Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Wanneer je als werkzoekende een opleiding, studie of stage wilt volgen in je traject naar werk, kun je een vrijstelling krijgen van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt als deze opleiding minstens vier weken duurt, minstens gemiddeld twintig uur per week omvat en overdag tijdens de week plaatsvindt. Dus niet op zaterdag of na 17 uur.
Binnen het hoger onderwijs moet je minstens 27 studiepunten opnemen in een credit- en/of diplomacontract – dus geen examencontract. Die vrijstelling impliceert dat je als werkzoekende je uitkering behoudt en dat je voorrang mag geven aan je studies in plaats van te zoeken naar werk, dat je werkaanbiedingen mag weigeren en dat je niet moet deelnemen aan bijkomende bemiddelings-, begeleidings- of opleidingsacties. Je moet dan wel aan de volgende voorwaarden voldoen: de opleiding op regelmatige basis volgen en op een positieve manier meewerken; ingeschreven blijven als werkzoekende bij VDAB; de afspraken nakomen die met de bemiddelaar zijn vastgelegd; vragen van de bemiddelaar in verband met de opleiding beantwoorden.
Maar wanneer je een opleiding, studie of stage volgt die ’s avonds of in het weekend doorgaat, in afstandsonderwijs of met een examencontract, kun je die vrijstelling niet krijgen en loop je dus het risico je uitkering te verliezen. Nu zijn er verschillende redenen waarom mensen voor een van die opties kiezen: om dit te kunnen combineren met de zorg voor kinderen of naasten, wanneer er sprake is van een beperkte mobiliteit of wanneer zelfstandig studiewerk gewoonweg beter aansluit bij de eigen studiemethode. Deze maatregel strookt, wat mij betreft, dus niet met een meer democratische en flexibele invulling van onderwijs.
Die beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt kan echter een nefaste invloed hebben op je studietraject en dus een duurzaam traject naar werk, bijvoorbeeld wanneer je verplicht moet ingaan op een werkaanbieding en je studies daardoor in het gedrang komen. Want het is niet omdat je studie ’s avonds, in het weekend of op afstand wordt georganiseerd, dat de studiebelasting lager ligt. Dat lijkt mij logisch. Als je daarbij kijkt naar de voorwaarden, is het enkel die eerste waar niet aan wordt voldaan, namelijk ‘de opleiding op regelmatige basis volgen en op een positieve manier meewerken’. Dat wordt dan concreet ingevuld als ‘overdag en tijdens de week aanwezig zijn’.
Is die eerste voorwaarde noodzakelijk of kan deze inspanningsindicator anders worden ingevuld of mee worden opgenomen in de afspraken met de bemiddelaar, opdat werkzoekenden toch kunnen kiezen voor een meer flexibel studietraject in hun traject naar werk?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, de werkloosheidsverzekering is een verzekering die mensen beschermt tegen het onvrijwillig werkzoekend zijn. Als je werk zoekt, betekent dat dat je beschikbaar bent voor de arbeidsmarkt en effectief naar werk zoekt, anders roep je het risico over jezelf af en ga je in tegen de onvrijwillige aard van dat risico. Daarom vereist de federale wetgeving dat je maar vrijstellingen kunt krijgen voor opleidingen die passen in een traject naar werk die de beschikbaarheid verhinderen. De RVA verwacht dat vrijgestelde opleidingen voldoende intensief zijn om een onbeschikbaarheid voor de arbeidsmarkt te kunnen rechtvaardigen.
Als je een vrijstelling krijgt, wil dat niet zeggen dat je werkaanbiedingen mag weigeren, dat je niet moet deelnemen aan andere bemiddelings-, begeleidings- of opleidingsacties of dat je de opvolging van het actieve zoekgedrag gaat opschorten. Als je geen vrijstelling toegekend krijgt, dan betekent dat niet noodzakelijk dat de werkzoekende de opleiding, studie of stage niet kan volgen zonder zijn uitkeringen te verliezen. De wetgeving geeft namelijk aan dat men de uitkering niet verliest als de werkzoekende een studie voltijds leerplan volgt, waarvan de lessen hoofdzakelijk op zaterdag of na 17 uur worden gegeven.
