Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Een van de operationele doelstellingen van de beleidsbrief Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 2018-2019 stelde dat ‘een gericht beleid om geweld, misbruik en kindermishandeling aan te pakken’ diende te worden ontwikkeld. Dit was voor de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) eind vorige legislatuur dan ook de aanleiding om een nieuw en uniform kwaliteitsmodel voor slachtofferhulp uit te tekenen: een kwaliteitsmodel dat vandaag door alle CAW’s wordt toegepast en betrekking heeft op inhoudelijke kwaliteitseisen voor het onthaal van slachtoffers. Daarbij werden de 7 B’s – bereikbaar, beschikbaar, betaalbaar, bruikbaar, begrijpbaar, bekend en betrouwbaar – concreet vertaald naar een context van een laagdrempelig onthaal van slachtoffers.
Het kwaliteitsmodel werd eind 2018 gefinaliseerd, en na goedkeuring werd dit Vlaams model vanaf 2019 in de verschillende CAW’s geïmplementeerd.
Minister, kunt u het nieuwe Vlaamse kwaliteitsmodel dat de CAW’s hanteren, wat uitgebreider toelichten?
Wat zijn de fundamentele verschillen met de soms verschillende manieren van werken die in het verleden door de CAW’s gehanteerd werden, waar nu aan tegemoetgekomen is?
Hoe evalueren u en de CAW’s dit nieuwe kwaliteitsmodel dat nu op een uniforme manier op het terrein wordt toegepast? Is er nog ruimte voor verbetering?
Het kwaliteitsmodel gaat uit van een laagdrempelig onthaal voor slachtoffers. Hoe staat u echter tegenover het voorstel om slachtoffers, na bijvoorbeeld grote rampen of aanslagen, zelf actief te gaan contacteren? Bestaat er hiervoor reeds een dergelijk kader?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, op vraag van de toenmalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, zijn de CAW’s in 2018 aan de slag gegaan om, in uitvoering van de sectorale doelstellingen rond het onthaal en de begeleiding van slachtoffers, het aanbod en de dienstverlening ten aanzien van slachtoffers meer zichtbaar te maken. Dat resulteerde in een visietekst met betrekking tot het onthaalaanbod aan slachtoffers door de CAW’s van eind december 2018. Deze tekst is geen nieuw kwaliteitsmodel voor slachtofferhulp. De tekst schetst het sectorale traject dat de CAW’s lopen inzake interne kwaliteitszorg voor slachtofferhulp.
Concreet wordt in de tekst rond het onthaalaanbod voor slachtoffers ingegaan op een aantal punten: de doelgroep en problematiek van slachtofferschap; een aantal belangrijke aspecten binnen het aanbod, namelijk proactief werken en de detectie van noden; de vier pijlers waarop het aanbod van slachtofferhulp steunt, namelijk de emotionele ondersteuning en begeleiding, de juridische ondersteuning en begeleiding, de praktische ondersteuning en de toeleiding of doorverwijzing naar andere hulp; de wijze waarop slachtoffers bij de CAW’s kunnen worden aangemeld, namelijk op eigen initiatief of via een doorverwijsformulier door politionele, justitiële of andere diensten of na een doorverwijzing door derden; een beschrijving van het onthaalaanbod voor slachtoffers waarbij onder meer wordt ingegaan op de leidraad voor onthaal, de contactfrequentie en het proactief werken; de inhoudelijke kwaliteitseisen voor slachtofferhulp, namelijk bereikbaar, beschikbaar, bruikbaar, betaalbaar, begrijpbaar, bekend en betrouwbaar; de inhoudelijke kwaliteitseisen voor de hulpverlener binnen slachtofferhulp waarbij er wordt ingegaan op de aspecten kennis, vaardigheden en houding; slachtofferzorg binnen het geïntegreerd breed onthaal (GBO) waarbij de CAW’s stellen dat ze hun expertise die ze rond slachtofferzorg hebben opgebouwd, ook zullen binnenbrengen in het GBO, maar dat het duidelijk is dat ook andere kernpartners vanuit hun expertise moeten worden aangesproken.
