Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, op Gedichtendag en op de dag dat de koning heeft opgeroepen om vaart en voort te maken, vooral op het federale niveau, heb ik een gedichtje van vier regels meegebracht van Johan Sebastiaan Stuer, huisdichter uit Humo.
Reisadvies
Dus ignoreer de wereldbrand
En slaap maar raak, mijn lief
Het reisadvies voor Dromenland
Is altijd positief
Een heel lief gedichtje.
De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) is veel meer ‘down to earth’. We hebben het daar eerder in de commissie al over gehad. U hebt toen een studie van het Vlaams Interuniversitair Onderzoeksnetwerk Arbeidsmarktrapportering (VIONA) aangekondigd. We zijn dan ook in blijde verwachting van de resultaten. In afwachting daarvan wil ik er nog eens concreet op inzoomen.
Het Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE) dat de arbeidsreserve in Vlaanderen in kaart brengt, wijst op het potentieel van ruim 200.000 arbeidsongeschikten, die weliswaar niet direct inzetbaar zijn, maar waarvan een gedeelte zeker bereid is te werken op maat van de medische mogelijkheden en in aangepast werk. Iedereen is het er immers over eens dat om een werkzaamheidsgraad van 80 procent te bereiken, we andere dan de klassieke niet-werkende werkzoekenden zullen moeten bereiken en aanspreken.
De eerste structurele ondersteuning van VDAB voor door het RIZIV erkende arbeidsongeschikte werknemers kwam er met het samenwerkingsakkoord tussen RIZIV en VDAB/GTB (gespecialiseerde trajectbegeleiding) van oktober 2012, geactualiseerd door het raamakkoord van 1 januari 2016. Daarnaast is er ook het koninklijk besluit van 8 november 2016 dat een sturende rol toewijst aan de adviserend geneesheer om voor de gerechtigden zonder arbeidsovereenkomst die terug kunnen werken, een re-integratieplan op te stellen in samenwerking met de begeleidende diensten van de gewesten en gemeenschappen. Er is uiteraard ook de missie van VDAB om iedereen die zich als werkzoekende inschrijft te begeleiden.
In de beleidsnota voorziet u in een reeks initiatieven qua versterking van de samenwerking tussen VDAB, RIZIV en de mutualiteiten. Daarin zegt u ook dat het samenwerkingsakkoord met het RIZIV en de ziekenfondsen en het aanbod vanwege VDAB verder uitgewerkt moet worden. Welke initiatieven hebt u in dat kader al genomen?
Tijdens de bespreking van uw beleidsnota zei u dat er voor slechts 173 werkzoekenden met arbeidsongeschiktheid een tijdelijke Vlaamse ondersteuningspremie werd aangevraagd en dat 74 premies werden toegekend. Hoe verklaart u dat lage aantal, aangezien de premie toch al meer dan een jaar bestaat?
Het potentieel van bijvoorbeeld gedeeltelijke werkhervatting zou kunnen groeien indien ondernemingen die kansen willen bieden met aangepast werk, hiervoor ook tijdelijk financieel ondersteund zouden worden. Hebt u de intentie om het bereik van de tijdelijke VOP in die zin te verbeteren door de VOP om te bouwen tot een volwaardige doelgroep-subsidie?
Voor mijn laatste vraag heb ik even bij de noorderburen gepiept. Daar hebben de overheid en de sociale partners een ‘banenafspraak’ om gespreid over enkele jaren 250.000 arbeidsongeschikte medewerkers toe te leiden naar reguliere banen. Ondernemingen kunnen daarbij rekenen op ondersteuningsmaatregelen, met naast loonkostsubsidies ook ondersteuning voor het uittekenen van aangepaste werkplekken en jobcoaching. Vaak ontbreekt bij ondernemingen immers de expertise over hoe de taken te herverdelen, de zogenaamde ‘jobcarving’, om nuttig aangepast werk te voorzien. Bij welke instanties kunnen Vlaamse ondernemingen desgevallend terecht voor dat type van ondersteuning?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega. Ik verwijs naar de commissievergadering van donderdag 16 januari 2020, twee weken geleden. Toen heeft collega Ronse gelijkaardige vragen gesteld die betrekking hadden op initiatieven om langdurig zieken opnieuw aan het werk te brengen of aan het werk te houden. Ik heb toen duidelijk gesteld dat het van belang is dat we goed beseffen dat er veel verschillende partners betrokken zijn en moeten worden in dit kader. Om mensen die arbeidsongeschikt zijn verklaard te activeren, moeten we ruimer kijken dan alleen maar naar VDAB, het RIZIV of de ziekenfondsen. Ik heb aangegeven dat we onder andere ook artsen en werkgevers moeten betrekken, willen we meer resultaten behalen met de samenwerking tussen VDAB, het RIZIV en de ziekenfondsen. Dat wil eigenlijk zeggen dat we, naast het inzetten op de samenwerking tussen de prioritaire partners die u benoemt, ook werk moeten maken van een eenvormige visie op preventie en re-integratie in een breder netwerk.
