Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, jullie zullen merken dat er in mijn vraag dingen zitten die voor een stukje gedateerd zijn. Dat komt omdat ik ze op 11 december vorig jaar al had ingediend. Dit is de eerste gelegenheid sindsdien om vragen om uitleg over Energie te stellen. Ik zal ze dus een klein beetje aanpassen en cours de route. Ik denk dat jullie dat wel zullen begrijpen.
Begin december heeft het steunpunt voor armoedebestrijding zijn tweejaarlijkse verslag gepubliceerd. Ook naar aanleiding daarvan verschenen er in de pers een aantal artikels in verband met de problematiek van de energiearmoede. Daarin werd terecht aangehaald dat energiearmoede nog altijd een heel groot probleem is in Vlaanderen. Bijna 16 procent van de gezinnen heeft te maken met energiearmoede. Het gaat vooral over eenoudergezinnen, alleenstaanden en huishoudens die zich verwarmen met elektriciteit. Niet alleen het verslag van dat steunpunt zegt dat. Er zijn meer studies, onder meer van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) en de Universiteit Antwerpen die de problematiek bevestigen en die ook pleiten voor concrete en effectieve maatregelen met betrekking tot het verlagen van de energiefactuur, om energiearmoede terug te dringen.
Minister, in uw beleidsnota staan een aantal maatregelen die ook terugkomen in het een tijd geleden gepubliceerde Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP). Een aantal dingen zijn ook mee opgenomen in het Nationaal Energie- en Klimaatplan. Die zijn vooral gericht op een gedragsverandering, door middel van bijvoorbeeld het verlenen en verhogen van premies voor bepaalde doelgroepen en het vereenvoudigen van zo’n premiesysteem. In het Nationaal Energie- en Klimaatplan staan een drietal doelstellingen die vanuit Vlaanderen werden geformuleerd. De eerste gaat over de digitale budgetmeters. De tweede gaat over het noodkoopfonds, maar daar weten we eigenlijk nu al van dat dat maar een zeer beperkte oplossing zal geven. Dat gaat maar over 625 gezinnen, als ik me niet vergis. Daar hebben we het al uitgebreid over gehad, ook in de plenaire begrotingsdiscussies, naar aanleiding van de analyse die de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) onder andere heeft gemaakt. De derde gaat over een ondersteuningskader voor een substantiële groei in het aantal renovaties bij de kwetsbare doelgroep. Er wordt wel gezegd dat dat waar nodig zal worden geëvalueerd en bijgestuurd. Ik verwacht dus dat er nog wel wat bijsturingen zullen komen, aangezien de SERV heeft aangegeven dat er in de beleidsnota eigenlijk geen echt goede maatregelen staan om ook die kwetsbare doelgroep mee te krijgen in de transitie naar beter gerenoveerde woningen.
Minister, welke specifieke maatregelen plant u verder nog om energiearmoede effectief aan te pakken, gebaseerd op dat onderzoek? Daaruit blijkt immers toch dat een aantal doelgroepen echt meer problemen hebben, onder andere de eenoudergezinnen, onder andere alleenstaanden en gezinnen die zich nu verwarmen met elektriciteit. Wilt u die extra beschermen? Zijn er concrete doelstellingen voor het terugdringen van de energiearmoede? Die vind ik immers eigenlijk niet terug, niet in de beleidsnota, maar ook niet in de Vlaamse of nationale energie- en klimaatplannen.
Bent u bereid om te bekijken op welke manier er vanuit de Vlaamse Regering actie kan worden ondernomen om de energiefactuur daadwerkelijk te doen dalen? We hebben die discussie nog al gehad, onder andere in de begrotingsplenaire, maar dat is natuurlijk dé maatregel om energiearmoede echt effectief aan te pakken. Gaan er dus initiatieven komen op dat vlak?
In de beleidsnota staat ook dat u zult samenzitten met uw federale collega’s om ook vanuit die hoek te bekijken of er een verlaging van de energiefactuur kan gebeuren. Is dat reeds gebeurd, en zijn daar concrete resultaten van?
Minister Demir heeft het woord.
De vraag is inderdaad al even geleden ingediend. Geen probleem daarmee.
