Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, deze vraag gaat ook een beetje in de richting van het debat over burgerparticipatie dat we net hebben gevoerd.
Minister, wijkverbeteringscontracten zijn opgenomen in het regeerakkoord. Een efficiënte, slagkrachtige, transparante, burgergerichte en toegankelijke overheid is de basis voor het creëren van welvaart, welzijn en vertrouwen bij de Vlaamse burger. Daarom zet de Vlaamse Regering meer dan ooit in op een bestuursmodel dat uitgaat van twee sterke polen: sterke lokale besturen enerzijds en een kaderstellende Vlaamse overheid anderzijds. Een concreet voorstel uit het regeerakkoord is het sluiten van wijkverbeteringscontracten tussen de Vlaamse Regering en het betrokken lokaal bestuur om tot een versterkte aanpak van kwetsbare wijken te komen. Ik zou toch niet te gauw aan burgers zeggen dat ze in een kwetsbare wijk wonen. In onze stad zoekt men nog uit hoe we dat anders kunnen formuleren want ‘kwetsbare wijk’ is een redelijk pejoratief begrip.
Doordat steden en gemeenten het dichtst bij de burger staan en dus het best geplaatst zijn om de lokale situaties te beoordelen, wordt er verwacht dat zij het initiatief nemen om in te tekenen op een Vlaamse oproep.
Minister, hoe ziet u de verdere uitwerking van deze wijkverbeteringscontracten? Wat is het kader en welke criteria worden gehanteerd? Aan welke mix van kordate en zachte maatregelen denkt u? Wat is de timing? Welke aanpakt beoogt u vanuit de gemeenten en steden?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Van Miert, ik dank u voor uw vraag. Ik ga ook eerlijk antwoorden: er is nog heel wat voorbereidend werk. We staan in dit dossier nog niet heel ver. We hebben gelukkig nog vier en een half jaar.
Het is een heel nieuw spoor dat in het regeerakkoord staat waar we evident werk van willen maken. Maar om het op een goede en voldoende vernieuwende manier te doen die verder gaat dan het samenrapen van wat vandaag bestaat, is er nog studiewerk nodig.
U stelt zich vragen over het begrip kwetsbare wijken. Ik begrijp dat sommigen dat stigmatiserend kunnen vinden en dat we moeten nadenken over een andere terminologie. Het is niet de meest moeilijke uitdaging. Lokale besturen zijn het best geplaatst om te beoordelen welke wijken extra inspanningen vragen en welke niet. Het moeten wijken zijn die zich kenmerken door verschillende problematieken die zich op een zekere schaal afspelen zoals wonen, opleiding, werk, samenleven, sociale mix. Het zijn elementen die kunnen maken dat een wijk in aanmerking komt voor een wijkverbeteringscontract. Het vereist vaak een integrale aanpak waarvoor de bestaande instrumenten op zich niet sterk genoeg zijn om echt een verschil te maken.
Ik denk dat het een soort contract moet zijn of een afsprakenkader dat een lokaal bestuur met Vlaanderen deelt. De focus ligt niet op een openen van een nieuwe budgettaire lijn. 41 procent van de beleidsruimte in Vlaanderen is doorgeschoven naar lokale besturen. Ik zou graag hebben dat het nog meer is, maar er zijn grenzen. We moeten redelijk zijn.
Voor mij komen principieel alle gemeenten in aanmerking. Ik kan me voorstellen dat ook kleinere gemeenten behoefte hebben aan een wijkverbeteringscontract.
U vraagt naar de mix van maatregelen. Dat is de grote uitdaging. Een wijkverbeteringscontract, dat klinkt goed, maar wat ga je daar dan in stoppen, wat zijn die zachte en harde maatregelen? Je creëert een regelluwe zone, maar dat vraagt nog wat verder onderzoek.
Ik geef enkele hypothetische voorbeelden, die nog niet zijn onderzocht. Ik kan me voorstellen dat je in een bepaalde wijk de toewijzingsregels voor sociale huisvesting anders definieert omdat dat daar nodig is. We kunnen het fiscale regime in die wijk, onroerende voorheffing of andere belastingen, anders bekijken. We kunnen iets specifieks doen rond huisvuilzakken. We kunnen een aanklampende aanpak van veelplegers versterken. Hier zitten we snel bij de federale overheid, maar op het Vlaamse niveau kunnen we misschien extra zaken doen inzake bijzondere jeugdzorg. We kunnen bouwnormeringen specifiek maken omdat we bepaalde groepen willen aantrekken in die wijk. We kunnen afwijkingen voorzien op het Energiedecreet, zoals laatst de stad Genk heeft gedaan met het dossier Thor Park.
