Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het aandeel Vlamingen dat fietst, is de laatste jaren exponentieel gestegen. Met die stijging is ook het aantal letselongevallen met fietsers de hoogte ingegaan. De opkomst van de elektrische fiets heeft daar ongetwijfeld mee te maken, maar is zeker niet alleen de oorzaak van de stijging van het aantal fietsongevallen. De Vlaming fietst graag en veel, maar doet dat ook te vaak onveilig. Dat blijkt uit cijfers van de Nationale VerkeersONveiligheidsenquête 2020 van het verkeersinstituut Vias. Er zijn 6000 mensen bevraagd. De focus van de enquête lag op fietsers.
Het wordt elk jaar drukker op de fietspaden en dat zorgt ook voor spanningen. Vias probeerde dit te objectiveren met de mobiliteitsstudie. De resultaten van die studie zijn geen aanklacht tegen de fietsers, maar er blijkt wel uit dat heel wat fietsers het niet zo nauw nemen met de verkeersregels. Ik denk dat we dat allemaal ondervinden in het verkeer van elke dag. Zo geeft 57 procent van de Vlamingen toe nog te fietsen als hij of zij alcohol heeft gedronken. Vaak gaan fietsers ervan uit dat dit minder erg is dan wanneer men met de auto zou rijden. Maar men beseft niet dat men zichzelf en anderen zo in gevaar brengt.
Het aantal letselongevallen met fietsers is de afgelopen jaren fors gestegen. En dat komt dus niet alleen door de opkomst van de elektrische fiets. Want behalve rijden met een glas op geeft een kwart ook toe wel eens door het rood te rijden of in het donker zonder licht te fietsen of tegen de rijrichting op het fietspad te rijden. Soms ligt slechte infrastructuur aan de basis, maar de verkeersregels moeten nu eenmaal worden nageleefd. Het kan niet dat iedereen zijn eigen verkeersregels begint na te leven. De Fietsersbond is zich bewust van dit fenomeen en werkt aan een hoffelijkheidscampagne voor fietsers. Die wordt in mei gelanceerd en zal in alle provinciehoofdsteden lopen. Het gaat onder meer over zichtbaarheid in het donker, rijrichting op fietspaden en richting aangeven bij het afslaan. De vraag is echter of dit voldoende zal zijn.
Minister, dient de campagne van de Fietsersbond niet uitgebreid te worden over heel Vlaanderen? Bent u bereid om eventueel middelen vrij te maken om deze campagne te ondersteunen? Op welke speerpunten wilt u inzetten om fietsers bewust te maken van de gevaren van roekeloos rijden op de fiets?
Minister Peeters heeft het woord.
Dat er alsmaar meer fietsers zijn, kunnen we alleen maar toejuichen. Het is een duurzaam vervoermiddel en dat betekent dat de modal shift toch al bezig is. Dat is sowieso positief, maar de ongevallen daarmee, dat is natuurlijk iets minder.
De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) is aangeduid om de campagnes voor verkeersveiligheid in Vlaanderen verder te ontwikkelen. Naast vier grootschalige campagnes, waarbij ze gebruikmaakt van het affichagenetwerk langs de Vlaamse hoofdwegen, ontwikkelt zij twee tot drie doelgroepgerichte campagnes per jaar. Al deze campagnes worden uitgewerkt in samenwerking met relevante partners, onder meer zeker ook de Fietsersbond.
Dit voorjaar lanceert de VSV een campagne om de Vlaamse fietsveiligheid te bevorderen. Na uitgebreid onderzoek, dat de VSV voerde, koos ze voor enkele boodschappen, bestemd voor automobilisten maar zeker ook voor fietsers. Het wordt een campagne met een positieve toon, waarbij fietsers en automobilisten elkaar zullen bedanken voor veilig gedrag. De hele campagneaanpak werd begin dit jaar afgetoetst met onder meer de Fietsersbond en Fietsberaad Vlaanderen. In deze sensibiliseringscampagne rond fietsveiligheid zullen enerzijds autobestuurders worden aangesproken om voldoende aandacht te hebben voor fietsers, maar zullen anderzijds ook fietsers worden aangesproken op een aantal foutieve gedragingen, zoals onaangepaste snelheid op het fietspad, zeker daar waar er een vermenging is met andere weggebruikers.
