Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de verdeling van de middelen van het Europese Fonds voor een rechtvaardige transitie
Verslag
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, minister, de Europese Commissie wil 7,5 miljard euro ter beschikking stellen van het Fonds voor een rechtvaardige transitie. Qua orwelliaanse naamgeving kan dat tellen, want er is niks rechtvaardigs aan. Dat is een fonds om bepaalde landen te helpen in hun overgang naar een zogenaamde klimaatneutrale economie, zoals bepaald in de zogenaamde Green Deal, die een totaal prijskaartje van 1000 miljard euro heeft. Van dat transitiefonds krijgt België slechts 68 miljoen euro voor de volgende zeven jaar. Het opzet van dat zogenaamde transitiefonds is het verzachten van de sociale gevolgen van de Green Deal in landen die nog zwaar afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of hoge concentraties broeikasgassen de lucht in blazen.
Polen is de grootste winnaar, want Polen zou het meeste geld krijgen: ruim 2 miljard euro. Dat is een derde van het totale fonds van 7,5 miljard euro. Ook Duitsland krijgt enorm veel geld uit dit klimaatfonds: maar liefst 877 miljoen euro. De reden is dat door die zogenaamde Energiewende – die door allerhande partijen hier aanwezig werd toegejuicht – en door het snel sluiten van de kerncentrales, de Duitsers massaal hebben moeten inzetten op steenkool. Daardoor is de luchtkwaliteit in Duitsland er sterk op achteruitgegaan, voor alle duidelijkheid. Roemenië krijgt 757 miljoen euro, Tsjechië 581 miljoen euro, Bulgarije 458 miljoen euro en Frankrijk 402 miljoen euro. Oost-Europa is de grote slokop omdat daar nog veel werknemers aan de slag zijn in de steenkoolindustrie. Dat is wel duidelijk als je al die bedragen hoort: met 68 miljoen euro krijgt België peanuts. Dat is amper 6 euro per inwoner voor de periode 2021-2027. België behoort daarmee tot de slechtst bedeelde lidstaten van de EU. Goed gedrag wordt eigenlijk afgestraft, ‘slecht gedrag’ – wat het klimaat betreft – beloond.
De Europese Commissie eist bovendien dat de lidstaten die geld krijgen uit de cohesiefondsen en het Europees Sociaal Fonds, dat armoede zou moeten helpen bestrijden, dat geld ook deels besteden aan de klimaatdoelstellingen van het transitiefonds, aan het klimaat dus. Met andere woorden, dat mag voor iedereen duidelijk zijn: België en dus Vlaanderen zullen dus gaan betalen voor het klimaatbeleid van landen als Polen en Bulgarije. Dat is een nieuwe transferstroom. Het is een geldstroom van Noordwest- naar Oost-Europa.
Minister Demir, daarom ook mijn vragen. Wat is uw reactie op deze nieuwe, onrechtvaardige geldstroom van west naar oost? Hoe zal die 68 miljoen euro concreet worden verdeeld over de regio’s in België? Wat zal de Vlaamse Regering met dat geld doen? Neemt u eventueel toch initiatieven om iets te doen aan deze onrechtvaardige onderbedeling van België?
De heer Bothuyne heeft het woord.
De Europese Commissie heeft inderdaad een tijdje geleden haar Green Deal voorgesteld waaraan een investeringsplan gekoppeld is van 1000 miljard euro. Dat is geen prijskaartje, collega Van Rooy, dat is ook geen kost, dat is een investeringsplan, waar uiteraard ook baten tegenover moeten staan. Ik denk dat we op dat vlak misschien niet alleen naar de Europese Commissie kunnen kijken maar ook naar de Amerikanen. Ik was op de klimaatconferentie in Parijs, waar de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, John Kerry, de klimaatuitdaging als de grootste ‘business opportunity ever’ bestempelde. Ik denk dat de Europese Commissie dat op een heel correcte manier heeft begrepen.
Een koploperspositie in de wereld vanuit Europa is trouwens iets wat wij als Vlaams Parlement kamerbreed hebben gevraagd in meerdere resoluties. Dus we zijn op zich blij dat de Europese Commissie daar het voortouw in neemt. Dat onderscheidt ons en de partijen van de meerderheid alvast van uw teneur aangaande die Green Deal, mijnheer Van Rooy.
De commissie heeft inderdaad ook een plan om gerichte steun vrij te maken voor regio’s en sectoren die het hardst getroffen zullen worden door het maatregelenpakket van de Europese Green Deal. Want we staan voor een grote transitie, waar ook onze industrie en onze energievoorziening door beïnvloed zullen worden. Een deel van die financiering zal komen van dat nieuw op te richten Fonds voor een rechtvaardige transitie: 7,5 miljard euro aan nieuwe EU-middelen, boven op het voorstel van de commissie voor de meerjarenbegroting, dat al ingediend was.
Op 14 januari werd er een ontwerpverordening gepubliceerd door de commissie, minister. U hebt die 34 pagina’s ongetwijfeld gelezen. Daar zijn inderdaad wel wat vragen bij te stellen. De Europese Commissie heeft een sleutel voorgesteld om de middelen uit het fonds toe te wijzen aan de lidstaten. Daarbij wordt rekening gehouden met de broeikasgasemissies en tewerkstelling in sectoren met een hoge koolstofintensiteit. Er wordt verwezen naar steenkool, turf en dergelijke meer. Er wordt dus ook gekeken naar de tewerkstelling in die sectoren.
De lidstaten hebben niet zomaar recht op hun deel van de 7,5 miljard euro, maar moeten een territoriaal correct rechtvaardigheidsplan indienen om te verantwoorden waarom bepaalde regio’s het meeste zullen lijden onder de economische en sociale gevolgen van de transitie, met name in de hierboven beschreven sectoren. De Europese Commissie verwacht van u dus een plan om de middelen te besteden.
