Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de stopzetting van het groeipakket als een kind begint te werken
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, sedert 1 januari 2019 is de vroegere kinderbijslag vervangen door de eigen Vlaamse invulling die we daaraan hebben gegeven, met name het groeipakket. In dat groeipakket zitten verschillende financiële tegemoetkomingen vervat waarop elk kind recht heeft tot de leeftijd van 18 jaar of, afhankelijk van een aantal voorwaarden, tussen 18 en 25 jaar. Ook werkzoekende schoolverlaters hebben hier gedurende een bepaalde periode recht op, maar voor wie gaat werken, wordt het groeipakket stopgezet. Dat was trouwens ook met de vroegere kinderbijslag het geval. Wanneer de leeftijd van 25 jaar wordt bereikt, stoppen de tegemoetkomingen sowieso.
Om ervoor te zorgen dat de tegemoetkomingen vanuit het groeipakket effectief stoppen wanneer iemand niet meer aan de voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld omdat hij gaat werken, is een goede uitwisseling van gegevens natuurlijk noodzakelijk. Zo kan worden vermeden dat mensen nog middelen ontvangen waarop ze eigenlijk geen recht meer hebben en nadien geld moet worden teruggevorderd, met alle problemen die dat met zich kan meebrengen.
Een van de grote verdiensten van het groeipakket die hier al meermaals ter sprake is gekomen, is de sterke inzet op de automatische rechtentoekenning. Daarvoor is gegevensuitwisseling natuurlijk essentieel. De resultaten zijn gekend. In 2019 hebben niet minder dan 40.000 bijkomende kinderen en jongeren een selectieve participatietoeslag ontvangen. De automatische koppeling aan het inkomen was ook een van de redenen waarom veel meer kinderen sinds de inwerkingtreding van het groeipakket een sociale toeslag krijgen.
We hebben vorige week in de pers kunnen lezen dat het nieuw systeem nog geen automatische stopzetting van het groeipakket omvat op het ogenblik dat het kind dat er recht op heeft de arbeidsmarkt betreedt. Thans moet iemand dit zelf melden aan het fonds dat voor de uitbetaling instaat. Die fondsen stellen natuurlijk vragen aan de rechthebbenden, maar dat gebeurt slechts eenmaal per jaar en dan zijn mogelijk al een aantal maanden voorbij sinds iemand aan het werk is gegaan. We weten allemaal dat een terugbetaling vorderen veel moeilijker is dan gewoon op het juiste moment de uitbetaling stop te zetten. Ik ben er trouwens van overtuigd dat heel wat mensen niet te kwader trouw geen melding maken, maar gewoon niet altijd weten tot hoelang ze hier juist recht op hebben.
Minister, op welke wijze verloopt de stopzetting van de betalingen vanuit het groeipakket in het geval van de tewerkstelling van een rechtgevend kind nu? Is het probleem dat in de pers naar voren is gekomen een reëel probleem? Zo ja, wat zijn hier de oorzaken van? Zijn ten gevolge van niet-uitgevoerde meldingen tot stopzetting al onrechtmatige uitbetalingen gebeurd? Hebt u zicht op de bedragen? Op welke wijze zullen die bedragen desgevallend worden teruggevorderd? Op welke wijze en binnen welke termijn zal de koppeling van de tewerkstelling aan het groeipakket automatisch kunnen gebeuren? Het is natuurlijk van belang dat dit in alle richtingen kan. Op welke wijze kunt u tijdens de mogelijke tussenperiode de communicatie ten aanzien van de doelgroep verzekeren over het feit dat mensen zelf het initiatief moeten nemen dit te melden aan het fonds waarbij ze zijn aangesloten?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Voorzitter, overeenkomstig de leerplicht tot 18 jaar geldt het recht op het groeipakket zonder voorwaarden tot de maand waarin het kind meerderjarig wordt. Tot die datum kunnen we er immers van uitgaan dat het kind regelmatig lessen volgt. Jongeren die daarna verder studeren, kunnen het groeipakket tot hun vijfentwintigste verjaardag ontvangen. Schoolverlaters die geen werk hebben of sociale uitkering krijgen, hebben nog tot twaalf maanden nadien recht op het groeipakket.