In uw vraag stelt u dus onterecht dat men het risico loopt zijn uitkering te verliezen zonder die vrijstelling. Wat wel het gevolg is van de weigering van de vrijstelling, is dat de werkzoekende beschikbaar moet blijven. Dat wil zeggen: ingaan op afspraken bij VDAB en op werkaanbiedingen. Dus ofwel verhindert het je om erop in te gaan, en dan krijg je een vrijstelling. Als je geen vrijstelling krijgt, kun je toch een vol leerplan volgen, maar dan moet je wel ingaan op de aanbiedingen die er zijn.
De verplichte afspraken en diensten bij VDAB gaan door op weekdagen tijdens de kantooruren. Als de werkzoekende ‘s avonds of in het weekend of met een diplomacontract studeert en dus overdag niet per se in de lessen aanwezig moet zijn, vormt dat geen enkele hinderpaal om aanwezig te zijn en mee te werken. Werkaanbiedingen vormen in de regel ook geen hinderpaal voor een studie ‘s avonds of in het weekend, want we zien dat er heel wat werkenden zijn die ook ‘s avonds of in het weekend studeren. Dat hoeft dus eigenlijk geen enkel verschil uit te maken.
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. U geeft aan dat er eigenlijk geen probleem is. Ik heb deze vraag gekregen van iemand die te kampen kreeg met een probleem. Ik denk dat iedereen die gekregen heeft. Ik ben dat wat gaan uitzoeken en stelde me dan zelf die ene vraag. U zegt dat er geen enkele reden is dat die verhinderd wordt. Maar wat als iemand expliciet voor avond- of weekendonderwijs kiest, omdat ze zorg moet dragen voor een ziek familielid of kinderen, daar helemaal alleen voor moet opdraaien en geen kinderopvang heeft? Dan lijkt mij dat wel een moeilijke situatie om zich zomaar flexibel te kunnen vrijstellen voor VDAB en allerlei afspraken die moeten worden gemaakt.
Zijn daar uitzonderingen in mogelijk, als het gaat over zorg dragen voor naasten die ziek zijn en extra zorg behoeven of voor kinderen? Kan daar dan wel een extra vrijstelling voor gegeven worden?
De heer Ronse heeft het woord.
Ik wil het antwoord van de minister bijtreden. We hebben inderdaad, zoals collega Annouri vermeldt, allemaal die e-mail gekregen. Ik heb dat ook onderzocht. Mijn stelling is de volgende. Als iemand avond- of weekendonderwijs volgt, en dat kadert in een traject naar werk, en dat helpt om de kloof van die persoon tot de arbeidsmarkt te dichten, dan ga ik ervan uit dat zoiets voorwerp uitmaakt van het afsprakenblad dat de bemiddelaar met die persoon heeft afgesproken, namelijk dat dit een van de acties is die in zijn of haar traject naar werk gevolgd worden.
En als dat niet zo is, dan betekent dat dat de bemiddelaar vindt dat dat type opleiding of wat die persoon doet, op dat moment geen nuttige actie is in het dichten van de kloof met de arbeidsmarkt voor persoon X of persoon Y. Dus vind ik dat een vrijstelling in dit geval inderdaad niet nodig is en dat het systeem zoals het vandaag is, perfect werkt.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik vind dat we wel moeten gaan voor die vrijstelling voor die beschikbaarheid op de arbeidsmarkt. Als een persoon kiest om een opleiding te volgen via een verkort traject, die dus via afstandsonderwijs zelf kiest om een opleiding te volgen op twee jaar, en dat is bovendien een knelpuntenberoep, en je zet die tegenover iemand die in de werkloosheid zit en voltijds dagonderwijs volgt en die opleiding drie tot vier jaar laat duren, dan kost die laatste de maatschappij veel meer geld. Ik ben van oordeel dat als je het korter kunt doen, de overheid daarin moet bijspringen. Dan is iemand twee jaar vrijgesteld en dan gaat die persoon sneller op de arbeidsmarkt komen en zal het de overheid veel minder kosten. Ik vind dat we daar echt moeten gaan voor een vrijstelling bij VDAB omdat het traject veel gemakkelijker is als een persoon ervoor kiest om het korter te doen en het een knelpuntberoep is.