Ik wil eerst het volgende zeggen, maar u zult dat waarschijnlijk ook wel weten. In 2016 is er een energiearmoedeprogramma goedgekeurd, met 34 acties. Daar stonden heel wat maatregelen in om kwetsbare doelgroepen daarin te ondersteunen. Dat gaat over sociale dakisolatieprogramma’s, een bonus van minstens 50 procent op de bestaande energiepremies en nog andere maatregelen. Ik wil sowieso dit energiearmoedeprogramma en de maatregelen die daarin zijn opgenomen, optimaliseren en ook versterken, en de nadruk leggen op de structurele bestrijding van energiearmoede.
Ten tweede moeten we meer dan vandaag de nadruk leggen op de kwetsbare doelgroep, dat zij hun weg vinden en effectief een beroep doen op de energiehuizen, want die staan ook voor hen ter beschikking. Dat is vaak heel weinig geweten. Ze kunnen daar bijvoorbeeld een beroep doen op de renteloze energieleningen. Daarnaast hebben we het Noodkoopfonds. Daarover heb ik gezegd dat ik de evaluatie ga afwachten. De beschikbare middelen in dat fonds bedragen 15,5 miljoen euro, dat is toch veel geld, maar daar gaan we slechts een 620-tal woningen mee kunnen renoveren. Ik zal bekijken of we daar nog iets aan kunnen doen.
Verder zijn er de energieconsulentenprojecten Energiearmoede 2019-2021. Er lopen op dit moment vijf projecten tot eind 2021: Samenlevingsopbouw, Komosie, REGENT, SOM Meetjesland en vzw Effect. Dat zijn allemaal zaken die op Vlaams niveau bezig zijn, maar waarvan ik vind, zeker wat betreft het energiearmoedeprogramma van 2016, dat we die moeten optimaliseren en versterken.
Daarnaast is er het federale sociale tarief voor elektriciteit en aardgas, een krachtige en noodzakelijke maatregel voor een betaalbare energiefactuur. Ongeveer 220.000 Vlaamse gezinnen genieten daarvan. Ook op Vlaams niveau zijn er maatregelen die de energiefactuur mee verlichten, bijvoorbeeld de minimale levering. Op dit moment maakt een op vijf gezinnen met een budgetmeter daar gebruik van. We moeten bekijken of er niet meer gezinnen voor in aanmerking kunnen komen om daar gebruik van te maken.
Het is natuurlijk een armoedeproblematiek. Ik ben geen minister van Armoedebestrijding. Ik denk dus wel dat u de vraag ook aan collega Beke moet stellen. Ik wil sowieso met hem ook bekijken wat we kunnen doen. We merken bijvoorbeeld dat heel wat kwetsbare gezinnen heel weinig gebruikmaken van de mogelijkheid om van leverancier te wisselen, te kijken of ze niet te veel betalen en of ze kunnen overstappen. Vaak is het dus ook wel een gegeven van informatie, van hen gericht begeleiden naar voordelige leveranciers. In het kader van de uitrol van de digitale meters werd bepaald dat uiterlijk tegen eind 2021 alle klassieke budgetmeters worden vervangen door digitale budgetmeters. Die laten op basis van de analyse van datastromen toe om gerichter hulp en begeleiding te bieden, waardoor schuldopbouw wordt geremd.
U vraagt naar concrete doelstellingen. Ik denk dat ik moet verwijzen naar collega Beke. Hij coördineert het armoedebeleid. Ik ben sowieso bereid om daarnaar te kijken, of het nu gaat over water, waar we het gisteren over gehad hebben, of over energie. De energiefactuur is de laatste jaren helaas enorm gestegen. Ik ga ook de totaliteit eens bekijken. Ik heb al heel veel contacten gehad met heel wat leveranciers. Ik heb de problematiek ook telkens op tafel gelegd. Soms zijn daar ook wat zware woorden gevallen.
In uitvoering van het regeerakkoord, en zoals bepaald in de beleidsnota, zeg ik dat de elektriciteitsfactuur zeker niet mag toenemen als gevolg van het Vlaamse beleid. Ik zou graag de energiefactuur zien dalen. Die is ook wel lichtjes gedaald. Een kleine maand geleden heeft De Tijd daar nog over bericht. Mijn ambitie is echt wel om dat te zien dalen voor iedereen. Daarnaast gaan we zeer gericht kijken naar die kwetsbare groepen en naar wat er vandaag is.
