Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, normaal gezien zou ik dit type vraag natuurlijk schriftelijk indienen, omdat het redelijk technisch is. En op zich is het meestal ook niet van dringende aard. Maar ik stel ze nu toch als vraag om uitleg, omdat ik op dit moment een aantal vragen krijg van de lokale besturen. En we kunnen natuurlijk geen weken wachten om daar duidelijkheid over te geven. Want het is een prangende materie die wel wat budgettaire impact kan hebben op onze lokale besturen.
Want via de omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende de impact van de coronamaatregelen op overheidsopdrachten heeft de Vlaamse Regering duidelijkheid willen geven over de toepassing van de wetgeving rond overheidsopdrachten in coronatijden. Dit is uiteraard essentieel voor onze lokale besturen, en er zijn toch een aantal vragen gekomen rond de interpretatie van deze omzendbrief. Er blijft duidelijk nog wat verwarring. Het is toch belangrijk die snel uit te klaren.
De grootste verwarring lijkt te zitten bij het gedeelte over opdrachten die reeds in uitvoering zijn. Verschillende lokale overheden overwegen over te gaan tot een schorsing, omdat zij vrezen voor een claim tot schadevergoeding vanuit de uitvoerders. Zij zouden dit kunnen stoelen op de meerkost van het uitvoeren van werken binnen de huidige gezondheidsvoorschriften. Want de geldende gezondheidsmaatregelen maken het uitvoeren van werkzaamheden uiteraard minder efficiënt, en bijgevolg dus duurder.
Het is zowel voor uitvoerders als lokale besturen onwenselijk dat hier lang onduidelijkheid over blijft bestaan, of dat het achteraf negatieve gevolgen oplevert voor de lokale besturen. Daarom heb ik twee korte vragen.
Hoe moet de omzendbrief begrepen worden? Kunnen duurder uitvallende werken – door de coronamaatregelen – leiden tot een claim tot schadevergoeding ten aanzien van de aanbestedende overheid? Indien ja, vindt u dit wenselijk? Hoe zult u dit corrigeren?
Hoe zult u hierin duidelijkheid verschaffen ten aanzien van de lokale overheden?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, uw vraag om uitleg zou inderdaad het voorwerp kunnen zijn van een schriftelijke vraag, maar ze heeft ook een zekere actualiteitswaarde, gelet op de problemen die zich vandaag stellen in deze crisis.
De omzendbrief waarnaar u verwijst, bevat aanbevelingen voor aanbestedende overheden, en maatregelen ter ondersteuning van de opdrachtnemers die erop gericht zijn liquiditeitsproblemen te vermijden of te beperken. De omzendbrief heeft ook tot doel te vermijden dat bedrijven die opdrachten hebben aangenomen van een lokaal bestuur, in financiële moeilijkheden komen. In de omzendbrief hebben we ook een aantal aandachtspunten bij opdrachten in uitvoering meegegeven.
De omzendbrief pleit, in het belang van de economie, voor de maximale voortzetting van de opdrachten. Als onze economie stilvalt, komen bedrijven nog meer in moeilijkheden en moeten we net het omgekeerde doen.
Het zijn uitzonderlijke tijden en voor sommige opdrachten kan dit inderdaad een meerkost betekenen wegens onvoorziene omstandigheden. We kunnen ons perfect inbeelden dat iemand die een sporthal aan het bouwen is voor een lokaal bestuur, een meerkost heeft indien hij die werken voortzet, dat hij meer uitgaven heeft dan in normale tijden. In dat geval kan de opdrachtnemer bij de aanbestedende overheid om een herziening van de opdracht vragen. Hij kan een verlenging van de uitvoeringstermijn vragen, en als er sprake is van een zeer belangrijk nadeel, een schadevergoeding of de verbreking van de opdracht.
Indien deze schadevergoedingseis geheel conform de reglementering is, zal de opdrachtnemer dan ook recht hebben op de schadevergoeding. Dat is heel duidelijk. Hem dit recht ontnemen, kan wettelijk gezien niet en zou een bijzondere last leggen op de bedrijven die het nu al moeilijk hebben.
Evenwel ben ik mij er ook van bewust dat mogelijke meeruitgaven voor lokale overheden ook een impact hebben. Daarom wil ik onderzoeken of ik hierin acties kan ondernemen. Ik zal dat verder bekijken, maar ik kan daar nu nog geen concrete invulling aan geven.
Om dit probleem te omzeilen, kan de opdrachtgever een schorsing zonder schadevergoeding inroepen. Als ik als lokaal bestuur merk dat er een meeruitgave dreigt, dan kan ik een schorsing zonder schadevergoeding inroepen. Dit kan slechts door de opdrachtgevers worden ingeroepen als de opdracht niet zonder bezwaar kan worden voortgezet.
Dit artikel moet met de grootst mogelijke omzichtigheid worden toegepast. Dit staat haaks op het uitgangspunt van de omzendbrief, die net wil dat we voortwerken. Het welslagen is ook onzeker. De schorsing is immers een verantwoordelijkheid van de aanbestedende overheid. In dat geval is een beoordeling mogelijk door de rechtbank, en alleen die rechtbank zal uiteindelijk uitsluitsel kunnen geven. Op dat moment leg je de bal in het rechterlijke kamp, die dat zal beoordelen.
