Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, op vrijdag 31 januari woedde er een zware brand in het beschermde kasteel Blondel de Beauregard in Viane. Verschillende brandweerkorpsen kwamen ter plaatse, maar de schade aan de linkervleugel van het kasteel is groot. De brandweer vond verschillende brandhaarden en jerrycans, wat erop zou wijzen dat de brand zo goed als zeker is aangestoken.
Ooit hadden de Nederlandse eigenaars grootse plannen met het kasteel, ze wilden er een seniorenhuis met vijftien luxeappartementen van maken. Met een premie van de overheid werd het dak gerenoveerd, maar van verdere plannen kwam niets meer in huis. Het lege kasteel staat al jaren te verloederen en te verkommeren. Een vijftal jaar geleden hebben spelende kinderen er al eens brand gesticht en er zouden regelmatig krakers in het pand zitten.
Al in 2007 eiste toenmalig minister Van Mechelen dat het kasteel dringend gerestaureerd zou worden. In 2016 startte de Inspectie Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed een burgerlijke procedure op om de eigenaars aan te zetten tot renovatie. In datzelfde jaar sleepte de stad Geraardsbergen de eigenaars voor de rechter. In september 2018 nog werden de eigenaars door de rechtbank van eerste aanleg veroordeeld tot flinke boetes. Ze werden ook verplicht om het kasteel in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. De eigenaars tekenden beroep aan tegen deze beslissing. In 2020 zorgt een zware brand dat het kasteel zijn laatste restje uitstraling kwijt is. Ik heb de luchtbeelden gezien die TV OOST heeft gemaakt van de huidige toestand, en dat is intriest.
Minister, hoe moet het nu verder? Zal het agentschap een onderzoek opstarten om te bekijken of de bescherming behouden kan blijven nu de helft van het kasteel is afgebrand? Indien de bescherming behouden blijft, met welke middelen wordt het kasteel heropgebouwd? Wat als bewezen wordt dat er kwaad opzet in het spel is en de verzekering niet tussenkomt? Indien Vlaanderen toch zou tussenkomen, is dat dan te verantwoorden tegenover de belastingbetaler, na al die jaren van verwaarlozing?
Meer algemeen, over de onderhoudsplicht van eigenaars: de zaak van het kasteel van Viane sleept al langer dan tien jaar aan, ondanks de aanmaningen, een burgerlijke procedure, een rechtszaak en een veroordeling. Dat wijst toch op tekortkomingen in het handhavingsbeleid. Bent u van mening dat we op dat gebied de regelgeving moeten bijsturen?
In mijn geboortestreek is er een gelijkaardige casus: eigenaars van een 14e-eeuwse schuur weigerden om te restaureren: geen financiële middelen, beweren ze. Het gebouw stortte twee of drie jaar geleden volledig in. Ik heb er toen nog een vraag over gesteld aan uw voorganger, voormalig minister-president Bourgeois.
Recent las ik in de krant over het kasteel Ter Meeren in Sterrebeek, dat blijkbaar ook dringend toe is aan restauratie. Er is een restauratiepremie toegekend van bijna 467.000 euro, maar er werden tot nu toe alleen dringende instandhoudingswerkzaamheden uitgevoerd voor slechts een fractie van dat bedrag. Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft een proces aangespannen tegen de eigenaars en wil dat ook het resterende bedrag eindelijk wordt gebruikt. In oktober 2019 werd een minnelijke schikking voorgesteld om tot een snellere oplossing te komen. De eigenaar gaf geen reactie meer, waardoor het wachten is tot mei 2021 voordat de zaak voor het hof van beroep zal komen. Intussen vervalt het kasteel verder en zal de restauratiekost oplopen.
Op woningen die staan te verkrotten, wordt een belasting geheven. Is het een optie om een belasting te heffen op beschermde monumenten waarvan de eigenaar nalaat ze te behoeden voor verval? Tenslotte, dat haalt u ook aan in uw beleidsnota, voorkomt goed beheer hogere restauratiekosten. Zou het een optie zijn om ambtshalve restauratiemaatregelen uit te voeren op kosten van de eigenaar als de eigenaar hardnekkig blijft weigeren om aan zijn onderhoudsplicht te voldoen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, waar is uw geboortestreek precies?