Sinds 2019 maken de CAW’s werk van de implementatie en operationalisering van de visienota in alle CAW’s en de herontwikkeling van methodieken en producten in dit kader. Daarnaast zijn er ook stappen gezet om opleiding voor hulpverleners van slachtofferhulp te voorzien met het oog op het voldoen aan de vooropgestelde kwaliteitseisen. De CAW’s zetten ten slotte ook in op innovatie en een proces van continue verbetering gelinkt aan de nieuwe wetenschappelijke inzichten.
In aanvulling op voormelde visietekst, werkt de sector aan een tekst rond het begeleidingsaanbod ten aanzien van slachtoffers.
Er bestaan verschillen in de manier waarop het onthaal van slachtoffers in de CAW’s is georganiseerd. Die verschillen hebben te maken met organisatorische mogelijkheden, bijvoorbeeld de beschikbare locaties, de interne organisatiestructuur en de mogelijkheden om mensen die de nodige competenties hebben, specifiek dan wel meer binnen een integrale generalistische context in te zetten. Deze verschillen zijn evenwel niet fundamenteel en hebben weinig tot geen effect op de aanpak en de kwaliteit van de hulpverlening aan de slachtoffers.
Zoals daarnet vermeld, hanteren de CAW’s geen nieuw kwaliteitsmodel, maar zijn ze wel sectoraal aan de slag gegaan met een traject rond interne kwaliteitszorg voor slachtofferhulp met de bedoeling op sectoraal vlak elkaar te stimuleren tot kwaliteitsverbetering en hiervoor gezamenlijke tools te ontwikkelen om de kwaliteit te verbeteren en van elkaar te leren.
In hun onthaalaanbod voor slachtoffers leggen de CAW’s vooral de nadruk op het proactief benaderen van slachtoffers en het belang van een detectie van de noden van het slachtoffer. Binnen dit kader wordt door alle CAW’s een hulpaanbod uitgewerkt van emotionele, juridische en praktische ondersteuning of begeleiding en toeleiding of doorverwijzing en dit op basis van de eerder vermelde visienota rond het onthaalaanbod voor slachtoffers.
Zoals zonet aangehaald, worden, in het kader van het interne kwaliteitsbeleid, het gebruik van de leidraad voor onthaal, bepalingen rond de contactfrequentie en het proactief werken verder geconcretiseerd. De sector werkt binnen een werkgroep een workflow uit voor de individuele vragen van slachtoffers, evenals een checklist voor onthaal, een juridische checklist, een standaardbrief en een tool voor de taxatie van de intensiteit van hulp. Een functieprofiel voor een slachtofferhulpmedewerker is al uitgewerkt.
Toekomstgericht is de sector vragende partij voor een gezamenlijke basisopleiding van slachtofferhulpmedewerkers en het aanvragen van een Europees kwaliteitslabel voor slachtofferhulp. Er wordt onderzocht of het kwaliteitssysteem van Victim Support Europe kan worden toegepast op de CAW’s in Vlaanderen en Brussel. Het kwaliteitssysteem van Victim Support Europe heeft als doel het optimaliseren van de rechten van slachtoffers. Het kwaliteitssysteem bouwt verder op het principe van zelfevaluatie en is op die manier te integreren in het kwaliteitsbeleid van de CAW’s. Dat kwaliteitssysteem is gericht op een voortdurende verbetering en ontwikkeling.
De CAW’s zijn continu bezig met interne kwaliteitszorg en de verbetering van het hulpverleningsaanbod op basis van zelfevaluaties, input van wetenschappelijke kennis en het delen van expertise en good practices. Een evaluatie van het kwaliteitsmodel is op dit moment niet aan de orde, omdat het gaat over een proces en een traject van interne kwaliteitszorg, dat voortdurend geëvalueerd moet worden. Het is een ‘work in progress’, dat tot stand is gekomen met inbreng vanuit verschillende CAW’s.
