Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
De dierenpolitie van de zone Limburg Regio Hoofdstad heeft na haar eerste werkingsjaar de cijfers bekendgemaakt rond de inbeslagname van dieren. Daaruit blijkt dat er 297 controles verricht werden en 118 dieren in beslag genomen werden. Vanuit deze politiezone wordt nu gepleit voor de oprichting van een dierenpolitie in elke politiezone.
Opmerkelijk is dat er heel veel actie werd ondernomen na klachten van burgers; het leeft dus echt wel bij de mensen. Die klachten gingen niet alleen over honden en katten, maar ook over paarden, kippen, konijnen, hamsters, en zelfs goudvissen die blijkbaar in zeer vervuild water zaten.
Vandaag is het zo dat in elke politiezone wel iemand zich bezighoudt met dierenwelzijn, maar dan dikwijls in combinatie met andere taken en dus zeker niet voltijds. Door het stijgend aantal klachten is het duidelijk dat de nood er echt wel is om uit te groeien tot een fulltimejob.
De federale politie is zoals de naam het zegt een federale aangelegenheid. Weliswaar wordt er voor inbeslagnames samengewerkt met de Vlaamse Inspectiedienst Dierenwelzijn. Die beslist of de dieren teruggaan naar de eigenaars of niet. Andere dieren gaan naar asielen of naar opvangcentra.
Ons Vlaams regeerakkoord stelt in het hoofdstuk Dierenwelzijn echter dat men van de Inspectiedienst Dierenwelzijn een feitelijke dierenpolitie wil maken door die extra bevoegdheden te geven. Dit is dus een andere benadering van het oprichten van een dierenpolitie dan degene die wordt geopperd door de zone Limburg die daar nu operationeel is.
Hoe staat u tegenover de oproep vanuit de politiezone Limburg Regio Hoofdstad om in elke politiezone een dierenpolitie op te richten?
Zult u deze kwestie ook aankaarten bij de federale minister bevoegd voor de binnenlandse zaken om na te gaan hoe de oprichting van een volwaardige dierenpolitie kan worden gerealiseerd, daarbij rekening houdend met zowel de taken van de politie als van de Inspectiedienst Dierenwelzijn?
Welke initiatieven zult u nemen om de Inspectiedienst Dierenwelzijn optimaal in te zetten als onderdeel van een volwaardige dierenpolitie?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik er een groot voorstander van ben dat elke politiezone een of meerdere personen zou aanduiden die zich specialiseren in dierenwelzijn. Ik stel ook met genoegen vast dat dat lukt en dat steeds meer politiezones dat ook effectief doen. Dat betekent niet dat die personen alleen nog dierenwelzijn zouden doen, maar wel dat zij zich meer in deze materie kunnen verdiepen en meer kennis daarover kunnen verwerven, zodat ze adequater kunnen optreden.
Die personen kunnen in de eerste plaats een eerstelijnsrol vervullen bij klachten. Vaak gaat dat immers over kleinere problemen waarbij eigenaars niet van slechte wil zijn, maar gewoon wat sturing nodig hebben om zich in orde te stellen. Dit soort gevallen kan perfect opgevangen worden door de politie. Het voordeel is dat de Inspectiedienst Dierenwelzijn zich kan concentreren op de grote zaken en dat ze enkel assisteren als de politiezone in kwestie daarom vraagt.
Het klopt natuurlijk dat de politiezones onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen, en dat de Vlaamse overheid hen niet kan opleggen hoe ze zich zouden moeten organiseren. Ik maak in dezen vooral gebruik van onze Vlaamse link met de lokale besturen. Uiteindelijk geven zij via de politieraad die politiezone gestalte. Daarom moeten we ervoor zorgen dat we in eerste instantie via de schepenen van Dierenwelzijn of via de burgemeesters in elke politiezone minstens één iemand ter zake wordt aangeduid. Dat lukt. U weet dat ik elk jaar een dag rond dierenwelzijn organiseer voor de schepenen van Dierenwelzijn. Nu nemen we daar ook handhaving in mee, waarbij we hun duiden wat de rol van de politie en de politiezone kan zijn en welke stappen er te nemen vallen. We geven ook een soort bestpracticevoorstelling van een politiezone die op dat vlak uitstekend werk verricht, en zo zijn er gelukkig wel een aantal. U ziet dat we erin geslaagd zijn om een sterk bewustzijn, ook in de politiezones, tot stand te brengen.
Dat maakt deel uit van wat ik de ketenbenadering zou noemen. We zorgen er namelijk voor dat dierenwelzijn op de radar staat op zowel het Vlaamse politieke niveau, als op het lokale politieke niveau in het college van burgemeester en schepenen – met een schepen van Dierenwelzijn –, op het niveau van de politiezone, op het niveau van het parket, en vervolgens ook op het niveau van de rechtbank. Zo worden er door de rechters effectief straffen uitgesproken wanneer dat nodig is. Die hele keten werkt momenteel. We hebben op elk niveau apart ingewerkt, vooral door met de betrokkenen samen te zitten. Elk parket heeft nu ook iemand die verantwoordelijk is voor dierenwelzijn, omdat het ook heel belangrijk is dat men vanuit de politiezone rechtstreeks met die verantwoordelijke binnen elk parket over dierenwelzijn kan communiceren. Daardoor is er bij diegenen die zich bezighouden met dierenwelzijn, ook echt het gevoel dat wanneer ze een dossier aan het parket overmaken, er ook iemand aan de andere kant van de lijn zit – in tegenstelling tot vroeger – die dat dossier werkelijk opneemt. In de politiezones zijn er hier en daar nog enkele waar er nog geen verantwoordelijke is voor dierenwelzijn, maar daar werken we aan. Ik denk dat het wel een goede ketenbenadering is.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreide antwoord. Er is inderdaad al een hele evolutie. We merken ook effectief dat er bij de politiezones veel maar aandacht naar het dierenwelzijn gaat, en dat is een goede zaak.
