Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Uit een schriftelijke vraag die ik stelde op 7 januari, bleek dat Bel’J, het programma dat zich richt op ontmoetingen tussen jongeren uit andere gemeenschappen in dit land, in 2019 minder succes kende dan daarvoor.
In 2018 bleken er nog 88 Vlaamse deelnemers, die onder de hoede waren van 29 Vlaamse begeleiders. In 2019 vertrokken 13 Vlaamse jongeren, begeleid door 11 Vlaamse begeleiders.
In 2018 werd het volledige budget van 25.000 euro opgebruikt, in 2019 werd uiteindelijk slechts één derde van het budget gespendeerd, namelijk 7787 euro. Het resterende budget zou in 2020 worden ingezet.
Ook vond ik het jammer om in het antwoord te lezen dat er geen concrete stappen gezet zijn om werk te maken van de deelname van jongeren met een beperking.
Welke al dan niet nieuwe vormen van promotie zijn er gepland voor het Bel’J-programma? Op welke manier worden hier nieuwe doelgroepen mee gezocht?
Op welke manier zal er proactiever promotie gevoerd worden richting jongeren met een beperking?
Minister Dalle heeft het woord.
Ik stel het op prijs dat hier een vraag aan bod komt over uitwisseling tussen de gemeenschappen. Dit is een belangrijk thema. Gisteren heb ikzelf een gastcollege gegeven aan de hogeschool Leuven-Limburg (UCLL), die een intracommunautaire week hield met jonge studenten uit Gent, Leuven, Luik en Namen. Het was niet alleen verhelderend, maar ook goed voor de talenkennis. Ik stel het op prijs dat dit ook vanuit een Vlaams-nationalistische fractie wordt gesteund. Het is een visie die ik alleen maar kan aanmoedigen en waar we met de regering helemaal achter staan.
De ontwikkeling van programma’s als Bel’J of ook Erasmus+ of het Europees Solidariteitskorps is afhankelijk van het initiatief van de organisaties zelf. Top-down kunnen we het kader creëren, en dat is ook gebeurd. Een dip en een piek hoort daar af en toe wel bij. Dat neemt niet weg dat we dit vanuit de Vlaamse Regering aanmoedigen.
De belangstelling in Bel’J-projecten is in 2020 al een stuk groter dan in 2019. JINT, het Coördinatieorgaan voor Internationale Jongerenwerking zal, in nauw overleg met mijn administratie, mee zorgen voor de nodige opvolging, met de bedoeling dat die projecten effectief gerealiseerd worden.
Promotie is natuurlijk ook belangrijk en ik wil in dit verband twee elementen onder de aandacht brengen.
Ten eerste wordt dit jaar door middel van een Google Grant sterk ingezet op een Google-advertentieplan. Dat is een efficiënte manier om online nieuwe doelgroepen te bereiken. Om het programma in ‘Google search’ bij de juiste doelgroepen in de kijker te plaatsen, is voor Bel’J een specifieke groep zoektermen gedefinieerd. Die zoektermen zullen meer worden ingezet in de maanden voor de vakantieperiodes, want de projecten voor vrijwilligerswerk en de groepsuitwisselingen vinden vooral in die periodes plaats. Jongeren die op zoek gaan naar bepaalde termen en naar vrijwilligerswerk zullen naar die programma’s worden toegeleid. Volgens mij is dit in deze digitale tijden een goede werkwijze.
Ten tweede staan dit voorjaar ook twee evenementen op de planning waar de drie gemeenschappen bij betrokken zijn en die een perfect platform bieden om nieuwe doelgroepen aan te spreken en nieuwe samenwerkingen te ontwikkelen. Aangezien dit interessant kan zijn voor de commissieleden die interesse hebben, breng ik ze even onder de aandacht.
Op 19 juni 2020 vindt een netwerkevenement plaats voor Bel’J-organisaties en voor organisaties die geïnteresseerd zijn om Bel’J-projecten op te zetten. Dit is het eerste evenement dat volledig in het kader van Bel’J wordt georganiseerd. Het is dan ook een belangrijk moment.
Op 25 april 2020 focust ENCORE op het vrijwilligerswerk. De doelgroep zijn de organisaties die nu al projecten voor Europese programma’s indienen, de vrijwilligers zelf, mentoren en geïnteresseerden die met een van de subsidieprogramma’s aan de slag willen gaan. Er is een sessie over ‘netwerken over de taalgrens heen’. Tijdens die sessie zal informatie over Bel’J worden gegeven. Ook dit is een relevant moment.