Dan kom ik tot de essentie van de zaak. Het bedrag dat België toegewezen krijgt, is veel te weinig. Ik denk dat iedereen het daarover eens is. 6 euro per inwoner of 68 miljoen euro in totaal is het absolute minimum dat de Europese Commissie hanteert. Ter vergelijking: Nederland zou per inwoner meer dan het dubbele krijgen, zo’n 220 miljoen euro in totaal. Polen krijgt het maximumbedrag van 2 miljard euro of 52,7 euro per inwoner. Het is bovendien opvallend dat de ondergrens is vastgelegd op een bedrag per inwoner, terwijl het maximaal toegekende bedrag een absoluut plafond is.
De Europese Commissie geeft alleszins met de indicatieve verdeling die vooropstaat de indruk dat de slechtste leerlingen de grootste beloning krijgen. Wat ons betreft, is dat niet de juiste aanpak.
Minister, in welke mate ligt de verdeling van de middelen tussen de lidstaten reeds vast? Bent u van plan om wijzigingen aan de methodologie voor te stellen? U hebt reeds een positief advies gegeven inzake het principe van de oprichting van zo'n fonds via het Europees Comité van de Regio's. We hebben tot 12 maart de tijd om te reageren op het voorstel van de Commissie. Hoe zult u reageren? Wat zult u doen om de wijziging aan de methodologie te introduceren op Europees niveau? Uiteindelijk zullen er middelen komen vanuit het fonds en daar zal ook een intra-Belgische verdeling aan gekoppeld zijn. Op welke manier zullen de aan België toegewezen middelen worden verdeeld onder de gewesten, rekening houdend met het feit dat de grootste bulk van industriële activiteiten in Vlaanderen gesitueerd is? Gelet op de beperkte middelen, welke sectoren en regio’s in Vlaanderen zou u preferentieel willen ondersteunen?
Minister Demir heeft het woord.
Dames en heren, ik moet u niet vertellen dat dit een belangrijk dossier is. Ik heb steeds van in het begin gezegd dat Europa allerlei doelstellingen kan opleggen aan de Vlaming of aan de kmo's, maar dat daarnaast ook in de nodige middelen moet worden voorzien. Zo niet, kan men niet spreken van enige rechtvaardigheid. We mogen er toch van uitgaan dat Europa gebouwd is op de principes van rechtvaardigheid. Tot zover de algemene beschouwing.
Wat vandaag op tafel ligt, betreft een voorstel van de Europese Commissie dat nog besproken moet worden in de Raad Algemene Zaken en vormt dus nog het voorwerp van onderhandeling. Wat mij betreft, is het voorstel tot verdeling van de middelen uit het Just Transition Fund onrechtvaardig en moet het voorstel grondig bijgestuurd worden. De allocatie aan België uit het Just Transition Fund, overeenkomstig de berekeningsmethode zoals voorgesteld door de Europese Commissie, is immers zeer laag. Samen met zes andere landen ontvangt België het minimum minimorum – peanuts als ik het zo mag zeggen – van 6 euro per inwoner. In totaal komt dit op 68 miljoen euro voor een periode van zeven jaar. Een land als Polen zou 2 miljard euro uit het fonds ontvangen, meer dan een kwart van het totale fonds.
Ook Duitsland, dat 877 miljoen euro krijgt, Roemenië, dat 757 miljoen euro krijgt, en Tsjechië, dat 581 miljoen euro krijgt, zullen tevreden zijn met hun deel van het fonds. Van de rijkere lidstaten krijgt Finland 165 miljoen euro, Nederland 220 miljoen euro, wat neerkomt op ongeveer 12,8 euro per inwoner en Duitsland 877 miljoen euro, wat neerkomt op 10,6 euro per inwoner. Dat zijn opvallend hogere allocaties dan België.
Het is nog niet voor alle criteria in deze berekeningsmethode duidelijk op welke statistieken de Commissie zich heeft gebaseerd. Als je de transfers ziet naar Oost-Europa, de landen die het minst positief waren over de Europese klimaatambities, dan heb ik sterk de indruk dat er goodwill mee wordt afgekocht, en dat is niet de praktijk die Europa moet hanteren. Daar wil ik heel duidelijk over zijn. Het kan niet zijn dat landen die in het verleden al het een en ander gedaan hebben, nu amper iets zouden krijgen. Je zou voor minder revolteren tegen Europa, denk ik.
Op dit moment kunnen we reeds zeggen dat België laag scoort op de verschillende voorgestelde criteria, doordat drie van de vijf criteria gebaseerd zijn op steenkool- en bruinkoolontginning, turfproductie en schalieolieproductie. Dat zijn activiteiten die niet meer plaatsvinden in België. De Europese Commissie stelt ook voor om met een kunstmatig criterium te werken, namelijk de koolstofintensiteit: de broeikasgasuitstoot gedeeld door de bruto toegevoegde waarde in een bepaalde regio. In Vlaamse provincies met hoge industriële broeikasgasuitstoot, zoals Antwerpen, creëert de industrie echter ook veel bruto toegevoegde waarde. Hierdoor ligt de koolstofintensiteit relatief laag. Ook de relatief beperkte omvang van twee gebieden in België/Vlaanderen ten opzichte van het EU-gemiddelde speelt voor deze criteria in ons nadeel. Europa kan natuurlijk altijd criteria opstellen op maat van de Oost-Europese landen, moeilijk is dat niet.
Mijn diensten zijn bezig om de berekeningsmethode te onderzoeken en ze werken aan voorstellen voor aanpassingen van de voorgestelde berekeningswijze, om zo de return naar België en Vlaanderen te verhogen. Wat mij betreft kun je met dit voorstel van Europa ook echt geen rechtvaardige transitie mogelijk maken. Ik denk dat de Green Deal daardoor voor Vlaanderen op een Mean Deal zal uitdraaien.
