Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de realisatie van de nieuwe zeesluis in Zeebrugge
Verslag
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Collega's, mijn gedicht heet ‘De Groote Zeesluis’. Het is van Driek van Wissen.
De Groote Zeesluis
Vanaf de brug zie ik een bonte vloot
Van ranke jollen, logge platte schuiten
En jachten met parmantige kajuiten
En telkens vult de sluis zich boot na boot
En vormt voor hen een stenen moederschoot,
Want als de zware deuren zich ontsluiten
Komen ze als herboren weer naar buiten
En is de vrije vaarweg levensgroot.
Maar met de blik naar binnen toe gekeerd
Zie ik opeens ook helder de contouren
Van alle schepen die hier vroeger voeren
En ooit naar verderop zijn gepasseerd.
De sluis leidt niet alleen naar open water,
Maar geeft ook het verleden door aan later.
Vandaar mijn historische vraag.
Minister, het regeerakkoord stelt zeer duidelijk dat tijdens deze legislatuur gestart zal worden met de bouw van de nieuwe zeesluis in Zeebrugge. Tussen haakjes, de vorige minister had de eerste spadesteek in de vorige legislatuur beloofd. Ik reken nu dus op u. Deze nieuwe zeesluis is broodnodig om de toegankelijkheid van de achterhaven te garanderen voor grotere schepen. Als er problemen opduiken of onderhoudswerken noodzakelijk zijn aan de oudere Vandammesluis, is er op dit moment immers geen alternatief om de achterhaven te bereiken.
Op 28 juni besliste de Vlaamse Regering dat de Visartsluis haar voorkeur wegdroeg als locatie voor de nieuwe zeesluis. Er waren voor- en tegenstanders, maar de beslissing is genomen. Dit voorkeursbesluit werd op 1 oktober in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Volgens de persmagistraat ontving de Raad van State binnen de termijn van zestig dagen na publicatie meerdere bezwaarschriften. Hij voegde daaraan toe dat de Raad van State in dergelijke dossiers streeft naar een uitspraak binnen een periode van vijftien maanden, tegen het voorjaar van 2021 dus.
In een reactie aan Flows stelde u dat het projectteam van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) verder werkt volgens de procedure complexe projecten. De volgende fase in deze procedure is de uitwerkingsfase, die moet leiden tot een projectbesluit met de nodige vergunningen. Volgens de projectwebsite zou dit projectbesluit tegen het voorjaar van 2022 genomen moeten worden. De komende maanden zouden er ook concrete stappen worden gezet in het uitwerken van maatregelen inzake leefbaarheid en mobiliteit in samenspraak met de omwonenden. Het is een enorm infrastructuurwerk voor Zeebrugge. Het uitwerken van flankerende leefbaarheidsmaatregelen is nodig.
Minister, bevestigt u de timing om het projectbesluit te nemen tegen het voorjaar van 2022? In hoeverre beïnvloedt de timing van de Raad van State de timing van het projectbesluit?
Op welke manier zullen de omwonenden en de stakeholders worden betrokken bij het uitwerken van de maatregelen inzake leefbaarheid en mobiliteit en bij de bepaling van de perimeter van de projectzone? Sommige mensen willen worden onteigend en vinden het een goede zaak, zodat ze hun leven kunnen herbeginnen in een nieuw huis. Anderen, die een beetje buiten de projectzone liggen, hadden er liever in gelegen, zodat ze ook konden verhuizen. Is het mogelijk om na te gaan of de projectzone iets ruimer kan worden bepaald?
Bevestigt u de ambitie om in deze legislatuur te starten met de bouw van de nieuwe zeesluis binnen het voorziene budget? Wat is dan dat budget en staat dat dan ook ingeschreven in de meerjarenplanning?
Hoe evalueert u de procedure complexe projecten voor het realiseren van grootschalige infrastructuurprojecten, zoals de nieuwe zeesluis in Zeebrugge?
De heer Maertens heeft het woord.
Ik heb uiteraard ook een gedichtje voor mij liggen dat ik wil brengen. Ik moet zeggen dat ik zelf geen poëet ben, allesbehalve. Ik ben ook geen kenner van het genre, maar ik zal toch mijn best doen. In het Vlaams Parlement gaat het niet echt veel over de echte ideologische debatten en discussies, maar mensen die mij kennen weten dat ik nogal vasthoud aan artikel 1 van onze partijstatuten en het geloof in de Vlaamse natiestaat wil prediken. Daarom heb ik een gedicht gekozen van René de Clercq, een Vlaams-nationalist uit Deerlijk, dicht bij mijn stad. Hij had het talent om gedichten te schrijven, in tegenstelling tot mijzelf. Daarom breng ik het volgende gedichtje, met een knipoog naar hier vlakbij: ‘Er ligt een staat te sterven’.
