Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, woningbranden eisen elk jaar tientallen mensenlevens. Meer nog dan het vuur, maakt vooral de rook tal van slachtoffers. Die rook is verstikkend en verspreidt zich razendsnel. Vooral als er ‘s nachts brand uitbreekt, is het risico groot om niet tijdig wakker te worden. Rookmelders vormen dan ook een eenvoudige en doeltreffende bescherming tegen de gevaren van brand.
Daarom verplicht de Vlaamse overheid sinds 1 januari 2020 de aanwezigheid van rookmelders in alle Vlaamse woningen. Zo zijn bijvoorbeeld ook verhuurders wettelijk verplicht om de nodige rookmelders aan te kopen en te plaatsen.
Voor erkende doven en slechthorenden waarbij de klassieke rookmelder weinig nut heeft, zijn er vanuit de Vlaamse overheid tegemoetkomingen voor speciale en vaak duurdere rookmelders die met felle lichtflitsen en trilplaten werken. Naar aanleiding van World Hearing Day vorige week vraag ik daar dan ook extra aandacht voor. Ik had daarover ook al een schriftelijke vraag gesteld en daaruit bleek dat er 9327 personen met een auditieve beperking geregistreerd zijn bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Nu de rookmelders sinds 1 januari 2020 verplicht zijn in woningen, zijn er slechts een 50-tal aanvragen gedaan voor rookmelders die speciaal ontworpen zijn voor doven en slechthorenden.
Het feit dat de tegemoetkomingen voor speciale rookmelders voor erkende doven en slechthorenden weinig gekend zijn maar wel heel belangrijk zijn voor hun veiligheid, moet een duidelijk signaal gegeven worden om de bestaande regeling nog eens breed kenbaar te maken. Tegelijk is er extra aandacht nodig voor doven en slechthorenden die niet door het VAPH erkend zijn en daardoor uit de boot vallen voor deze tegemoetkoming.
Minister, hebt u een verklaring waarom er nog maar zo weinig aanvragen zijn gebeurd? Hoe wilt u de 9327 personen met een auditieve beperking informeren over het bestaan van de tegemoetkoming voor aangepaste rookmelders?
Minister Beke heeft het woord.
In de artikels die op 3 maart in de pers gepubliceerd werden, lees ik dat u en mevrouw Verheyen dit wijten aan het feit dat de tegemoetkoming van het VAPH voor aangepaste rookmelders nauwelijks gekend zou zijn bij de beoogde doelgroep. Uit de artikels begrijp ik dat die conclusie voor u voortvloeit uit het grote verschil tussen het beperkte aantal aanvragen geregistreerd in iets meer dan één maand van dit jaar en het totaal aantal personen met een auditieve handicap die doorheen de jaren erkend zijn door het VAPH. Ik denk dat deze conclusie wat voorbarig is.
Eerst en vooral wil ik meegeven dat de tegemoetkoming voor de signalering van belangrijke geluidsbronnen zoals de deurbel, telefoon en de aangepaste rookmelder al lang in de refertelijst is opgenomen. Sinds 2002 viel dat in de huidige regelgeving onder de tegemoetkoming voor het lichtflitssysteem en vanaf 1 januari 2007 werd dit verdergezet onder de nieuwe benaming ‘signaleringssysteem’. Vanaf 1 november 2009 werd de tegemoetkoming voor de aangepaste rookmelder uit de algemene tegemoetkoming voor het signaleringssysteem gehaald en als een afzonderlijke aanvullende tegemoetkoming toegevoegd in de refertelijst.
De erkende multidisciplinaire teams en de gebruikersverenigingen kennen deze tegemoetkoming dus al minstens tien jaar. Gedurende die periode heeft het Kenniscentrum Hulpmiddelen (KOC) van het VAPH opleidingen en presentaties gegeven voor zeer diverse groepen. In deze opleidingen werd ook aandacht besteed aan de tegemoetkomingen voor het signaleringsysteem en de rookmelder.