Concreet willen we vanuit Vlaanderen de motor zijn en al de partners verbinden. Daarom wil ik in het voorjaar een rondetafel organiseren om een cocreatief proces op te zetten en op die manier te komen tot een aantal gedragen toekomstacties. Die rondetafel wordt momenteel door mijn administratie voorbereid. We zijn een aantal contacten aan het leggen om in dezen een succesvol verschil te kunnen maken. We willen tegen september 2020 klaar zijn met een aantal acties in dat verband.
De aanpak zal ook versterkt worden in samenwerking met de federale overheid. Uiteraard zullen de federale diensten worden uitgenodigd. We hebben ook aan VDAB gevraagd om samen met de andere gewesten binnen Synerjob een werkgroep op te starten die ook zal werken rond het activeren van langdurig zieken. Er zijn dus op diverse niveaus wel initiatieven bezig.
De Vlaamse ondersteuningspremie richt zich tot een nieuwe doelgroep, namelijk personen met een indicatie ‘arbeidshandicap’ waarvan de problematiek nog positief kan evolueren en dus nog niet ‘definitief’ of ‘stabiel’ is. Men komt in aanmerking voor een VOP voor bepaalde tijdelijke duur als het niet duidelijk is welke impact het gezondheidsprobleem of de arbeidsbeperking heeft op langere termijn of als de impact tijdelijk is.
Personen kunnen bij VDAB een recht op ondersteuning aanvragen, de werkgever vraagt nadien bij het Departement Werk en Sociale Economie de VOP aan. De tijdelijke VOP bedraagt 20 procent van het referteloon gedurende maximaal twee jaar en kan na twee jaar verlengd worden of kan verhoogd worden tot 60 procent van het referteloon.
In 2019 kende VDAB 192 keer het recht op de tijdelijke VOP toe. Maar eerst gaat VDAB altijd kijken of men het recht op een VOP van onbepaalde duur kan toekennen omdat dit mensen meer kansen geeft op de arbeidsmarkt.
Personen die gedeeltelijk het werk hervatten, komen voor het recht op de tijdelijke VOP in aanmerking onder twee voorwaarden: ofwel moeten ze in aanmerking komen voor een rechtstreeks recht op de tijdelijke VOP op basis van een attest, ofwel als uit onderzoek op basis van ICF-indicering (International Classification of Functioning, Disability and Health) blijkt dat er sprake is van voldoende jobonafhankelijk rendementsverlies binnen de effectieve uren.
Afhankelijk van hun nood kunnen deze mensen ook op andere maatregelen een beroep doen. De VOP is met andere woorden een sterk maatgerichte maatregel, die na onderzoek toegepast wordt in functie van de situatie van de betrokkene.
Kunnen we die maatregel nu zomaar algemeen gaan omvormen en het bereik van die tijdelijke VOP zomaar in die zin verbreden? Daar heb ik een beetje mijn reserves voor omdat die net zo specifiek op maat is gemaakt. Maar nog eens, ik zal er niet echt negatief over zijn, we zijn bezig met de ronde tafel en we zullen ook nagaan op welke manier een versterking mogelijk is.
Sinds 1 januari 2018 is dit een formele opdracht van de door VDAB erkende en gefinancierde Gespecialiseerde Opleidings-, Begeleidings- en Bemiddelingsdiensten (GOB’s). Zij bieden gespecialiseerde begeleiding bij werkplekleren voor werkzoekenden en gespecialiseerde jobcoaching voor werknemers. Elke werkgever of werknemer kan een vraag stellen en gratis coaching krijgen.
Vanuit VDAB zelf zijn er heel wat mogelijkheden beschikbaar. Zo is bijstand van een tolk voor doven of slechthorenden mogelijk of kunnen aanpassingen aan de werkplek terugbetaald worden. Veel van de mogelijkheden zijn nog onvoldoende gekend. Sensibiliseren en communiceren ten aanzien van de potentiële gebruikers is van groot belang. Dat heb ik ook tijdens de vorige commissievergadering duidelijk aangegeven.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik denk dat die rondetafel en dat cocreatieve proces een goed idee zijn. Ook van onze kant reiken we de hand om daar eventueel aan mee te werken, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, omdat we effectief het belang erkennen van een nuttige job, zeker voor mensen die in een langdurige ziekte verzeild raken. We vinden dit niet alleen vanuit menselijk maar ook vanuit economisch perspectief een zeer belangrijke oefening.