Werkt dat? Waarom werkt het niet? Op welke vlakken moeten we een tandje bij steken om zeer gericht die groepen die het moeilijk hebben, beter te ondersteunen. Zoals ik heb gezegd, zou ik de energiefactuur willen zien dalen, maar u weet ook dat er met de oversubsidiëring van zonnepanelen tussen 2009 en 2012 bijna – ik ga het woord nu gebruiken – criminele zaken gebeurd zijn: er werden soms snelsnel subsidies gevraagd, terwijl bij controles achteraf werd vastgesteld dat de zonnepanelen niet eens werkten. De regeling was dat die bedragen gerecupereerd werden via de energiefactuur. Die oversubisidiëring proberen wij nu aan te pakken en dat zal op de factuur zichtbaar blijven tot 2030.
Deze legislatuur hervorm ik het certificatensysteem voor groene stroom en warmtekrachtkoppeling. Dat is wel een heel belangrijk gegeven, want op die manier gaan we de oversubsidiëring vermijden. De afgelopen maanden heb ik daaromtrent met een aantal dossiers heel hard op tafel geslagen, ook tijdens de ministerraad, om te vermijden dat er weer een aantal mensen langs de kassa zouden passeren en miljoenen euro’s aan subsidies zouden binnenrijven, die dan achteraf gerecupereerd moeten worden via de energiefactuur. Wat ik nu ga doen, althans voor de Vlaamse component – want er zijn ook federale componenten in de energiefactuur –, is ervoor zorgen dat die Vlaamse component niet stijgt en het liefst ook daalt. De schuldenberg uit het verleden zal tot 2030 afbetaald moeten worden, maar voor de rest hervorm ik heel het certificatensysteem voor groene systeem, om te vermijden dat het barslechte beleid uit het verleden – sorry dat ik het zo moet stellen – zich herhaalt, met alle gevolgen van dien. Nu is het natuurlijk gemakkelijk om het woord ‘schandalig’ in de mond te nemen, maar het verleden is wat het is. Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat we nagaan wat we voor de kwetsbare groepen, die nu een energiefactuur uit het verleden voorgeschoteld krijgen, nog extra kunnen doen.
U vraagt me ook of ik binnen afzienbare tijd ga samenzitten met mijn federale collega’s. Ik heb al een aantal keer met collega Marghem samengezeten en ik heb haar meermaals gezegd dat ze de federale componenten van de energiefactuur onder controle moet houden. Het lijkt me dan ook wenselijk dat de volgende federale regering een globale aanpak uitwerkt voor energiearmoede en inkomensbeleid.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik moet wel zeggen dat ik het bijzonder flauw vind dat u het totale gebrek aan goede maatregelen tegen energiearmoede, vooral als het gaat om renovaties, weer probeert te framen als de schuld van de ‘sossen’. Dat is heel flauw, vooral omdat de N-VA op dat moment mee in de regering zat. U kunt er altijd naar blijven verwijzen, maar het verdoezelt volgens mij vooral het totale gebrek aan ambitie inzake armoede binnen deze regering.
U verwijst ook een aantal keer naar uw collega, minister Beke. Ik zal hem volgende week een vraag om uitleg stellen. Ik hoop van niet, maar ik ben ervan overtuigd dat hij mij op zijn beurt vooral naar u zal doorverwijzen. Ik ben benieuwd of ik van hem goede antwoorden zal krijgen en of energiearmoede effectief aangepakt zal worden.
Het blijft een feit dat de huidige maatregelen niet toegankelijk zijn voor een heel groot deel van de gezinnen die het nu al moeilijk hebben om hun energiefactuur te betalen. Slechts 3 procent van de energiepremies gaat bijvoorbeeld naar doelgroepen die ze echt nodig hebben. Dan zie je dat de 10 procent laagste inkomens een ecologische voetafdruk heeft die tot vier keer lager ligt dan de 10 procent hoogste inkomens. Dan kun je het hebben over gedragswijziging, zoals hier een aantal keer gezegd is, maar het gaat ons er vooral over dat die mensen nog steeds veel te veel betalen voor hun energiefactuur, vooral omdat zij niet de mogelijkheden hebben om effectief structurele investeringen te doen. We hebben effectieve en efficiënte steunmaatregelen nodig waar die mensen van kunnen gebruikmaken.
