleinere dorpskern of dergelijke waar men dat in de picture zou willen brengen, is niet overal een middenberm natuurlijk. We zullen het alleszins mee opnemen. Ik zal zeker met AWV terug aan tafel gaan zitten om geval per geval te bekijken.
Ik blijf altijd hameren op de lokale autonomie. Als er vragen zijn van lokale besturen, als zij denken dat het op welbepaalde plaatsen kan, en het voldoet aan de Wegcode en het brengt de verkeersveiligheid niet in het gedrang, dan zie ik geen probleem om dat door te voeren.
Mijnheer Van de Wauwer, wat betreft het ministerieel besluit, zal ik zeker met de administratie nagaan of dat al dan niet moet worden aangepast. U hebt verwezen naar een vraag in de Senaat die daar op een positieve manier beantwoord werd. We zullen een en ander verder onderzoeken en kijken wat er in de toekomst kan.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Nogmaals dank, minister. Voor alle duidelijkheid, voor mij primeert ook in alle gevallen de verkeersveiligheid. Het gaat inderdaad niet om het opleggen van regenboogzebrapaden bij de gemeentebesturen. Omgekeerd, als een bestuur dat zelf zou willen doen, mogen we geen algemeen negatief advies geven. Ik hoop dat dat advies kan worden bijgestuurd. Heel hard bedankt daarvoor.
Mijnheer Lantmeeters, u hebt dat heel mooi verwoord om de inclusiviteit letterlijk mee in de verf te zetten. Ik hoop dat we dat op veel plaatsen gaan zien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.