Ook de verdeling van de aan België toegewezen middelen is een heel groot probleem. De gesprekken hierrond zullen snel worden opgestart. Het is belangrijk dat voldoende middelen uit dit fonds naar de Vlaamse regio’s vloeien. De Vlaamse industriële clusters, zoals bijvoorbeeld de Antwerpse haven of het Gentse havengebied, stellen heel wat mensen te werk, creëren een hoge toegevoegde waarde en worden vandaag nog met een hoge broeikasgasuitstoot geconfronteerd. Deze regio’s staan dan ook voor de grootste transitie-uitdaging, want er zijn veel absolute reducties nodig om te kunnen overgaan naar klimaatneutraliteit. De reducties die nog moeten worden gedaan zijn vaak duur, doordat er al heel wat inspanningen gedaan zijn in het verleden. Bovendien zijn deze regio’s belangrijk voor de Vlaamse economie en moeten zij hun internationale concurrentiepositie kunnen bewaren. Het is dus van belang dat deze regio’s geen transitie-achterstand oplopen, doordat ze buitenspel gezet worden in het Just Transition Fund. Dat is wat er vandaag de dag staat te gebeuren.
Het Just Transition Fund wil de Vlaamse regio’s duidelijk buitenspel zetten. Dat is wel degelijk een reëel risico in dit dossier. De keuze van de regio’s binnen een lidstaat wordt in het Commissievoorstel immers gelinkt aan de aanbevelingen van de Commissie in het kader van het Europees semester. Vorige week ontvingen we het ontwerp landenrapport voor België inzake dit Europees semester. Hierin was meteen een aanbeveling opgenomen over het inzetten van de Belgische middelen uit dit Just Transition Fund – dit terwijl over de tekst van de verordening inzake het Just Transition Fund nog volop moet worden onderhandeld. Zeer bizar dus.
Volgens de ontwerpaanbevelingen van de Europese Commissie zouden de Belgische middelen uit het Just Transition Fund prioritair moeten worden ingezet in de provincie Henegouwen. Dit is uiteraard totaal onaanvaardbaar voor Vlaanderen. Europa lijkt wel de pedalen kwijt. Het principe van subsidiariteit wordt hier immers compleet genegeerd. Het is absurd dat we zouden moeten aanvaarden dat de Europese Commissie ons vertelt in welke gebieden we het best geld uit het Just Transition Fund zouden moeten inzetten. In plaats van de lidstaten zelf een grondige analyse te laten uitvoeren, op basis van de inzichten bij de lidstaten inzake investeringsbehoeften, en kennis over de lokale uitdagingen, past de Europese Commissie een arbitraire en schimmige methodologie toe die tot de conclusie leidt dat er geen geld naar Vlaanderen kan vloeien uit dit fonds.
Vlaanderen dreigt dus met lege handen achter te blijven en twee keer te verliezen met deze Mean Deal: één keer betalen aan Europa, net zoals de Waalse collega’s, en een extra keer betalen omdat Europa een extra transfer eist van Vlaanderen naar Wallonië.
Lidstaten zouden minstens 6 euro per inwoner moeten ontvangen uit dit Just Transition Fund volgens de ontwerpverordening. Ik zal niet aanvaarden dat deze drempel voor Vlaanderen op 0 euro per persoon komt te liggen, want dat is wat de Europese Commissie vandaag voorstelt, beste vrienden. 0 euro per Vlaming. Dat is het schone verhaal van de Europese Commissie. Ik wil wel, en ik wil allerlei klimaatambities uitleggen aan de mensen, aan Vlaanderen, aan de kmo's, aan de industrie, maar als Europa komt zeggen dat Vlaanderen 0 euro krijgt: sorry, dit kan gewoon niet. Dit is gewoon onhaalbaar. De slogan die de Europese Commissie hanteert bij dit Just Transition Fund, luidt ‘Leave no one behind’. Het is wel heel duidelijk dat de Europese Commissie Vlaanderen achter zich laat met lege handen. Het kan niet de bedoeling zijn dat enkel de Vlaming wordt beroofd en verweesd achtergelaten met dit fonds.
We zullen als Vlaanderen dan ook trachten de ontwerpbevindingen van de Commissie bij te sturen. Ik denk dat we dat vandaag ook aan het doen zijn.
Het eerste doel van de Vlaamse Regering en ook van mezelf is ervoor te zorgen dat er ook in Vlaamse regio’s middelen uit het fonds kunnen worden ingezet. Voor welke Vlaamse regio’s dit dan moet zijn, Collega Bothuyne, zullen we binnen de Vlaamse Regering gesprekken opstarten. Ik denk dat ik in mijn antwoord al heb gezegd waar in Vlaanderen de meeste transitie moet gebeuren, maar dat gesprek zal binnen de Vlaamse Regering worden gevoerd. We moeten er vooral voor zorgen dat het Belgische aandeel in het Just Transition Fund naar een rechtvaardig niveau wordt opgetrokken. Wij moeten op het landenrapport antwoorden. Ik denk dat het antwoord ongeveer klaar is. Het wordt naar het federale niveau gestuurd en daarna naar de Europese Commissie.
Dat is dus wat we doen met een duidelijke no-go vanuit Vlaanderen. Dat kan niet duidelijker zijn, denk ik. In verband met de verplichte transfer vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF) naar het Just Transition Fund, zoals voorzien in het voorstel van de Europese Commissie: die transfer komt vanuit de nationale allocaties uit deze fondsen. Er zullen dus geen middelen worden gehaald uit de Vlaamse of Belgische EFRO- of ESF-enveloppen om klimaatbeleid in Oost-Europese landen te financieren. Een deel van de Belgische EFRO-middelen wordt weliswaar wel getransfereerd naar de middelen voor België van het Just Transition Fund.
Ik denk dat ik zeer omstandig heb geantwoord op al jullie vragen. Maar als ik zie wat er vandaag in Europa voorligt, dan weet ik echt niet waar men mee bezig is. Ik denk echt dat men volledig het noorden kwijt is. Men wil absoluut blindelings die klimaatdoelstellingen halen door die Oost-Europese landen allemaal af te kopen. Sorry, maar dat krijg je toch aan geen enkel Europees land uitgelegd? Je geeft 2 miljard euro uit een fonds van 7 miljard euro aan één land. Dat kan toch echt niet de bedoeling zijn van Europa? Dat Vlaanderen dan ook nog eens twee keer kop van Jut is, dat laten we hier niet passeren.