In Noord-Limburg.
Iedereen in Limburg kent elkaar.
Deze vraag om uitleg is een gevoelige vraag, want het betreft een geval bij ons in de streek, voorzitter. Geraardsbergen is een buurgemeente van onze gemeente Zottegem. Wij zijn de laatste tijd zwaar getroffen. Ik weet niet of u het deze morgen in De Standaard hebt gelezen, maar er is bij ons ook een beschermde boom van 150 jaar oud, de Vollander, omgewaaid en daar is nu heel wat over te doen. De streek is de laatste weken zwaar getroffen. Het is mij nog niet gelukt om in Viane langs te gaan, maar we plannen wel een bezoek. Net als u vernam ik deze spijtige gebeurtenis. Hoe het nu verder moet, zal in de komende maanden moeten blijken.
Zoals u reeds aangaf, kent dit dossier een lange voorgeschiedenis. Mijn diensten gingen de voorbije jaren samen met de inspecteur van de afdeling Handhaving vele malen ter plaatse. Bij deze plaatsbezoeken werd herhaaldelijk vastgesteld dat de eigenaar nalaat de nodige instandhoudings- en onderhoudswerken te doen. Dit resulteerde in talrijke aanmaningen en processen-verbaal. De eigenaar werd aangeklaagd voor ernstige verwaarlozing en de inspecteur Onroerend Erfgoed vorderde hiervoor het herstel. In eerste aanleg werd de eigenaar in de zomer van 2018 ook veroordeeld om dit herstel uit te voeren. De eigenaar ging hiertegen in beroep. Ik heb trouwens ter info een heel lange lijst van acties die de laatste jaren genomen zijn. Het begint eigenlijk al in 1992. Ik kan zeggen dat het agentschap grondig zijn werk gedaan heeft en dat van nabij heeft opgevolgd, maar het heeft niet mogen baten. De zaak kwam op 7 februari laatstleden opnieuw voor het hof van beroep. De zitting werd aldaar uitgesteld tot 18 september 2020. Die zaak blijft ook lopen, voor alle duidelijkheid. De brand verandert daar niets aan.
De medewerkers van het agentschap gingen samen met een inspecteur van de afdeling Handhaving en de lokale politie en brandweer reeds ter plaatse om de eerste vaststellingen te doen. Bij dit bezoek bleek dat vooral de linkerdakhelft het zwaar te verduren kreeg en de koepel vernield werd. Het gelijkvloers en de eerste verdieping bleven gedeeltelijk bewaard. U hebt zelf de beelden van TV Oost gezien. Daarop is het best te zien hoe verwoestend de brand is geweest. Gelukkig kon de rechtervleugel gevrijwaard blijven en zijn gelijkvloers en eerste verdieping, zolder en kapconstructie er intact. Ook de kleine koepel van de kapel bleef bewaard, net als de muurschilderingen van de grote koepel en restanten stucwerk. Ook het poortgebouw is nog intact. Op basis van de eerste vaststellingen is het beslissen over het al dan niet opheffen van de bescherming voorbarig.
Gedetailleerder onderzoek zal nu worden uitgevoerd om dit nader te bekijken en een nieuwe herstelvordering op te maken, rekening houdend met de huidige toestand van het gebouw. De aangepaste vordering zal aan de rechter worden voorgelegd op 18 september 2020. Ik heb net gezegd dat die zaak is uitgesteld. Dat zal dus worden toegevoegd aan het dossier.
Het is de rechtbank die op vordering van de inspecteur Onroerend Erfgoed het integrale herstel van de veroorzaakte schade oplegt. Als een beschermd goed ingevolge een misdrijf geheel of gedeeltelijk vernietigd is, wordt de gehele of gedeeltelijke reconstructie bevolen, gebruikmakend van historisch verantwoorde technieken, materialen en beplantingen. Bijkomend beveelt de rechtbank op vordering van de inspecteur Onroerend Erfgoed de betaling van een aanvullende vergoeding voor de blijvende vernietiging van erfgoedwaarden. Maar zoals gezegd, zal een gedetailleerder onderzoek nodig zijn om de juiste inhoud van deze vordering te bepalen. Het is dus de eigenaar die zal moeten instaan voor de middelen om het kasteel weer op te bouwen.