Bij de recentste aanpassing van de refertelijst om de mogelijkheden die het VAPH biedt qua aangepaste rookmelders, in overeenstemming te brengen met de nieuwe regelgeving van Wonen Vlaanderen werd daarover uiteraard ook specifiek gecommuniceerd naar de multidisciplinaire teams (MDT’s) en de gebruikersverenigingen via een infonota. Het VAPH publiceerde daarnaast een artikel over de rookmelders op de eigen website en in een externe nieuwsbrief. Binnenkort volgt ook een artikel in het VAPH-tijdschrift ‘Sterk’. Ik denk dat we kunnen besluiten dat het VAPH hier behoorlijk wat aandacht aan schenkt.
Daarnaast moet ik opmerken dat de totale groep personen met een auditieve handicap die erkend is door het VAPH, de groep van 9327 personen waarover u het hebt, ruimer is dan de groep personen die nood hebben aan een signaleringssysteem met een rookmelder. De wettelijke norm die Wonen Vlaanderen oplegt aan rookmelders vereist dat het geluidssignaal minimaal 85 decibel moet bedragen op 3 meter afstand. Voor een bepaalde groep personen met een auditieve handicap is zo’n signaal zeker hoorbaar. Hoe groot de groep precies is die op papier wel nood heeft aan aangepaste rookmelders, is echter onmogelijk via de rapportering te bepalen.
Tot voor 1 januari van dit jaar was het een vrije keuze van de aanvrager om al dan niet rookmelders te installeren in de woning. Dat geldt voor iedere Vlaming, ongeacht het feit of er sprake is van een handicap of niet. Men kan zich mijns inziens terecht de vraag stellen in welke mate iedere Vlaming intussen al aan de nieuwe wettelijke normen voldoet en of doven en slechthorenden in dit opzicht een uitzondering vormen. In die zin is een verderzetting van de algemene informatiecampagne vanuit Wonen Vlaanderen met aandacht voor specifieke doelgroepen zoals doven en slechthorenden een goed idee.
Wat uw laatste vraag betreft, kan ik u zeggen dat ik verneem dat belangengroepen zoals Doof Vlaanderen binnen het VAPH zeer nauw betrokken werden bij de aanpassing van de regelgeving op dit punt. Ik neem aan dat zij de gelegenheid dan ook te baat zullen nemen om hun leden hierover via hun website, nieuwsbrief of andere beschikbare communicatiekanalen zo snel en zo volledig mogelijk te informeren over de nieuwe regelgeving van Wonen Vlaanderen en de aangepaste mogelijkheden die het VAPH biedt.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik had ook cijfers over de vorige jaren. In 2017 werden er 149 aangevraagd, in 2018 318 en in 2019 470. Dat zijn geen grote getallen, als we die groep van 9000 mensen bekijken. Als u zegt dat die conclusie voorbarig is, dan zou ik daar toch een beetje voorzichtig mee zijn. Ik vind dat geen grote aantallen van aanvragers van rookmelders.
U zegt dat het geluid 85 decibel bedraagt en dus vaak wel hoorbaar is. Het gaat er vooral over dat het ook ’s nachts een probleem kan zijn. Die mensen slapen natuurlijk niet met hun hoorapparaat in. Ze horen dan bijna of helemaal niets. Het gaat er net om dat het ’s nachts een groot probleem kan zijn als men er niet van wakker wordt. Daarom is een aangepaste rookmelder toch wel belangrijk voor die mensen.
U zegt al veel gedaan te hebben via nieuwsbrieven en Doof Vlaanderen. Dat is natuurlijk prima. Maar als we zien dat er de voorbije twee maanden slechts vijftig aanvragen waren, dan lijkt het me dat we toch een tandje bij kunnen steken, zoals u zelf al aangaf. Ik denk dat dit ook een doelgroep is die niet dagelijks te maken heeft met het VAPH. U zegt dat de MDT’s en de gebruikersverenigingen ervan op de hoogte zijn, maar mensen met een gehoorprobleem vormen ook een groep van mensen die gewoon gaan werken. Zij komen niet dagelijks in aanraking met het VAPH en ontvangen de externe nieuwsbrief misschien helemaal niet of lezen hem niet. Net omdat het een verplichting is in Vlaanderen, wil ik oproepen om dit nog eens duidelijk onder de aandacht te brengen.