De volgende zes boodschappen, die u straks in het voorjaar zult kunnen tegenkomen, werden geselecteerd: automobilist bedankt fietser die de voorrangsregels naleeft; automobilist bedankt fietser die fietsverlichting gebruikt in het donker; een fietser met kind bedankt een snelle fietser die zijn snelheid aanpast; een fietser bedankt een automobilist die het fietspad vrijhoudt; een fietser bedankt een automobilist die hem niet de pas afsnijdt; een fietser bedankt een automobilist die voldoende zijdelingse afstand houdt bij het inhalen.
VSV heeft daarnaast ook het project Safe2work opgezet. Dat project is te raadplegen op de website www.safe2work.be. Het gaat om een zeer uitgebreid opleidingsaanbod voor bedrijven en vooral werknemers, waarbij wordt gewezen op hoe men zich veilig kan verplaatsen, zeker in het kader van het woon-werkverkeer en met de elektrische fiets en de speed pedelecs. Een eerste opleiding werd vorig jaar georganiseerd bij onder andere BASF Antwerpen. Ook dit jaar zullen deze opleidingen worden aangeboden en gepromoot.
De campagne die wij voeren kadert binnen het koepelproject Beloofd. U kent die campagne wel: niet te snel rijden en dergelijke meer. U kunt ze terugvinden op www.beloofd.be. Maar daarnaast wordt de campagne lokaal, in context en waar het probleem zich voordoet extra gecommuniceerd of nog extra in the picture gebracht. Hiervoor werkt de VSV samen met de lokale besturen, om zodoende daar nog meer power, nog meer exposure aan te geven, zodat iedereen daar wel degelijk van in kennis wordt gesteld.
Dankzij haar kennis en expertise inzake fietsveiligheid, campagne voeren en samenwerken kan de VSV rekenen op de medewerking van heel wat lokale besturen, om van deze campagne niet alleen een gewestelijk maar ook een lokaal succes te maken.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, dank u voor het uitvoerige antwoord. Ik blijf toch wat op mijn honger zitten voor wat betreft de zes acties die men zal lanceren. Ik heb de indruk dat men suggereert dat het enkel automobilisten zijn die de fietsers in gevaar brengen. Ik denk dat dit niet het geval is. Er moet ook bij fietsers een mentaliteitswijziging zijn. We zien vaak mensen met een speed pedelec of met een elektrische fiets, die andere fietsers in gevaar brengen. We hebben het daar al over gehad. Er is dringend een mentaliteitswijziging nodig. We mogen wel eens specifiek op die doelgroep inzoomen.
Voorts kan ik alleen maar toejuichen dat men inderdaad probeert om zoveel mogelijk te sensibiliseren en de lokale besturen daarbij te betrekken. Het is belangrijk om ook lokaal te gaan werken.
Ik heb nog één vraag. Men heeft het vaak – en terecht – over repressief optreden tegenover agressieve automobilisten. Maar moet men toch ook niet meer nadruk leggen op de handhaving bij fietsers die agressief rijgedrag vertonen? Daaruit komen ook nogal wat ongevallen voort.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, het is duidelijk: iedereen moet de regels volgen, zowel de automobilisten als de fietsers. Vaak wordt gedaan alsof de fietsers allemaal halve hooligans zijn en de politie nooit optreedt. Dat is uiteraard niet waar. Ook de teneur van de vraag is een beetje negatief ten opzichte van de fietser. Uit dezelfde enquête als die waaruit de heer Verheyden citeert, blijkt ook dat een groot deel van de automobilisten gevaarlijk gedrag vertonen, zoals te snel rijden, gsm’en achter het stuur en drinken en rijden. Dat is zeker een even groot, zo niet een groter probleem.
Ik wil ook wijzen op een studie van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) die dat beaamt. Zowel fietsers als automobilisten willen conflictvrije kruispunten. Maar liefst 88 procent van de Vlaamse autobestuurders is bereid om langer te wachten aan een conflictvrij kruispunt, als daardoor de kans op een ongeval met een fietser of een voetganger kleiner wordt. Het is belangrijk om dat in het achterhoofd te houden. In Brussel is dat 77 procent. Verder wijzen Vlamingen vooral op de infrastructuuroplossingen om ongevallen te vermijden. Zo willen negen op de tien Vlamingen fietsbruggen en -tunnels en willen zes op de tien Vlamingen ook meer fietsstraten.