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik sluit me toch een beetje aan bij de vraagstelling van collega Annouri omdat een van de voorwaarden om een vrijstelling te kunnen krijgen misschien te beperkend omschreven is, namelijk je opleiding, studie of stage duurt minstens vier weken, omvat minstens 20 uur per week, vindt overdag plaats, niet op zaterdag of na 17 uur. Volg je een opleiding hoger onderwijs dan moet je studie minstens 27 nieuwe studiepunten omvatten. Met dat laatste element heb ik geen probleem omdat ik vind dat het een duurzaam traject moet zijn. Maar rond de flexibiliteit van de opleiding denk ik dat we de ruimte moeten laten aan de arbeidsbemiddelaar om daar de vrijstelling te beoordelen omdat we toch evolueren naar een Massive Open Online Course (MOOC), naar afstandsonderwijs en dat we af moeten van dat ietwat steriele dagonderwijs voor mensen die levenslang willen leren.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik vind het een beetje een rare discussie. Collega Malfroot, net als je het volledige programma volgt, krijg je een vrijstelling. Dat is nu zo. Als je zegt ik ga voor de ‘full monty’ in plaats van dat in drie of vier jaar te doen via avondonderwijs, dan krijg je vandaag net een vrijstelling. Maar als je kiest om het via avondonderwijs te doen om allerhande redenen, dan krijg je geen vrijstelling. Ik vind dat een vrij logische zaak en een beetje gelijklopend met wat u net zelf zei. Als je kiest om het volledig te doen in dagonderwijs, dan word je gewoon vrijgesteld. Maar er zijn mensen die daar niet voor kiezen en dat wordt dus niet vrijgesteld. Dan zeggen dat als je er niet voor kiest, je kan geen vrijstelling krijgen, vind ik persoonlijk een moeilijke. Het is een keuze die je zelf kunt maken.
Een totaal andere problematiek is als het niet over een opleiding gaat, tenzij ik u verkeerd begrepen heb, mijnheer Annouri. U zegt dat het kan zijn dat iemand mantelzorg doet. Dat kader moet ik eens bekijken, dat is voor mij iets anders. Je kunt dan zeggen dat je een avondopleiding volgt omdat je mantelzorger bent en je dat niet tijdens de dag kunt doen. Maar dat heeft eigenlijk niets met vrijstellingen te maken. Ik zou dat kader daarvoor eens moeten bekijken omdat ik wel denk dat als je laat weten dat je mantelzorger bent, dat VDAB of je begeleider daar normaal rekening mee zou moeten houden om je al dan niet op te roepen en in de manier waarop hij of zij je oproept. Dat staat een beetje los van de problematiek rond de studies.
Het zou ook omgekeerd kunnen gaan. Sommigen van jullie zeggen, tenzij ik jullie verkeerd begrepen heb, dat je door het moderne aanbod meer vrijstellingen zou moeten kunnen krijgen. Ik vind eigenlijk dat je zou kunnen beperken in de vrijstellingen, want als alles digitaal kan, via MOOC enzovoort, waarom zou je dan nog het gewone leerplan volgen? Ik zal dat niet doen, zeker niet. Ik vind het zeer terecht dat je een vrijstelling krijgt zodat je je volop op de studies kunt gooien.
Mensen die het anders doen, volgen dezelfde regels als mensen die fulltime werken en daarna nog een stuk bijscholing volgen. Zo zijn er ook veel in Vlaanderen, te weinig misschien, maar toch veel. Ik vind dat de regels toch wel gelijk mogen zijn als voor mensen die wel fulltime werken.
Wat uw aanvullende vraag betreft over de combinatie van een opleiding met een moeilijkere sociale context, mijnheer Annouri, daar kan ik nu niet op antwoorden. Ik moet ook nog eens bekijken hoe de regelgeving daar zit en wat de mogelijke beperkingen zijn, maar dat is voor mij een andere context dan de leercontext.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Het is niet mijn bedoeling om me hier uit te spreken over een individuele case en of daar al dan niet een vrijstelling voor moet komen. Het zijn de bemiddelaars die daar hun werk in moeten doen, maar ik sluit me aan bij collega Gennez, als ze zegt dat het huidige onderwijsaanbod en het systeem van vrijstellingen nog wat wringt en niet helemaal is afgestemd op de huidige context met veel meer aanbiedingen en mogelijkheden.
Mijn tweede vraag ging trouwens niet enkel over mantelzorgers, maar ook over bijvoorbeeld ouders die er bewust voor kiezen om thuis voor de kinderen te zorgen, maar toch tegelijkertijd een opleiding willen volgen. Ik heb begrepen dat u dat wilt opzoeken. U mag me het antwoord ook gewoon opsturen en dan stel ik er eventueel nog een schriftelijke vraag over. We zullen wel zien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.