Ik wil nog eens een oproep doen om te bekijken hoe u de elektriciteitsfactuur toch naar beneden kunt brengen. U verwijst daarvoor altijd naar het verleden maar er zijn ook dingen die u zelf kunt doen. Ik wil u met aandrang vragen om zeker ook heel de discussie over de tariefstructuur van heel nabij te volgen. We zullen daar nu niet te diep op ingaan want een aantal dingen zijn vorige week in een besloten zitting gezegd. Maar het is heel belangrijk om zeer goed de vinger aan de pols te houden zodat de factuur voor de mensen die het nu al moeilijk hebben, niet naar een verdubbeling zou gaan. Het is heel belangrijk om dat hier in het parlement en ook door u van nabij te volgen. Dat wil ik u met aandrang vragen. Blijf dat absoluut bekijken en blijf alstublieft kijken naar echte maatregelen die energiearmoede kunnen doen verminderen.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag en, minister, dank u wel voor het antwoord. Uw antwoord ontgoochelt mij wel voor een stuk vooral omdat u zegt dat u geen minister van Armoede bent. Ik denk dat iedereen minister van Armoede is, net zoals iedereen ook minister van Klimaat zou moeten zijn. Minister Beke, die ik natuurlijk niet moet verdedigen, coördineert het armoedebeleid. Het lijkt mij dat het aan alle ministers is om te zorgen dat de beleidsimpact van maatregelen de mensen in armoede niet extra treft of er niet voor zorgt dat de mensen extra in armoede komen. Ik neem aan dat u het met mij eens bent en dat u daar ook wel voor wilt gaan.
Ik denk dat de maatregelen bekend zijn. In het armoedeplan staan heel wat maatregelen. Het probleem is dat een aantal ervan niet wordt uitgevoerd of dat de impact van een aantal van die maatregelen niet ten volle wordt benut. Dat is jammer. Ik zou willen vragen om dat alsnog te doen. Ik roep het parlement ook op om een hoorzitting te organiseren met een aantal armoedeverenigingen om alsnog dat armoedeplan te bekijken. Ik stel immers vast dat het niet erg opschiet op dat vlak.
Minister, ik heb twee punctuele vragen voor u, waarvan ik vermoed dat u ze niet onmiddellijk kunt beantwoorden, maar misschien kunt u het even uitzoeken. Ik ben vooral geïnspireerd door wat gisteren is gezegd toen we de waterfactuur bespraken. Daar hebben we gezegd dat de sociale tarieven een aantal mensen niet bereiken die het nodig hebben, en andersom, een aantal mensen wel bereiken die het niet nodig hebben. De maatregel schiet zijn doel voorbij. Dat is een probleem. Mijn vraag is: is dat hier ook het geval? Voor energie is er immers ook een sociaal tarief. Het zou goed zijn dat er eens wordt bekeken of de juiste mensen bereikt worden.
Ik zou het interessant vinden om ook op beleidsmaatregelen op het vlak van energie een armoedetoets los te laten. Vorige week zei de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) hier dat ze eraan denken om de exclusieve nachtmeter te verlaten. Dat lijkt misschien een fait divers maar het is een feit dat heel wat sociaal kwetsbare mensen, vaak huurders in sociale woningen, oude radiatoren op elektriciteit hebben. Die zijn bijzonder inefficiënt, ze zouden beter worden buitengegooid. Ik heb al begrepen dat dat niet zo evident is. Als die mensen de volle pot zouden moeten betalen, zou dat echt een ramp zijn voor hen. Dat is de factuur maal twee of maal drie. Dat mogen we echt niet laten gebeuren. Ik zal initiatieven nemen om dat te proberen verhinderen, maar ik denk dat we dat samen moeten doen. Mijn tweede vraag gaat dus over de armoedetoets in het algemeen en specifiek over de exclusieve nachttarieven die nu vooral sociaal kwetsbaren ten goede komen. Als we die zouden verlaten, zou dat echt een ramp betekenen. Minister, wat gaat u doen om hieraan het hoofd te bieden?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel voorzitter, dank u wel vraagsteller en minister om dit onderwerp naar voren te brengen. Het energiearmoedeprogramma van de vorige legislatuur ligt mezelf en onze partij heel na aan het hart. Het is een belangrijke problematiek. Ongeveer 15 procent van de Vlaamse gezinnen heeft te maken met een vorm van energiearmoede. Er zijn enerzijds de betalingsproblemen en anderzijds het feit dat een hele groep mensen in een verre van optimale woning leven. U weet dat de energiefactuur voor veruit voor het grootste deel uit de verwarmingsfactuur bestaat. Daar zit uiteraard ook de grootste winst, zowel wat betreft energiebesparing als het terugdringen van de kosten voor de betrokken gezinnen.
