Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, vorige week hebt u in naam van de Vlaamse Regering een brief geschreven aan de Europese Commissievoorzitter, von der Leyen. In die brief hebt u uw bezorgdheden geuit met betrekking tot het Europees klimaatplan en de Green Deal die momenteel wordt uitgewerkt. U hebt bevestigd dat Vlaanderen achter de principes van de Green Deal staat, maar u hebt ook benadrukt dat Vlaanderen veel te weinig geld van de EU krijgt om dit in de praktijk te brengen. Ik citeer uw schrijven: “Ik kan alleen besluiten dat uw voorstel Vlaanderen financieel zou benadelen en geen rekening houdt met de grote investeringen die we al gedaan hebben om onze economie te transformeren en onze uitstoot te verlagen.”
Ondertussen heeft minister Demir ook al kritiek op de verdeling van het Fonds voor een rechtvaardige transitie. België zou een minimumbijdrage van 68 miljoen euro ontvangen. Als we dat vergelijken met andere landen, blijkt dat Nederland 220 miljoen euro en Polen zelfs 2 miljard euro krijgt. Daarenboven ziet de EU die injectie in België hoofdzakelijk bestemd voor Henegouwen. In uw brief hebt u hier verrast op gereageerd. U hebt aangehaald dat de Antwerpse en Gentse industrie goed zijn voor meer dan 60 procent van de totale Belgische uitstoot.
Ondertussen is er al een reactie gekomen van de woordvoerster van de Europese Commissie. Zij stelt dat aan het voorstel tot verdeling van de fondsen niets zal wijzigen omdat dit geld net is bedoeld voor de Europese regio’s die de minste mogelijkheden hebben om de overgang naar de klimaatneutraliteit zelf te dragen en dat hierover uiteraard nog met de Europese lidstaten zal worden gediscussieerd.
Minister-president, hebt u, naast die uitlating in de pers, ondertussen al een officiële reactie gekregen? De Green Deal wordt met de Europese Commissie besproken en daar zal België, als Europese lidstaat, uiteraard onze belangen verdedigen. Hebt u overleg met de Federale Regering om het standpunt te bepalen of is dat overleg nog op komst? Plant u nog andere initiatieven?
Daarnaast heb ik nog een vraag over het investeringsfonds voor industriële innovatie. De Antwerpse en Gentse industrie is goed voor 60 procent van de totale uitstoot en we kunnen dus ambitieuze groene projecten naar voren brengen. Zult u hierop inzetten? Zult u hiermee rekening houden tijdens uw overleg met de Federale Regering?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eerst een voorafgaande opmerking maken. Het gaat altijd over de centen, maar er zijn drie steunmechanismen. Naast direct geld krijgen, zijn er ook mogelijkheden bij de Europese Centrale Bank en met leningen. De landen die niet in het eerste gedeelte vallen, komen ook niet voor het tweede en derde gedeelte in aanmerking en zijn dus eigenlijk driemaal de pineut. Het gaat verder dan die centen.
Gisteren heb ik een antwoord van Europees commissaris Ferreira ontvangen. In dat korte antwoord gaat de Europees commissaris niet veel verder dan een herhaling van het standpunt van de Europese Commissie. Op de Vlaamse grieven die ik in mijn schrijven heb geuit, is niet specifiek ingegaan.
Ondertussen heeft de Europese Commissie haar definitieve landenrapport gepubliceerd, waarin Henegouwen als enige begunstigde van het Just Transition Mechanism naar voren wordt geschoven. De Europese Raad zal de Europese Green Deal nog bespreken. Het publieke debat over de Green Deal zal plaatsvinden in de Europese Raad Milieu, de Europese Raad Onderwijs en de Europese Raad Concurrentievermogen.
In het kader van het Europees semester is er een uitwisseling met de Europese Commissie over de Europese Green Deal geweest. Ook in deze procedure heeft Vlaanderen zijn bezwaren formeel overgemaakt, zowel aan de federale overheid en de andere deelstaten als aan de Europese Commissie.
