Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over de procedure om over te stappen op zeven op zeven dagen ondersteuning of opvang. Recent is de beslissing genomen om die procedure te wijzigen, maar mijn vraag gaat over een aanvraag die liep op een moment dat die uitzonderingsprocedure een feit was.
Het is zo dat er voor die uitzonderingsprocedure een referteperiode is van zes maand waarbij er thuis geen opvang kan zijn, omdat er anders een bewijs zou zijn dat de familie de opvang nog aankan. Er zijn richtlijnen over hoe het agentschap dat interpreteert en die stellen dat de personen wel naar huis kunnen gaan als er speciale gelegenheden zijn, zoals kerstmis of een huwelijk. Dat is menselijk en het is dan ook niet meer dan normaal dat men er geen rekening mee houdt dat men gedurende die zes maand toch thuis is geweest en heeft gelogeerd.
Maar wat blijkt nu, naar aanleiding van een aantal aanvragen? Eerst en vooral duurt het heel lang vooraleer men een antwoord krijgt op die aanvragen. Die procedure sleept heel lang aan. En daarnaast blijkt dat het agentschap niet alleen die officiële richtlijnen heeft, maar zelf een soort van maximum aantal dagen hanteert waarop die speciale aangelegenheden kunnen worden gebruikt, zonder dat te communiceren. Dat zorgt ervoor dat een aantal van die aanvragen niet werden aanvaard, omdat men vindt dat sommigen te veel thuis zijn geweest voor die speciale aangelegenheden. Het lijkt mij heel raar dat het agentschap daar zelf een aantal termijnen op kleeft, die niet communiceert en daar ad hoc over beslist.
Minister, zijn er bij het agentschap interne richtlijnen over hoeveel dagen een aanvrager van die 7/7-ondersteuning naar huis kan voor speciale aangelegenheden? Het gaat onder andere over kerst, huwelijk, verjaardagen.
Vindt u dat die interne richtlijnen openlijk moeten worden gecommuniceerd? Of vindt u het normaal dat men die blijkbaar achter de hand houdt en daar niet over communiceert?
Vindt u dat speciale gelegenheden, zoals Kerstmis, verjaardagen enzovoort, in familieverband moeten kunnen worden gevierd? Ik vind van wel en ga ervan uit dat u dat ook vindt.
Vindt u dat ziekenhuisopnames niet mogen worden meegerekend bij een mogelijke weigering van 7/7-ondersteuning? Want het blijkt dat als er een ziekenhuisopname is, men daar dus ook rekening mee houdt en dat dit dus niet onder de uitzondering zou vallen, opnieuw volgens de interne richtlijnen die er zouden zijn.
Vindt u dat er uitzonderingen moeten kunnen worden toegestaan om redenen van praktische aard en dat ook overmacht mogelijk is?
Bij bezoeken aan huis voor speciale aangelegenheden wordt bij zwaar zorgbehoevenden extra professionele zorg voorzien thuis. Is dat ook een reden om al dan niet de 7/7-erkenning toe te kennen?
Hoe handelt het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) procedures af die nog voor de herziening van de richtlijn werden opgestart, maar nog niet zijn afgerond? Hoe moet men daar verder mee omgaan?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, er zijn geen interne richtlijnen. Strikt genomen zegt de regelgeving dat het verblijf bij een vergunde zorgaanbieder onafgebroken zeven dagen op zeven moet gebeuren. Het VAPH neemt hierbij een iets soepelere houding aan zodat personen die zeer occasioneel thuis opgevangen werden, toch een beroep kunnen doen op deze uitzonderingsprocedure. De term ‘onafgebroken’ wordt casus per casus bekeken. In de praktijk is gebleken dat meerdere oorzaken een rol kunnen spelen in de afweging van de beslissing.
Het VAPH houdt er bij de beoordeling wel degelijk rekening mee dat een persoon met een handicap een speciale gelegenheid in thuisverband moet kunnen vieren. Als echter wordt vastgesteld dat deze speciale gelegenheden leiden tot een regelmatig thuisverblijf, dan kan niet meer worden aangetoond dat de persoon hoe dan ook alleen nog bij een vergunde zorgaanbieder kan worden opgevangen en kan de aanvraag worden geweigerd.
Een ziekenhuisopname op zich wordt niet in rekening gebracht als een afwezigheid.
Moeten er uitzonderingen kunnen worden toegestaan, om redenen van praktische aard en wegens overmacht? Ja. En zoals ik al aangaf, doet het VAPH dat ook. Alleen is elke aanvraag anders en elke context ook. Net om in te spelen op die individuele situatie, zijn algemene richtlijnen niet het juiste antwoord.
