Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, we hadden het daarnet over Limburg en innovatiesteun, hier hebben we het over Limburg en bij uitbreiding heel Vlaanderen. Het gaat over iets heel belangrijks, de Einstein Telescope. Mijn vraag wil ook enthousiasme oproepen voor dit project want dit is een zeer belangrijk project. De Einstein Telescope is een unieke opportuniteit voor wetenschap en industrie in Vlaanderen. Het is een zeer belangrijk deel van de toekomst voor ons land. Daarom ga ik vandaag vragen naar de stand van zaken maar wil ik ook enthousiasme teweegbrengen zodat de mensen weten waarover het gaat.
Waarover gaat het? Einstein heeft in het verleden de zwaartekrachtgolven voorspeld. Het is nu bewezen dat die bestaan. Men wenst een ondergrondse telescoop aan te brengen met drie armen van 10 kilometer. Er zijn op dit ogenblik nog twee plaatsen waar dat kan gebeuren. De Vlaamse universiteiten hebben een oproep gedaan om de aandacht te vestigen op het project van de Einstein Telescope want men wil van Vlaanderen hiermee het internationaal centrum van innovatie en hightech maken.
Zoals ik al zei, zijn er nog twee plaatsen in de wereld waar het kan gebeuren: dat is Sardinië en de streek rond het drielandenpunt. Er waren twaalf kandidaten, maar alleen Sardinië en Nederlands Limburg, met een klein uitsteeksel naar Belgisch Limburg en naar Duitsland, zou de ideale plaats kunnen zijn. Dan is financiering nodig. Ik denk dat Italië wat financiering betreft zeker niet zal onderdoen. Dus vragen we wat enthousiasme voor dit project.
De financiering van de eerste fase zou 15 miljoen euro bedragen, waarvan de helft met Europese middelen. De andere helft zouden de regio’s financieren. Wallonië heeft laten weten dat het 2 miljoen euro zal investeren. Vlaanderen zal ook 2 miljoen euro investeren voor de bouw van een proeflab in Maastricht. Dat moet het pad voor de uiteindelijke ondergrondse detector effenen, want aan die telescoop moet nog heel wat uitgevonden en ontwikkeld worden.
Aan het project hangt een totaal kostenplaatje van 1,1 miljard euro. De bouw zou starten in 2025, om het onderzoek in 2032 te kunnen starten.
Ik heb de volgende vragen: wat is de stand van zaken over de locatie voor de uitvoering van het project? Welke financiering hebt u als minister voor ogen in de verdere ontwikkelingen van het project? Zijn er reeds afspraken gemaakt met de regio’s over de verdeling? Welke contacten zijn er nog geweest bij de voorbereiding van het Einstein Telescope European Strategy Forum on Research Infrastructures en wat zijn de resultaten?
Minister Crevits heeft het woord.
Namens mijn medewerker Karl, die hier vorige week aanwezig was, dank ik u voor een van de eerste vragen rond wetenschap. We hebben hier in de commissie vorige week een oproep gedaan om wat meer vragen over wetenschap te hebben. Voilà, u hebt de oproep beantwoord, en u was zelfs niet op de hoogte van de oproep. Zo gaat dat in het leven. Enfin, interessante vraag.
Momenteel Staat de call van het ESFRI-Forum (European Strategy forum on Research infrastructures) open voor indiening van voorstellen voor toekomstige onderzoeksinfrastructuren. Het ESFRI-Forum werd door de Europese Raad in 2002 opgericht om een Europees beleid te ontwikkelen rond internationale onderzoeksinfrastructuur die te omvangrijk is voor één land of regio. Dat is naar het voorbeeld van de European Organization for Nuclear Research (CERN), u allen bekend. Het ESFRI-Forum lanceert om de twee tot vier jaar een oproep waarop consortia van wetenschappers kunnen indienen, ondersteund door hun land. Er staat op dit ogenblik een call open die sluit in mei van dit jaar. Het ESFRI-Forum onderwerpt vervolgens de ingediende dossiers aan een strenge evaluatie. De geselecteerde aanvragen zullen worden opgelijst in de ESFRI-Roadmap 2021.
De Einstein Telescope is een van de mogelijk toekomstige onderzoeksinfrastructuren die opgenomen willen worden in de ESFRI-Roadmap. De infrastructuur heeft tot doel zwaartekrachtgolven te bestuderen. Het bestaan van zwaartekrachtgolven is voorspeld door Albert Einstein – hij is populair vandaag – maar de eerste waarnemingen ervan dateren van 15 september 2015 en werden bekroond met de Nobelprijs Fysica 2017. Zwaartekrachtgolven vormen een totaal nieuwe bron van informatie over het universum, die zal toelaten om het heelal op een totaal nieuwe manier te bestuderen. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, zal de telescoop volledig ondergronds worden gebouwd.