Ik raad dan ook de lokale besturen aan om opdracht per opdracht na te gaan welke wijzigingsmogelijkheden er zijn. Ik raad hun uitdrukkelijk aan om in overleg met de opdrachtnemers te treden om zo de impact voor alle contractpartijen zo klein mogelijk te maken. De besproken en overeengekomen wijzigingen kunnen dan in een bijakte worden vastgelegd. Dat biedt meer zekerheid. Een model van bijakte is eveneens terug te vinden op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB).
Er zijn nog andere acties. Er is een tweede omzendbrief in opmaak met nadere richtlijnen en standaardclausules en -documenten om de administratieve en juridische afhandeling zoveel mogelijk te vereenvoudigen voor de aanbestedende overheden. De omzendbrief werd al aangekondigd in de vorige. Er is een ondersteunende webpagina, waarvan de link te vinden is in de omzendbrief, die naast informatie in de vorm van FAQ’s ook modellen biedt, modelbrieven, model van bijakte enzovoort. De website wordt regelmatig aangepast en aangevuld.
Tot slot kunnen lokale besturen met prangende vragen over een concreet dossier, waarbij ze zich bijvoorbeeld afvragen of ze wel of niet kunnen uitstellen of wat ze best zouden doen, altijd terecht bij het Agentschap Binnenlands Bestuur op het mailadres binnenland@vlaanderen.be. Ze kunnen dan vragen stellen, en wij – en ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten – zullen hen daarbij maximaal ondersteunen.
Ik hoop dat ik daarmee ook juridisch en naar rechtszekerheid duidelijk heb geantwoord. Ik kan niet zeggen dat iemand geen schadevergoeding krijgt, want dan gaan die bedrijven failliet. Als we een beroep doen op de schorsing zonder schadevergoeding, dan weten we dat de rechterlijke macht het oordeel zal vellen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad compleet in die zin dat het mij volledig inzicht geeft in zowel de praktische als de juridische kant van de zaak.
Ik ben het met u eens dat overleg de eerste weg is. Het is inderdaad interessant dat de lokale besturen samen met de uitvoerders eerst die weg verkennen en op een zo goed mogelijke manier trachten tot afspraken te komen. Het is een crisis die niet te verwachten viel en waar hopelijk het gezonde verstand een antwoord kan bieden.
Aan de andere kant is er wel wat bezorgdheid dat door de omzendbrief – die terecht de focus legt op de verdere kansen voor de uitvoerders, voor de sector, dat die kan blijven bestaan of niet te veel impact ondervindt van het wegvallen van opdrachten en andere coronamaatregelen – het belang van de lokale besturen niet ondergesneeuwd wordt. We hebben daarnet de signalen van de VVSG gehoord rond de financiële impact van de crisis tout court op de lokale besturen. Iedere extra meerkost, zeker als het gaat over grote werken, kan het best echt vermeden worden voor de lokale besturen. In die zin is de situatie voor hen ook echt acuut. De factuur daarvan moet ook door iemand betaald worden, en dat zal door onze bevolking zijn. We moeten proberen een goed evenwicht te vinden.
Ik wil nog twee zaken extra beklemtonen.
Een, het is belangrijk om hierover nog versterkt informatie te bezorgen aan de lokale besturen. Misschien moeten we nog eens de weg naar het agentschap extra duidelijk maken voor specifieke vragen en dossiers. De lokale besturen winnen misschien het best advies in bij het agentschap voor ze een beslissing ter zake nemen. Ik begrijp dat er heel wat lokale besturen overwegen om preventief alle risico’s in te dekken en de opdracht te schorsen. Dan lopen ze het risico dat er in de rechtbank finaal een andere beslissing wordt genomen, wat ook een kostprijs zal hebben voor de lokale besturen.
Twee, ik vind het een goede zaak dat u zich hier alvast engageert om te onderzoeken – in de situaties dat het zich voordoet – of er een soort antwoord kan worden gegeven vanuit Vlaanderen. Dat kan gaan over compensaties of andere tegemoetkomingen zonder dat nu in de diepte in te vullen. Ik begrijp dat u daar nog eventjes tijd voor hebt. Hebt u zicht op een timing daarvoor? Ik ga u niet elke week dezelfde schriftelijke vraag daarover stellen. Als u zicht hebt op wanneer die werkzaamheden zullen plaatsvinden, richt ik me een beetje qua verdere opvolging op die timing.
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, u hebt u in uw replieken vooral geconcentreerd op een aantal relevante beschouwingen die ik in grote lijnen deel.
Nog een opmerking over één element. In het begin was er natuurlijk een schrikreactie, die logisch was, bij nogal wat lokale besturen. Sommige zijn werken stil beginnen te leggen. Men stelt nu vast dat waar de gemeente- en stadsbesturen opnieuw werken aanvatten, het soms sneller gaat. Ik heb informatie van Brugge, waar men een aantal pleinen en straten aan het aanleggen is, waar het werk nu sneller vordert, gewoon omdat er minder passage is. Het is nu het moment om zeker in de openbare ruimte een aantal dingen te doen. Het is een gemengd verhaal op dit moment, laten we daar eerlijk in zijn.
U vraagt me een timing. Geef me de kans om u daar schriftelijk iets over te laten weten. Ik moet dat even terugkoppelen met mijn kabinet om te zien hoeveel tijd we hebben. De vraag is eigenlijk wat we kunnen doen voor gemeentebesturen die daardoor in de problemen komen. Dat past misschien in een totaal relancepakket. Ik zal daarover nadenken, geef me daar dus wat tijd voor. Ik wil me nu niet vastpinnen op een datum, ik laat het u weten zodra we een datum hebben.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.