Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
“Mobiel zijn is essentieel om het eigen leven kwaliteitsvol uit te bouwen en te beleven.” Dat staat in het Vlaams regeerakkoord en in de beleidsnota.
Voor mensen met een beperking vormt mobiel zijn echter een grotere uitdaging dan voor anderen. Dat is hier vandaag al heel uitvoerig ter sprake gekomen, maar het is dan ook een meer dan terecht aandachtspunt.
Gelukkig worden er al heel wat maatregelen genomen en bestaan er ook al heel wat hulpmiddelen. Zo bestaan er bijvoorbeeld fietsen die speciaal zijn aangepast aan mensen met een beperking. Vaak gaat het dan over driewielers. Ook wagens kunnen worden aangepast, zodat mensen met een beperking er op een veilige manier mee kunnen rijden en zo kunnen gaan werken, bij familie op bezoek gaan, een doktersafspraak kunnen nakomen of een hobby uitoefenen. Dat zijn allemaal maatregelen die nodig zijn om de inclusie waar te maken.
Aanpassingen aan wagens houden bijvoorbeeld in dat gas en rem aan het stuur kunnen worden behandeld, dat de bediening van de wagen gebeurt met een bol op het stuur of dat het gaspedaal links in het voertuig staat.
Ook in het openbaar vervoer wordt ingezet en moet nog verder ingezet worden op toegankelijkheid. Ik verwijs daarbij naar de acties in verband met de toegankelijkheid van bussen en trams van De Lijn. We hadden het hier al uitvoerig over de nood aan toegankelijke haltes enzovoort.
Ik wil nu graag inzoomen op een heel specifiek aspect. Heel vaak zijn deelfietsen of deelwagens een aanvulling op het gebruik van openbaar vervoer, en dat is ook zo voor mensen met een beperking. Vanuit milieu- en mobiliteitsoverwegingen wordt steeds meer ingezet op combimobiliteit, waarbij mensen vlot kunnen schakelen tussen verschillende vervoersmiddelen. Er zijn ook heel wat deelsystemen ontstaan, zowel voor auto’s als voor fietsen en steps, die steeds meer aan populariteit winnen en die kunnen bijdragen aan de doelstellingen in verband met combimobiliteit. Er is ook steeds meer een uitbreiding: combimobiliteit is er niet meer alleen in de steden, maar ook in heel wat gemeenten.
Ook daar stoten deze mensen met een beperking op drempels. Noch de fietsen noch de wagens die worden aangeboden in het kader van deelsystemen zijn aangepast aan mensen met een beperking. Nochtans is mobiel kunnen zijn voor hen een enorm belangrijke schakel in de zelfredzaamheid en om te kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven. Het is dan ook van groot belang om hen ook bij de uitbouw van deelsystemen niet te vergeten.
Ik begrijp uiteraard dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan, maar we moeten er hoe dan ook aandacht voor hebben, hoe we aan dit probleem kunnen tegemoetkomen.
Nog in het kader van combimobiliteit vormt het voor mensen met een beperking een aanzienlijk probleem dat ze niet met hun scootmobiel of driewieler de bus op kunnen. In eerdere parlementaire vragen, met name nummer 461 van 11 januari 2018, werden de redenen daarvoor al aangehaald. Het gaat dan over het gebrek aan manoeuvreerruimte en de grootte en zwaarte van een scootmobiel. Anderzijds zijn zware koffers en dubbele kinderwagens wel toegelaten. De mogelijkheid om met driewieler of scootmobiel op de bus te gaan, zou een grote meerwaarde betekenen voor de mobiliteit van mensen met een beperking.
Minister, hoe kan Vlaanderen een sensibiliserend beleid voeren om de organisaties, steden en gemeenten die deelsystemen aanbieden, warm te maken om ook rekening te houden met mensen met een beperking?