Het energiearmoedeprogramma dat we met de vorige regering hebben uitgewerkt, is ambitieus. Ik ben blij dat u zegt dat u er werk van wilt maken om het te versterken, om het te actualiseren. Wat is uw concrete timing en uw concrete doelstelling daaromtrent? In welke budgetten voorziet u? Ik denk dat het belangrijk is om daarop te focussen.
Ik wil u beetje corrigeren omdat we de oversubsidiëring aangepakt hebben. We dragen nog altijd de factuur mee van foute beleidskeuzes uit de periode 2010-2011, maar dat is natuurlijk geen excuus om geen energiearmoedebeleid te voeren want dat heeft op zich weinig te maken met de problematiek die die Vlaamse gezinnen treft. Ik roep u op om daar in dit kader niet op te focussen.
De energiefactuur zal in de komende jaren dalen. Die is het voorbije jaar gelukkig ook al gedaald, zowel de verwarmingsfactuur als de elektriciteitsfactuur. Ik reken erop dat u met uw beleid er mee voor zorgt dat die trend zich doorzet.
Wat betreft het energiearmoedeprogramma zelf is het belangrijk om de actoren die daarin actief zijn of kunnen zijn, samen te brengen. We hebben de energiehuizen, maar we hebben ook de lokale besturen, de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren. Zult u die actoren samenbrengen? Kunnen we daar op rekenen? Kunnen we daar een timing van krijgen? Wanneer zult u de betrokkenen zien en op welke manier zult u rekening houden met hun input bij de optimalisering van het energiearmoedeprogramma?
De digitale meters worden geïnstalleerd. Tegen volgend jaar zal de groep van de budgetmeters die prioritair was, een digitale meter hebben. U zegt terecht dat dit u toelaat om een aantal maatregelen gerichter te nemen en om eventuele problemen sneller te detecteren. Maar wat zult u concreet doen? We weten dat we de digitale meters kunnen gebruiken, maar zult u dat doen en wie zult u concreet gelasten met het beleid daaromtrent?
Ik merk dat u een enigszins afwijkende visie hebt als het gaat over de rol van coördinerend minister. U zegt dat bij Klimaat ook de minister van Mobiliteit betrokken is en de minister van Economie. U bent vakminister van Energie. Ik reken erop dat u energiearmoede ter harte neemt en niet doorverwijst naar een collega die het armoedebeleid vorm moet geven. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
U kunt straks zeker antwoorden, minister. Ik reken erop dat u de nodige ambitie en vooral de nodige daadkracht aan de dag legt om hieromtrent een stevig beleid te voeren, waarvoor dank.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als we het hebben over het verlagen van de kost voor de mensen, dan spreken we over de factuur. De factuur bestaat altijd uit twee delen: de eenheidsprijs en de hoeveelheden. Ik denk dat de heer Anaf zich te veel focust op de eenheidsprijs en te weinig op de hoeveelheden. Ik hoor dat ook in de tussenkomst van de heer Danen die ten onrechte zegt dat als het exclusieve nachttarief afgeschaft wordt, dit de prijs zal verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. In de hoorzitting is vorige week heel duidelijk geworden dat er bij wie een Ferrarismeter heeft geen capaciteitstarief komt en het exclusieve nachttarief dus ook niet afgeschaft wordt. (Opmerkingen van Johan Danen)
U poneert iets dat niet helemaal correct is.
Voor mij is het belangrijkste omtrent energiearmoede het aanpakken van de hoeveelheden. In de vorige regering zijn er op dat vlak al heel wat zaken gebeurd. We hebben inderdaad 34 actiepunten die vervat zijn in het rapport van het Rekenhof en de Koning Boudewijnstichting. Ik noem er een paar op: de renteloze lening, de verhoogde energiepremies, het noodkoopfonds, energiearmoedeconsulentenprojecten. Het zijn allemaal zaken die gaan over hoeveelheden.