Er ligt een staat te sterven,
Was nooit geheel gezond,
Hij liet een volk verderven,
Ging zelf daaraan ten grond.
Er ligt een staat te sterven,
Die ogen hebben zien 't -
Heeft menig menig werven
Een goede dood verdiend.
Er ligt een staat te sterven,
Heel zachtjes, zonder pijn.
Twee volkeren zullen erven.
Ik zal op de uitvaart zijn.
Ik roep hierbij op om snel een Federale Regering te vormen.
Dat mag van mij ook, maar dan moet het een goede regering zijn.
Dit gezegd zijnde, gaan we over tot de orde van de dag en het belang van de nieuwe zeesluis in Zeebrugge. Collega Van Volcem heeft alles goed geschetst, dus ik ga niet meer in op de aanleiding van deze vraag, want die is uiteraard gelijklopend.
Ik wil misschien wel van de gelegenheid gebruikmaken om nogmaals het belang van dit project voor onze economie te schetsen, niet alleen voor West-Vlaanderen, maar voor Vlaanderen in het algemeen. De haven is immers niet alleen een grote werkgever; ze zorgt ook voor heel veel economische dynamiek.
Mensen die uit andere provincies komen en eerder vertrouwd zijn met de haven van Gent of Antwerpen, kijken soms wel eens neerbuigend naar Zeebrugge. Maar niets is minder waar; de zeesluis en de haven in Zeebrugge zijn echt cruciaal. Ik geloof ook dat, als de schepen in de wereld almaar groter worden, de snelweg naar de haven van Antwerpen op den duur letterlijk dichtslibt. De haven van Zeebrugge zal dan ook altijd een zeer belangrijke poort naar Europa en onze economie blijven. Daarom is de zeesluis in Zeebrugge ook zo belangrijk.
We kennen de voorgeschiedenis al. Het zou de bedoeling zijn dat het projectbesluit begin 2022 definitief wordt goedgekeurd, wat nog een hele tijd is. De Raad van State neemt zijn tijd om alle bezwaarschriften te behandelen en gaat daar meer dan een jaar werk mee hebben, zo blijkt. Maar ik wil de koppeling maken met iets anders, iets zeer interessants. Ik herinner mij ook nog wie daar tijdens gesprekken over het regeerakkoord de grote voortrekker in was. Het gaat over de vereenvoudiging van onze procedures. U stelde letterlijk in uw beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken: “De procedures die voorafgaan aan openbare werken worden gescreend met als doel een maximale vereenvoudiging en versnelling. Een betere afstemming met de procedures inzake omgevingsbeleid blijft een werkpunt.” Ik denk dat we dat allemaal wel voelen, niet alleen op Vlaams niveau, maar ook op lokaal niveau, waar we te kampen hebben met procedureslagen om toch maar een spadesteek te realiseren.
Kunt u meer duidelijkheid verschaffen over de lopende procedures bij de Raad van State met betrekking tot de zeesluis in Zeebrugge en over de impact daarvan op de verdere timing van de uitvoering van het project? Kan de eerder vooropgestelde timing aangehouden worden? Hoe wilt u concreet werk maken van de versnelling en vereenvoudiging van de procedures die voorafgaan aan openbare werken?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor deze vragen.
Ik denk dat we allemaal wel overtuigd zijn van het belang van de zeesluis in Zeebrugge. De Visartsluis dateert al van 1904. De werken aan de Vandammesluis, die dateert van 1984, zijn noodzakelijk. Op dit ogenblik zijn daar al capaciteitsproblemen. Daarom is het nodig om daar een nieuwe zeesluis te bouwen. We willen de haven de nodige groeikansen geven en de toegankelijkheid voor grotere schepen mogelijk maken. Daarom zetten we zeker allemaal onze schouders onder de procedure die op dit ogenblik loopt.