Het kwaliteitsbeleid implementeren en optimaliseren vraagt de nodige tijd en middelen. Voor het aanvragen van een Europees kwaliteitslabel voor slachtofferhulp en het aanbieden van een basisopleiding voor slachtofferhulpmedewerkers – een voorwaarde om een kwaliteitsvol hulpverleningsaanbod te kunnen garanderen en in aanmerking te komen voor een Europese accreditering – rekenen de CAW’s op de ondersteuning van SAM, het steunpunt Mens en Samenleving. Ik bekijk samen met de administratie welke afspraken we voor de toekomst in dit kader met SAM kunnen maken.
De CAW’s vertrekken binnen slachtofferhulp altijd vanuit een proactieve aanpak. Dat is niet nieuw, maar staat al langer centraal binnen hun werking en werd ook ingeschreven in de eerder vermelde visienota rond het onthaalaanbod voor slachtoffers.
De deuren van de CAW’s staan open voor slachtoffers. Slachtoffers kunnen de CAW’s dus zelf contacteren. Daarnaast starten heel wat onthaalcontacten en begeleidingstrajecten van slachtoffers na een proactieve contactname door een CAW. Die contactname gebeurt op basis van de gegevens van een slachtoffer die met zijn of haar toestemming door een andere dienst aan een CAW worden bezorgd. Zo voorziet het Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg van 7 april 1998 in een systematische doorverwijzing van slachtoffers door politiediensten naar CAW’s, en dat minimaal voor alle slachtoffers die een dader zagen of waarbij in hun woonplaats werd ingebroken. Die doorverwijzing is ook mogelijk voor andere slachtoffers, indien de politiebeambte dat nodig acht of wanneer er binnen het arrondissement een andere verwijsprocedure wordt geadviseerd. In elk geval moeten de slachtoffers door de politiebeambten worden geïnformeerd over het hulpaanbod van de CAW’s.
Voor slachtoffers van collectieve noodsituaties en terreuraanslagen is een samenwerking opgezet met de psychosociale managers van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. De diensten die bij een collectieve noodsituatie of terreuraanslag ter plaatse komen, zorgen voor een registratie van slachtoffers. Veelal wordt dat opgenomen door het Rode Kruis. Mits akkoord van het slachtoffer, worden zijn of haar gegevens door de psychosociale managers aan een CAW bezorgd, met het oog op de proactieve contactname door het CAW. Daarnaast bestaat er ook een samenwerkingsafspraak tussen het CAW en andere diensten, waarbij die diensten de gegevens van een slachtoffer mits zijn of haar akkoord aan een CAW bezorgen, waarna het CAW proactief contact opneemt met het slachtoffer.
Vooral voor slachtoffers blijkt een proactieve contactname door het CAW belangrijk te zijn. Slachtoffers zijn immers in een eerste periode na de feiten niet altijd hulpvragers, hoewel velen het toch als positief ervaren dat ze in contact werden gebracht met de hulpverlening. Het is dus belangrijk dat de CAW’s op dat proactieve aanbod kunnen blijven inzetten.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw heel duidelijke en heel uitgebreide antwoord. Slachtofferhulp is geen gemakkelijke job. Het gaat hier vooral over slachtoffers en nabestaanden. Dat is een job waar heel veel bij komt kijken.
We hebben het hier over slachtofferhulp van het CAW. Maar je hebt slachtofferzorg, dat bestaat uit slachtofferonthaal van de justitiehuizen. Je hebt slachtofferhulp van het CAW. En dan heb je ook nog slachtofferbejegening van de sociale dienst van de politie. Ik hoor vanuit slachtofferhulp vaak de frustratie – en de media spelen daar ook een rol in – dat de begrippen slachtofferbejegening en slachtofferhulp vaak door elkaar worden gehaald. Dat lijkt misschien een detail, maar slachtofferbejegening van de politie, dat zijn degenen die als eerste ter plekke zijn als er iets gebeurt, die de praktische zaken regelen, die de eerste informatie doorgeven. Slachtofferhulp komt dan pas een of twee weken later in beeld.