Onze informatie over de tijdelijke VOP was dat men die restricties heeft ingevoerd omdat men initieel slechts 11 miljoen euro wilde spenderen. Men komt daar niet aan gezien het beperkte succes, vandaar de oproep om de criteria te herbekijken en te versoepelen zodat er een echte tijdelijke financiële ondersteuning kan komen voor de werkgevers die arbeidsongeschikten de kans willen bieden op herinschakeling op maat van hun mogelijkheden.
Wat het samenwerkingsakkoord betreft waar ik naar verwees, is het probleem dat de begeleiding door VDAB van door het RIZIV en de ziekenfondsen erkende arbeidsongeschikten zich grotendeels tot zelfs bijna exclusief beperkt tot dat akkoord. Dat is een jaarlijkse maar ook beperkte cohorte van arbeidsongeschikten die op vrijwillige basis door het ziekenfonds worden toegekend maar uiteraard is de doelgroep veel breder. Vandaar de oproep om de actieradius te verruimen.
De heer Ronse heeft het woord.
Mevrouw Gennez, ik wil u bedanken, want dit is een van de belangrijkste dossiers die op onze plank liggen. Bij het heractiveren van langdurig zieken ligt er nog veel meer potentieel om onze 120.000 jobs in te vullen dan bij het activeren van uitkeringsgerechtigde werklozen. Ik vind het ongelofelijk belangrijk dat we het kamerbreed eens zijn dat we dat moeten doen. Uit uw vraag blijkt dat u daar volmondig mee instemt.
U suggereert om de actieradius verbreden van het contingent aan mensen die via het RIZIV of VDAB worden begeleid, en wij zijn het daar volmondig mee eens. U weet dat wij nog altijd van mening zijn dat de belangrijkste hefbomen zich nog altijd op federaal niveau bevinden, zoals het verplichtend karakter van een dergelijk re-integratietraject. Hetzelfde geldt voor het luik dat het niet enkel bij dezelfde werkgever kan zijn. We kunnen dat blijven herhalen, maar op Vlaams niveau zullen we dat niet veranderen.
We kunnen echter wel degelijk initiatieven nemen. Een daarvan is – en op dat vlak juich ik het antwoord van de minister toe – op een heel voluntaristische manier met het RIZIV rond de tafel gaan zitten en proberen om de middelen die het RIZIV uittrekt voor die overeenkomst, significant uit te breiden. Het RIZIV beseft hopelijk ook dat al het geld dat het daarin stopt, geld is dat wordt uitgespaard. Het project dat VDAB en het RIZIV samen op poten hebben gezet, leidt wel degelijk tot een mooie uitstroom van mensen naar werk. Elke persoon die uitstroomt naar werk, is een mooie besparing van middelen voor het RIZIV. Het zijn middelen die in het kader van de sociale zekerheid en van herverdeling elders op meer prangende noden kunnen worden ingezet.
We zullen die materie goed opvolgen en juichen alle intenties toe. Ik neem zeker ook de uitgestoken hand van collega Gennez aan om samen te werken over de grenzen van oppositie en meerderheid heen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik dank u voor de aanvulling.
Men vraagt om de actieradius van het samenwerkingsakkoord te verbreden. Sowieso willen wij meer trajecten. De visievorming start nu en er moet ook worden gewerkt aan een betere communicatie tussen de ziekenfondsen en VDAB. Wij missen nu nog een aantal mensen, omdat het nog niet is geautomatiseerd. Zodra het geautomatiseerd is, gaat men iedereen kunnen benaderen. Er wordt dus aan gewerkt.
Wat het succes of uitblijven daarvan van de tijdelijke VOP betreft, die is er nog maar sinds 1 januari 2019. We moeten absoluut werken aan de bekendmaking, want onbekend is onbemind. Ik heb dus nog heel wat werk wat de promotie betreft, evenals uiteraard onze diensten. Maar het wordt op een positieve manier opgevolgd, geheel in de sfeer van uw gedicht, collega Gennez.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik denk dat het inderdaad een goede zaak is dat iedereen die mensen opnieuw de kans wil geven om zich te integreren op de arbeidsmarkt.
We hebben nog een heel concrete vraag. Minister, vindt u het wenselijk dat VDAB in samenwerking met de partners proactief arbeidsongeschikten zou aanmoedigen om zich in te schrijven als werkzoekenden, met de garantie van een begeleiding en toeleiding op maat van hun mogelijkheden en aspiraties? Doordat het een gedeelde bevoegdheid is, zijn er nog altijd heel wat mensen die door de mazen van het net glippen. Als ze gecatalogiseerd zijn als werkzoekenden, dan hebben ze natuurlijk meer kans om ook door VDAB te worden bereikt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.