Jullie kennen het decreet betreffende complexe projecten, dat sinds 1 maart 2015 van kracht is. De nieuwe zeesluis in Zeebrugge is een eerste dossier in het kader van die nieuwe procedure complexe projecten. U weet ook hoe de procedure verloopt, met de verkenningsfase, de onderzoeksfase, de uitwerkingsfase en de uitvoeringsfase. Op dit ogenblik zitten we eigenlijk op het einde van de onderzoeksfase, in die zin dat de Vlaamse Regering op 10 mei 2019, na een uitgebreid openbaar onderzoek, dat plaatsvond tussen 21 januari 2019 en 22 maart 2019, een beslissing heeft genomen om definitief een voorkeursbesluit vast te stellen. Dat gebeurde via een beslissing van de Vlaamse Regering en is ook gepubliceerd. Het voorkeursbesluit houdt in dat men kiest voor de Visartsluis samen met de Nx-tunnel. Na zeven locatiealternatieven en een tiental varianten tout court te hebben onderzocht, is men tot de conclusie gekomen dat dat de beste variant zou zijn.
Heel de procedure complexe projecten is natuurlijk gebaseerd op open communicatie, op transparantie, op draagvlak creëren en op participatie tout court, maar het staat derden natuurlijk nog altijd vrij om al dan niet naar de Raad van State te gaan. Klaarblijkelijk hebben een drietal instanties een verzoekschrift ingediend bij de Raad van State om de vernietiging te verkrijgen van het besluit waarin het voorkeurtracé werd goedgekeurd.
Er werd gevraagd hoe het zit met de timing en de invloed van de beslissing van de Raad van State daarop. Persoonlijk ben ik al blij dat er geen verzoek tot schorsing is ingediend. Men kan dus blijven voortwerken. Er is natuurlijk wel drie keer een verzoek tot vernietiging ingediend. De Raad van State zou straks dus een beslissing tot vernietiging kunnen nemen. De timing die is opgenomen in het kader van heel de procedure complexe projecten, geldt dus als leidraad, maar natuurlijk is dat geen timing die we heel stevig in de hand hebben. Omdat het de eerste procedure is in het kader van het verhaal van de complexe projecten, vervult het dossier van de zeesluis van Zeebrugge misschien een pioniersrol: doorstaat die procedure complexe projecten de kwestie van de motiveringsplicht en de inspraakverplichting? Dat zal het eerste bewijs zijn. Ik kan me vandaag dus niet vastpinnen op een timing, maar op dit ogenblik blijft men alleszins voortwerken met datgene dat men noodzakelijk vindt.
Dan kom ik tot de kwestie van het uitwerken van de maatregelen inzake leefbaarheid en mobiliteit, en ook de bepaling van de perimeter, waarnaar mevrouw Van Volcem specifiek vroeg. Er zijn inderdaad een aantal te onteigenen percelen. Sommigen zijn misschien wel geneigd om over te gaan tot verkoop of onteigening, anderen niet.
Nu, in het kader van de procesaanpak complexe projecten is er gekozen voor een open communicatie en participatie, een aanpak die ook in de uitwerkingsfase zal worden doorgetrokken.
Concreet zijn in het voorkeursbesluit, dat door de Vlaamse Regering in mei en juni is goedgekeurd, verschillende acties opgenomen die in de uitwerkingsfase verder uitgewerkt dienen te worden. Dit omvat de opmaak van een leefbaarheidsplan voor de omwonenden en een mobiliteitsstudie, maar ook nog andere trajecten die ervoor moeten zorgen dat het gekozen voorkeursalternatief ingepast kan worden in de omgeving.
Dit participatieproces zal in de volgende weken opgestart worden in functie van de verschillende trajecten. De gouverneur is als trajectbegeleider aangeduid. Hij zal dat participatieproces straks verder mee opvolgen en hij zal de omwonenden en alle mogelijke stakeholders ten volle betrekken bij de verschillende trajecten van leefbaarheid, mobiliteit en dergelijke meer.
De perimeter van de projectzone zal mee bepaald worden door de input en resultaten uit deze verschillende trajecten en de onderzoeken die gevoerd zullen worden. In het projectbesluit zal het resultaat van al deze trajecten geïntegreerd worden en zal de perimeter en de impact ervan duidelijk worden. We werken wat dat betreft allemaal verder om zo straks bij een projectbesluit te kunnen landen, in de hoop dat we de timing zo goed mogelijk kunnen volgen.