Waar ik het soms ook moeilijk mee heb, is het containerbegrip over energiearmoede. We hebben het dan inderdaad bijvoorbeeld over verborgen energiearmoede. In het rapport van het Rekenhof en ook in dat van de Koning Boudewijnstichting staat dat men het soms moeilijk heeft met mensen die heel weinig verbruiken omdat ze een zeer goed geïsoleerde woning hebben, en die ten onrechte soms ook beschouwd worden als mensen in energiearmoede. Dat is niet zo. Het zijn mensen die in een goed geïsoleerde woning leven en daardoor weinig kosten hebben. En de kost is dus de vermenigvuldiging van die hoeveelheden maal de eenheidsprijs.
Vorig jaar op 3 april 2019, vlak voor de verkiezingen dus, heb ik de vraag ook aan uw voorgangster, minister Lydia Peeters, gesteld. Toen was er ook al discussie over wie er in energiearmoede leeft. Zijn dat de mensen die worden beschouwd als beschermde afnemers? Betekent het sowieso dat die mensen in energiearmoede leven? Beschermde mensen zijn bijvoorbeeld ook mensen die leven met iemand met een handicap en die daardoor bepaalde voordelen hebben. Of zijn het de kwetsbare gezinnen? Zijn het de prioritaire doelgroepen? Ik heb toen de vraag gesteld – en daarom heb ik de vraag ook nu opnieuw gesteld – of het niet goed is om tot een eenduidige definitie te komen over wie in energiearmoede kan leven, eerder op basis van inkomensgrenzen – zoals we ook doen met de energielening op 0 procent – dan op basis van moeilijk te definiëren kwetsbare of prioritaire of beschermde afnemers. Het zijn eigenlijk drie containerbegrippen waarvan men in alle rapporten van het Rekenhof en ook het meest recente rapport van de Koning Boudewijnstichting zegt dat men beter zou harmoniseren waardoor de discussie ‘gecontainerd’ wordt en ook duidelijk is.
Mijn bijkomende vraag is dus of we nog verder kunnen inzetten op een juist begrip van mensen die leven in energiearmoede.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik zal proberen me aan mijn twee minuten te houden, wat niet altijd makkelijk is in deze commissie.
Duidelijkheid is goed, maar ik denk dat we allemaal wel duidelijk mogen stellen dat energiearmoede geen probleem is dat wordt overdreven, maar een probleem dat wordt onderschat. Laat ons daar in de eerste plaats op focussen. Ik sprak onlangs nog met een mevrouw die haar verwarming enkel opzet wanneer haar dochter er is en niet wanneer die bij haar vader is. Dat is wat energiearmoede in de realiteit wil zeggen. Laat ons dus het probleem alsjeblieft niet onder de mat vegen.
Minister, u zegt dat veel mensen van leverancier moeten veranderen zodat ze niet te veel betalen. De realiteit is natuurlijk dat vandaag iedereen te veel betaalt. In Vlaanderen betaalt men gemiddeld 245 euro meer voor energie dan in onze buurlanden. Ik ben blij dat u de ambitie uitspreekt om daar iets aan te doen en om de prijzen te doen dalen. Dat stond nog niet in het regeerakkoord of in uw beleidsnota, dat is dus heel goed. De volgende vraag is dan hoe dat gaat gebeuren. Dat lijkt me toch wel essentieel.
Dan komen we natuurlijk op de kosten voor groene stroom. U hebt het over criminele zaken die in het verleden zijn gebeurd. Ja, dat is niet de schuld van de sossen of van eender wie, dat is de schuld van de regering-Peeters, met de N-VA, sp.a en CD&V. Ze hebben effectief een totaal verkeerde maatregel genomen, met uw partij erbij. Dat wil niet zeggen dat het niet kan worden rechtgezet. Wij vragen daar al lange tijd naar en er komt zeer weinig antwoord op. Waarom organiseert u geen audit? Waarom organiseert u geen audit, zeker voor die grote groenestroomparken die het gros van de subsidies opslurpen? Organiseer een audit om na te gaan of ze geen bovenmatige winsten maken – ze mogen uiteraard een rendement halen, dat is het probleem niet. Waarom organiseert u geen audits om die excessen eruit te halen, te zorgen dat ze een goed rendement krijgen en dat de kosten voor de mensen kunnen dalen zodat we ook de groene kosten uit de factuur kunnen halen?
