Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Na 25 jaar parlementslid te zijn, mag ik een commissie voorzitten, en dan nog wel op 20 januari, Gedichtendag. Ik heb begrepen dat minister Peeters de spits wil afbijten en een gedicht wil voordragen.
Ik wil het gedicht ‘Winternacht’ voordragen, van Arnold Sauwen – u waarschijnlijk wel bekend –, die zijn roots heeft in mijn gemeente.
Zwijgend en als uitgestorven
ligt het dal in winternacht.
In haar kleed van blanke vlokken
sluimert de aard, zo diep, zo zacht.
Aan de klare sterrenhemel
gaat de maan haar stille gang.
In haar schijn ligt daar de vlakte,
scheemrend, als een maagd zo blank.
Uitgegaan is 't laatste lampken
dat van ver u tegenglom.
Onder witbesneeuwde daken
slaapt het dorpken, stil en stom.
Slechts de toren, trouwe wachter,
't hoofd met eeuwen reeds bevracht,
houdt nog daar, in nacht en stilte,
over hut en hoeve wacht.
En, wen alles rondom sluimert,
van het leven onbewust,
galmt de sombre toon der klokke,
stem des Tijds, die nimmer rust.
Bij dezen bent u meteen ook geslaagd voor de portefeuille van Cultuur. Het gedicht klinkt ook heel Maaslands, met al die verkleinvormen.
Omdat mevrouw Van Volcem op dit moment een minister ondervraagt in een andere commissie, wordt de volgorde van de agenda wat aangepast.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik zal eveneens een gedicht voordragen, dat betrekking heeft op mijn eigen streek. Zoals u weet, ben ik afkomstig uit Bornem, een gemeente die geflankeerd wordt door een heel stuk Schelde. De Schelde is dus een deel van onze geschiedenis en ook een deel van het toeristisch patrimonium van onze gemeente. Het gedicht heet ‘Jachtpaviljoen De Notelaer’.
Door de gouden dreef der dromen
wandel ik U tegemoet,
in het ruisen van de bomen
bij het wassen van de vloed.
Van uw wonden gaaf genezen,
héén het dreigend doodsgevaar
staat gij bij de stroom herrezen
luisterrijke ‘Notelaar’!
Kleurig kleinood aan de Schelde
jagersrijk vol hoorngeschal,
waar te lang de vrees me kwelde
om uw radeloos verval…
Rijs voortaan voorgoed omgeven
door de roep van de patrijs
als een ‘Notelaar’ verweven
met het Scheldeparadijs…
Collega’s, veel mensen voelen zich gestraft door de invoering van de lage-emissiezones her en der in Vlaanderen. Sedert 1 januari wordt iedereen met een dieselwagen van voor 1 november 2011 in Gent en Antwerpen getroffen. Volgens een ruwe schatting zou het om zomaar 620.000 auto’s gaan die die twee steden niet meer binnen mogen. Men hoeft echter de wagen niet van de hand te doen: met een toelating – een dag- of jaarpas – tegen betaling, kan men nog altijd de LEZ-zone binnen. Ik denk dat het in het belang is van de autobestuurders dat steden en gemeenten een duidelijke signalisatie hanteren zodat bestuurders op tijd kunnen anticiperen en boetes kunnen vermijden.
Dat lukt niet altijd. Recent werd een autobestuurder die zijn boete had aangevochten, vrijgepleit omdat de signalisatie onvoldoende duidelijk was. Het verkeersbord dat de LEZ-zone aangaf, stond niet bij het begin van de oprit, maar enkele tientallen meters verder. Aangezien Vlaanderen bevoegd is voor de signalisatie langs autosnelwegen vindt het betreffende stadsbestuur dat Vlaanderen schuld treft aan de gebrekkige LEZ-signalisatie. De conclusie is dus dat autobestuurders boetes kunnen oplopen doordat de Vlaamse overheid signalisatie verkeerd plaatst.
Volgens het betrokken stadsbestuur dringt men er al langer bij de Vlaamse overheid op aan om LEZ-signalisatieborden verder en anders te plaatsen zodat bestuurders voldoende op tijd op de hoogte zijn van de LEZ-zone. Ook concrete voorstellen die in dat verband geformuleerd werden, blijven blijkbaar zonder gevolg.
Minister, ik heb hierover de volgende vragen.