Of er al dan niet kwaad opzet in het spel is, zal moeten blijken uit het onderzoek door politie en brandweer. Er zijn inderdaad vermoedens, maar we kunnen ons er niet over uitspreken. We kunnen dat alleen maar volgen in de pers, net zoals u. Verder kunnen wij daar geen commentaar op geven omdat het onderzoek nog loopt.
Met of zonder kwaad opzet blijft het de verantwoordelijkheid van de eigenaar om te voorzien in het herstel, al dan niet met tussenkomst van de verzekering, als het al verzekerd was.
Indien Vlaanderen toch zou tussenkomen, is dat dan te verantwoorden tegenover de belastingbetaler? Momenteel is deze vraag niet aan de orde aangezien de procedure met betrekking tot de herstelvordering voor de strafrechter loopt. Eigenlijk komt het hierop neer: als de eigenaar toch bereid is om geld te steken in een restauratie, dan lijkt het mij wel te verantwoorden dat de Vlaamse overheid daartegenover een premie stelt. Dan is dat evident want dan krijg je herstel van de erfgoedwaarde. Als dat niet het geval is, dan moeten we bekijken wat er gebeurt. Maar de premie die Vlaanderen geeft, is altijd aanvullend bij herstelwerken die de eigenaar zelf doet.
Zoals u aangeeft, is handhaving in nog al te veel gevallen, ook in dit geval, de laatste stap om verwaarlozing te stoppen. Maar dan is het jammer genoeg al vaak vijf na twaalf. In functie van het behoud van onze waardevolle sites zal het agentschap Onroerend Erfgoed samen met de collega’s van Handhaving proactiever bemiddelende trajecten opstarten. We zullen dus sneller naar een bemiddeling gaan om te kijken naar een oplossing.
Zoals u wel weet, werd met de invoering van de nieuwe regelgeving Onroerend Erfgoed, ook een ruimer handhavingsinstrumentarium uitgerold. De optimalisatie en modernisering van de handhavingsinstrumenten maken het nu mogelijk om in geval van inbreuken minder gerechtelijk en meer administratief op te treden door boetes, schadevergoedingen, bestuurlijke handhaving enzoverder.
Wie zich niet houdt aan de regels wat betreft onroerend of varend erfgoed, kan voortaan dus zowel gerechtelijk als bestuurlijk bestraft worden. De start van de procedure van dit dossier dateert nog van voor de huidige regelgeving. Bijsturing van de regelgeving is op dit moment dan ook niet onmiddellijk aan de orde omdat we ondertussen al een bijgestuurde regelgeving hebben.
Wel werk ik verder aan een slagkrachtige handhaving. De regelgeving, de strategische prioriteiten, de programmering en de rapportering inzake handhaving worden afgestemd op het erfgoedbeleid en de beleidsmatige prioriteiten. Ook stimuleer ik lokale besturen in de uitbouw van een lokaal handhavingsbeleid. Nieuwe opleidingen voor lokale verbalisanten behoren tot de mogelijkheden.
Met de heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen, ook wel ‘krotbelasting’ genoemd, willen we de verloedering van de leefomgeving tegengaan. De heffing maakt geen onderscheid tussen wel of niet beschermde panden. Een woning wordt onbewoonbaar en/of ongeschikt verklaard via een besluit van de burgemeester van de gemeente of stad waar de betrokken woning is gelegen. Het is dus de burgemeester die daar het initiatief in neemt. De mogelijkheid die u beschrijft, bestaat dus al. Er kan al een krotbelasting opgelegd worden aan een beschermd monument.
Navraag bij de collega’s van Wonen Oost-Vlaanderen leert dat het kasteel momenteel niet op de inventaris van verwaarloosde woningen of gebouwen staat. De burgemeester zou naar aanleiding van de recente brand wel een besluit kunnen uitvaardigen waardoor het kasteel in de Vlaamse inventaris wordt opgenomen. Ik denk dat we daarover in overleg zullen gaan met de burgemeester.