Heb ik de ambitie om tijdens deze legislatuur met de bouw van de zeesluis te starten? Die ambitie heb ik zeker. De middelen zijn voorzien. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Peeters heeft gevraagd om volgende rechtzetting aan het verslag toe te voegen: "De middelen zijn te voorzien. Het vooropgestelde bedrag is een raming en de wijze van financiering zal in een verdere fase bekeken worden.”) U weet dat het over een serieus investeringsbedrag van om en bij 1 miljard euro gaat. Die ambitie is wel degelijk verankerd in het regeerakkoord en daarin is duidelijk gesteld dat we die zeesluis wel degelijk willen bouwen. De ambitie is er en de nodige financieringspistes worden verder onderzocht.
Hoe evalueer ik de procedure complexe projecten? Dit project is een van de pioniersprojecten in het kader van de procedure complexe projecten. U weet dat de procedure complexe projecten in principe onder mijn collega minister Demir valt, want zij is bevoegd voor Omgeving. Zij zal zeker geneigd zijn om mee te zoeken waar de efficiëntiewinsten zitten. Ook dat staat specifiek in het regeerakkoord, onder het luik Omgeving, bij strategische doelstelling 5, had ik begrepen. Waar mogelijk wordt onderzocht hoe we procedures kunnen verbeteren en vereenvoudigen, om zo snel mogelijk te kunnen overgaan tot de realisatie van die grote investeringsprojecten.
Over hoe we dat heel concreet zullen doen, mijnheer Maertens, ga ik in overleg met minister Demir. Hoe kunnen we het decreet Complexe Projecten evalueren en waar zijn er efficiëntiewinsten mogelijk? Die combinatie van participatie, inspraak en oplossingsgericht werken, wat we uiteindelijk ook met Lantis en de Oosterweelverbinding doen, moet zeker een kans van slagen hebben. Maar als er finaal alsnog iemand naar de rechter stapt, kunnen we dat niet verhinderen. Wat dat betreft, moeten we kijken of er al dan niet bijkomende maatregelen genomen moeten worden.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
1 miljard euro. Ik denk dat dat toch wel de grootste investering is voor de provincie West-Vlaanderen. Ik weet ook wel dat grote infrastructuurprojecten hinder en onteigeningen met zich meebrengen en dat die vaak heel veel mensen ongelukkig maken, maar soms is dat nodig om economische redenen.
In de haven werken tienduizend mensen. De investering is dus echt nodig. Ik was destijds ook schepen van Ruimtelijke Ordening en nu van Openbare Werken, maar ik denk dat de tijd voorbij is dat men zaken door iemand zijn strot kan duwen.
Ik hoop dat u – en Vlaanderen – ook inzet op communicatie. De steden staan heel dicht bij de mensen en weten dat men met klassieke inspraak en klassieke protesten geen project meer kan realiseren. Ze doen met veel moderne middelen een beroep op participatietrajecten. Als u een investering wilt doen en als u dat als een zeer belangrijk project voor Vlaanderen ziet, dan moet er ook even veel worden geïnvesteerd om de mensen van Zeebrugge te overtuigen van het project. De stad heeft destijds een studie besteld met zeventien maatregelen om de leefbaarheid van het dorp te behouden, dat ligt naast een haven die groeit, en dat wordt doorsneden door grote infrastructuurwerken die zorgen voor vragen over de leefbaarheid. Dit moet zeker worden meegenomen.
Ik heb destijds ook nog vooraan gezeten. Want bij protest – of het nu over Elia of zo gaat – zegt de Vlaamse of de federale overheid: ‘Zet u maar vooraan en luister naar het protest.’ Het zijn uiteindelijk wel mijn werken niet. Ik begeleid maar mee. Alle burgemeesters zullen dat ook wel hebben meegemaakt. Men doet dat omdat men wil dat de mensen worden aangehoord en dat het project wordt voorgesteld. De communicatie die uitgaat van die hogere overheid is niet altijd even professioneel begeleid. In die zin zou de Vlaamse overheid een beroep moeten doen op professionele teams die het met een film, met veel empathie, met kennis van communicatietechnieken naar voren brengen. Dan is niet de klassieke ambtenaar die zegt dat het nodig is en voor de rest weinig uitleg geeft. Dat werkt eigenlijk niet meer.