Slachtofferhulp zelf vindt dat heel frustrerend want slachtoffers of nabestaanden van slachtoffers hebben vaak een verkeerd beeld en komen met verkeerde verwachtingen. Minister, kunt u met minister Dalle overleggen zodat dit correct wordt aangepakt en in de media wordt duidelijk gemaakt dat dit twee verschillende begrippen zijn?
Justitiehuizen doen slachtofferonthaal, geen hulpverlening. Ze verwijzen door naar slachtofferhulp. Hebt u een zicht op die samenwerking? Verloopt die vlot of en correct?
In De Standaard van gisteren of eergisteren ging het over de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Ze bieden hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld. Is er overlapping met Slachtofferhulp, die ook hulpverlening geeft aan slachtoffers van seksueel geweld? Is er een samenwerking?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik ga echoën wat de collega zegt maar vanuit een andere invalshoek.
Organisaties van ervaringsdeskundigen met slachtofferhulp hebben een vrij duidelijke eis. Ze willen laagdrempelige hulp, snel, toegankelijk en duidelijk. Ze zeggen dat dit er op dit moment gewoonweg niet is. Ze slaan al maanden op dezelfde nagel. Dit weekend zijn er op Vrouwendag heel veel vrouwen rond seksueel geweld op straat gekomen. Het komt maar niet. Er wordt geld beloofd maar het wordt in andere dingen gestopt. Het is heel frustrerend voor die mensen.
Er zijn heel veel plekken waar slachtoffers terecht kunnen maar over het algemeen kennen ze ze niet. Waar komen ze wel terecht? Een eerste contact is vaak met een wijkagent of met een CAW – het is terecht dat u daarop ingaat –, maar mijn vraag is of we alsjeblieft niet kunnen zorgen dat er betere communicatie naar slachtoffers gaat en dat ze niet op verschillende plekken terechtkomen of die plekken moeten kennen. Op het moment dat er een probleem is, moeten ze op een duidelijke en coherente manier worden geholpen. Wat gaat u daaraan doen? Dit moet vanzelf spreken.
Minister Beke heeft het woord.
Er zijn een aantal vragen gesteld met een oprechte bekommernis die zich bevinden op het breukvlak tussen de aanpak van Justitie en Welzijn, ook op het breukvlak tussen Welzijn en collega Demir, wat een aantal dingen betreft. Ik ben bereid om die vragen met de betrokken collega's op te nemen, maar doen alsof er geen aanbod is, is niet helemaal juist. Er is wel degelijk een aanbod voor deze mensen, maar we zullen het verder onderzoeken.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik heb niet gezegd dat er geen aanbod is. (Opmerkingen van minister Wouter Beke)
Het is misschien een andere discussie maar u had het inderdaad over het raakvlak met collega Demir en met Justitie. De Zorgcentra na Seksueel Geweld zijn federaal.
Als ik aan de mensen van Slachtofferhulp vraag wat ze graag zien veranderen, zeggen ze heel duidelijk dat ze een betere afstemming willen tussen de hulpverlening, de politie en justitie. Ze begeleiden de slachtoffers of de nabestaanden die heel veel vragen hebben. Maar omdat de afstemming tussen de diensten beter kan, merken ze dat ze geen duidelijke of correcte informatie kunnen geven en geen antwoorden kunnen geven aan de slachtoffers of de nabestaanden. Dat hebben die nu net nodig in hun verwerkingsproces. Ze vragen dus een betere afstemming tussen politie, justitie en hulpverlening en een betere doorstroming van informatie en betere communicatie.
Ik weet dat sommige dingen heel gevoelig zijn, zeker bij onderzoek en justitie. Maar het gaat echt over details of heel kleine dingen die de slachtoffers of de nabestaanden soms nodig hebben. Daarom pleit ik ervoor om in gesprek te gaan met minister Demir om dit aan te pakken. Dit is echt wel een pijnpunt bij slachtofferhulp.
De vraag om uitleg is afgehandeld.