Kunt u bevestigen dat er inderdaad veel signalisatieborden slecht geplaatst zijn, waardoor burgers er soms niet van op de hoogte zijn dat ze een LEZ binnenrijden? Hoe groot is het probleem?
Volgens het Antwerps stadsbestuur – want daarover gaat het – dringt het er al langer op aan bij de Vlaamse overheid om de signalisatie aan te passen. Kunt u dit bevestigen en mij meedelen waarom er dan blijkbaar niet op deze vraag werd ingegaan?
Welke initiatieven wilt u nog nemen naar aanleiding van deze rechtszaak en de oproep van de Antwerpse schepen?
Steden en gemeenten mogen de LEZ-borden die zich langs autosnelwegen bevinden, zelf niet plaatsen. Is het niet aangewezen om dergelijke borden door de betrokken lokale besturen zelf te laten plaatsen, aangezien zij het best geplaatst zijn om de juiste locatie ervan te bepalen?
Wat met de andere slachtoffers van de onoordeelkundig geplaatste signalisatieborden? Zullen de eventueel onterecht opgelegde LEZ-boetes in dit geval worden vergoed aan de gedupeerden? Deze man heeft zijn zaak voor de rechtbank gebracht, maar ik kan me best voorstellen dat de overgrote meerderheid van de automobilisten dat niet doet.
Welke andere initiatieven zult u in dit verband nog nemen?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik zal even helder proberen te antwoorden.
Mijnheer Verheyden, u vraagt of ik kan bevestigen dat de signalisatie slecht geplaatst is. Ik moet zeggen dat het Agentschap Wegen en Verkeer als wegbeheerder langs de autosnelwegen uiteraard bevoegd is om de borden te plaatsen. Daarover is natuurlijk ook overleg met de lokale besturen, of in dezen met de stad Antwerpen, vooraleer men overgaat tot de plaatsing.
De zoneborden die de LEZ aanduiden – F117 – zijn overal geplaatst waar de LEZ aanvangt, juist zoals de Wegcode voorschrijft. Indien het gaat om een kruispunt waar de bestuurder de keuze heeft tussen meerdere wegen, waarbij een of meerdere wegen niet naar de LEZ leiden, worden vooraankondigingsborden geplaatst voor het kruispunt. Het gaat hier om aanwijzingsborden type F27 waarop het pictogram van de LEZ is aangebracht op de wegen die naar de LEZ gaan. De bedoeling is om de bestuurders te informeren over de verschillende alternatieve routes die al dan niet naar de LEZ leiden.
Zonder die vooraankondigingsborden geven enkel de zoneborden de start van een LEZ aan. Wanneer men die zoneborden echter voorbijrijdt, of zelfs maar opmerkt, is het op sommige kruispunten al te laat om nog voor een alternatieve route te kiezen omdat men bijvoorbeeld reeds een voorsortering koos en niet meer op een reglementaire manier voor een andere richting kan kiezen. Daarom zijn vooraankondigingsborden belangrijk en zijn ze ook geplaatst. Waar ze zijn geplaatst, is duidelijk gebeurd op aangeven van de stad zelf. In 2015, dus voor de invoering van de LEZ in Antwerpen, is er daarover al overleg geweest tussen het stadsbestuur van Antwerpen en het Agentschap Wegen en Verkeer.
Het Antwerpse stadsbestuur vroeg om bijkomende signalisatie aan te brengen om de LEZ extra in de verf te zetten. Daarom werden oranje-gele stickers op de borden aangebracht, die in de verf zetten – zoals soms ook gebeurt bij gewijzigde verkeerssituaties – dat de lage-emissiezone op 1 februari 2017 van start ging, zodat iedereen dit duidelijk zou weten. Er werden ook markeringen op het wegdek aangebracht om de routes die naar de LEZ leiden, nog eens extra aan te duiden.
Op de vraag van de stad om grotere borden aan te brengen, werd niet ingegaan omdat grotere borden niet altijd wenselijk zijn op elke locatie. Dat moet telkens locatie per locatie worden nagegaan in functie van de zichtbaarheid, de veiligheid, de hoeveelheid borden enzovoort.