Ik zie dat de gouverneur van West-Vlaanderen is aangeduid. Ik zou er dus voor willen pleiten om het participatietraject te begeleiden. Nu, hij heeft het voordeel van duidelijk te zijn, maar misschien is het ook goed dat men omringd wordt door mensen die wat zachter zijn en empathischer zijn, die het goed kunnen uitleggen aan mensen die het allemaal niet zo goed begrijpen, die de zorgen van de mensen wegnemen. Het is belangrijk dat de overheid die daar staat en een project wil uitvoeren, als een menselijke overheid overkomt en als partner wordt gezien van mensen.
Dat is het pleidooi dat ik wil houden voor dit dossier. Als je het anders aanpakt en je trapt op mensen hun tenen, kan een project daardoor vallen.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Het is geruststellend dat het niet enkel gebeiteld staat in de teksten van het regeerakkoord en de beleidsnota, maar dat u ook nog eens mondeling bevestigt dat het een belangrijk project is voor deze Vlaamse Regering. We zullen er alles aan doen om de nieuwe zeesluis nog deze regeerperiode beginnen te bouwen. Dat is belangrijk.
Voor de procedure ben ik altijd al een vurig pleitbezorger geweest – ook lokaal – om mensen te betrekken en te laten participeren van in den beginne bij projecten groot en klein omdat dat een draagvlak kan creëren. Het neemt nodeloze zorgen weg bij mensen en kan het dossier sterker maken. We doen dat ook via het decreet Complexe Projecten. Mensen hebben heel veel mogelijkheden om hun eigen ei kwijt te kunnen, zal ik maar zeggen. Alleen is het godgeklaagd dat de Raad van State dan vijftien maanden nodig heeft om de bezwaarschriften te bespreken. Goed, daar kunt u ook niets aan doen of toch niet rechtstreeks iets aan doen. Het blijft toch jammer dat het zo lang moet duren.
Maar daarnaast denk ik dat het wel zeer goed is om de voorbereiding van dat alles niet te laten stilvallen, en om dat effectief verder te laten lopen. Want als de Raad van State de initiatiefnemer, de Vlaamse Regering, gelijk geeft, dan kunnen we meteen van start gaan, en loopt de timing geen vertraging op. Bij deze steun ik de realisatie van dat project ten volle. Ik dank u.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb twee kleine opmerkingen voor collega Van Volcem, in verband met onze gouverneur. Ik weet dat hij soms heel kordaat uit de hoek kan komen, maar ik heb gisteren minister Somers nog horen zeggen dat we toch geluk hebben met onze huidige gouverneurs, en dat er een goede verstandhouding is. Ik wil hier dus mijn goede collega Decaluwé nog even verdedigen.
Ik heb nog een bijkomende opmerking wat de infomarkten en de infovergaderingen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de Vlaamse overheid betreft. Ik heb vorige week toch positieve reacties gekregen over de infomarkt die werd georganiseerd over de N8. Ik wilde toch even meegeven dat dat heel professioneel werd aangepakt. Dat was geen echte infovergadering, want het probleem daarbij is dat de eerste persoon die rechtstaat, het grote woord krijgt. Dat kan de hele sfeer verzieken. Het was wel degelijk een infomarkt. Ik heb zelf ook al ervaringen gehad met een infomarkt van de Vlaamse Waterweg in Menen. Die markten werken echt heel goed, maar dit geheel terzijde.
Maar ik ga terug naar Zeebrugge. U hebt al deels een antwoord gegeven, maar ik vraag het toch nog eens duidelijk. In het kader van het complexe project werd een actieprogramma opgesteld dat in een begeleidingstraject voorziet, zowel voor de bewoners die worden onteigend als voor de bedrijven die een andere locatie moeten zoeken. Er zou dus een begeleidingstraject worden opgestart om die bedrijven te herlocaliseren, en een sociaal begeleidingsplan voor de getroffen bewoners.
Heb ik het goed gehoord dat dit project nog moet worden opgestart, of werden hier al bepaalde trajecten of maatregelen naar voren geschoven?
Wat ook nog niet aan bod is gekomen, is de Nx. Uit het onderzoek in het kader van dit complexe project blijkt ook het belang van de Nx: de ondertunneling van de Vandammesluis als verbindingsweg voor het doorgaand verkeer. Wat is de stand van zaken voor het planproject dat moet worden opgesteld voor de ondertunneling van de Vandammesluis?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, u ziet het. Als er iets is waar wij het in de regio over eens zijn, dan is het de noodzaak van een nieuwe sluis. Wij zitten met de Vandammesluis, die af en toe blokkeert. Dat zorgt voor enorme economische schade. Maar wat van cruciaal belang is, is de zekerheid dat hier nu effectief werk van zal worden gemaakt. Dit is niet alleen belangrijk voor de haven, maar zeker ook voor de omwonenden van Zeebrugge, want die zitten nu al jaren met twijfel en onrust.