In het vroegere kinderbijslagsysteem werd dit automatisch stopgezet zodra het kind de arbeidsmarkt betrad. Nu krijgen ouders als het kind meerderjarig wordt een schrijven waarin wordt meegedeeld dat zij zélf het kinderbijslagfonds op de hoogte moeten brengen wanneer hun kind stopt met studeren en de arbeidsmarkt betreedt. Maar ook als jongeren of kinderen tijdens hun studie meer dan 475 uur per kalenderjaar werken met een studentencontract of meer dan 80 uur per maand werken met een gewoon contract moet dit worden gemeld en heeft dat invloed op de uitbetaling van het groeipakket.
Men rekent hierbij op de goodwill van ouders om dat zelf te melden, maar ouders denken er niet altijd aan om dat te doen op het moment dat hun kind geen recht meer heeft op het groeipakket. Ze gaan ervan uit dat dat automatisch gebeurt. Ouders weten ook niet altijd hoe ze dat moeten aangeven.
Minister, hebt u er een zicht op of ouders dit daadwerkelijk spontaan doorgeven? Hebt u een zicht op het aantal dossiers waarin het groeipakket nog ten onrechte werd uitbetaald, en over welk bedrag gaat het? Wordt dat te veel uitbetaalde bedrag teruggevorderd? In principe dienen uitbetalers die gegevens jaarlijks op te vragen om de kinderbijslag te kunnen blijven betalen. Gebeurt dat, en kan die administratieve rompslomp, zowel voor de kinderbijslagfondsen als voor de ouders, niet worden vermeden?
Minister Beke heeft het woord.
We hebben bij het begin van de commissievergadering gezegd dat de leerlingen van de school Sint-Theresia ongetwijfeld iets zullen bijleren in deze commissie. Het is een interessant thema, dat ze zeker met hun ouders moeten bespreken: het gaat namelijk om de vraag tot wanneer hun ouders recht hebben op kinderbijslag, wanneer ze dat moeten aanmelden en wat er gebeurt als ze dat niet aanmelden. Let dus goed op wat ik nu ga zeggen. Voilà, ik heb al meteen de aandacht.
In eerste instantie wil ik toch even schetsen wat het groeipakket, de kinderbijslag allemaal inhield. Bij de opstart van het dossier werden de dossiers van 1,6 miljoen Vlaamse kinderen overgenomen in een volledig nieuwe betaalapplicatie. In februari 2019 werden voor de eerste keer de gezinsbijslagen uitbetaald aan de Vlaamse gezinnen binnen het groeipakket. Intussen werden ook de kleutertoeslag en de kinderopvangtoeslag opgezet, twee volledig nieuwe toelagen die binnen deze volledig nieuwe betaalapplicatie dienden te worden behandeld. Ook die toeslagen worden succesvol uitbetaald. Vervolgens is men begonnen met de sociale toeslagen en de selectieve participatietoeslagen, twee toeslagen waarvan de inhoudelijke en technische begrippen afwijken van de bepalingen van de federale kinderbijslag en de vroegere schooltoelage.
Tegelijkertijd werd ervoor gezorgd dat de nieuwe inschrijvingsgegevens van kinderen zouden kunnen worden behandeld in het najaar van 2019. Zo kunnen we verzekeren dat de kinderen wier studie wordt stopgezet, overgaan naar het statuut van schoolverlater. Ik hoop dat jullie daar nog lang niet aan toe zijn.
Al het voorgaande klinkt misschien heel eenvoudig, zo kort samengevat, maar het is wel een gigantische operatie geweest, want in totaal dienden meer dan drie miljoen actoren te worden geïntegreerd in een nieuwe betaalapplicatie. Om automatische rechtentoekenning mogelijk te maken, werden veertig elektronische gegevensstromen geïntegreerd in deze nieuwe betaalapplicatie. Een dergelijke schaal van verwerking van elektronische gegevensstromen is in Vlaanderen ongezien, ook voor Informatie Vlaanderen. Zo revolutionair is het groeipakket binnen Vlaanderen. De focus lag steeds op een tijdige en volledige betaling aan de Vlaamse gezinnen. De automatisering gebeurde en gebeurt steeds weloverwogen, ook op het vlak van de regels inzake de tewerkstelling van scholieren, studenten en schoolverlaters na de leeftijd van 18 jaar, of na de leeftijd van 21 jaar voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
Scholieren of studenten die stoppen met studeren, kunnen potentieel nog twaalf maanden recht hebben op de gezinsbijslagen als schoolverlater. Ze mogen als scholier, student of schoolverlater studentenarbeid verrichten en daarnaast nog een tewerkstelling uitoefenen – maximaal deeltijds – of als zelfstandige aan de slag zijn, zolang dat geen hoofdberoep wordt. Daarnaast zijn er ook nog onverenigbaarheden met bepaalde uitkeringen, zoals werkloosheid en ziekte. Ouders krijgen, zoals een van de vraagstellers daarnet aangaf, informatiebrieven waarin hun wordt meegedeeld dat ze wijzigingen in het schoolgaan of studeren van hun kind of de tewerkstellingssituaties steeds moeten melden aan de uitbetalingsactor. Ook bij de federale kinderbijslag was dat de gewoonte. Dat is op zich dus niks nieuws in het nieuwe groeipakket. Ouders werden dus reeds geïnformeerd over het feit dat zij hun uitbetalingsactor nog moeten informeren. Tot daar de achtergrond.
