Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik heb het er niet om gedaan, maar mijn vraag vindt zijn oorsprong in Limburg. Pleegzorg Limburg heeft aan de alarmbel getrokken. Ze kaartten een groot gebrek aan pleeggezinnen aan die crisisopvang kunnen bieden aan kinderen en jongeren in nood. In 2020 kreeg Pleegzorg Limburg al vijf crisisvragen voor kinderen tussen 0 en 4 jaar. Voor slechts twee kinderen kon Pleegzorg een oplossing bieden in een pleeggezin.
Dit probleem is niet nieuw. Vorig jaar werden 39 keer kinderen geweigerd in crisispleegzorg omdat er geen crisispleegzorgouders voorhanden waren. Pleegzorg Limburg gaat nu op zoek naar extra pleeggezinnen om zulke kinderen op te vangen. De coördinator zegt daarover het volgende: “We moeten ze eigenlijk 's avonds kunnen bellen om morgen een kind op te vangen. Vandaar dat we ons in eerste instantie richten op huismoeders, huisvaders, jonggepensioneerden of mensen met een erg flexibele werkgever." Crisisopvang is van korte duur, namelijk tot maximaal twee weken, maar soms moeten gezinnen toch ook langer beschikbaar blijven. Ondertussen heb ik gezien dat er in Limburg een infoavond heeft plaatsgevonden waar meer dan honderd kandidaat-pleegouders zijn opgedaagd. Dat was op zijn minst hartverwarmend om te zien.
In het regeerakkoord staat het volgende: “Wanneer blijkt dat de opvoedingssituatie verontrustend is, mogen we niet aarzelen en moeten jongeren tijdelijk of permanent uit huis geplaatst worden. Bij uithuisplaatsing is pleegzorg het eerste alternatief. We investeren in het niet-rechtstreeks toegankelijk aanbod. Daarnaast investeren we in alternatieve residentiële opvang zoals gezinshuizen, na evaluatie van het lopende proefproject. Binnen het integrale jeugdhulplandschap maken we daarvoor een module gezinshuizen beschikbaar die professionele dag- en nachtopvang mogelijk maakt in een warme thuiscontext.”
Minister, was u op de hoogte van het feit dat het zo moeilijk is om crisispleegouders te vinden? Voor Limburg is die tendens erg duidelijk, maar neemt u dat ook waar in de vier andere provincies? Hebt u daar wat achtergrond of wat cijfers over?
Hoe bent u van plan om op dit tekort in te spelen? Het is wel echt superbelangrijk om heel snel in te grijpen. Voor kindjes in een verontrustende opvoedingssituatie in hun leefomgeving, kan dat op lange termijn een heel groot verschil maken.
Hoe kunt u garanderen dat kinderen die niet terecht kunnen in een crisispleeggezin maar toch nood hebben aan crisisopvang, een aangepaste begeleiding krijgen?
Vorige legislatuur werd er een voorstel van resolutie inzake gezinshuizen ingevoerd. Naar aanleiding hiervan werd het pilootproject Simbahuizen in samenwerking met SOS Kinderdorpen opgestart. Deze projectsubsidie liep tot 31 december 2019 en er ging een evaluatie gebeuren. Is die evaluatie reeds gebeurd en wat zijn hiervan de grootste conclusies? Hoe gaat u hier verder mee om in uw beleid? Kunnen de gezinshuizen een rol spelen om het tekort aan crisispleeggezinnen wat te dichten?
Minister Beke heeft het woord.
In 2018 werden ongeveer 220 kinderen in een pleeggezin opgevangen via de module crisispleegzorg, rechtstreeks toegankelijk jeugdhulp, en een honderdtal via het crisismeldpunt. De vraag is overal groter dan het aanbod.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg voorziet dat de diensten voor pleegzorg extra begeleiding kunnen inzetten die op een flexibele manier inspeelt op de ondersteuningsnoden van crisispleeggezinnen. In bepaalde situaties zal er ook vanuit het crisismeldpunt aanvullende crisisbegeleiding aangeboden worden ten aanzien van de gezinnen van de pleegkinderen. Deze intensieve omkadering moet de keuze om aan crisispleegzorg te doen, aantrekkelijker maken.
In het kader van Werf 2 van het uitbreidingsbeleid jeugdhulp, de uithuisplaatsing van jonge kinderen, werd aan hulpverleners gevraagd om uit te kijken naar mogelijke crisispleeggezinnen. Aan de diensten voor pleegzorg werd gevraagd om hierop in te spelen door bijvoorbeeld een verkorte screeningsperiode te voorzien als een collega-hulpverlener een pleeggezin aanbrengt.