Het dossier is dus in voorbereiding. Het financiële plaatje is zeer groot: 1,9 miljard euro en niet 1,1 miljard euro, zoals u in uw vraag vermeldt.
In het dossier dat in mei bij het ESFRI-Forum zal worden ingediend, zal nog geen locatie staan. De twee mogelijke locaties zijn enerzijds Sardinië en anderzijds het drielandenpunt België-Nederland-Duitsland. Beide locaties zullen worden vermeld als mogelijke opties. De locatie zelf zal nadien worden beslist, wellicht in 2022. Dat is een manier van werken die vroeger al door het Forum toegepast is voor heel grote dossiers.
Samengevat is het antwoord op uw vraag dat de komende twee jaren cruciaal zullen zijn voor de besluitvorming over de plaats waar de Einstein Telescope zal worden gebouwd, als hij al gebouwd zal worden.
Wat de financiering betreft, heeft Vlaanderen een engagement genomen via de cofinanciering van 2 miljoen euro vanuit de Vlaamse Regering, boven op de 1 miljoen euro die door de vijf Vlaamse universiteiten werd voorzien voor een EFRO-project gelinkt aan de Einstein telescope. Dat project werd goedgekeurd op 28 maart 2019 door het EFRO- Comité en heeft als doel de oprichting van een proeflab in Maastricht. Dat project garandeert reeds Vlaamse betrokkenheid en wetenschappelijke en innovatieve return, zelfs als de infrastructuur in Sardinië zou komen. Het proeflab zal namelijk instaan voor het creëren van kennis, knowhow en innovatieve ontwikkelingen in samenwerking met onze bedrijven.
Of wij ons nog meer financieel moet engageren, is nog niet uitgeklaard. Ik ben hierover in overleg met de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de betrokkenen uit verschillende Vlaamse universiteiten om daarna te bekijken hoe we onze strategie moeten uittekenen.
Wat is de return? Het is duidelijk dat als die infrastructuur finaal in Sardinië komt te staan, de toegevoegde waarde voor Vlaanderen vooral wetenschappelijk is. Als die in het drielandenpunt komt, kan er ook een economische toegevoegde waarde zijn, maar zover zijn we dus nog niet.
Het Waalse Gewest heeft een haalbaarheidsstudie laten uitvoeren en ook Nederland heeft dat gedaan. Die studies tonen dat de nabijheid van een onderzoeksinfrastructuur op termijn een omvangrijke meerwaarde genereert die oploopt van twee tot vijf keer de initiële financiering. Maar de vooropgestelde return van deze investeringen is op dit moment niet eenduidig te schatten. Er zijn immers op dit moment te veel parameters die we nog niet kennen. Zo is bijvoorbeeld de locatie in België, als de infrastructuur in het drielandenpunt komt, een heel belangrijke parameter in het voorspellen van de return.
Mijn administratie staat permanent in contact met de leden van het ESFRI-Forum, en ook met de collega’s uit Nederland en Duitsland. Er is in ons land een ambtelijke werkgroep samengesteld uit gemeenschappen, gewesten en de federale overheid. Die werkgroep heeft al een viertal keer overleg gehad met collega’s uit Nederland en Duitsland. Uiteraard zijn onze universiteiten betrokken bij het overleg. Zij staan zelf dan weer in overleg met hun collega’s in Europa. Er is dus heel veel rond te doen, maar er moet ook nog heel veel duidelijk worden.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik kan uit uw antwoord afleiden dat de regering zich bewust is van het belang van dit project. Dat er hier en daar misschien nog wat zaken moeten worden uitgeklaard, tot daaraan toe, maar het is zeer belangrijk dat daarop wordt ingezet. Ik heb vernomen dat het Benelux-parlement ook nog een aanbeveling gaat uitvaardigen omtrent dit project, om het toch maar in onze buurt te krijgen, want het is zeer belangrijk.
Om in mensentermen uit te leggen hoe belangrijk het is: het gaat om zwaartekrachtgolven, die zo lang geleden voorspeld zijn door Einstein en die pas in 2015 als bewezen zijn beschouwd. Er wordt ondergronds een telescoop aangebracht. Die telescoop heeft een omvang van 30 kilometer, met drie gelijkbenige armen van een driehoek van elk 10 kilometer. Het materiaal daarvoor moet nog voor een groot gedeelte ontwikkeld worden. Ook de koeling daarvan moet nog volledig ontwikkeld worden. Als er bijvoorbeeld een druppel regen in het IJsselmeer valt, zal die telescoop dat kunnen opvangen. Elke gebeurtenis in de ruimte zal dus kunnen worden vastgesteld door die telescoop. Dat is dus zeer belangrijk.