Op 21 februari 2020 heeft de Vlaamse Regering haar visienota aangenomen die het algemeen standpunt en de krachtlijnen van de Vlaamse visie op de Europese Green Deal vastlegt. De standpunten in de visienota zijn onder meer meegedeeld tijdens de intra-Belgische coördinatievergaderingen van de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie over de standpuntbepaling ter voorbereiding van de Europese Raad. Ook heeft de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie specifiek over de Green Deal een ad-hocvergadering georganiseerd. Tijdens die vergadering zijn de belangrijkste aandachtspunten voor Vlaanderen met betrekking tot de Europese Green Deal toegelicht. De Federale Regering en de andere gewestregeringen hebben de Vlaamse visienota over de Europese Green Deal ook ontvangen.
De Vlaamse Regering zal de initiatieven met betrekking tot de Europese Green Deal nauwgezet blijven opvolgen. De Vlaamse standpunten in de visienota zullen verder aan bod komen in de bestaande intra-Belgische en Europese besluitvormingskanalen.
Wanneer de Europese Commissie concrete initiatieven lanceert die zijn opgesomd in de Green Deal, zal de Vlaamse Regering haar standpunt waar nodig nog verder verfijnen.
Voor uw vierde vraag verwijs ik naar minister Demir, die voor dat fonds bevoegd is.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw antwoord. Elke cent die we kunnen investeren in het klimaat is uiteraard welgekomen. U bent niet de enige die ontevreden is met de vooropgestelde verdeling. Ook de Brusselse minister wil acties ondernemen.
Er is al het een en ander gebeurd. Ik heb u aangehoord. Er werd een document overgemaakt aan de federale collega’s. Ik denk niet dat daarop al een antwoord is ontvangen. Ik zal daar misschien nog eens op terugkomen, om te zien hoe zij daarop reageren.
U sprak over de drie pijlers. Ik neem aan dat u het over de portefeuilles had binnen Invest EU en de Europese Investeringsbank. Daar zijn mogelijkheden. Maar u zegt nu dat als je uit de eerste pijler valt, dat de twee andere ook ‘foutu’ zijn, om het zo te zeggen. België zit nu normaal gezien in de running om iets te krijgen, dus zal het in principe ook wel op die andere twee pijlers een beroep kunnen doen. Ik wil oproepen om ook daar het nodige te doen en in constructief overleg te gaan om te bekijken wat er mogelijk is.
Het zou daar dezelfde criteria hanteren.
Er is dus een zekere opening om daar iets te doen. We moeten die kans grijpen.
U verwees naar de havengebieden en de uitstoot. We hebben in West-Vlaanderen ook de havens van Zeebrugge en Oostende en heel wat kmo’s in het hinterland. Dat zijn natuurlijk ook projecten waar we ondersteuning kunnen gebruiken.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister-president, ik begin met een punt waarover ik het met u eens ben: de link tussen de drie pijlers is een absurde link. In ieder geval zou een loskoppeling van die drie veel logischer zijn. Het is meer dan de moeite waard om dat namens België te bepleiten op het Europese overleg daarover. Het zou veel nuttiger zijn geweest om daarmee te beginnen, in plaats van te doen wat u nu hebt gedaan. Wat u nu hebt gedaan, heeft vooral een negatieve impact: klagen over de eerste pijler is nogal absurd want als het gaat over compensatie- en reconversiemiddelen voor het sluiten van steenkoolmijnen, dan hebben we die ook in Vlaanderen al decennia geleden evengoed gekregen. Het is nogal absurd om te zeuren, wanneer je ze al eens hebt gekregen, dat anderen ze nu ook krijgen.
Met betrekking tot het tweede en derde luik zou u gelijk hebben als Vlaanderen er geen toegang toe zou hebben, maar ook dat zou geloofwaardiger zijn als Vlaanderen tegelijkertijd ook een ambitieus klimaatbeleid had in plaats van een klimaatbeleid waarbij het weigert om de Europese doelstellingen te onderschrijven en weigert om naar klimaatneutraliteit in 2050 te gaan.