Eind vorig jaar heeft het agentschap Opgroeien de ontwikkelingen op het vlak van crisispleegzorg besproken met de diensten en daarbij aangestuurd op verdere uitwisseling van goede praktijken. Twee mogelijke initiatieven die tijdens de gesprekken aan bod kwamen, zijn het opzetten van specifieke wervingscampagnes voor crisispleeggezinnen en het zoeken naar crisispleeggezinnen binnen de omgevingsnetwerken van gezinnen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat pleegzorg werkt met een open-endfinanciering. Als meer crisispleeggezinnen gevonden worden, zullen de middelen van de diensten voor pleegzorg mee stijgen, dus daar ligt het niet aan.
De centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (ckg’s) en de organisaties voor Bijzondere Jeugdzorg beschikken over de capaciteit voor een crisisverblijf in leefgroepen met begeleiding. De crisismeldpunten jeugdhulp hebben zicht op de vrijstaande bedden, coördineren de opvang en activeren desgevallend de aanvullende mobiele crisisbegeleiding.
In het kader van Werf 2 werden afspraken gemaakt over de samenwerking tussen een residentieel crisisaanbod en de diensten voor pleegzorg. Dit maakt het mogelijk dat kinderen sneller vanuit een residentieel crisisverblijf in een leefgroep naar de pleegzorg kunnen doorstromen.
Het evaluatierapport wordt verwacht tegen juni 2020.
De Simbahuizen van SOS Kinderdorpen hebben als doelgroep jonge kinderen in situaties waar er op relatief korte termijn perspectief is op een terugkeer naar huis. Bedoeling is om te verkennen of gezinshuizen ook voor oudere doelgroepen en voor langdurige, perspectiefbiedende trajecten kunnen worden ingeschakeld. Ook de mogelijkheid en haalbaarheid om gezinshuizen in crisissituaties in te zetten, zoals dat nu al gebeurt in Nederland, zal worden onderzocht. Rond dat laatste thema is al een eerste verkennend gesprek geweest tussen de initiatiefnemer en het crisismeldpunt van Oost-Vlaanderen.
De heer Parys heeft het woord.
Mijn eerste vraag gaat over de cijfers. U zegt dat er 220 kinderen aangemeld zijn via pleegzorg en 100 via het crisismeldpunt. Hoeveel van die 320 zijn er echt in crisispleegzorg terechtgekomen en hoeveel niet? Als 320 het cijfer zou zijn voor heel Vlaanderen, dan is er wel iets vreemds aan de hand in Limburg, want Het Belang van Limburg citeert mevrouw Palmans, die teamverantwoordelijke is voor crisispleegzorg in Limburg. Zij zei dat er in 2019 108 vragen in Limburg waren en daarvan 39 kinderen niet konden worden geplaatst. Ongeveer een derde van de kinderen kan nergens terecht. Als het al om 108 kinderen gaat in Limburg, dan lijken 320 kinderen voor heel Vlaanderen me heel erg weinig. Zijn dat de kinderen die in een crisispleeggezin zijn terechtgekomen of zijn dat de aanmeldingen waarvan slechts een deel van de kinderen in de crisispleegzorg is terechtgekomen?
Is het dan ook zo dat een derde van de kinderen die zich aanmelden voor crisispleegzorg in Vlaanderen geen crisisopvang binnen de pleegzorg vindt? Dat is toch een belangrijk cijfer. Is dat ongeveer de verdeling? Dan hebben we ook zicht op hoe groot het probleem in zijn totaliteit in Vlaanderen is.
U zegt dat een specifieke wervingscampagne kan worden opgezet en dat we binnen de omgevingsnetwerken moeten kijken. U zegt ook dat de evaluatie van de Simbahuizen voor de zomer is gepland, maar dat daar wel muziek in zit.
Ik zei net dat ik met mevrouw Verheyen op bezoek ben geweest bij Jeugdhulp Limburg. Daar zei het crisismeldpunt dat het tekort aan crisisgezinnen eigenlijk veel hoger ligt dan wat er gerapporteerd wordt, omdat men vaak ’s ochtends belt, en het dan al duidelijk is dat er toch geen plaats is. Dan vragen ze al geen crisispleegzorg meer aan. Is dat ook iets wat u ziet? Kunnen we iets doen om dat cijfer correct te krijgen?
Minister Beke heeft het woord.
Mijnheer Parys, het zijn er geen 320, maar 220. In 2018 zijn er 220 kinderen in een pleeggezin opgevangen via de module crisispleegzorg.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik wacht uw cijfers af. Als we zien dat bijvoorbeeld een derde van de kinderen in crisis niet terechtkan in een crisispleeggezin, alhoewel dat de beste optie is en de eerste optie zou moeten zijn, dan denk ik dat het belangrijk is om daar ook nog eens heel specifiek aandacht voor te hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.