We doen het nodige, maar Europa zit echt in een ivoren toren. We kunnen alleen maar ons dossier vanuit Vlaanderen zo sterk mogelijk maken, en hopen dat de mensen die daar aan de knoppen zitten – te veel Vlamingen helaas, als u het mij vraagt – toch rekening houden met wat wij in Vlaanderen vragen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, ik dank u. Het lijkt wel alsof u in uw toelichting stukken uit onze EU-kritische speech hebt gehaald. Ik heb een aantal woorden opgesomd: ‘Mean Deal’, ‘de pedalen kwijt’, ‘schimmig’, ‘ivoren toren’, ‘het noorden kwijt’ of ‘no-go’. Dat zal zo dadelijk ook allemaal in de krant staan, denk ik. Ik ben deels blij met uw antwoord, althans met de retoriek, ware het niet dat u natuurlijk consequent over de Europese Unie moet spreken en niet over Europa. De Britten zijn nu geen lid meer, en ik ben zeer tevreden voor dat land. Die zeggen consequent dat ze pro-Europa zijn, maar tegen deze Europese Unie. Ze blijven immers Europeanen. En dat is ook onze slogan.
U hebt vrij correct omschreven wat de Europese Unie nu doet, maar het is eigenlijk nog erger: de EU chanteert landen als het ware. President Macron zegt tegen de Polen dat als zij de Europese normen en waarden niet respecteren, zij naar hun klimaatgeld kunnen fluiten. Zo stond het vandaag in de krant. Dat is je reinste chantage en inmenging en bemoeienis. Het typeert die tirannieke EU ten voeten uit. Macron zou beter ook eens in zijn eigen land kijken hoe hij de Europese normen en waarden zelf met de voeten treedt, bijvoorbeeld tegenover de gele hesjes.
Minister, het is toch ook wat hypocriet. Alle verwijten die u richting de EU stuurt, zijn eigenlijk inherent aan een systeem als de Europese Unie, waaraan België en dus ook Vlaanderen zich de laatste decennia heeft onderworpen en onderhorig gemaakt. Wij worden dus al jaren leeggezogen door de transfers van Noord naar Zuid, bijvoorbeeld naar landen als Griekenland. Nu dreigen wij ook financieel te worden leeggezogen vanuit het oosten. Dat is effectief een groot probleem, en ik blijf wat op mijn honger zitten bij wat u gaat ondernemen. Ik stel mij bij dezen pragmatisch op, omdat ik redelijk tevreden ben met uw retoriek. U weet dat wij vinden dat wij uit dat klimaatakkoord moeten stappen. U zegt dat dat niet gaat. Akkoord, maar het zou op zijn minst wel uw streefdoel moeten zijn.
Het zou ook een streefdoel moeten zijn om een andere Europese samenwerking tot stand te brengen zodat die bemoeizuchtige, supranationale EU, die overigens door een aantal ex-Sovjetdissidenten als het nieuwe communisme wordt bestempeld – ik denk aan Vladimir Boekovski, die moet u maar eens lezen, dat raad ik ook aan de andere commissieleden aan, hij weet waarover hij spreekt –… Die klimaatzwendel, daar moeten we dus van af.
Minister, tot het zover is, kunt u alstublieft een berekening laten maken waaruit kan blijken hoeveel geld we zelf in die EU stoppen, al dan niet voor deze Green Deal? Hoeveel zouden we daarvan moeten terugkrijgen om – u hebt het woord ‘rechtvaardig’ veel gebruikt, dat is heel terecht, het heet ook het Just Transition Mechanism – als België, maar zeker ook als Vlaamse regio, te kunnen spreken van rechtvaardigheid? Misschien kunt u dan ook zeggen wat u zelf rechtvaardig zou vinden. Zou dat betekenen dat onze nettobijdrage nul euro wordt? Of zou dat betekenen dat we meer terugkrijgen dan we erin steken? Ik stel me coulant op, maar mijn idee is dat we er zeker niets meer extra gaan bijdragen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik vind uw antwoord op zijn minst merkwaardig, niet de inhoud van uw antwoord, maar de toon en de manier waarop u spreekt over de Europese Unie. Dat ligt helemaal in lijn met collega Van Rooy. Een merkwaardige overeenstemming, bijna een alliantie: ik hoop dat dat niet de bedoeling is. Ik wil er de commissie, en ook u, minister, even aan herinneren dat de Europese Unie ervoor heeft gezorgd dat we ondertussen meer dan 70 jaar vrede en welvaart kennen in onze regio. Dat is een niet te onderschatten resultaat van samenwerking, waarbij wij de Europese Unie zijn.
Minister, u zit aan de tafel van de Europese Unie, tenminste als u op de Raad aanwezig bent. U kunt daar namens ons het woord voeren en dat is wat ik van u verwacht. Ik verwacht van u geen scheldtirade, maar dat was het ongeveer. Als u mensen verwijt ons te beroven enzovoort, dat is niet de terminologie die ik van een Vlaams minister verwacht. Ik hoop dan ook dat u die terminologie achterwege laat en vooral werk maakt van eigen voorstellen.
Minister, u hebt wel de kritiek herhaald op uw eigen wijze, en die deel ik voor een groot stuk. Vandaar mijn vraagstelling hierover vandaag. Maar u hebt bijna niks gezegd over wat u wilt, wat u gaat doen, wat u al gedaan hebt en wat u nodig hebt om de transitie van onze industrie, waarin we ons conform het regeerakkoord volmondig inschrijven – u onderschrijft toch nog altijd het regeerakkoord, veronderstel ik? – te bewerkstelligen in functie van de ambitie die we delen in de richting van een klimaatneutraal Europa. Hoeveel middelen heeft Vlaanderen nodig? Die 68 miljoen euro lijkt me inderdaad een onderschatting van de kost en van de financieringsnood die we hebben. Vandaar de vraagstelling. Maar ik verwacht van u, minister, concrete antwoorden, en niet het meehuilen met de wolven in het bos zoals u daarnet hebt gedaan.