Als het proeflab in Maastricht zal zijn, zal Vlaanderen, dat daar steun aan geeft, daar vanzelfsprekend voordeel aan hebben. Maar het is vanzelfsprekend dat als de telescoop hier komt, alle onderzoekscentra hier zullen komen, voor zoiets belangrijks voor de wetenschap. Het is dus ook zeer belangrijk voor innovatie, want zoals ik zei, moet dat nog voor een groot gedeelte ontwikkeld worden.
Daarom is mijn vraag enerzijds financieel gestuurd, minister. Dat heeft vanzelfsprekend een financiële steun nodig. Ik vraag dus dat de Vlaamse Regering voldoende financiële steun zou toekennen, ook via de universiteiten en onderzoekscentra. Maar wat ik ook van u verwacht, minister, – en u bent toch gekend voor uw enthousiasme – is dat u dat enthousiasme zou gebruiken voor de politieke steun die nodig zal zijn om dat project naar hier te halen. En we moeten elkaar niets wijsmaken: die politieke steun zal er moeten komen boven op de financiële steun. We kunnen moeilijk zeggen dat we hetzelfde inzetten als Italië, en dat als Italië het heeft, wij dan ook wel zullen profiteren van de situatie. Neen, het is zeer belangrijk dat onze universiteiten daarrond kunnen gaan samenwerken. Dit is iets zeer belangrijks voor de toekomst. Het is een unieke opportuniteit voor de wetenschap én de industrie in Vlaanderen. Het is niet alleen belangrijk voor het wetenschappelijk onderzoek, maar ook voor de industrie die er zal komen en die er zal worden gebouwd. De KU Leuven is daar van zeer dicht bij betrokken. En wat de afstand tot Leuven betreft: dat is vlakbij. De Universiteit van Eindhoven zal daaraan meewerken en die van Aken ook.
Ik doe dus een warme oproep, minister. In ieder geval hartelijk dank voor uw antwoord, maar ik doe nogmaals een warme oproep om alles te doen wat mogelijk is om die telescoop in onze contreien te krijgen.
De heer Brouns heeft het woord.
Ik wil deze vraag heel graag mee ondersteunen en onderschrijven. We zijn onder andere samen aangezocht door de Nederlandse collega's. Het ligt inderdaad op het mooie drielandenpunt, dat een heel sterke locatie is. De telescoop kan een magneet zijn, een magneet in het aantrekken van heel wat hoogopgeleide personen naar onze regio. En ik moet u niet vertellen over de spin-offs die daaruit kunnen voortkomen. Dat bleek ook uit het Zwitserse dossier, met de CERN. De impact op die regio is de voorbije decennia gigantisch geweest. Dit kan een magneet en een hefboom zijn voor industriële ontwikkeling, maar ook voor onze universiteiten. Ik onderschrijf dus het pleidooi vanuit onze regio om in Vlaanderen mee aan die kar te trekken. Het is echt wereldwijd toonaangevend wat daar op dat vlak gerealiseerd kan worden, dus ook van onze kant alle steun voor u, minister, om dat mee te bepleiten.
Ik denk inderdaad dat de politieke lijn in België, Duitsland en Nederland goed op elkaar moet worden afgestemd. Op dat vlak kan nog wel wat werk worden verzet. Dus graag alle steun voor dit dossier.
Alle steun voor Limburg.
Minister Crevits heeft het woord.
Er moet nog veel uitgeklaard worden, maar ik hoop dat ik jullie heb overtuigd dat we alles bijzonder nauw opvolgen en ook de enorme opportuniteiten zien. Het is natuurlijk heel juist dat dit niet alleen opportuniteiten zijn voor de fysica maar ook voor onderzoekers op het vlak van elektronica, materiaalkunde en zelfs imec (Interuniversitair Micro-elektronicacentrum). Dat gaat dus veel verder dan enkel datgene waarop dit betrekking heeft. Ook budgettair is het een enorme uitdaging. We volgen het op met heel veel interesse.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Voorzitter, ik wil u even verbeteren: niet alle steun is voor Limburg, want dit is echt een project voor Vlaanderen. Het is een zeer belangrijke zaak en zoals de minister daarnet zei, is het belangrijk dat de wetenschap wat meer aan bod kan komen. Het is ook een uitnodiging aan de commissie om daar interesse voor te tonen en zulke projecten te bekijken. Minister, ik dank u voor uw enthousiasme en voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.