Zoals ik al zei, is de uitzonderingsprocedure voorzien voor personen die echt niet meer thuis kunnen verblijven. Indien ze met ondersteuning toch thuis kunnen verblijven, vallen ze niet onder de definitie van het besluit.
Zoals u weet, wordt de uitzonderingsprocedure 7/7 inderdaad opgeheven. De procedures die nog niet zijn afgerond, worden behandeld volgens de bestaande richtlijnen van het besluit, en dit zolang het juridisch mogelijk is om een aanvraag in te dienen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik ben natuurlijk blij dat u zegt dat het agentschap pragmatisch is en vindt dat personen wegens speciale aangelegenheden thuis in familieverband moeten kunnen zijn. Maar ik vind het wel wat moeilijk dat het redelijk ad hoc en subjectief wordt beoordeeld. Ik ken een aantal gevallen. Ik ben al meer dan twintig jaar als vrijwilliger actief in een dienstverleningscentrum. Ik ken een aantal gevallen waarbij het agentschap toch wel bijzonder eigenaardige beslissingen heeft genomen. Zo zijn er gezinnen die er alles aan doen om mensen thuis op te vangen als er een huwelijk of een verjaardag is. Zij moeten dan hulp inroepen van buren, broers en zussen. Men gaat ervan uit dat zij thuis kunnen worden opgevangen, aangezien ze meer dan zoveel keer thuis zijn geweest in een bepaalde periode.
Ik vind dat een heel eigenaardige redenering. Het lijkt mij toch wel moeilijk: als men die interne richtlijnen die men heeft met een soort maximum niet open communiceert, kunnen mensen er ook geen rekening mee houden. Mensen doen er alles aan om te zorgen dat opvang thuis kan in die speciale situaties en krijgen dan plotseling het deksel op de neus. Men zegt dan dat opvang in de thuissituatie mogelijk is omdat iemand zoveel keer thuis geweest. Ik vind dat heel moeilijk en ik denk dat het agentschap daar veel opener over zou moeten communiceren en ook heel duidelijk moet zeggen wanneer die uitzonderingen in aanmerking komen. Ik vind dit belangrijk omdat die weigeringen aanleiding geven tot schrijnende situaties. Soms gaat het om ouders die een eind in de tachtig zijn en broers en zussen ook thuis laten logeren om die ene zoon of dochter ook eens een dag thuis te laten zijn. Dan vind ik het wel heel moeilijk als men zegt dat dat te veel gebeurt en dat de thuissituatie de opvang dus aankan.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Dit voorbeeld is natuurlijk niet nieuw. Een jaar geleden heb ik eigenlijk hetzelfde pleidooi gehouden, dat er meer duidelijkheid moet komen in die regels. Het is inderdaad moeilijk om te weten hoeveel dagen aanwezigheid bij de ene of de andere nog oké is. Er was toen ook gezegd dat het geval per geval bekeken wordt. Maar het is natuurlijk voor ouders moeilijk om daar dan een beslissing in te nemen.
Maar als ik het goed begrepen heb, minister, zit het nu in het Mozaïekbesluit en gaat deze regel dus ook verdwijnen. Ik neem aan dat het nu nog gaat over de dossiers die nog lopende zijn. In het besluit van de ministerraad kon ik lezen dat dit wordt opgeheven met ingang van de dag van de publicatie van voorliggend besluit in het Belgisch Staatsblad. Hebt u er al zicht op wanneer dat ongeveer zal zijn? Ik neem aan dat, als mensen nu de aanvraag doen, zij nog kunnen instappen in de oude regeling. Of hoe moeten we dat juist bekijken?
Minister Beke heeft het woord.
Het zit nog bij de Raad van State. Wij wachten dat dus af, en dan zullen we dat zo snel mogelijk volgens de normale regels en procedures behandelen en afhandelen.
Ik begrijp dat het VAPH zegt dat men rekening moet houden met individuele situaties. Het gaat natuurlijk over uitzonderlijke situaties als verjaardagen. Het is natuurlijk moeilijk om daar een vast aantal op te plakken. Heeft men broers, heeft men zussen? Heeft men geen broers, heeft men geen zussen? Heeft men nog een ouder, heeft men nog twee ouders? Ik weet dus niet of interne richtlijnen die alles kristalliseren de zaken niet nog complexer zullen maken. Ik denk dat het belangrijk is dat men rekening houdt met de situatie ‘case by case’. Ik zal de bekommernissen die hier geuit zijn, overmaken aan het VAPH.
De vraag om uitleg is afgehandeld.