Ik denk ook, als wij aan die verplichting moeten voldoen, gaan we gewoon naar de winkel en kopen we een toestel en plaatsen we dat. Voor hen is dat natuurlijk allemaal niet zo eenvoudig. Ze moeten heel wat papierwerk in orde brengen. Dat houdt mensen misschien ook tegen. Ik denk dat het toch wel belangrijk is om het toch nogmaals onder de aandacht te brengen, want het kan echt wel levens redden. Ik denk dat dat wel de belangrijkste boodschap is die we moeten geven.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik heb nog enkele aanvullingen. Ik zie dat Doof Vlaanderen dit in haar jaarprogramma niet als een prioriteit heeft opgenomen. Ik heb dat nagevraagd. Ook op hun webstek vind je er niets van terug. Het zijn vooral de dovenverenigingen en -clubs, die dichter bij de doven zelf staan, die de promotie van die rookmelders moeten doen. Dat gebeurt wel voor een deel. Bij navraag blijkt dat de meeste mensen in de dovengemeenschap goed weten dat het VAPH daarin tussenkomt maar dan vooral voor andere hulpmiddelen, zoals een lichtwekker, een trilwekker en een deurbel met lichtflitsen. Wat betreft de rookmelders is dat minder goed gekend, zo zegt men mij. Er wordt blijkbaar ook niet zoveel reclame rond gemaakt door de bedrijven die dat leveren.
Dan heb je nog een ander probleem. Het VAPH komt in de meeste dossiers tussen in de kosten voor deze aankoop, maar er zijn enkele criteria aan verbonden. De aankoop van die rookmelder moet vermeld zijn in het globaal aanvraagdossier. De aanschaf van rookmelders was een paar jaar geleden niet zo evident en ook nog niet verplicht. In heel wat van die dossiers ontbreekt dat dus. Na goedkeuring van het pakket wordt er een budget opgeplakt dat beschikbaar blijft voor een aantal jaar. De aanschaf van de rookmelders mag niet gebeuren, totdat er een gunstige beslissing is genomen door het VAPH rond de aankoop. Het probleem van de weinige aanvragen kan dus inderdaad zijn dat het niet is opgenomen in het globaal aanvraagdossier en men eigenlijk wacht op een volgende indienronde.
Mijn vraag aan u is dan ook of u hierop als minister een uitzondering zou kunnen voorzien. Het is een wettelijke verplichting om een rookmelder in huis te hebben. Daarom zou ik willen vragen of de aanschaf en de tegemoetkoming van het VAPH kunnen worden losgekoppeld van het globale aanschafdossier, want het is nogal een dure zaak. Het kost gemiddeld 155 euro zonder btw, enkel voor de rookmelder, en die moet dan ook nog worden gekoppeld aan een centrale die ongeveer 200 tot 250 euro kost. En dan moet er nog een flitslamp of een flitskubus met trilfunctie worden aangekocht. Zou u daarvoor een tegemoetkoming willen geven?
Minister Beke heeft het woord.
Het zijn cijfers op maandbasis en niet op jaarbasis. Dat is toch wel belangrijk om even mee te geven. Wat de informatieoverdracht betreft en de sensibilisering, klopt dat. We kunnen het niet genoeg herhalen. Wat de criteria betreft, zal ik navraag doen.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Als ik mijn vraag goed lees, dan heb ik toch gevraagd hoeveel er aangekocht zijn in het jaar 2017, 2018 en 2019. Daar staat dan 149 bij. Ik ging ervan uit dat het 149 aanvragen zijn in dat jaar. Ofwel hebt u de schriftelijke vraag verkeerd begrepen, ofwel begrijp ik het antwoord verkeerd, maar mij lijkt het dat het 149 aanvragen zijn voor heel 2017. Ik doe de oproep om de administratieve rompslomp die erbij komt kijken, te beperken, zodat iedereen snel aan de verplichting kan voldoen en we ook bij deze doelgroep levens kunnen redden met een rookmelder.
De vraag om uitleg is afgehandeld.