Minister, graag concrete cijfers en een concreet plan over een transitie en de financiering daarvan voor onze industrie. Ik ben het met u eens dat we er in Europa voor moeten zorgen dat er meer middelen en hefbomen komen naar de Vlaamse industrie om die transitie te kunnen bewerkstelligen, en dat het principe waarbij enkel koolstofintensieve activiteiten worden meegeteld in de verdelingscriteria niet correct is. Ik verwacht van u initiatieven om op dat vlak in Europa, waar we deel van uitmaken en waar u mee aan tafel zit, mee de zaken te veranderen.
Europa heeft niet alleen dat fonds aangekondigd. Het heeft ook InvestEU aangekondigd, een strategie, een initiatief om via de Europese...
Minister, ik zou graag willen dat u het respect opbrengt om even te luisteren. Het is immers een bijkomende vraagstelling.
De bedoeling van InvestEU is het uitlokken van particuliere investeringen. Ook werd via de Europese Investeringsbank een initiatief in het vooruitzicht gesteld om ook overheden te helpen bij de financiering van de transitie waarvoor we staan. Minister, hoe wilt u inspelen op die twee bijkomende initiatieven die de Europese Commissie heeft aangekondigd? U hebt daar niks over verteld in uw antwoord, terwijl dat mee onderdeel vormt van de ontwerpverordening waarover we hier vandaag spreken. Graag had ik ook daarover dus uw mening en uw visie. Wat gaat u concreet doen?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik dacht aanvankelijk dat dit een bijzonder technisch debatje zou zijn over de weging van parameters en hoe de middelen op verschillende manieren zouden worden toebedeeld of verdeeld. Enerzijds is er inderdaad de verhouding bij het financieringsmechanisme zoals u dat hebt aangehaald, met de enkele miljoenen euro die dan naar België zouden komen. Anderzijds is er naast dat fonds echter ook het mechanisme met InvestEU. Collega Bothuyne heeft ernaar verwezen. Dat is een budget van nog vele miljarden euro’s meer, met de leningscapaciteit. We spreken over grootteordes van respectievelijk 40 à 50 miljard euro en 25 miljard euro, gedekt door de Europese begroting. Het kan dus interessant zijn om ons niet blind te staren op het transitiefonds, maar naar het hele mechanisme te kijken, en te bekijken van welke grootteordes onze ontvangsten zouden zijn.
Minister, in het debat is het echter helaas niet daarbij gebleven. U begon dan van ‘kop van jut’ en ‘ivoren toren’. Dat gaat er dan over dat Vlaanderen wordt beroofd, dat de Polen, die stoute vervuilers worden afgekocht, dat dat de zoveelste schandalige transfers zijn, dat de rechtvaardigheid moet zegevieren en met Vlaamse hellebaarden zal worden afgedwongen in de hoofdkwartieren van het vermaledijde Europa. Wel, minister, dan ben ik toch even niet thuis. Daar ben ik het niet mee eens. Ik ga dat gewoon heel rustig zeggen. Als rechtvaardigheid betekent dat voor elke euro die we in de EU stoppen, minstens diezelfde euro terug moet komen, en liefst nog wat meer, dan bestaat Europa niet. Dan bestaat dat niet. Zo simpel is het. Dan zijn we geld aan onszelf aan het geven. Zo simpel is dat. (Opmerkingen)
Dan moeten we het niet meer doen. Als dat de filosofie is, dan kunnen we er beter mee stoppen. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir, Sam Van Rooy en Robrecht Bothuyne)
Collega’s, ik heb braaf gezwegen en jullie allemaal laten uitspreken, dus ik zou nu ook graag het woord eventjes willen voeren en me tot de minister kunnen richten.
Minister, aan dat rechtvaardig transitiemechanisme is inderdaad nog veel werk, want die parameters en dat voorstel zijn verre van volkomen. U hebt verwezen naar de Antwerpse haven. Er is de Gentse regio. Het is voor ons enorm moeilijk om die transitie te volgen, en dus zullen we daar ook bijzondere aandacht en ondersteuning voor nodig hebben, zeker en vast. Maar als men nu zegt dat die rechtvaardigheid er alleen is indien we minstens evenveel of meer geld terugkrijgen, dan klopt er iets niet. Onze baat als kleine regio in het grote Europa is immers dat er een groot, sterk economisch blok is dat dezelfde parameters, dezelfde standaarden hanteert waarmee wij exporteren, waarmee wij leveren, waaraan we welvaart ontlenen, vrede en welvaart, al zeventig jaar lang. Dit is een cruciaal moment om dat handelsblok, het Europese blok in de wereld, voorop te laten lopen, maar als alle lidstaten gaan roepen dat er minstens evenveel geld uit moet komen als erin, dan kunnen we beter stoppen en dan zie ik de toekomst zeer somber tegemoet.
Minister, mijn concrete vraag is dus: hebt u een zicht op de verhouding binnen het hele Just Transition Mechanism, wat het aandeel van het fonds daarin is en of er bij die andere financieringsinstrumenten ook al afgesproken parameters of voorstellen van parameters zijn? Wanneer zal er een positiebepaling van België zijn? Op welke manier zult u de komende weken en maanden de parameters kunnen verfijnen? Maar inderdaad, ik zal me nu ook moeten aansluiten bij de vraag: wat is voor u dan een rechtvaardige verdeling en op welke manier zult u proberen die parameters in de Belgische positie af te dwingen?
De heer Tobback heeft het woord.
Ik was ook even verbaasd toen ik vaststelde dat de Vlaamse Regering nu definitief en op een vrij grove manier eurokritisch is geworden en besloten heeft om zich af te keren van een Europees gecoördineerd beleid. Ik begrijp zelfs dat er binnen de Vlaamse Regering enige discussie over is, als ik alles hier vandaag beluister. Maar het was wel vrij hallucinant om uw tirade te horen, minister.
Ik denk bovendien dat ze voorbijgaat aan de essentie van hoe we zouden moeten reageren op dat Just Transition Fund. Want is dat op dit moment, zoals het voorgesteld wordt, ideaal? Neen. Is het aanleiding om de wenkbrauwen een beetje te fronsen als je kijkt naar hoe de middelen verdeeld worden? Ja.
