Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister, ik vroeg me af wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitrol van de elektrische bussen, in Gent, natuurlijk. Op 20 november 2019 hadden we in de plenaire vergadering een actualiteitsdebat over de uitrol van die elektrische bussen. De directe aanleiding was een krantenartikel dat wat ophef had veroorzaakt. De Lijn had namelijk aangekondigd dat het project zou worden geschrapt in Gent, omdat men daar geen plaats vond voor de laadinfrastructuur die nodig was om zes elektrische bussen te laten rijden.
De proefprojecten kennen al een lange voorgeschiedenis; ze werden reeds in 2008 opgestart. U hebt de heisa in het actualiteitsdebat omschreven als een miscommunicatie tussen het Gentse stadsbestuur en De Lijn. U hebt goed gehandeld en meteen contact opgenomen met beide actoren om na te gaan wat er specifiek gaande was. U gaf ook aan dat beide partijen bereid waren de hand te reiken om zo snel mogelijk uit de impasse te raken, zodat ook in Gent snel groene bussen zouden kunnen rondrijden.
Het is nu al een tijdje later, dus ik wou met betrekking tot dit incident toch nog eventjes de temperatuur opmeten. Is er nog verder overleg geweest over het project tussen het Gentse stadsbestuur, uzelf en De Lijn? Hoe is dat overleg verlopen?
Hebt u ondertussen ook een zicht op de timing? Wanneer zou het proefproject verder worden uitgerold?
Speciaal voor mijn collega’s van Antwerpen en Leuven vroeg ik me ook af wat de stand van zaken is met betrekking tot de andere proefprojecten rond elektrische bussen.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor deze vraag. In navolging van wat ik u heb verteld in de plenaire vergadering, hebben we inderdaad onmiddellijk een overleg ingepland tussen De Lijn, de stad Gent en het kabinet. Die vergadering vond plaats op 25 november 2019. Dat was een heel constructieve vergadering. We hebben overlegd hoe we dat verder zouden aanpakken en welk project wel kans van slagen kan hebben in Gent, zodat ook Gent wel degelijk zijn elektrische bussen in het kader van die proefprojecten kan krijgen.
De stad Gent heeft ons dan verscheidene locaties aangereikt. De Lijn zou die dan vervolgens onderzoeken om te bekijken waar laadinfrastructuur kan worden geplaatst. De stad Gent ging ook mee faciliteren en mee uitkijken naar eventuele andere locaties. Ook zou worden samengezeten met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) om te bekijken hoe de toegankelijkheid en de afmetingen qua laadpalen en dergelijke allemaal in detail zouden moeten worden uitgewerkt.
Na ons overleg van 25 november is er op 29 november nog een overleg geweest tussen AWV, Gent en De Lijn om alle locaties nog eens duidelijk opnieuw te screenen. Men heeft dan vervolgens voor Gent vijf locaties overgehouden om er een en ander te onderzoeken. Daarbij is vooral in kaart gebracht of de elektriciteitsleiding ter plaatse voldoende zwaar is dan wel of er eventueel een bijkomende middenspanningscabine moet komen of dergelijke meer.
Men heeft dat allemaal onderzocht en men kwam uiteindelijk tot vijf locaties die in aanmerking komen: de parking van WEBA, ter hoogte van de Vliegtuiglaan; het kruispunt van de Salamanderstraat met de De Pintelaan; Universiteit Gent Campus Sterre, aan de kant van de De Pintelaan; Blaarmeersen, waarvoor men wel nog de keuze moet maken welke aansluiting er effectief kan gebeuren; en tot slot station Wondelgem, aan de overweg van de Kapiteinstraat.
Op woensdag 26 februari vond een overleg plaats met de stad Gent, waarop werd meegedeeld dat de Salamanderstraat, Nieuw Gent en Blaarmeersen werden geselecteerd, maar dat de finale keuze zou vallen voor Blaarmeersen, om verschillende redenen, waaronder de aansluiting op het elektriciteitsnet, de afstand van het traject, de gevoeligheid voor evenementen en doorstroming, de hinderbeperking voor omwonenden en de bediening met reguliere bussen.