Bij de aanleg van parkeerhavens voor fietsen worden plaatsen voor aangepaste fietsen, namelijk driewielers of rolstoelfietsen, vaak over het hoofd gezien. Zult u hier zelf op inzetten en hoe kunnen steden en gemeenten worden gemotiveerd hiervoor de nodige ruimte te voorzien, bijvoorbeeld aan bushaltes of andere publieke plaatsen?
Ondanks de mededeling dat de meeste bussen van De Lijn toegankelijk zijn, mogen mensen met een scootmobiel of driewieler die niet meenemen op de bus. In hoeverre bestaat de mogelijkheid om bussen te voorzien die ook toegankelijk zijn voor driewielers en scootmobiels? Is er ter zake een evolutie?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik dank u voor uw vragen. Zoals u weet, maken de deelsystemen deel uit van het Vervoer op Maat, waarvoor de vervoerregioraden of in eerste orde zelfs de lokale besturen bevoegd zijn.
We zijn een kwaliteitskader aan het creëren voor de verschillende deelsystemen met aandacht voor toegankelijkheid. Lokale besturen die zeer dicht staan bij hun bevolking, zullen daar ook alle aandacht voor vragen.
Bijkomend kan ik u meegeven dat we bij de Mobiliteitscentrale, waar op dit ogenblik het bestel voor loopt, alle aandacht wordt gegeven aan de toegankelijkheid van de deelsystemen.
Verder is er het masterplan toegankelijkheid dat volop in opmaak is door mijn administratie. Daarin worden alle elementen van combimobiliteit mee onder de loep genomen, zowel de infrastructuur, vervoermiddelen en mobiliteitscentrale maar ook de deelsystemen. We hopen dat we daar meer duidelijkheid over hebben tegen het najaar.
Alles wordt in ieder geval gemonitord voor toegankelijkheid. Wat dat betreft, kunnen we rekenen op de expertise van Inter, De Lijn, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en het Agentschap Wegen en Verkeer, die samen zorgen voor de opmaak van dat Masterplan Toegankelijkheid.
De lokale besturen hebben sowieso heel wat aandacht voor deze specifieke doelgroep. De hoeveelheid vragen om uitleg en de hoeveelheid schriftelijke vragen die ik krijg over deze materie, bewijzen dat iedereen daarmee begaan is, zichzelf ertoe verplicht om effectief over te gaan tot realisatie.
Wat betreft uw tweede vraag over de parkeerhavens en de fietsuitrustingen, heeft mijn administratie een bevragingsronde achter de rug en is ze momenteel bezig om in het kader van basisbereikbaarheid en de uitrol van mobipunten in Vlaanderen de minimale eisen op te stellen voor de uitrusting en inrichtingsprincipes van mobipunten. Veilige en toegankelijke fietsenstallingen krijgen hier een vooraanstaande plaats, waarbij opnieuw de toegankelijkheid een belangrijk aspect is.
De haltes zijn hier vandaag al uitgebreid aan bod gekomen. Ook het toegankelijk maken van de 13.000 bestaande haltes zal een centrale plaats innemen.
Uw derde vraag, rond de scootmobiel of de driewieler, is natuurlijk een moeilijker verhaal. We kennen allemaal wel de scootmobiels die eigenlijk al vrij robuust en moeilijk manoeuvreerbaar zijn. Het is uiteraard niet altijd mogelijk om die flexibel mee te nemen op een bus of tram, omdat ze meestal al vrij log zijn. Men verlangt de autonomie of de zelfstandigheid voor de mindervalide die gebruik moet maken van een scootmobiel, daarvoor wil men volop aan de kar trekken. Maar natuurlijk, als het niet gaat, gaat het niet. Wat dat betreft, de bussen die De Lijn op dit ogenblik aanschaft, moeten allemaal voldoen aan een aantal heel technische criteria, onder andere bepaald in de Europese wetgeving van 2001 alsook in Reglement nr. 107 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE). Bij de aankoop van nieuwe bussen wordt rekening gehouden met die specifieke criteria.