Ik geef ootmoedig toe dat ik niet erg concreet ben, maar het zijn zulke bouwstenen en puzzelstukken die naar een wijkverbeteringscontract kunnen leiden.
Mijnheer De Loor, we gaan een aantal zaken bekijken. Misschien kan dat in Brussel. Daar zijn namelijk duurzame wijkcontracten, maar ook in Nederland zijn er City Deals. In Denemarken heb je ‘kvarterløft’. Daar kunnen we inspiratie halen. We willen grondiger bekijken hoe men dat daar doet, en wat het betekent. Vaak gaat het echter over semantiek, en daarin ben ik niet geïnteresseerd. Ik ben geïnteresseerd in een echt wijkverbeteringscontract, maar dan moet het voldoende substantieel zijn en moeten we ook decretaal via die contracten een verschil kunnen maken.
Wijkverbeteringscontracten kunnen bijvoorbeeld ook via de klimaatuitdaging iets betekenen. Op een wijk die wat verloederd is, kunnen we extra inzetten, bijvoorbeeld met voetpaden die anderhalve meter breed zijn. Als je radicaal wilt vergroenen, kan dat soms een probleem zijn. We kunnen ook maatregelen nemen voor de kwaliteit van woningen.
Daar hebben we echt nog wel wat studiewerk. U mag het me niet kwalijk nemen, maar ik ga hier geen timing op zetten. Ik ga dit niet voor mij uitschuiven, want ik vind het zelf een heel interessant concept. Ik wil echt mijn tijd nemen samen met mijn administratie en met deskundigen om na te gaan wat we hier echt mee kunnen aanvangen. Als het maar iets is dat zaken in de marge verandert, dan moeten we dat niet doen.
Dit is de stand van zaken. Het is nog vaag, maar misschien geeft het al een klein beetje een invulling aan de richting die we zouden willen uitgaan.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw oprechte antwoord. Alles kan natuurlijk niet in één dag of in één jaar van de legislatuur. De reden waarom ik met deze vraag bij u kom, is omdat we in onze eigen stad een dergelijk project hebben opgestart, om te beginnen een onderzoek in samenwerking met Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie. Zo hebben we een aantal wijken gedefinieerd waar we letterlijk de boer opgaan, van deur tot deur. We hebben interne experts vanuit onze eigen administratie aangesteld en ook een aantal externe experts en sleutelfiguren in de buurt.
Minister, u bent oprecht als u zegt dat we hier budgettair niks moeten verwachten, want er zijn al zware inspanningen gebeurd voor gemeenten en zeker ook voor steden door deze Vlaamse Regering. We begrijpen dat de financiën niet oneindig zijn.
Eind dit jaar zullen we met veel informatie komen die we zullen moeten omzetten in effectieve maatregelen. Ook daar zit je dan weer met een probleem als lokaal bestuur, zeker in een kleinere centrumstad als Turnhout. We hebben niet al die expertise, de geschoolde krachten en de ambtenaren, die je waarschijnlijk nodig hebt om dat in een goed traject te gieten. Vanuit die optiek wou ik weten of daar al sprake was van een idee. U bent daar duidelijk op aan het werken. We zullen in ieder geval die lijn verderzetten. Tegen de tijd dat wij klaar zijn, hebt u misschien een idee waar we elkaar kunnen vinden om daar een waardevolle invulling aan te geven.
Minister Somers heeft het woord. (Opmerkingen)
Ah, de heer Vaneeckhout had nog het woord gevraagd.
Voorzitter, ik zit uit uw ooghoek, denk ik. (Gelach)
Ja, u zit inderdaad uit mijn ooghoek.
Als ik heel breed kon kijken, was ik piloot geworden. (Gelach)
Ik vond het op deze plaats iets knusser. (Gelach. Opmerkingen)
Het is trouwens wetenschappelijk bewezen dat vrouwen een breder blikveld hebben dan mannen. (Gelach. Opmerkingen)
Ik zoek het op. (Gelach)
Ik geef alvast mevrouw Sminate gelijk. (Gelach)
Dit was alweer een interessante vraag. Onze fractie is van mening dat we dit niet op de lange baan mogen schuiven. Ik begrijp dat er tijd nodig is. Hierover is er niet zoveel terug te vinden, we kunnen niet zomaar een model overplanten. Laten we dat werk inderdaad ernstig en rustig aanpakken, samen met de VVSG. Dit maakt wel maatwerk mogelijk in gemeenten. Lokale besturen worstelen er soms mee om instrumenten te hebben die ze specifiek in bepaalde wijken of buurten kunnen inzetten. U hebt absoluut onze steun daarvoor. We hopen de komende maanden alvast mee te mogen denken vanuit deze commissie.