U verwijst ook naar de rechtszaak. Ik moet u duidelijk zeggen dat mijn administratie of de Vlaamse overheid geen partij was in de rechtszaak of het vonnis dat door de politierechtbank is uitgesproken. Ik denk dat u dat duidelijk weet. Een individu is naar de politierechtbank gestapt nadat hij voorafgaandelijk bezwaar had ingediend tegen de LEZ-boetes die de inningsambtenaar van de stad Antwerpen hem had opgelegd. Het stadsbestuur had dat bezwaar afgewezen als zijnde ongegrond. Daarop is de persoon in kwestie naar de politierechtbank gestapt. Het is een vonnis dat alleen tegenstelbaar is aan partijen. De Vlaamse overheid was geen betrokken partij. Ik wil dit duidelijk stellen. De betrokkene had in eerste instantie de LEZ-boete aangevochten omdat volgens hem de ANPR-camera niet correct stond. Later ging het er dan over of er voldoende duidelijkheid was dat het over een LEZ ging.
Nu, de rechter heeft in dat vonnis aangegeven dat de vooraankondigingsborden met aanduiding van de LEZ-zone geen wettelijke waarde hebben. Dat weten we ook. Die borden ware, louter informatief, om mensen er nog eens extra attent op te maken. De administratie heeft dan wel aangegeven dat ze desgevallend met de federale overheid wil overleggen, om te kijken of er geen bijkomende vooraankondigingsborden zouden kunnen worden geplaatst die wel een wettelijk karakter zouden hebben.
U vraagt of het niet aangewezen is dat lokale besturen zelf borden gaan plaatsen langs autosnelwegen of gewestwegen. Wel, het is sowieso decretaal bepaald dat de wegbeheerder ook de verkeersborden plaatst. In dezen is dat dus wel degelijk het Agentschap Wegen en Verkeer. Dit agentschap is exclusief bevoegd voor het plaatsen van de borden. Maar uiteraard gaat men daarvoor steeds op voorhand in overleg met de betrokkenen die een bepaalde regeling willen doorvoeren.
Ik kan u opnieuw meegeven dat er in 2015 een grondige vergadering is geweest, waarbij de stad Antwerpen heeft aangegeven hoe zij de LEZ-zone zag en waar ze welke verkeersborden wilde plaatsen. Er is toen wel wat discussie geweest, omdat men van oordeel was dat de LEZ-zone beter iets anders kon worden ingericht, om meer duidelijkheid te geven. Het ging met andere woorden om alles aan de binnenkant van de Singel.
Uiteindelijk is het de stad Antwerpen die de inplantingsplannen heeft overgemaakt aan het Agentschap Wegen en Verkeer, en daarin staat waar de signalisatie volgens de stad Antwerpen het best kon worden geplaatst. Toen de LEZ-zone reeds was ingevoerd, is er nog een overlegmoment gekomen tussen het agentschap en het stadsbestuur. Ook toen heeft men nog gekeken welke verbeteringen er mogelijk waren. Daarmee wil ik gewoon aangeven dat er wel degelijk duidelijk en grondig overleg is om te zien wat de beste inplanting is. Er vindt dus altijd op voorhand overleg plaats.
Zouden er nog andere slachtoffers zijn van mogelijks onoordeelkundig geplaatste signalisatieborden? U weet dat de LEZ-boetes worden geïnd door de respectieve steden die een LEZ-zone hebben ingevoerd. Als Vlaamse overheid zijn wij niet op de hoogte van waar er LEZ-boetes worden geïnd, en hoeveel die bedragen. Wat dat betreft, zult u zich moeten wenden tot de lokale besturen of steden in kwestie.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Het geeft inderdaad al wat verduidelijking bij deze hele zaak. Ik denk dat het sowieso belangrijk is dat er een zeer goed overleg is tussen het Agentschap Wegen en Verkeer en de betreffende steden of gemeenten die een LEZ-zone willen invoeren. Maar ik heb toch de indruk dat daar nog wat tekortkomingen zijn. Het is belangrijk dat daar in de eerste plaats aan wordt gewerkt, zodat we deze jammerlijke gevallen niet meer op de agenda krijgen.
Ik hoop dat daar toch de nodige initiatieven voor genomen worden, dat men toch wat vaker bij elkaar gaat zitten, en dat er wat meer verduidelijking komt. Want ik heb toch de indruk dat die overlegmomenten er niet altijd voor hebben gezorgd dat men op dezelfde golflengte zat. Ik hoop dat daar in de toekomst nog kan aan worden gewerkt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.