De kinderbijslag voor scholieren, studenten en schoolverlaters kan worden stopgezet door een uitbetalingsactor wanneer ouders hen informeren. Het klopt dat hier momenteel geen automatisering op zit.
Automatisering dient steeds met veel zorg te gebeuren. We willen immers zoveel mogelijk ‘vals-positieven’ of onterechte uitbetalingen vermijden, maar zeker ook geen ‘vals-negatieven’ of onterechte stopzettingen creëren. Zoals aangegeven, ligt de focus op volledig en tijdig betalen, waarbij we in eerste instantie wilden vermijden om kinderen onterecht het recht op het groeipakket te ontzeggen.
De automatisering is lopende, maar deze vergt een grondige analyse. De regels ten aanzien van de federale kinderbijslag zijn grondig gewijzigd. Zo is er meer uniformiteit tussen de regels inzake tewerkstelling voor scholieren, studenten en schoolverlaters. De tewerkstellingsnormen werden ook gemoderniseerd ten aanzien van de federale normen.
Zo wordt er met studentenarbeid geen rekening meer gehouden, wat een uitbreiding betekent ten gunste van de kinderen. Het betekent dat we een aantal gegevensbronnen niet meer kunnen hanteren op dezelfde manier als vroeger, en dat hier verregaande analyse op dient te gebeuren; dit terwijl de gegevensbron over tewerkstelling, de multifunctionele Aangifte (DmfA), niet de meest eenvoudige is om te interpreteren. De meeste interpretaties kunnen ook niet vertrekken vanuit een ja-neeantwoord op basis van de gegevensbron. Om het aantal uren te kunnen berekenen, moeten nu eenmaal alle mogelijke en de juiste tewerkstellingscodes worden verwerkt en opgeteld.
Zoals gezegd, loopt dat proces nu. We verwachten hier een eerste resultaat te hebben op het einde van het eerste kwartaal, met een voorrang voor de tewerkstellingsgegevens. Omdat dit kwartaalgegevens zijn, zijn deze tijdig klaar voor de eerstvolgende realistische verwerking in het tweede kwartaal. Gegevens over zelfstandigenactiviteit zullen tegen dan ook worden geautomatiseerd. De automatisering van andere gegevensstromen krijgt vervolgens prioriteit en zal in de loop van kwartaal twee worden afgerond.
De terugvordering zal gebeuren volgens de decretale regels. Deze kunnen worden ingehouden op nog toekomstige betalingen, of de betrokkene zal de onterecht ontvangen toeslagen dienen terug te betalen. Maar ook daarop zijn – vanuit sociaal oogpunt – verzachtende maatregelen van toepassing zoals voorzien in het decreet, bijvoorbeeld een afbetalingsplan en het afzien van terugvordering.
Daarbij moeten we wel in het achterhoofd houden dat mensen ook nu reeds de kans hebben om hun uitbetaler op de hoogte te brengen en dat de tewerkstellingsnormen aanzienlijk zijn versoepeld. Daarbij worden deze ook maand per maand bekeken, niet langer per kwartaal, zoals federaal wel het geval was. Dat maakt een meer flexibele benadering mogelijk.
De uitbetalingsactoren kunnen in het concrete dossier overgaan tot de stopzetting van betalingen. Momenteel kunnen we u nog geen cijfermateriaal geven. De concrete dossiers kunnen we nu niet identificeren, door wat ik net heb gezegd. We kunnen er dan ook geen concrete bedragen op plakken.