Het is ook belangrijk dat er een goede samenwerking is met de Inspectie Dierenwelzijn. Minister, plant u nog extra initiatieven om de samenwerking tussen beiden te bevorderen? Kunt u ons een overzicht bezorgen van in welke politiezone er momenteel nog geen inspecteur werd aangewezen om zich bezig te houden met dierenwelzijn of waar er eventueel nog geen dienst mee bezig is?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Bij de bespreking van de beleidsnota Dierenwelzijn in december vorig jaar was het duidelijk dat er een draagvlak was voor het principe van een dierenpolitie. Er waren toen nog wat discussies over de modaliteiten, maar over het feit dat er nood is aan een goed werkend handhavingsbeleid was iedereen het hier eens. Een dierenwelzijnsbeleid dient streng maar rechtvaardig te zijn. Dit dierenwelzijnsbeleid valt of staat echter met een efficiënt handhavingsbeleid.
Onze fractie is dan ook van mening dat dierenwelzijn moet worden gezien in een breder kader. Er moet zowel binnen de Vlaamse als binnen de lokale gemeenschappen en de gemeentes een breed draagvlak worden gecreëerd voor dierenwelzijn. Deze verantwoordelijkheid dient niet enkel te worden gelegd bij de zogenaamde dierenpolitie, maar bij ieder van ons.
Minister, ik volg u in uw redenering dat het niet opportuun is om een aparte dierenpolitie op te richten en deze taak weg te halen bij de Inspectie Dierenwelzijn en de lokale politie. De lokale politie weet meestal heel erg goed wat er speelt binnen haar gebied waardoor zij ook korter op de bal kan spelen. De meeste politiezones beschikken al over een verantwoordelijke voor dierenwelzijn binnen hun korps.
Minister, hebt u een overzicht van de zones waar er al een verantwoordelijke is aangesteld voor dierenwelzijn? Over hoeveel zones gaat dit?
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, het Vlaams Belang pleit er al heel lang voor om in elke gemeente een meldpunt voor dierenwelzijn op te richten en om in elke politiezone een politieploeg te hebben die zich in hoofdzaak bezighoudt met meldingen in verband met dierenleed. Dat de politiezone er nu zelf op aandringt om een dierenpolitie op te richten in elke politiezone, kunnen we alleen maar toejuichen. Dit wijst erop dat er een groeiend besef is van de noodzaak om dierenmishandeling en -verwaarlozing streng aan te pakken.
Op dit moment is er geen georganiseerde opleiding binnen het politiekorps. Op een schriftelijke vraag die ik u heb gesteld in verband met deze opleiding, stelde u dat de politie zelf instaat voor de opleiding van haar personeel en dat de dienst Dierenwelzijn enkel op verzoek van de politiezone zelf een opleiding dierenwelzijn zal geven.
Ik denk dan ook dat het echt wel wenselijk is om een gecoördineerde opleiding te voorzien in elke politiezone, zodat op een correcte manier gehandeld kan worden bij dierenleed. Ook zijn de politiezones zo beter op elkaar afgestemd als het gaat over kennis.
Minister, in tijden van besparingen binnen deze regering raad ik dan ook aan om deze uitgestoken hand van de politie te grijpen, zodat u, zonder grote investeringen, een grote inspanning kunt leveren op het vlak van dierenwelzijn. Controle en handhaving zijn echt de enige manier om dierenleed grondig aan te pakken. En wie is daarvoor beter bevoegd dan de politie?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat verdere initiatieven betreft, heb ik geen cijfers bij de hand. Ik weet dat het gros van de politiezones een verantwoordelijke heeft. Ik zal u de cijfers nog laten bezorgen. Ik weet niet of we kant-en-klare cijfers hebben, maar anders zullen we ze zelf opvragen.
In het kader van de Dierenwelzijnsdag die we organiseren en de dag met de schepenen voor Dierenwelzijn wordt handhaving het thema. Daarbij hebben we het onder andere over de codex die momenteel al bestaat. Inzake handhaving bevat die een goed overzicht, een redelijk serieus werkstuk, een boek, omtrent de handhaving op lokaal niveau op het vlak van Dierenwelzijn.
Voor alle duidelijkheid: een meldpunt voor dierenwelzijn op lokaal niveau, dat moet de politie zijn. Dat is net mijn these. Dus organiseer niets aparts, naast de politie. Want anders ga je de politie ontslaan van de verantwoordelijkheid om ook haar taken inzake dierenwelzijn ter harte te nemen. En dan riskeer je natuurlijk dat je een politiemacht hebt die zegt dat dierenwelzijn voor die aparte dienst is, niet voor haar. En als je daarmee start, is er geen weg terug. Dat wil ik dus absoluut vermijden. In de ketenbenadering heeft iedereen zijn rol te spelen inzake dierenwelzijn, dus ook de lokale politie, ook het lokaal bestuur.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u voor het overzicht. Het is goed dat we dat kort opvolgen. U hebt volledig gelijk wanneer u zegt dat zowel de lokale politie als het lokale bestuur een heel belangrijke taak heeft. De kaart die getrokken wordt, om de handhaving extra aandacht te geven bij het volgende overleg dat is gepland met de lokale besturen, is zeker de juiste.
We zullen dit zeker verder mee opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.