Aan de andere kant: in plaats van daar op een dwaze manier op te reageren, zoals u doet en zoals sommige collega’s hier willen doen, kunnen we er misschien op een verstandige manier op reageren. In de eerste plaats door eens te kijken naar waarvoor die middelen moeten dienen. Want als ze moeten dienen om een transitie weg van steenkool te bereiken, dan ben ik daar een voorstander van. En dan moeten we ook goed beseffen dat we zelf – zowel Vlaanderen als Wallonië overigens – voor de transitie uit steenkool ook massa’s reconversiesteun hebben gekregen, of die nu uit EGKS- of uit EFRO-middelen of uit het structuurfonds of wat dan ook gekomen is. Dat zou u toch al te goed moeten weten, minister, anders moet u dat in uw buurt eens gaan vragen. We moeten dus niet zeuren als anderen, die daarna bij de Europese Unie gekomen zijn, vandaag hetzelfde krijgen als wat wij hebben gekregen.
Als het natuurlijk hetzelfde is, want die vraag mag wel gesteld worden. Indien dit gratuite, vrijblijvende middelen zijn die onderhandeld zijn op een politieke manier om een soort van evenwicht af te kopen, dan ben ik het eens met uw kritiek. Dus, waar we moeten op toezien, is niet of we in de bollenwinkel ons deel van de centen krijgen, maar of de centen die besteed worden – en voor een stuk zijn dat onze centen – besteed worden aan dingen waar we zelf ook voordeel bij hebben en waar wij in geloven. Met andere woorden: zal Europa, zal Polen – en daar sluit ik me aan bij de kritiek van iemand als de heer Macron – dat geld effectief besteden op een correcte en democratische manier aan datgene wat het moet doen, namelijk reconversie van steenkoolmijnen naar hernieuwbare energie? Indien dat zo is, dan is dat terecht.
En dan denk ik dat Vlaanderen, collega’s – ook collega’s van het Vlaams Belang –, in de plaats van als kruideniers en bollenwinkels vanuit de jaren 60 te reageren, beter zou reageren als een moderne economie, want we geloven dat we voorlopers zijn in technologie. Als er 6 miljard, of 2 miljard, of 1 miljard, of zelfs 100 miljoen in Polen besteed wordt aan reconversie naar hernieuwbare energie, laten we dan maken dat Vlaamse bedrijven, waarin wij geloven, diegene zullen zijn die de contracten voor het besteden van die miljoenen en miljarden binnenrijven, omdat we gelukkig zo slim geweest zijn om een beetje voorop te lopen in het ontwikkelen van hernieuwbare technologie – dik tegen uw zin, overigens, want ook daarin geloofde u niet.
Dus, als u Vlaanderen wilt blijven beheren als een bollenwinkel uit de jaren 60 van een eeuw of twee geleden, dan moet u dat vooral doen. Ik hoop vooral, minister, dat u even nadenkt over wat u daarnet hebt gezegd, en niet meegaat in die bollenwinkelmentaliteit die sommigen hier willen terugbrengen, en vooruitkijkt en probeert ervoor te zorgen dat die middelen, als ze naar Polen gaan, gebruikt worden waarvoor ze dienen en dat wij met onze technologische bedrijven daar een beroep op kunnen doen en daarmee jobs creëren, ook in Vlaanderen. Of het nu onze baggeraars, onze windmolenbouwers, onze zonnepanelenleveranciers of wat dan ook zijn, maak dat zij dat geld kunnen gebruiken. Dan hebben we er allemaal voordelen bij. Dat is hoe een moderne economie werkt, niet zoals een economie uit de vorige eeuw, maar misschien moet u die cursus nog even opnieuw bekijken, minister.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik was niet van plan om tussen te komen, maar na uw antwoord, minister, voel ik me verplicht om mij aan te sluiten bij de vorige tussenkomsten. Ik ben toch ook verbaasd over de toon van uw antwoord. Ik ga dat in alle rust toch ook nog eens zeggen, omdat de Europese Unie inderdaad voor veel meer staat dan een ‘juste retour’.
Dat is een project dat, zoals collega Bothuyne al heeft gezegd, ons vrede heeft gebracht, dat ons economische groei heeft gebracht en dat ons er ook voor behoedt om helemaal niet meer mee te tellen op wereldvlak. We hebben er de mond van vol dat er een verschuiving bezig is van West naar Oost, dat China de leider wordt de volgende decennia. Als we willen blijven meetellen en als we inderdaad staan voor onze westerse waarden en normen, dan kunnen we niet anders dan geloven in Europa qua maatschappijmodel, maar zeker ook, om mee te tellen op wereldvlak als economische wereldspeler, in een aantal standaarden die in Europa toch ook gezet worden.
Wat de Green Deal of de Mean Deal betreft, wil ik opmerken dat de Green Deal een enthousiast project is. Boris Johnson, die nu glorieert omdat hij uit de EU is gestapt, heeft vandaag wel verklaard dat hij het Verenigd Koninkrijk tegen 2050 absoluut emissievrij wil maken. Die Green Deal is een noodzakelijk project waar wij als klein land gelukkig ons wagonnetje aan kunnen hangen. Het zou jammer zijn dit niet te doen, die majestueuze uitdaging aan onze neus te laten voorbijgaan en het lelijke eendje van de EU te worden. We kunnen die klimaatuitdaging alleen maar op een kostenefficiënte manier aangaan indien we daar op Europees niveau een invulling aan geven.
Wat de uitdaging in verband met hernieuwbare energie betreft, hebben we geen natuurlijke troeven. Andere landen zijn daar veel beter voor uitgerust. Dat kan enkel door middel van Europese investeringen worden uitgevlakt, zodat elke regio in de EU zijn troeven op tafel kan leggen en er een ‘Just Deal’ kan komen. We hebben geen waterkrachtmogelijkheden, maar we moeten wel in onze innovatieve industrie geloven.