Het Departement MOW heeft een studie laten opmaken om te kijken in welke mate de scootmobiels mee kunnen worden opgenomen voor de aankoop van nieuwe bussen, die enerzijds moeten voldoen aan die technische vereisten van de Europese regelgeving, en waarbij dan toch ook de toegankelijkheid voor die scootmobiels mee kan opgenomen worden. Maar omdat die vaak moeilijk wendbaar zijn en ook een zeer grote ruimte in beslag nemen, blijkt uit die studie dat het meestal niet mogelijk is om die scootmobiels mee op de bussen te nemen, tenzij wanneer het gaat over de kleinere en opvouwbare modellen. Dan zou het wel kunnen lukken.
Omdat we toch opnieuw alle belang willen hechten aan deze materie, heeft het departement MOW dan wel een schriftelijke vraag ingediend bij de Europese instanties. Er is op dit ogenblik nog geen antwoord op gekomen, maar we blijven dat alleszins opvolgen. Men heeft een schriftelijke vraag gesteld omdat er toch eigenlijk een beetje een contradictie is tussen enerzijds de maximale toegankelijkheid voor personen met een beperking of met een handicap en anderzijds de richtlijnen van Europa rond de technische vereisten waaraan de bussen moeten voldoen. We hebben nog geen antwoord op die schriftelijke vraag. We kijken er natuurlijk naar uit, om te kijken hoe we daar dan in de toekomst een oplossing aan kunnen bieden.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Met betrekking tot dat laatste, als ik het goed heb is het al een hele tijd geleden dat die vraag is gesteld en blijft het antwoord eigenlijk wel heel lang uit. Ik weet niet wanneer dat voorzien is en of daar nog eens naar kan worden gevraagd. Maar het is wel belangrijk en ik onderschrijf absoluut dat dat gebeurd is. Hopelijk komt daar ook een resultaat uit. Het is dus wachten daarop.
Met betrekking tot mijn andere vragen rond deelsystemen, is het mijn bedoeling om daar voldoende aandacht voor te vragen, want we zetten daar allemaal heel graag op in en we maken daar steeds meer gebruik van. Het wordt steeds populairder, maar een bepaalde doelgroep dreigt daarbij vergeten te worden. Als we ook mensen met een beperking de mogelijkheden willen geven om die mobiliteit te gebruiken, wat zij ook maar al te graag willen doen, om naar activiteiten te gaan, om naar hun werk te gaan, enzovoort, dan moeten we ook zorgen dat voor hen die deelsystemen ook wel ter beschikking kunnen zijn. Vandaar mijn vraag.
Met betrekking tot de parkeerhavens vinden wij het allemaal normaal dat we parkeerplaatsen voor een wagen zien, met het teken erop en de blauwe kleur, maar dat bestaat toch nog niet op dezelfde manier voor die driewielers of die rolstoelfietsen. Ik denk dat het nodig is dat dat ook ingang vindt. Ik hoop dus inderdaad dat lokale besturen daar ook meer en meer op gaan inzetten en dat daar ook in het kader van vervoer op maat en in het masterplan rekening mee zal worden gehouden.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik denk dat die vraag ergens in 2017 is gesteld, maar er is nog altijd geen antwoord op gegeven. Het blijft natuurlijk moeilijk met die scootmobielen. Als ze veel meer ruimte innemen, gebeurt dat ten nadele van anderen. Het is allemaal een afweging.
Ik zal dit zeker blijven opvolgen, zeker wat de parkeerhavens en de deelmobiliteit betreft. Daar is veel aandacht voor. We willen dat iedereen, ook mensen met een beperking, zo mobiel mogelijk kan zijn. Het feit dat iedereen daar zo veel aandacht voor heeft, is een teken dat iedereen die belangen ter harte neemt en dat we hierop moeten blijven inzetten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik kan dat laatste punt alleen maar bevestigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.