Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer De Veuster heeft het woord.
Via Kirk Douglas en de eenassige paardenwagens van Spartacus ga ik naar de zesassige vrachtwagens.
In Wallonië zijn zesassige vrachtwagencombinaties met een maximaal toegelaten massa (MTM) van 50 ton reeds sinds begin 2018 toegelaten. Dit werd onlangs uitgebreid tot ADR-transporten (Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par Route). De extra tonnage aan boord maakt het mogelijk rendabeler te rijden, het aantal ritten te verminderen en dus ook de CO²-uitstoot te verminderen.
In Vlaanderen zijn vrachtwagencombinaties van 50 ton nog niet toegelaten. De beroepsorganisatie Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV) is hier, namens haar leden, voorstander van en vroeg hierover een overleg aan met de minister van Mobiliteit.
Heeft dit overleg intussen al plaatsgevonden en wat was hiervan het resultaat? Bent u voorstander van het toelaten van zesassige vrachtwagencombinaties in het Vlaamse Gewest en op de Brusselse ring? Zal er overleg plaatsvinden met uw Waalse collega die hierover al het nodige studiewerk heeft verricht? Zult u erop toezien dat de toekomstige Vlaamse regelgeving in verband met 50 ton-vrachtwagencombinaties het niet onmogelijk maakt voor deze vrachtwagens om de gewestgrenzen te overschrijden?
Minister Peeters heeft het woord.
Er zijn in februari 2019 reeds besprekingen geweest tussen de sector, de administratie en het kabinet. Daarna zijn er onderling geen besprekingen meer geweest. Ik kan wel meedelen dat tijdens die besprekingen destijds de conclusie is getrokken dat de 50 toncombinaties voor de infrastructuur haalbaar zijn op voorwaarde dat ze correct worden geladen en dat ze niet de standaard worden. Dergelijke transporten mogen slechts een klein gedeelte van het verkeer uitmaken.
Mijnheer De Veuster, u hebt me gevraagd of ik hier nog positief tegenover sta. Wat dat betreft, kan ik naar de beleidsnota verwijzen. Ik heb duidelijk aangegeven dat we dit verder willen onderzoeken, dat we verder overleg willen voeren en dat we desgevallend ook proefprojecten willen laten plaatsvinden. Tijdens het overleg van februari 2019 is op aangeven van de Waalse partners ook de conclusie getrokken dat het nauwelijks een meerwaarde of winst met zich had meegebracht.
Wat uw specifieke vraag over de ring rond Brussel betreft, moet u begrijpen dat ik enkel kan praten over dat gedeelte van die ring dat door de Vlaamse overheid wordt beheerd. De delen die door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of het Waalse Gewest worden beheerd, vallen niet onder mijn bevoegdheid. Heel wat bruggen zijn in de jaren 1960 en 1970 gebouwd. Ze zijn toen allemaal ontworpen voor vrachtwagens tot 32 ton.
Om daar nu vrachtwagens van 50 ton over te laten rijden, moet aan heel wat expliciete voorwaarden worden voldaan. De administratie heeft me al deze zeer technische voorwaarden bezorgd en ik kan ze u meegeven, maar ik denk dat we daar nu niet veel boodschap aan hebben. Het komt er alleszins op neer dat met heel wat bijkomende elementen rekening moet worden gehouden. Vaak leidt dat tot de conclusie dat verladers of transporteurs die meer dan 48 ton zouden vervoeren ten gevolge van die vele bijkomende technische eisen geen enkele winst meer zouden maken. Het is op dit ogenblik dus nog niet zo eenduidig om dit allemaal uit te voeren.
Ik wil me alleszins nog bij de Waalse overheid informeren over het gebruik en de frequentie van vrachtwagens van 50 ton op Waals grondgebied en over die evaluatie. In februari 2019 heeft de Waalse overheid aangegeven dat er weinig meerwaarde inzat, maar dat neemt niet weg dat we het moeten onderzoeken. Ik weet dat we vragen van de sector krijgen. Voka en de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) hebben dat al aangegeven. Zoals uit de beleidsnota blijkt, sta ik zeker open voor verder onderzoek en voor eventuele proefprojecten, maar het moet, gelet op de huidige toestand van de wegeninfrastructuur, allemaal haalbaar zijn. Gelet op de technische eisen die worden opgelegd, moet het ook voor de sector haalbaar zijn.
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, dat was kort en duidelijk. Het is niet dat ik het zal lezen, maar misschien is iemand anders wel in die technische gegevens geïnteresseerd.
Ik wil het allemaal wel voorlezen.
Minister, dat moet u niet doen, maar ik ken misschien wel wat ingenieurs die geïnteresseerd zijn. Het gaat dan, voor de goede orde, niet over mezelf.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw kort antwoord. U hebt gezegd dat in Wallonië weinig winstmarge is opgetekend. Als een zesassige combinatie van 50 ton 15 tot 20 procent meer kan vervoeren, is er sowieso winst. Iedere vrachtwagen die weg is van de autostrade betekent winst. Het komt ook de files ten goede en het zorgt voor minder CO2-uitstoot. Ik denk dat we er allemaal voorstander van zijn de files aan te pakken. Meestal komen hier vragen om uitleg met een grote budgettaire impact aan bod. U hebt daarstraks zelf vermeld dat dat u een ellenlange lijst met zware budgetten hebt.
Nu, hetgeen hier voorligt heeft volgens mij toch een kleinere budgettaire impact. Natuurlijk moeten de bruggen worden aangepast, en moeten de wegen ertegen bestand zijn. Maar ik denk dat het toch zeer goed zou zijn om het proefproject waar u naar verwijst redelijk snel in te voeren. Zo kunnen we zien wat er mogelijk is. Het doet mij toch een beetje pijn dat Wallonië en Nederland hierin meegaan, en dat wij, als logistieke regio, wat achterophinken. Mijn duidelijke vraag is: minister, gaat u dit proefproject heel snel uitwerken en uitrollen? Dan zien wij wel wat de positieve impact kan zijn op de files en de CO2-uitstoot.
Minister Peeters heeft het woord.
Zoals ik al zei, hebben we in de beleidsnota aangekondigd dat zeker te willen onderzoeken. We willen ook opnieuw in overleg gaan met Wallonië, om een jaar later te kijken wat hun evaluatie is. Er loopt op dit ogenblik wel al een specifiek proefproject vanuit de sector voor die grote en zware vrachtwagens. Dat loopt dus ook al, en dat kunnen we mee evalueren. Opnieuw, ik sta hier zeker voor open. Als het een meerwaarde is, moeten we het zeker in overweging nemen. Maar onze weginfrastructuur moet er natuurlijk op zijn aangepast.
De vraag om uitleg is afgehandeld.