Minister, naar verluidt is er wel zekerheid omtrent het budget voor de onteigeningen, maar is er minder zekerheid rond het budget voor de sluis zelf. Ik hoop dat u dat kunt tegenspreken. Ik was dan ook verheugd toen ik u hoorde praten over 1 miljard euro. Maar we vinden dat niet direct terug in de budgettaire planning. Kunt u mij geruststellen dat die 1 miljard euro er ook effectief is voor die nieuwe zeesluis? Dat is eigenlijk mijn grootste vraag.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dit zal mijn enige tussenkomst in deze commissie zijn vandaag. Als ik mag, ga ik nu mijn poëtische keuze verklaren, om het debat even te laten rusten. Het zal misschien in contrast staan met mijn tussenkomst straks, dus in die zin kan het even voor wat zuurstof zorgen.
Het is een gedicht van Remco Campert, en ik deel het elk jaar op gedichtendag. Ik vind het al sinds mijn zestiende inspirerend, en ik blijf het inspirerend vinden. Het is getiteld ‘Credo’.
Credo
ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen
ik wil geen water uit de rotsen slaan
maar ik wil water naar de rotsen dragen
droge zwarte rots
wordt blauwe waterrots
maar de kranten willen het anders
willen droog en zwart van koppen staan
werpen dammen op en dwingen
rechtsomkeert
Inspirerende woorden.
Inspirerende woorden, en ik hoop dat mijn volgende woorden even inspirerend zijn, minister.
Ik wil starten met heel duidelijk te maken dat ook wij denken dat het nodig is om een goede en snelle ontsluiting van de achterhaven te garanderen voor de toekomst. Dat lijkt me een belangrijk iets waarover we het eens zijn. Over de methode en wat dat alternatief dan is, is er natuurlijk wel wat meer meningsverschil. In die zin hebben wij het wel betreurd dat zowel in mei, toen eigenlijk de eerste beslissing is genomen, als in juni de Vlaamse Regering snel een beslissing heeft genomen die wat ons betreft te weinig aandacht had voor het draagvlak in dit project. Dat draagvlak staat al jarenlang onder druk en is er vandaag niet meer. Er waren 750 bezwaarschriften in de voorgaande procedure, en daar is eigenlijk relatief gemakkelijk aan voorbijgegaan. We denken enerzijds dat dat voor een stuk ligt aan het soms ontbreken van empathie bij de communicatie daarover. Wat dat betreft, treed ik collega Van Volcem bij. Anderzijds zal het ook niet alleen worden opgelost met iets mooiere en zachtere communicatie, die dan finaal een promopraatje voor een bepaalde beslissing blijkt te zijn. Men moet dus niet alleen de vorm, maar ook de inhoud van die bezwaren en problemen en de communicatie en interactie voor ogen houden.
Beste collega’s, als je de voorliggende plannen immers bekijkt, dan blijkt de impact daarvan voor de leefbaarheid van het dorp Zeebrugge wel degelijk dramatisch te zijn. We hebben het gevoel, en dat wordt gedeeld door een aantal mensen die ook lokaal actief zijn en daar proberen hun bezorgdheden te uiten, dat die procedures niet ernstig worden gedaan, dat het snel moet gaan en dat de alternatieven niet altijd ernstig onderzocht zijn. Dan hebben we het bijvoorbeeld over het alternatief van het Verbindingsdok. In het verleden hebben collega’s hier in de zaal zich ook voorstander getoond van bijvoorbeeld het Verbindingsdok. Ik kijk naar mevrouw Van Volcem. Een boeiend iemand die er in 2018 ook voor uitkwam voorstander te zijn van het Verbindingsdok, speelt nu een totaal andere rol in ons politieke spel: de voormalige havendirecteur, de heer Joachim Coens. Hij vond het Verbindingsdok een beter alternatief dan de Visartsluis. In die zin blijven we met een akelig gevoel zitten, vinden we dat een aantal zaken toch niet ernstig genoeg zijn onderzocht. Er zal nu ook blijken in de procedure die bij de Raad van State loopt of de zaken wel ernstig zijn gebeurd. We vrezen alleszins dat dit niet zal leiden tot een snellere oplossing in het dossier, dat wel degelijk een snelle oplossing moet krijgen en waarin er geen winnaars zijn. We vrezen dat deze ultieme, snel genomen maar niet gedragen beslissing er enkel voor zal zorgen dat een betere oplossing, een alternatief langer op zich zal laten wachten.