Ik heb een simpele praktische vraag, minister-president. Ik denk dat het geloofwaardiger zou zijn indien de Vlaamse Regering zich zou engageren om naar klimaatneutraliteit te gaan in 2050 in ruil voor deelname aan die tweede en derde pijler, en indien zij dan ook bereid is om daarvoor geloofwaardige projecten in te dienen. Bent u bereid om dat als een mogelijke piste te onderzoeken? Dat zou mij, eerlijk gezegd, veel constructiever lijken dan wat u nu als communicatie hanteert.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, de visienota die door de Vlaamse Regering op 21 februari werd goedgekeurd, kwam er na een algemeen standpunt over de Green Deal waarin krachtlijnen werden vastgelegd voor de verdere standpuntbepaling over de verschillende onderwerpen die nog ter sprake zullen komen bij de Green Deal. Het is terecht dat de Vlaamse Regering niet akkoord gaat met de voorstellen van de Europese Commissie over het Just Transition Mechanisme. Er werd al gewezen op de links tussen de pijlers: de financiële ondersteuning, het garantieschema en de leningenfaciliteit. Vlaanderen heeft in het verleden al heel wat inspanningen gedaan: reconversies, investeringen in onder meer de haven. Het komt er eigenlijk op neer dat wij als goede leerlingen worden gestraft door Europa, terwijl anderzijds de slechte leerlingen in Europa, die altijd wat zijn achtergebleven, nu eerder beloond zouden worden.
Voor ons is het van belang dat Vlaanderen geen transitieachterstand mag oplopen doordat wij buitenspel worden gezet. Voor ons komt het erop neer dat er een gelijk speelveld voor onze landbouw en onze kmo’s en onze bedrijven moet zijn. Dat is voor ons absoluut noodzakelijk.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Dat Just Transition Fund is natuurlijk maar een onderdeel van het mechanisme, en ook een klein onderdeel van de hele Green Deal. Het is spijtig dat hier zo op gefocust wordt want het gaat over weinig geld. Er is bij Europa veel meer geld te vinden om in het kader van de Green Deal die transitie te maken. Er zijn nog vele andere financieringsmiddelen en -fondsen, en dus veel mogelijkheden om hierop in te spelen. Wij zien de Europese Unie echt als een belangrijke partner om de omslag naar die klimaatneutrale samenleving te maken. Voor ons is Europa in dezen een partner en geen vijand, maar het is wel belangrijk dat we een goede strategie ontwikkelen om in Europa optimaal gebruik te kunnen maken van die vele, vele miljarden euro’s die ter beschikking worden gesteld. Europa verbindt natuurlijk aan de toekenning van die middelen een aantal voorwaarden, en de heer Tobback heeft daar al op gewezen. Men vraagt van de lidstaten wel voldoende ambitie en in het ontwerp MFK worden de middelen van dat Just Transition Fund blijkbaar gekoppeld aan een nationale doelstelling inzake klimaatneutraliteit. België heeft vandaag die doelstelling niet.
Zal Vlaanderen aanvaarden om zo’n doelstelling op te nemen als de financiële middelen van het Just Transition Fund en mogelijk ook van de tweede en derde pijler hiervan afhankelijk zouden worden gemaakt?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
We hebben het er hier al een paar keer gehad over hoe moeilijk wij met ons huidig staatsbestel aan buitenlands beleid kunnen doen door het gebrek aan een eensgezind standpunt en hiërarchie. Dit is daar opnieuw een schoolvoorbeeld van. Ook hier is er wel degelijk intra-Belgisch overleg geweest, maar omdat Vlaanderen zich benadeeld voelde door de 68 miljoen euro is er daarover dan geen gemeenschappelijk Belgisch standpunt ingenomen, ook niet op die top. België kan dat op zich niet aankaarten bij de EU, want er is daarover bij mijn weten geen Belgisch standpunt tot op heden. Dat is opnieuw die hele staatsstructuur die hier doorloopt.