Minister, de manier waarop de EU daarnet hebt afgebrand, zou een gemiste kans kunnen worden om de Vlaamse innovatieve sterregio in de EU te profileren. Dat niet doen, zou voor de Vlaamse Regering een grote gemiste kans zijn. Ik sluit me dan ook aan bij de vragen die daarnet zijn gesteld. U moet die defensieve houding verlaten en offensief met die uitdaging omgaan. U moet de opportuniteiten zoeken en uw kracht en macht als Vlaams minister gebruiken om Vlaanderen aan de Europese onderhandelingstafel op de juiste manier te verdedigen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik had verwacht dat u zou antwoorden dat u eens zou nakijken wat u aan die allocatiesleutel kunt doen om de toewijzing eerlijker, rechtvaardiger en passender te maken, maar ik heb een scheldtirade tegen de EU gekregen. De EU wordt als een vijandige mogendheid voorgesteld, terwijl ons land natuurlijk een van de kernleden van de EU is. Ik hoop dat het een eenmalige misser is.
Volgens mij moeten we niet naar een klimaatneutrale samenleving evolueren omdat de EU dat wil of vraagt, maar wel omdat het onze bedrijven kansen biedt om te schitteren. Eigenlijk is dit op lange termijn de enige manier om onze economische toekomst voor te bereiden. Om die reden moeten we naar een klimaatneutrale samenleving toe leven: niet omdat iemand dat vraagt, maar omdat dit voor ons allemaal het beste is.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik wil naar uw eerste vraag terugkeren, want dat is volgens mij de basis van de discussie. Inhoudelijk heb ik niet echt een anti-Europees verhaal gehoord. (Opmerkingen)
Ik heb een verhaal over rechtvaardigheid gehoord. Dat is volgens mij aan het draagvlak gekoppeld. Dat is inherent aan uw vraag. Op 29 januari hebben we het er in de interfederale Klimaatcommissie ook over gehad. Peter Wittoeck heeft toen over de Green Deal gesproken. We moeten daar heel eerlijk en rustig over zijn. Het gaat niet enkel om Polen, maar vooral ook om Duitsland. Duitsland is niet echt een achtergesteld gebied, maar heeft wel nog steenkoolcentrales. Duitsland heeft uiteindelijk, net als Antwerpen, ook een chemische cluster, maar zou in verhouding meer middelen dan België krijgen. Dat vervalst de concurrentie tussen Duitsland en België en dat komt onrechtvaardig over. Aangezien het onrechtvaardig overkomt, wordt hierdoor geen draagvlak gecreëerd. De EU is dan verwonderd dat mensen zich afvragen wat er aan de hand is met de EU en haar glazen bol. De eerste stap die moet worden gezet, betreft het verschil tussen Duitsland en België. Volgens mij is dat een belangrijker discussie.
Ten tweede vind ik het moeilijk dat Europa zegt: ‘Je krijgt iets, maar je moet het daarvoor gaan gebruiken.’ Er is nog altijd het subsidiariteitsprincipe, dat bepaalt dat een lidstaat zelf kan bepalen waarvoor het iets gebruikt. Tussen de gewesten moeten dan afspraken gemaakt worden over de verdeling van de middelen en wat daarmee gedaan wordt.
Ik wil terugkeren naar de eerste vraag van collega Bothuyne. Mijn tussenkomst is geen anti-EU-verhaal, maar een verhaal pro rechtvaardigheid. Ik vind dat we de vraag moeten durven te stellen aan Europa – dat is dan uw taak, minister – om het verschil tussen Duitsland en België te verantwoorden. In onze Antwerpse haven hebben bedrijven heel wat inspanningen geleverd. In Duitsland is dat ook gebeurd, maar wij hebben toevallig geen kolencentrales meer en daardoor krijgen we in verhouding niet zoveel middelen als Duitsland. Dan krijg je inderdaad een onrechtvaardigheidsgevoel en krijg je een tekort aan draagvlak.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de vele tussenkomsten.
Ik stel vast dat een aantal mensen hier mij ervan verdenken om buiten Europa op te treden, maar ik ben gewoon heel kritisch over dit punt. Daar wil ik heel duidelijk over zijn. Mijn pleidooi is geen anti-EU-verhaal, maar wel een verhaal pro rechtvaardigheid. Op dit punt ben ik inderdaad zeer kritisch – en ik heb ook niet zo veel inhoudelijke elementen gehoord. Ik vind het niet kunnen dat de Vlaming 20 euro betaalt, maar van de Europese Commissie 0 euro terugkrijgt. Ik zeg niet dat alles afgemeten moet worden, maar als dit het ontwerp is van de Europese Commissie, sta me dan toe om te zeggen: “Sorry mannen, maar dit zal niet gaan. Dit krijgen wij niet uitgelegd in Vlaanderen.”
Collega Danen, ik heb heel duidelijk gezegd wat we op dit moment aan het doen zijn. Ik heb in het begin gezegd dat de Vlaamse Regering de klimaatambities blijft onderschrijven. Het Europees project, daar zet ik me niet tegen af, maar ik zeg wel dat dit niet oké is. Wat Europa nu aan ons voorstelt, daarover mag ik namens heel Vlaanderen zeggen dat we daar niet mee akkoord gaan. We zouden echt wel sukkelaars zijn, als we blij zouden zijn met die 0 euro. Nee hé! Ik zeg niet dat we exact 20 euro per inwoner terug moeten krijgen, maar tussen 0 en 20 euro zit wel een verschil. Dat was eigenlijk mijn punt. Het gaat hier over rechtvaardigheid.
Polen, Roemenië en Duitsland zijn niet de enige landen die een transitie moeten doormaken. Ook Vlaanderen gaat dat moeten doen. Wij hebben industrie en ik wil ook dat wij concurrentieel blijven. Vandaar heb ik de vraag gesteld wat we gaan doen, collega Bothuyne. Vlaanderen bereidt nu een reactie voor op het ontwerp van landenverslag dat we van de Commissie gekregen hebben. Vlaanderen heeft voorgesteld de conclusie, de methodologie en de criteria van de Europese Commissie niet te ondersteunen. Daarnaast zal Vlaanderen ook de boodschap uitsturen dat er naast Henegouwen ook andere regio’s, in Vlaanderen, in aanmerking moeten komen. De reactie op het landenverslag komt later deze week vanuit België, maar Vlaanderen zal ook zijn informele opmerkingen aan de Europese Commissie bezorgen.