Ik ben een beetje verwonderd door het ontroerende pleidooi van collega Fournier wat de gouverneur betreft. Ik had gisteren in de plenaire vergadering begrepen dat een gouverneur vanaf het moment dat hij is aangeduid partijneutraal wordt. Ik zou bijna denken dat hij nog een soort CD&V-stempel heeft, maar misschien vergis ik me. Ik vind de rol die de gouverneur daarin zal spelen, toch wel belangrijk. Welke concrete stappen zal hij precies zetten ter zake, en zijn er eventueel al gezet?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de bijkomende vragen. Ik wil heel het verhaal van de complexe projecten toch nog eens heel duidelijk schetsen, met de vier fases. Er is de verkenningsfase, die resulteert in een startbeslissing, en die beslissing is in het kader van dit traject al in juli 2016 genomen. Men gaat dus eerst de hele zaak verkennen. In juli 2016 was het decreet Complexe Projecten nauwelijks een jaar van start. Dit was ook het eerste project dat was aangemeld. Op 15 juli 2016 is dus die startbeslissing genomen. Dan is de onderzoeksfase ingegaan. Men kan wel zeggen dat we in dezen snelsnel een en ander hebben gedaan. Ik wil dat toch ontkrachten. Het hele doel van de procedure inzake complexe projecten is net zorgen voor veel meer inspraak, voor veel meer draagvlak, voor veel meer participatie, eventueel door cocreatie. Dat is ingebakken in die procedure. Dat komt nog uit de commissie-Berx en de commissie-Sauwens destijds over de versnelling van investeringsprojecten en dergelijke meer. Dat was alleszins heel de opzet van de procesaanpak van complexe projecten.
De onderzoeksfase start. Dan werden er heel wat alternatieven onderzocht. Ik kan me natuurlijk inbeelden dat persoon X liever alternatief 1 heeft en persoon Y alternatief 2, 3 of 4. Maar uiteindelijk wordt daaruit, op basis van heel wat inspraak, een beslissing gedestilleerd. Ik zie sommigen al teken doen dat het over centen gaat. Ik denk dat het niet noodzakelijk nu al over centen gaat. Men moet een heel grondige socio-economische afweging maken van wat hier nu de beste beslissing is. Is de Visartoptie nu de beste beslissing? Of had men eerder moeten kijken naar die andere, meer oostelijke alternatieven? Uiteindelijk is er een hele groep van stakeholders, bewoners, studiebureaus en dergelijke die tot een beslissing komen, die op basis van de alternatieve onderzoeksnota zeggen: dit lijkt ons het beste van alle alternatieven. Dat resulteert dan in dat voorkeursbesluit.
Wat houdt dat voorkeursbesluit in, dat toch op basis van heel wat participatie en inspraak tot stand gekomen is? Er waren hier inderdaad, in het kader van een alternatieve onderzoeksnota en voor het ontwerpvoorkeursbesluit in openbaar onderzoek is gegaan – een openbaar onderzoek dat twee maanden geduurd heeft – 750 bezwaren ingediend, dat weten we. Die werden allemaal een voor een onderzocht en bekeken bij de beslissing van de Vlaamse Regering over het voorkeursbesluit. Dan neemt men finaal een voorkeursbesluit. Daar gaat men dan mee naar de Raad van State. Opnieuw: we leven in een rechtstaat. Eigendomsrechten zijn nog altijd heilig. Iedereen mag een beslissing aanvechten als hij of zij dat wil. Dat kunnen we niet tegenhouden.