De jongeren met een beperking vormen ook een belangrijke doelgroep, die trouwens is gekoppeld aan de vierde prioriteit van het jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP) ‘vrije tijd voor iedereen’. Een voorbeeld is de scoutsgroep Anders kan Best (Akabe), die met jongeren met een beperking werkt en die heeft aangegeven een groepsuitwisseling te willen opzetten. JINT zal dat projectidee nauwgezet opvolgen en erover waken dat de Akabe-groep zo weinig mogelijk drempels ervaart om een projectaanvraag in te dienen. Het gaat natuurlijk slechts om één enkele jeugdbeweging, maar dit kan dienen als een good practice om andere jeugdorganisaties ertoe aan te zetten dit voorbeeld te volgen en om mensen met een beperking of andere doelgroepen ook die stap te laten wagen. De belangstelling van de Akabe-groep is een rechtstreeks gevolg van de infosessies die JINT het voorbije najaar tijdens de buitenlandcafés van de scouts heeft gegeven. We zien dat de sensibilisering, de campagnes en de events werken.
Tijdens de infosessies is Bel’J, net als tijdens elk infomoment waarop JINT aanwezig is, extra in de verf gezet als een laagdrempelige stap voor jongeren met een beperking. JINT zal eveneens met een stand aanwezig zijn tijdens de infodag ‘Iedereen verdient vakantie’, die vandaag in de Koninklijke Bibliotheek van België wordt georganiseerd. De focus ligt op kansengroepen, onder meer mensen met een beperking. Verder zet JINT, in samenwerking met een aantal andere nationale agentschappen die deel uitmaken van het netwerk van de Europese programma’s, inclusietrajecten op lange termijn op. Het gaat dan om trajecten van achttien maanden. In deze trajecten worden organisaties uit een specifieke doelgroep, onder meer door middel van studiebezoeken, heel bewust betrokken bij de jeugdmobiliteit. In 2016 vormden jongeren met een beperking de doelgroep en werkten we onder meer samen met onze Franstalige tegenhanger in het Bel’J-programma, het Bureau International de la Jeunesse (BIJ). JINT zal bekijken welke mogelijkheden er zijn om de organisaties die toen bij het traject waren betrokken, in het kader van Bel’J opnieuw te activeren.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik wil starten met het feit dat het niet zo verrassend is dat ik als Vlaams-nationalist interesse in dergelijke projecten heb. Dat ik van mening ben dat we het op een andere manier kunnen structureren, betekent niet dat ik de waarde en de eigenschappen van een ander niet kan erkennen en waarderen.
Het project is er. De budgetten zijn er. Het is nuttig en nodig dergelijke zaken verder te stimuleren. Ik ben ongelooflijk blij dat de bijkomende informatie die wordt gegeven, meteen al effect oplevert. Ik hoop ook dat de hiervoor uitgetrokken budgetten ten volle zullen worden benut, want dat zou betekenen dat er meer interesse is dan er het afgelopen jaar was, wat in mijn ogen een goede zaak is.
Nu, u gaf in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag ook aan dat u op zoek wilt gaan naar relevante partnerlanden en -regio’s. Hebt u er intussen al een duidelijker beeld op welke landen of regio’s dat zijn? Worden er in die zin stappen gezet? Misschien is dat ook iets wat meegenomen kan worden, misschien niet meteen dit jaar, maar alvast in de komende jaren.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik ben heel blij dat u voor een open Vlaamse Gemeenschap gaat die samenwerkt met de andere gemeenschappen. Dat is absoluut iets wat we vanuit de Vlaamse Regering steunen.
Op uw vraag rond de partnerlanden kan ik nog niet in detail antwoorden. Binnen enkele maanden is er nog een vergadering op Europees niveau, en dat zal voor mij een gelegenheid zijn om een aantal collega’s te zien. Ik zoek in het bijzonder contact met mijn Nederlandse collega. Nederland is vandaag al een belangrijk partnerland, maar in de toekomst zal het naast de Duitstalige en Franse Gemeenschap een interessante partner blijven, niet alleen wegens de nabijheid, maar ook wegens de gemeenschappelijke elementen, zoals de taal. Misschien kunnen we daar op een later moment, als er meer duidelijkheid is, op terugkomen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Heel erg bedankt. Ik kijk er heel erg naar uit om daar verdere informatie over te vernemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.