De vordering van de inspecteur voorziet ook in ambtshalve uitvoering indien de veroordeelde niet binnen de opgelegde hersteltermijn het herstel uitvoert. Aan die ambtshalve uitvoering zijn uiteraard ook kosten verbonden. In theorie zouden die kosten dan weliswaar worden teruggevorderd van de eigenaar. Om daarin stappen te kunnen ondernemen, moeten we in ieder geval de uitspraak van de rechter afwachten.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik vind alle maatregelen die u nog wilt nemen en die al genomen zijn, zeer positief. Ik ben er ook zeker van dat het agentschap zijn werk heel goed heeft gedaan.
Zachte handhaving, harde handhaving, het heeft allemaal niet gewerkt. Er is zo’n oude uitspraak: wat baten kaars en bril, als den uil niet zien en wil? Als het pand zelfs niet op de lijst van de verkrotte panden staat, begin ik mij toch wel vragen te stellen over de nalatigheid van verschillende instanties. Het blijft dus afwachten.
Is onteigening een optie? Ik heb het eens nagekeken. Dat is het ultieme redmiddel. Tussen 2015 en 2019 is daar niet één keer gebruik van gemaakt. Het blijft toch op een aantal punten in gebreke.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Dit is één voorbeeld, maar zoals u en de collega terecht zeiden, zijn er natuurlijk verschillende van die gevallen, jammer genoeg. Ik denk dat we die voorvallen in twee categorieën moeten onderverdelen. De eerste categorie, dat zijn eigenaars die het bewust laten verkommeren, om er dan eventueel andere plannen mee aan te vatten. Daar is de handhaving van groot belang. Er moet kort op de bal worden gespeeld.
Ten tweede denk ik dat er ook heel wat eigenaars zijn die zo’n beschermd pand kopen en daar grootse plannen mee hebben, maar niet beseffen wat voor kosten en administratie daar allemaal bij komen kijken. Mijn suggestie is: kunnen we niet meer informatie geven aan potentiële eigenaars? Je zou bijvoorbeeld kunnen bepalen dat als je een dergelijk pand verwerft, de notaris een soort informatieplicht heeft om je erop te wijzen wat voor kosten daar allemaal aan zijn en wat zo’n restauratie allemaal met zich meebrengt. Je krijgt wel een subsidie, maar je moet ook zelf nog fors investeren. Misschien is dat ook een optie, om meer proactief te werken en potentiële eigenaars op die manier goed te informeren over waaraan ze zich allemaal moeten verwachten, voordat ze de stap zetten om zo’n pand te verwerven en er grootse plannen mee aan te vatten. Het is maar een suggestie, om te voorkomen dat we in een situatie zitten zoals hier, waar inderdaad wel de handhaving speelt, maar waar dat op het terrein eigenlijk geen enkel resultaat geeft.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Ik zou daar nog een categorie aan willen toevoegen, namelijk die van de onverdeeldheid, iets wat de zaken heel vaak erg compliceert. In mijn eigen gemeente hebben we een afgebrande hoeve, die in een verdeelde eigendom zit met 84 personen – dat kom je af en toe wel eens tegen. Daar is geen enkele vooruitgang. Dat is pendeldiplomatie in een zeer uitgebreide familie. Daar is geen kant-en-klare oplossing voor. Ook de notaris kan daar weinig meer doen dan wat bemiddelen en trachten wat duidelijkheid te krijgen in die eigendomsstructuur. Maar dat vertraagt natuurlijk heel veel investeringen. Dat doet het pand verder verkommeren en leidt zelfs tot instabiliteit door nalatigheid.
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral, ik begrijp de opmerkingen. Er zijn gevallen waar het helemaal misloopt, dit is er een voorbeeld van en er zijn er zo nog. Maar ik wil ook niet dat we nu helemaal in een doemscenario terechtkomen. In de overgrote meerderheid van de gevallen springen de eigenaars wel degelijk zorgzaam om met dat onroerend erfgoed. Ze leveren daar heel wat inspanningen voor. De afgelopen maanden, sinds ik minister ben, heb ik gemerkt dat dat voor die mensen soms echt een missie is in het leven om daar werk van te maken. Tegen de bewering dat er van de premies alleen maar geprofiteerd wordt, zoals je soms ook op sociale media leest, verzet ik mij. Ik denk dat de meeste mensen dat echt als eigenaar, beheerder, wat dan ook, uit overtuiging doen, er met hart en ziel dikwijls dag en nacht voor werken om zulke projecten tot een goed einde te brengen. Ze doen dat met veel liefde. Maar er zijn ook mistoestanden. Dit is er een voorbeeld van, en zo zijn er nog. Daar zijn we het over eens.