We willen ook wel de geruststelling bieden dat niemand momenteel zomaar zonder einddatum wordt doorbetaald. Na stopzetting van studies, kan men maximaal nog twaalf maanden recht hebben op gezinsbijslagen als schoolverlater. Dan stopt de betaling sowieso. En een kind dat nog studeert, maar 25 wordt, zal natuurlijk ook niet langer gezinsbijslagen ontvangen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik denk dat er weinigen beseffen wat voor een huzarenstuk die hele omschakeling is geweest. Bij de voorafgaande besprekingen was dit ook wel een element dat hier vaak ter sprake is gekomen. We beslissen tot een bepaald systeem en we vinden dat er een automatische rechtentoekenning moet zijn op een aantal domeinen, zoveel mogelijk. Maar de omschakeling om ervoor te zorgen dat elk van die 1,6 miljoen Vlaamse kinderen op het juiste moment het juiste bedrag krijgt, was een enorme uitdaging die eigenlijk naadloos is verlopen. Ik wil mijn waardering uitdrukken voor iedereen die daarmee bezig is geweest. Het is niet overal van een leien dakje gelopen, maar de resultaten zijn er. Voor veel meer kinderen is er een sociale toeslag en een selectieve participatietoeslag en zo verder.
Minister, ik onderschrijf dat in eerste instantie de focus moet liggen op de betalingen waar de gezinnen recht op hebben. Die moeten op een correcte manier gebeuren. Pas nu, in de volgende fase, zal de koppeling met de tewerkstelling er komen. Ook daar onderschrijf ik dat de eerste focus moet zijn om niet zomaar vlugvlug in te grijpen, zodanig dat voor mensen die alsnog recht hebben de uitbetaling van het groeipakket zou worden stopgezet. Dat is erger dan een gezin een maand te lang betalen en nadien te kunnen terugvorderen. Dat onderschrijf ik helemaal. Maar in de pers kwam het naar voren alsof er gezinnen zouden zijn die zomaar blijvend bepaalde bedragen zouden kunnen ontvangen en dat, zoals u duidelijk hebt gezegd, gedurende maximaal een jaar. Dat is hier uitdrukkelijk weerlegd. Dat is ook maar de logica. Het systeem van meldingen van een wijziging in de situatie is natuurlijk ook nog van kracht.
Het is goed dat er wordt gekeken naar de toekomst en dat er ook met betrekking tot de stopzetting en het moment van tewerkstelling van kinderen die rechtgevend zijn, een automatische koppeling kan gebeuren, zodanig dat gezinnen tot op het juiste moment de uitbetaling krijgen: tot het moment van tewerkstelling, maar ook niet later. Minister, ik roep u op om, zoals u hebt gezegd, hiervan ook de volgende periode werk te maken.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik besef zeker dat het een groot huzarenstuk is geweest om alles te automatiseren. Maar de conclusie is wel dat we met een instrument werken dat niet helemaal af is en dat er nog heel veel mankementen zijn waaraan moet gewerkt worden. Van een Vlaamse overheid verwacht je dat ze met goede instrumenten werkt. U weet niet over hoeveel dossiers het gaat, over hoeveel geld er te veel werd uitbetaald, over hoeveel gezinnen het gaat. Daar kunt u niet op antwoorden. U weet, zoals ik, dat geen enkel gezin dat nadien zal moeten terugbetalen omdat zij het niet hebben gemeld, omdat wij verwachtten dat zij het zouden melden, graag terugbetaalt. Daar zullen vermoedelijk ook nog problemen rijzen. Ik zal u daar zeker over een halfjaar opnieuw over ondervragen, om te weten over hoeveel dossiers het gaat en welk bedrag wij misschien daardoor verloren hebben.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het systeem heeft inderdaad een zeer grote omschakeling moeten doorstaan. Nog steeds zijn er zaken die moeten worden aangepast. Een tijdige en correcte uitbetaling van de kinderbijslag is sowieso essentieel. Het kindergeld dat te veel is uitbetaald, moet terugbetaald worden aangezien het ons in problemen kan brengen. We moeten daar onze ogen niet voor dichtdoen. We moeten daar op korte termijn werk van maken. Een automatisering zou toch wel essentieel mogen zijn. Ik vind het wel raar dat er geen uitwisseling is tussen de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en de systemen van het groeipakket. Uit die uitwisseling zou moeten blijken dat er naar aanleiding van een tewerkstelling sociale bijdragen worden betaald.
Minister Beke heeft het woord.
Mevrouw De Martelaer, ik zou Stromae willen citeren: 'Laat het betere niet de vijand zijn van het goede.' Wij hebben een goed systeem, en dat moeten wij verder optimaliseren.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Ik zal uw zegswijze overnemen. Maar de overheid moet een perfect systeem hebben. We moeten voor 100 procent goed gaan.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.