De regering is van plan om een energienorm in te voeren om de energieprijzen voor grote bedrijven onder controle te houden. Waarom overweegt u dat ook niet voor gezinnen?
Het energieverbruik is inderdaad heel belangrijk. Isolatie voor verwarming is zeer cruciaal. Waarom zetten we niet de stap van renteloze leningen naar derde-betalerssystemen? Ze zijn niet duurder voor de overheid, maar ontzorgen wel en zorgen dat het makkelijker wordt om het huis te isoleren zodat de drempel wordt verlaagd.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, collega’s, energiearmoede is een belangrijk probleem. Maar wat mij in deze discussies vaak opvalt, is dat we dan enkel over energie praten, terwijl energiearmoede vaak is ingebed in een breder armoedeprobleem. Op zich denk ik niet dat we alles moeten inzetten op een zo laag mogelijke energieprijs; dat kan niet de oplossing zijn. De markt werd geliberaliseerd, er zijn prijsvergelijkers en er zijn al tal van initiatieven genomen om tot een correcte prijs te komen. Collega D’Haese, het lijkt mij niet nodig om de leveranciers en de producenten als de grote boosdoeners te zien.
Wanneer we over energiearmoede praten, gaat het ook over wonen, over begeleiding, en over tal van aspecten die in aanmerking moeten worden genomen. Het is wel zo dat, wanneer er problemen zijn rond het betalen van de energierekening, dit vaak al een eerste indicatie is van andere problemen. Minister, in die zin kan niet enkel de Vlaamse Regering dit probleem oplossen; ik denk dat we ook bij de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW’s) een partner moeten zoeken.
Wat we wel in dat regeerakkoord hebben ingeschreven, is dat we zullen inzetten op ontzorging. Als mensen willen investeren aan 0 procent, of als ze recht hebben op premies en dergelijke meer, dan is dat vandaag nog te moeilijk, zeker voor kwetsbare gezinnen. In die zin is de integratie van de diverse woonloketten en energiehuizen een heel belangrijke stap, net om kwetsbare gezinnen te helpen om korte metten te maken met energieverspilling. Want daardoor betalen zij ook meer.
Een ander element is wonen, zoals ik al heb aangehaald. Mijn vraag is of u misschien toch overleg kunt plegen met de minister van Wonen, om te bekijken op welke manier we derdebetalerfinancieringen kunnen organiseren voor investeringen in energierenovaties, en hoe de verhuurders zowel fiscaal als via normering kunnen worden aangespoord om ervoor te zorgen dat de verhuurde huizen energieneutraler worden.
Ook daarin hebben we al forse stappen gezet, en we moeten zorgen dat de aanbieders van woningen gemotiveerd blijven om hun woningen te blijven verhuren. We kunnen vandaag niet in één klap eisen dat alle verhuurde woningen energieneutraal zijn. Maar we moeten inzetten op een verstandig investeringskader, dat misschien nog een tikkeltje kan en moet worden aangescherpt. Dat lijkt mij een mogelijkheid om ook mensen in energiearmoede te helpen, zodat zij minder geld moeten uitgeven aan energie. Het gaat dan toch vooral om huurders, als het al geen sociale huurders zijn.
Minister Demir heeft het woord.
Ik ga daar kort over zijn, voorzitter. Ik begin bij het begin. Ik denk dat collega Bothuyne dat verkeerd heeft begrepen, want energiearmoede maakt onderdeel uit van het armoedebeleid. Als we armoede willen aanpakken, dan moeten we in ons armoedebeleid een ketenaanpak hebben. Als iemand met energie- of waterarmoede te kampen heeft, dan zit daar veel meer achter.
Ik ben hierin niet de coördinerende minister. Voor het beleidsdomein Klimaat ben ik wel coördinerend minister, en ik heb die rol ook opgenomen: ik ben naar alle ministers gegaan, en ik ben blij dat mijn collega’s ook met heel wat maatregelen zijn gekomen. We hebben meer dan driehonderd maatregelen kunnen opnemen in ons Vlaams Energie- en Klimaatplan.
Dit is niet verkeerd bedoeld, maar ik geloof echt dat als we armoede structureel willen aanpakken, we moeten kiezen voor een gestructureerde ketenaanpak binnen het armoedebeleid. Het is niet dat ik mijn verantwoordelijkheid wil afschuiven, want ik ben zeer gevoelig voor het probleem van energiearmoede. Maar ik ben ervan overtuigd dat we dat samen moeten doen.