Na de definitieve keuze voor Blaarmeersen volgen nog enkele stappen, namelijk het opmaken van de plannen en de samenstelling van de laadconfiguratie. Op basis daarvan volgt dan de aanvraag voor de aansluiting op het elektriciteitsnet. Parallel met deze aanvraag wordt de omgevingsvergunning aangevraagd. Zodra die er is, kunnen de nodige testen worden uitgevoerd, waarop de installatiewerken kunnen worden uitgevoerd. Als alles vlot verloopt, zouden er tegen eind 2021 100 procent elektrische bussen moeten kunnen rondrijden in Gent.
Wat het project in Antwerpen betreft, is de laadinfrastructuur op de stelplaats intussen geïnstalleerd. Die op de eindhalte aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) bevindt zich in de afwerkingsfase. Een opstart van de exploitatie met reizigers is voorzien voor de zomer, weliswaar afhankelijk van het verloop van de technische testen en de testritten.
In Leuven staat men het verst. Daar is de laadinfrastructuur volledig geïnstalleerd. De nodige technische testen en testritten worden de komende weken uitgevoerd. Zowel de leverancier als De Lijn willen de werking uitvoerig testen, voordat de bussen in exploitatie gaan. De opstart in exploitatie met reizigers is voorzien voor de zomer.
Voor het hele project zijn er in totaal dertien elektrische bussen besteld die oorspronkelijk als volgt verdeeld waren binnen dit opstartproject: vier voor Leuven, drie voor Gent en zes voor Antwerpen. In de huidige verdeling en rekening houdend met de vertraging in Gent, is er het voorstel om in eerste instantie zes elektrische bussen in Leuven en zeven elektrische bussen in Antwerpen te laten rijden. Zodra in Gent alles in orde is, kunnen er drie bussen naar Gent worden overgebracht.
Ik zie al aan de lach en de lichaamstaal van mevrouw D’Hose dat ze daar misschien niet zo gelukkig mee is. Het is inderdaad spijtig dat we die vertraging hebben in Gent, maar we moeten daar tot een gedragen en haalbare oplossing komen. We wachten nog op de omgevingsvergunning en we moeten de laadinfrastructuur her en der kunnen laten uitrollen, uiteraard in overleg met de elektriciteitsleveranciers en de eigenaars van de gronden. Het is jammer dat er vertraging is opgelopen, maar we hopen dat alle neuzen nu in dezelfde richting staan voor deze site en dat dit proefproject zo snel mogelijk van start kan gaan.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord en voor uw adequaat optreden. Ik merk dat er heel wat overleg is geweest, waardoor er nu eindelijk een definitieve locatie is gekozen. Het komt er nu vooral op aan snel te blijven gaan. Het wordt eind 2021 en die vertragingen zijn spijtig, maar ik hoop dat we de stad Leuven niet zullen moeten bestormen om de drie bussen die nu voorlopig naar Leuven gaan, opnieuw in de richting van Gent te krijgen. Ik hoop dat die bussen snel kunnen komen, want de invoering en de eventuele uitbreiding van de lage-emissiezone (LEZ) in Gent heeft de situatie nog scherper gesteld. Als we over een uitbreiding van de LEZ spreken, moeten we de timing ten aanzien van 2021 absoluut in ogenschouw nemen. Het is dan ook goed dat we een definitieve datum hebben. Ik hoop dat die timing kan worden gevolgd.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mevrouw D’Hose, u hoeft niet bang te zijn. We zijn zeer vredelievende mensen in Leuven. We zijn al tevreden dat we een tijdje meer bussen zullen krijgen dan oorspronkelijk was beloofd. Ik hoop wel dat die bussen er zullen raken, want ik vraag me af hoe ze die bussen met hun beperkte capaciteit zullen opladen. Dat zijn zorgen voor de operationele verantwoordelijken.
Minister, ik had gehoopt dat die bussen nu al in Leuven zouden rijden, want tijdens het debat hebt u verklaard dat dit voor het begin van het jaar zou zijn. We leven op hoop en u hebt net gezegd dat het voor de zomer zal gebeuren. Ik verwacht dat we die zes bussen tussen Pasen en de zomervakantie in Leuven kunnen laten rijden.