Wat houdt dat voorkeursbesluit nu specifiek in? Ik denk dat dat toch wel heel belangrijk is. Het voorkeursbesluit is een verhaal van: we kiezen voor dat infrastructuurwerk op basis van alle mogelijke alternatieven en we gaan daar gelijktijdig een actieplan aan koppelen. En we kunnen nu natuurlijk zeggen: er is een beroep bij de Raad van State of er zijn drie verzoekschriften bij de Raad van State ingediend tot nietigverklaring van het voorkeursbesluit en we gaan nu twee jaar niks doen tot de Raad van State uitsluitsel gegeven heeft. Dat zou men kunnen overwegen. Maar ik hoor hier verschillende mensen toch ook zeggen: ‘Men is al zo lang vragende partij. Die nautische belangen spelen hier ook. Mensen die in de buurt wonen, willen ook zekerheid. Er moet ook duidelijkheid komen over het mobiliteitsprobleem.’ Dan denk ik dat het dus inderdaad beter is dat we nu, in het kader van die uitwerkingsfase, een en ander al verder onderzoeken. Het is specifiek in het kader van die uitwerkingsfase dat men verder een begeleidingstraject gaat opzetten.
Dat begeleidingstraject gebeurt, zoals ook in andere procedures, meestal onder begeleiding van de gouverneur. Ik denk aan het verhaal van de complexe projecten Noord-Zuid bij ons in Limburg, dat door de Werkvennootschap wordt getrokken. We hebben hier in deze commissie ook al het hele verhaal gehad van de Werkvennootschap rond de R0, de ring rond Brussel. Ook daar hoor ik toch dat er heel veel goede proceswinsten zijn geboekt door heel veel inspraak en door inderdaad te werken – zoals mevrouw Fournier opmerkt – met infomarkten in plaats van met de klassieke infovergaderingen, waar de hardste roeper inderdaad misschien het eerst het woord durft te nemen. Bij die infomarkten gebeurt alles veel meer face-to-face. Dus ik denk wel dat men daar een goede keuze in maakt.
Ook bij het verhaal van Oosterweel en van Lantis is die inspraak en die participatie opnieuw van heel groot belang. En dat is toch ook hier aan de orde. Dus ik geloof wel in dat hele verhaal van die uitwerkingsfase, waarbij men in gesprek gaat met de omwonenden, met de eventueel onteigenden, waarbij men ook een begeleidingstraject gaat opzetten voor de bedrijven die eventueel moeten herlokaliseren, waarbij men opnieuw die leefbaarheidsprojecten gaat uitwerken.
Over de specifieke vraag naar die ondertunneling kan ik vandaag natuurlijk nog geen timing geven. Maar die Nx maakt natuurlijk mee onderdeel uit van het voorkeursbesluit. Mocht straks dat voorkeursbesluit vernietigd worden en mocht men zeggen dat er een volledig nieuwe beslissing genomen moet worden, dan kunnen we daar nu dus geen duidelijke timing voor geven.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor het budget en de financiering. De raming van dit project, maar dat is nog maar een provisoire fase, schommelt nu rond de 1 miljard euro, inclusief de onteigeningen. Ik moet daarbij zeggen dat men straks in de uitwerking- en uitvoeringsfase specifiek gaat zoeken hoe men dit gaat financieren en welke middelen er voorhanden zijn. Op welke wijze gaan we het financieren? Gaan we doen via een pps-constructie (publiek-private samenwerking) of via een andere constructie? Dat is eigenlijk de derde en vierde fase in het kader van de vierfasige procedure complexe projecten.
Op dit ogenblik zitten we nog altijd in het einde van de onderzoeksfase. We starten nu met de uitwerkingsfase en daar zal het een en ander worden onderzocht, weliswaar met de knowhow dat mogelijks de Raad van State in 2021 of 2022 – hoe sneller, hoe liever – een besluit neemt. Wij kunnen natuurlijk niet de Raad van State bij de hand nemen en zeggen dat ze moeten beslissen, sneller moeten beslissen of geen beslissing moeten nemen. Er is nog altijd de scheiding der machten in dit land, en dat honoreren we natuurlijk ook, maar we hopen alleszins dat we zo snel mogelijk vooruit kunnen gaan. We starten de uitwerking nu op, onder begeleiding van de gouverneur, zoals we dat ook doen in de procedures van de Vlaamse investeringsprojecten en andere complexe projecten.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik hoop dat u uw groene laarzen kunt aantrekken en dat de spadesteek er komt. Wij wachten er allemaal op.
De heer Maertens heeft het woord.
Of het nu groene laarzen zijn of blauwe in uw geval, minister, uw voorganger had altijd gele laarzen aan bij wegenwerken.
Ik hoop dat we snel verder kunnen gaan met dit project dat, nogmaals, van cruciaal belang is voor de economie in West-Vlaanderen, maar ook voor alle Vlaamse bedrijven die zich richten op de grotere wereld dan Vlaanderen alleen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.