Collega Danen verwees naar het energiearmoedeprogramma, dat een aantal maatregelen bevat die nog niet zijn uitgevoerd. Ik wil dat optimaliseren en versterken daar waar het moet. De energiehuizen hebben daar ook een belangrijke rol in te spelen. Wat die noodkoopfondsen betreft, zit er in het Vlaams energieplan ook een timing vervat om dat verder te evolueren.
Collega Anaf, u zegt dus eigenlijk dat de energieconsulenten hun job niet goed doen. Zij moeten de kwetsbare groepen informeren, want die energiescans zijn gratis voor hen. Zij dragen daar mee de verantwoordelijkheid voor. De verhoogde energiepremies en de informatie daaromtrent zit bij hen. U zegt dat zij hun werk blijkbaar niet goed doen. Ik zal bekijken wat we nog extra kunnen doen.
Energiearmoede is één ding, de betaalbaarheid van de facturen is een ander. Mijn collega heeft in het verleden de oversubsidiëring inderdaad al geleidelijk aan afgebouwd. In deze legislatuur gaan we het certificatensysteem voor groene stroom verder hervormen. Oversubsidiëring moet vermeden worden. Maar dat heeft dan te maken met de betaalbaarheid van de energiefactuur voor iedereen, voor alle duidelijkheid. Dat gaat niet over die kwetsbare gezinnen.
Ik heb gezegd dat er zaken zijn gebeurd die eigenlijk niet oké zijn. Ik heb een dossier in Genk van heel dichtbij gevolgd. De man in kwestie heeft op het laatste nippertje nog voor miljoenen geld getrokken. Al een geluk dat daar handhaving was. Het bleek dat dat niet correct was. Het bedrijf is ook veroordeeld door de rechtbank. Het is goed dat die handhaving er is, maar ik zeg gewoon dat we daar met het nodige gezonde boerenverstand naar moeten kijken. Ik heb daarover al een paar keer samengezeten met de collega’s op het federale niveau. Ik zal dat verder opvolgen.
Wat energiearmoede betreft, en dat geldt ook voor water, zal ik voor mijn bevoegdheden alles op alles zetten om daar een zeer gericht beleid rond te voeren.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik begrijp, minister, dat u niet wilt dat we in uw commissie vragen over De Lijn komen stellen omdat u coördinerend minister voor klimaat bent, maar dat u vooral kritiek hebt op de manier waarop minister Beke de coördinatie opneemt – of die coördinatie niet opneemt – in het armoedebeleid. Dat is zeer duidelijk. Ik zal de minister daar dan volgende week over ondervragen.
Ik heb helemaal niet gezegd dat ik vind dat de energieconsulenten hun werk niet goed doen. Het probleem is dat heel veel van die premies gewoon niet kunnen worden gebruikt door mensen die in armoede zitten, omdat ze gewoon de financiële middelen niet hebben om die voorfinanciering te doen. Ik geef collega Schiltz voor een groot stuk gelijk. Het gaat voor een stuk over ontzorging. Dat is heel belangrijk, maar met die ontzorging alleen gaan we er niet komen. Zelfs als mensen alle informatie hebben en het echt op een schoteltje aangereikt krijgen, dan nog zijn er groepen in de samenleving die de middelen niet hebben om die investeringen te kunnen doen. Dat moet dus samen gaan.
Collega Gryffroy, ik focus zeker niet alleen op die energieprijs an sich. Het gaat er inderdaad ook over om te proberen mensen te stimuleren om zo weinig mogelijk energie te verbruiken. Maar dan heb je wel echt maatregelen nodig die iedereen bereiken en waarbij je iedereen kunt toelaten om zijn huis te renoveren, zodat men effectief minder energie gaat verbruiken. En dan stel ik alleen maar vast dat de maatregelen die momenteel in de beleidsnota staan, daarvoor ontoereikend zijn en dat je meer nodig hebt dan alleen ontzorging en premies die veel mensen niet kunnen betalen en renteloze leningen waar de rentelast voor mensen al te hoog is om investeringen te kunnen doen. Je hebt andere maatregelen nodig. We gaan op die nagel blijven kloppen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.