Ik wil maar zeggen, die sensibilisering is zeer belangrijk. Ik ben pro en ik vind die zes punten zeker terecht. De kritiek zal natuurlijk zijn dat er geen zestien of twintig punten zijn. Alles kan altijd beter. Maar mijn pleidooi is voor redelijkheid en evenwicht. De automobilist en de fietser staan niet lijnrecht tegenover elkaar, al willen sommige mensen het discours wel in die richting duwen. Het is zo dat hoe meer mensen we door meer comfort, veiligheid en sensibilisering op de fiets krijgen, hoe beter dat is voor de automobilist. Daardoor verminderen de files. Daarom wil ik oproepen om elkaar beter te verstaan en niet steeds de bal in het kamp van enkel de automobilist of de fietser te leggen.
Minister, ik ben zeker pro sensibilisering. U begint pas en ik werp geen steen naar u, maar het heeft veel te lang geduurd voor men daarmee is begonnen. Die sensibilisering moet op continue basis gebeuren.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik dank u voor de bijkomende vragen. We moeten inderdaad duidelijk stellen dat niet elke fietser of elke automobilist onveilig gedrag vertoont. Dat wil ik toch wel eerst zeggen. Er zijn wel een aantal weggebruikers die zich niet heel veilig opstellen ten aanzien van andere. Gisteren is dat nog uitgebreid aan bod gekomen in de plenaire vergadering: verkeersveiligheid is een gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen. Daarmee moet het allemaal beginnen.
In de campagne zitten zes boodschappen. Het zijn telkens drie boodschappen van een automobilist of fietser aan fietsers en drie boodschappen van een automobilist of fietser aan automobilisten. Dat is perfect evenredig verdeeld; men zegt drie keer: ‘Fietser, doe dit of doe dat’, en ook drie keer: ‘Automobilist, doe dit of doe dat.’
Waarom er geen zestien boodschappen zijn, mevrouw Lambrecht, is omdat de boodschap in het kader van de sensibilisering herkenbaar moet zijn. Daarom mogen er niet teveel boodschappen zijn. Herhaling is nog altijd een goede leerschool. De sensibilisering, gevat in zes boodschappen, zowel aan het adres van de ene als van de andere weggebruiker, is belangrijk volgens mij.
En, mijnheer Verheyden – eigenlijk heeft mevrouw Lambrecht er al op geantwoord –, het is niet zo dat er geen handhaving gebeurt ten aanzien van fietsers. Als u met heel wat fietsers in contact komt, krijgt u misschien wel te horen dat er ten aanzien van een aantal fietsers misschien wel te veel handhaving is, want niemand krijgt natuurlijk graag een boete. Er gebeurt wel degelijk handhaving naar de fietsers toe, evenals naar de automobilisten toe, maar ik blijf erbij: het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is ook vooral een mentaliteit en een gedragssturing waar we op moeten inzetten. Ik verwijs opnieuw naar de uitspraken van tal van politierechters die zeggen dat heel veel ongevallen niet te wijten zijn aan infrastructuur, maar gewoon aan onoplettendheid, aan roekeloosheid of aan laksheid in het verkeer. Daarom blijven dergelijke campagnes, maar uiteraard ook alle andere maatregelen, opleiding en dergelijke, zeker heel belangrijk in de toekomst.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik kan me helemaal vinden in uw conclusie. Het is inderdaad een en-enverhaal. Ik heb nooit gezegd dat ik twee groepen tegenover elkaar wil zetten, hoor. Ik heb gewoon het probleem willen aanklagen. Mevrouw Lambrecht spreekt inderdaad over gsm’en achter het stuur, alcohol achter het stuur enzovoort. Dat klopt; ik ben het daar volledig mee eens, maar men moet ook niet vergeten dat dat ook bij fietsers gebeurt. Ik zie ook heel veel fietsers die aan het gsm’en zijn, ik zie ook veel fietsers die zich maar overal tussenwringen, terwijl dat helemaal niet nodig is, ik zie ook veel fietsers met oortjes op rijden, wat hun veiligheid niet altijd ten goede komt. Het is dus inderdaad een en-enverhaal.
Wat de campagne betreft, die kunnen we alleen maar toejuichen en hopen dat ze inderdaad effect heeft. Als ze geen effect heeft, heb ik alleen maar willen aanduiden dat we dan ook op handhaving moeten inzetten, want als ik naar het nieuws kijk, krijg ik toch wel een beetje de indruk dat handhaving zich vooral op automobilisten richt. Inderdaad, er zitten heel veel cowboys in het verkeer en we moeten zien dat we die tot een mentaliteitswijziging brengen, maar er zitten evengoed cowboys op de fiets of op de elektrische fiets. Die hebben een minstens even grote verantwoordelijkheid als de cowboys die in de auto zitten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.