Wat de ontwerpverordening betreft, daarvoor bereidt de Vlaamse Regering zich nu voor. Op basis van de analyse van de administratie, die ook met die oefening bezig is, gaan wij in eerste instantie vooral – want daar zijn die budgetten aan gekoppeld – die criteria proberen bij te stellen. Nogmaals, ik denk dat ik het mandaat van iedereen heb om ervoor te zorgen dat Vlaanderen niet 0 euro krijgt maar toch wel een deel van het budget, zodat wij de transitie ook op een rechtvaardige manier kunnen maken. Ik heb verwezen naar de Antwerpse haven en naar de Gentse haven. Ook binnen de Vlaamse Regering zullen we nagaan hoe en welke regio's nog in aanmerking komen. De voorbereidingen lopen, samen met de analyse van de administratie. We zullen alles op alles zetten om de Europese Commissie op andere ideeën te brengen, want het moet echt wel een rechtvaardig verhaal worden. Ik was misschien heel kritisch, maar als je te horen krijgt dat je 0 euro krijgt, sta me toe om dan te zeggen dat dit echt niet oké is. Dit gaan we niet doen.
We zijn dus binnen de regering alle voorbereidingen aan het treffen. We moeten een gezamenlijke brief opstellen die vanuit België zal vertrekken eind deze week. Die is zo goed als klaar. We hopen dan toch – en je mag de hoop nooit opgeven – dat we via allerlei contacten de Europese Commissie op een ander idee kunnen brengen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. De tussenkomsten hebben u duidelijk een beetje geraakt, want uw laatste woord is een pak milder en een pak minder fel dan daarnet, en dat betreur ik. U was zeer goed bezig.
U hebt ‘pro-rechtvaardig’ gezegd. Als Vlaams-nationaliste weet u hoe Europa omgaat met volkeren in Europa, zoals de Catalanen. Dat is allerminst rechtvaardig, dat is het tegenovergestelde van rechtvaardig. Het is eigenlijk het ‘track record’ van de EU al zovele jaren, ik durf zelfs te zeggen al enkele decennia.
Het is natuurlijk onzin om hier het verhaal af te steken dat de EU de grote veroorzaker van de vrede in Europa is of zelfs van de wereldvrede. Het is natuurlijk de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) geweest. De EU in haar huidige vorm bestaat eigenlijk pas sinds het Verdrag van Maastricht. Daarvoor was het de Europese Economische Gemeenschap (EEG), die ons inderdaad stabiliteit en welvaart heeft opgeleverd, en dat was goed. Sinds het Verdrag van Maastricht is het misgegaan. President Macron heeft het daarnet nog eens benadrukt. Hij heeft gezegd dat het een politiek project is. Dat is natuurlijk het probleem. De EU moet een economische samenwerking zijn, geen politiek project, en dan kunnen wij daar best mee instemmen. De Britten hebben dat jarenlang geprobeerd, maar ze hebben nu uiteindelijk een conclusie getrokken: van dat tirannieke politiek project willen zij geen deel meer uitmaken. Ze hebben helemaal gelijk natuurlijk.
Minister, als het slechts uw ambitie is om niet 0 euro te krijgen, dan vind ik dat – excuseer – toch te weinig ambitie. Ik zou toch willen dat wij veel meer krijgen dan 0 euro. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
U bedoelt dat, maar u hebt dat niet zo duidelijk gezegd. Er zou toch eens een berekening aan vooraf moeten gaan om na te gaan hoeveel u dan verwacht dat Vlaanderen per inwoner zal krijgen van de EU. Uiteindelijk zult u met mij moeten concluderen – noteer dat – dat de EU, zoals ze dat altijd al heeft gedaan, haar eigen ding doet. De Europese Commissie, een niet-verkozen orgaan, beslist boven onze hoofden. Ik ben dus niet echt hoopvol gestemd over uw krampachtige poging om toch nog een beetje invloed hebben op de Europese Unie.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw tweede tussenkomst, die helemaal anders klonk dan uw eerste. We hebben te maken met Demir I en Demir II, en ik ben eerder fan van Demir II vandaag. (Gelach)
Het voortschrijdend inzicht is hartverwarmend.
Ik verwacht natuurlijk heel concrete actie. De EU doet niet haar ding, de EU is ons ding. We hebben dat ook op die manier in het Vlaams regeerakkoord ingeschreven. Wij schakelen ons in de Europese klimaatstrategie met de ambitie om te streven naar klimaatneutraliteit. Dat is het regeerakkoord. Uw opdracht is de uitvoering daarvan.
Ik blijf nog een beetje op mijn honger zitten – ik ga ervan uit dat we er ongetwijfeld op terugkomen –, maar ik verwacht van u een plan met een concrete vraag over wat wij verwachten van de Europese Unie. Ik had ook de vraag gesteld naar wat u met de instrumenten van InvestEU en de Europese Investeringsbank ging doen. U hebt daar niet op geantwoord. Misschien kunt u dat alsnog doen, want ik heb begrepen dat de oefening loopt.
Ik ga ervan uit dat we hier heel snel op terugkomen. Ik verwacht van u een proactieve houding waarbij we samen in Europa ervoor zorgen dat die transitie op een rechtvaardige manier gebeurt en wordt gefinancierd, en dat wij inspelen op alle mogelijkheden die vanuit Europa worden geboden. Zoals gezegd is er naast het Transition Fund ook het InvestEU-programma en de Europese Investeringsbank, waarvan een veelvoud aan middelen richting Vlaanderen kan stromen. Daar hebt u jammer genoeg geen woord aan besteed vandaag.
De oefening loopt, en ik kijk uit naar het resultaat van die oefening. Het gaat om een grondige analyse over hoe we onze Vlaamse economie kunnen vergroenen, die klimaatambities waarmaken, en onze industrieën en onze welvaart kunnen behouden, in het kader van de Europese strategie. Dat is ook uw opdracht vanuit deze regering en deze meerderheid.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.