Ik wil de vraag wat opentrekken. In het Vlaams regeerakkoord is afgesproken om tegen 2025 in alle stadskernen en tegen 2035 overal in Vlaanderen met emissievrije bussen te rijden. Gezien de afschrijvingstijd van de bussen moeten we nu volop op de verdere aankopen inzetten. Dit zijn nog maar proefprojecten, maar de eerstvolgende aankopen moeten praktisch volledig uit elektrische bussen bestaan. Die bussen kosten nog steeds meer. We kunnen maar hopen dat de prijs zal zakken, omdat er meer kunnen worden geproduceerd, maar ik heb hier een aantal cijfers voor me. Als we naar de hele vergroeningsoperatie kijken, zouden we in de periode tot 2025 een budget van ongeveer 600 miljoen euro nodig hebben. Dat geld hebben we niet. Er zijn wat middelen uit het Klimaatfonds en er is al heel wat, maar aan 600 miljoen euro zitten we nog niet.
U hebt verklaard dat u een oplossing ziet in een deconsolidatie van De Lijn, zodat op langere termijnen kan worden afgeschreven. Dat is mijn bijkomende vraag. Wat is de stand van zaken met betrekking tot die deconsolidatie? In welke mate wordt dit verder voorbereid?
We moeten natuurlijk al verder denken dan de proefprojecten. Is, met het oog op een verruiming naar andere gebieden, aan de vervoerregio’s gevraagd om in de mobiliteitsplannen die ze nu opstellen, rekening te houden met het feit dat er op termijn overal elektrisch zal worden gereden en aan te duiden welke lijnen die nu worden vastgelegd, geschikte locaties voor laadpalen hebben? Als we zien hoe moeilijk dat voor die proefprojecten is geweest, kunnen we er niet snel genoeg bij zijn. Ik vraag me af in welke mate de vervoerregio’s mee zijn met de toekomstige planning.
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, u hebt gevraagd in welke mate de vervoerregio’s uittekenen waar eventueel laadinstallaties en dergelijke kunnen worden geplaatst, maar daar kan ik vandaag geen antwoord op geven.
Het is de bedoeling dat de stedelijke kernen tegen 2025 emissievrij zijn. We hebben op dit ogenblik een aantal hybridebussen die we hiervoor kunnen inzetten. Er is een selectieleidraad lopende met betrekking tot de negenhonderd bussen die zouden worden besteld om vanaf 2023 te worden geleverd.
Het is de bedoeling dat we zoveel mogelijk kiezen voor die elektrische bussen, waaromtrent die proefprojecten nu moeten worden uitgerold. Het verhaal van de deconsolidatie, belangrijk voor de financiering, is lopende. Zowel binnen de administratie als binnen De Lijn zelf is men bezig met dat verder te onderzoeken en te uit te rollen. Ik heb daar vandaag nog niet meer details over. We blijven dat natuurlijk opvolgen, want het is een belangrijke en grote investering om al die zero-emissiebussen aan te kopen. U begrijpt dat dit over enorm bedrag gaat. We werken voort aan die deconsolidatie, in de hoop dat we daar zo snel mogelijk groen licht voor krijgen.
In verband met de testritten in Leuven kan De Lijn het zich niet permitteren om die elektrische bussen al te snel in te zetten, want als ze stilvallen omdat ze niet voldoende opgeladen zijn, krijgen we weer een hoop kritiek. Er is al genoeg negativiteit geweest over De Lijn de laatste maanden. Het is goed dat ze de testritten zo goed mogelijk uitvoeren, voor ze overgaan tot het vervoeren van reizigers. Dat betekent dat u de komende weken lege elektrische bussen zult zien rijden in Leuven. Verwacht wordt dat er pas tegen de zomer mensen meegenomen kunnen worden. We hopen dat er zo snel mogelijk tot exploitatie kan worden overgegaan.
Mevrouw D’Hose, we zullen er zeker over waken dat er geen oorlog komt tussen Leuven enerzijds en Gent anderzijds voor de inzet van die elektrische bussen. Het is belangrijk dat we daar de vlucht vooruit nemen en effectief werk maken van die zero-emissievoertuigen. U verwees zelf naar de lage-emissiezones. Op dit moment is het niet zo evident om de huidige vloot van bussen van vandaag op morgen in te ruilen voor zero-emissievoertuigen. We moeten een tandje bijsteken en ik hoop dat we, zoals in het verleden onder andere met de klimaatmiddelen, ook extra middelen kunnen aanwenden voor de vergroening van onze busvloot.
De vraag om uitleg is afgehandeld.