Ik heb ook nog eens gekeken wat onze Limburgse steenkoolmijnen ooit gekregen hebben van de EU. Dat ging maar eventjes over 600 miljoen euro. Ik zou me toch niet te hard focussen op die 68 miljoen euro. Ik vraag van de Vlaamse Regering ook een strategie om binnen Europa te kijken voor welke middelen we dan wel in aanmerking komen, want de meest innovatieve universiteit van Europa, de KU Leuven, ligt hier. De innovatie bij ons is zo groot. Wij hebben eigenlijk de beste universiteit op ons grondgebied. Laten we daarop inzetten om te zorgen dat onze bedrijven die bepaalde zaken ontwikkelen, die verder kunnen waarmaken op het terrein en dat ten gunste van het klimaat. Volgens mij is daarvoor in Europa ook geld te halen, en misschien veel meer dan die 68 miljoen euro. Laten we daar werk van maken en dit achterhoedegevecht een stukje achter ons laten. Ik zou daar eerlijk gezegd niet te veel heisa over maken. Het is waar: wij krijgen niets en Henegouwen wel. Het is juist, dat klinkt oneerlijk, maar ik denk dat we moeten vooruitkijken en zien waar er wel middelen te halen zijn ten voordele van onze Vlaamse regio.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik vind het een beetje eigenaardig dat u zegt dat er aan de andere kant ook nog geld te krijgen is, en we dus maar moeten vergeten op welk vlak we benadeeld worden. Dat zullen we niet, we zullen op de twee fronten strijden en op de twee fronten proberen ons rechtmatig deel binnen te halen.
Mijnheer Tobback, ik geloof ook niet dat in Henegouwen vandaag nog veel steenkoolmijnen en ijzerertsmijnen gesloten worden. Ik denk niet dat dat aan de orde is en toch gaat daar veel geld naartoe. Het kan zijn dat u 68 miljoen euro niet veel geld vindt, ik vind dat wel veel geld.
Mijnheer Tobback, wat uw omschrijving van de doelstellingen betreft, denk ik dat ik goed ben ingelicht. De Vlaamse Regering heeft de doelstelling inzake een reductie met 35 procent in 2030 onderschreven. We hebben gezegd dat we ons hiervoor engageren. Hoewel 2030 nog tien jaar van ons af ligt, hebben we al voor 32,5 procent, bijna 33 procent, maatregelen gezien. Net omdat we op innovatie en ontwikkeling inzetten, denken we die 2 procent nog te bereiken. We zetten uitdrukkelijk in op een reductie met 35 procent.
Wat de klimaatneutraliteit betreft, hebben we tijdens de vergadering van het Overlegcomité drie weken geleden wel een Belgisch standpunt bereikt, over alle gewesten heen. Ik weet niet goed waarover u praat. We hebben een Belgisch consensusstandpunt over de klimaatneutraliteit bereikt.
Mijnheer Steenwegen, ik ga ermee akkoord dat de EU een partner moet zijn en zich als een partner moet opstellen. De EU moet zich niet met het intra-Belgisch systeem moeien en moet zeggen wat de criteria zijn. De EU Moet het aan de lidstaten overlaten tot een billijke verdeling te komen. Van een partner mogen we verwachten dat hij zich gedraagt zoals een partner zich moet gedragen.
Mevrouw Brouwers, ik heb u hopelijk niet horen betreuren dat er geen hiërarchie is. Laten we daar duidelijk over zijn.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik dank iedereen voor de talrijke reacties op mijn vraag om uitleg. Het is niet mijn bedoeling op de Europese Green Deal zelf in te gaan, dat is voor een andere minister. Ik begrijp de frustratie met betrekking tot de drie pijlers en de koppeling, maar het is wat het is en we zullen zo goed mogelijk moeten onderhandelen.
Mijnheer Vanlouwe, ik zou niet over straffen spreken. De doelstelling van de EU om de landen die een ferme inhaalbeweging maken meer te geven, is geen slechte attitude. Dat is gestoeld op solidariteit, maar het mag natuurlijk niet overhellen en zo voelt het nu natuurlijk aan, zeker als we de nominale bedragen lezen die aan de verschillende lidstaten zouden worden toegekend.
Dat mechanisme voor een rechtvaardige transitie betreft meer dan financiering. Daar maakt ook de oprichting van een platform voor technische bijstand deel van uit. Ik denk niet dat dit pro rata gebeurt en daar moeten we dus zeker een beroep op doen waar we er een meerwaarde kunnen uit halen.
Minister-president, om te concluderen wil ik vragen onze Vlaamse belangen te verdedigen. U moet zeker met de Federale Regering overleggen. We hebben onze ambities en de nota overgemaakt. U mag gerust aan de alarmbel trekken of telefoontjes plegen zodat de Federale Regering zo snel mogelijk haar reactie kan geven en we verder kunnen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.