Minister, het is altijd goed als er collega’s willen meedenken. U hebt het woord.
Ik wil nog twee elementen aanhalen.
Mijnheer Van Miert, als u in Turnhout bezig bent met zo’n benadering in een aantal wijken en als u zoekt naar formules voor een wijkverbeteringscontract, dan wil ik u de hand reiken. We moeten zoeken waar dat kan: ik wil graag dat mijn kabinet contact opneemt met u om te kijken of we daar geen pilootproject van kunnen maken om te leren en samen te ontdekken wat al dan niet kan. Ik zou niet wachten tot u klaar bent en wij klaar zijn, maar laten we gewoon de handen in elkaar slaan en kijken wat er in Turnhout op dat gebied mogelijk is. We doen geen beloften, het wordt zoeken. Maar zoeken op basis van een casus kan ons op het spoor zetten naar een wijkverbeteringscontract.
Ik doe hetzelfde aanbod aan de heer Vaneeckhout: als er ideeën zijn, niet alleen bij u, maar ook in andere fracties, die een concrete invulling kunnen geven aan wat een wijkverbeteringscontract zou kunnen zijn ieder vanuit zijn eigen ervaring, dan staan we daarvoor open. Het enige waarvoor we moeten opletten, is dat wijkverbeteringscontracten niet gebruikt worden om bestaande regels te omzeilen. Dat is niet de bedoeling – en dat is ook niet wat u suggereerde. Het is wel een achterliggend gevaar. Niemand van ons is daar blind voor. Het gaat om een integrale compacte aanpak van een bepaalde buurt of wijk met complexe uitdagingen die we versneld of in de diepte willen aanpakken. Met de bestaande instrumenten zou dat jaren duren en is soms maar gemorrel in de marge. Hier wordt er gezegd: ‘Wat kunnen we hiermee doen? Help ons hiermee.’
Mijn vraag aan alle fracties in deze commissie is dus: als er goede ideeën zijn, dan staan we ervoor open. Het is zeker geen eenrichtingsverkeer. Meer nog, het primaat zit bij de parlementsleden. Wij willen met een open geest zoeken naar middelen en wegen om dat mogelijk te maken. Bij de bespreking van het regeerakkoord was er hierover veel principieel enthousiasme, maar dan waren de concrete suggesties niet zo talrijk. Op dat punt is dus nog wel wat werk te doen.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw uitgestoken hand. Wij gaan daar zeker gebruik van maken. Onze stad is een kleine centrumstad die de laatste jaren niettemin heel wat nieuwkomers te verwerken heeft gekregen van over de hele wereld, en die ook met een sterkere vergrijzing te maken heeft dan in andere steden in de Kempen. Dat zorgt voor een enorme rek op onze samenleving. We hebben dan ook heel dringend nood aan actieplannen ter zake. We hebben een tiental van die verdelingen gemaakt en gaan nu effectief de boer op. Zodra wij informatie hebben, hopen wij dat we de mensen kunnen vinden, zodat we kunnen kijken hoe we daarmee verdergaan.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ik wil toch nog melden dat ik het onderzoek over het blikveld van mannen en vrouwen heb gevonden. Ik lees even voor: “Uit onderzoek is gebleken dat het blikveld van een man bijna vooruit is en dat het blikveld bij een vrouw vele malen breder is. Hierdoor kunnen ze meerdere dingen in de gaten houden. Dit verklaart ook dat vrouwen soms niet snappen dat mannen bepaalde dingen niet zien.” En zo gaat het verder. (Gelach)
Ik ben zeer blij met deze tussenkomst. Nu kan ik in mijn verdere leven veel uitleggen. Mijn vrouw vraagt me soms: ‘Allee, zie jij dat niet?’ Wel nee, ik heb dat niet gezien. Nu weten we waarom. (Gelach)
Ik zal het onderzoek naar de commissiesecretaris doorsturen voor het verslag. (Gelach)
Prachtig!
Wij hebben wel meer focus. (Opmerkingen van Nadia Sminate)
Ah, dat staat erin, maar dat heb je wel niet voorgelezen! (Gelach)
Mijnheer Vaneeckhout, eigenlijk is dit een vingerwijzing naar u: u moet meer in het midden komen zitten en niet in het hoekje.
Ik ben bewust van plaats veranderd om alles beter te zien. (Gelach)
De vraag om uitleg is afgehandeld.