Wat de onverdeeldheid betreft, kan ik me niet over het concrete geval uitspreken. Er zijn 84 eigenaars. Dat staat natuurlijk los van het probleem van onroerend erfgoed. Ik moet zeggen, ik ben nooit een goed jurist geweest, maar ik weet dat men altijd het recht heeft om uit een onverdeeldheid te stappen. Er zit een artikel in het Burgerlijk Wetboek dat dit toelaat. Dan moet het openbaar verkocht worden of zoiets. Dat zijn dikwijls erfeniszaken. 84 kinderen zullen wel niet uit één gezin komen, neem ik aan. (Opmerkingen)
En kleinkinderen, ja. Het zal wel een erfeniskwestie zijn, daar kan ik me niet over uitspreken. Het probleem is daar niet echt een vraag van onroerend erfgoed.
Ik ben niet helemaal te vinden voor onteigening. Je hebt de eigenaars nodig om mee te werken aan die projecten en ze te ondersteunen. U vroeg of het nog wel te verantwoorden was tegenover de belastingbetaler. Als we altijd gaan onteigenen, gaat de Vlaamse overheid zeer veel eigendom krijgen, daar staan ook een pak kosten tegenover. We moeten er dan ook iets kunnen mee doen. Ik denk dat we beter werken aan een verbeterde verstandhouding met de eigenaars die in een overgrote meerderheid van de gevallen heel goed loopt. In de paar gevallen dat het niet lukt, is de regelgeving bijgestuurd, dat heb ik in mijn initiële antwoord gezegd. We moeten daar nu veel proactiever op inspelen.
Mevrouw Schauvliege, een notaris is nu al verplicht om mee te geven wanneer het om een beschermd onroerend goed gaat, dat moet in de akte staan, of als het in een beschermd landschap of dorpsgezicht ligt. Natuurlijk moet de notaris dan meedelen dat er zeer veel kosten aan verbonden zijn. Een notaris is natuurlijk geen aannemer, architect of projectontwikkelaar. Dat is al een stap verder. Het feit dat er in de akte moet staan dat het gaat over een beschermd onroerend goed, moet een belletje doen rinkelen dat er mogelijk kosten aan verbonden zijn.
De opmerking dat men zich dikwijls mispakt en daar grote plannen mee heeft die dan veel duurder blijken te zijn, geldt voor alles, niet alleen voor beschermde monumenten. Iedereen die al een verbouwing heeft meegemaakt, kan daarvan getuigen.
We zitten met de nieuwe regelgeving al op de goede weg. Het agentschap is daar zeer proactief in. Bij een potentiële verkoop kunnen potentiële kopers altijd bij het agentschap informatie inwinnen voor ze de verkoop laten plaatsvinden. Het agentschap treedt daar zeer proactief op om mensen te wijzen op de kosten die er zijn en op de regelgeving met betrekking tot onroerend erfgoed. Als agentschap doen we daar al heel wat. Met de nieuwe regelgeving is er al heel wat bijgestuurd.
Wat betreft het kasteel van Viane zullen we zien. We zullen contact opnemen met de burgemeester om de zaak van dichtbij op te volgen. Het is sowieso ook wachten op de gerechtelijke uitspraak daar.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden.
Het blijft mij gewoon intrigeren waarom het allemaal zo lang moet duren. De eerste premie dateert van 1992. Dan zou ik toch kunnen vragen: kan het hele proces niet versneld worden? Kan er niet vlugger worden overgegaan van zachte handhaving naar harde handhaving? Die man ontsnapt blijkbaar elke keer weer. Op een gegeven moment moet het ophouden en is het echt gedaan. Dan komen er geen premies meer. We kunnen niet blijven wachten, zeker niet als de eigenaar er zijn voeten aan veegt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.