Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer De Veuster heeft het woord.
Voorzitter, een ondoordachte aankoop, een overlijden, financiële moeilijkheden of een erfenis zijn allemaal mogelijke redenen waarom een polyester boot niet langer wordt onderhouden of zelfs gewoon wordt achtergelaten. Volgens de berichtgeving in de pers zou het in Vlaanderen om duizenden verwaarloosde polyester boten gaan. De VRT heeft nog andere cijfers naar boven gespit. Het gaat om 25.000 vaartuigen in Nederland en om 50.000 vaartuigen in Frankrijk en in Engeland.
In de jaren 1960 leek polyester het materiaal van de toekomst. Het was licht, bewerkbaar en makkelijk te produceren. Toch bereiken ook deze boten, zeker wanneer ze onvoldoende worden onderhouden, ooit het einde van hun gebruiksduur. De sloop is helaas duurder dan wat de recyclage van de romp kan opbrengen. Bijgevolg blijven ze vaak gewoon liggen op onze waterwegen.
Frankrijk beschikt al over een organisatie die zich met de recyclage van deze achtergelaten polyester boten bezighoudt. Recent hebben de Jachthaven Nieuwpoort en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) de mogelijkheden onderzocht om deze polyester boten te recycleren.
Minister, recent is in de commissie Leefmilieu al geantwoord op een aantal vragen over de milieuaspecten die deze problematiek met zich meebrengt, maar ik heb ook nog een aantal vragen.
Hebt u zich op de omvang van het probleem? Hoeveel achtergelaten polyester boten liggen in onze Vlaamse jachthavens en op onze binnenwateren, kanalen en rivieren?
Welke veiligheidsrisico’s levert dit op voor de scheepvaart?
Hoe zullen De Vlaamse Waterweg en de uitbaters van de jachthavens omgaan met het probleem van deze polyester weesboten?
In welke mate nemen deze vaartuigen plaatsen in onze jachthavens in beslag, waardoor andere liefhebbers van de recreatieve vaart op een wachtlijst terechtkomen?
Hebt u een stand van zaken in verband met het onderzoek door de Jachthaven Nieuwpoort en de OVAM?
Zult u eventueel voorzien in een oplossing zoals in Frankrijk of bent u op zoek naar een alternatief systeem?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, in de Vlaamse jachthavens staat de lokale vergunninghouder van de jachthaven in voor de handhaving. Daar kan ik weinig over zeggen.
Wat de binnenwateren betreft, is De Vlaamse Waterweg bevoegd. Er zijn twee mogelijkheden. Het gaat om boten die daar liggen, hoewel daar geen toestemming voor is verleend of het gaat om niet-vaarwaardige wrakken. Dit kan voor de binnenvaart natuurlijk voor gevaren zorgen. De Vlaamse Waterweg heeft momenteel een 150-tal dossiers van schepen die niet-reglementair in binnenwateren liggen. Zij nemen een ligplaats in, maar moeten als wrakken worden beschouwd en zouden moeten worden verwijderd. Die boten bevinden zich in hoofdzaak op de Moervaart, op het kanaal Leuven-Dijle en in de Gentse binnenstad. De Vlaamse Waterweg neemt in de mate van het mogelijke initiatieven. De Vlaamse Waterweg moet natuurlijk ook nagaan of de eigenaar kan worden achterhaald.
Wat het veiligheidsrisico betreft, kunnen verwaarloosde meertouwen loskomen. Hierdoor kan een schip op drift geraken en zo een risico voor de andere scheepvaart vormen. Ten tweede kunnen ze natuurlijk ook zinken en dan zorgen voor een verontreiniging van de waterweg. Een zinkend schip brengt natuurlijk ook het scheepvaartverkeer in het gedrang. Een derde veiligheidsrisico is het gevaar voor vandalisme, dat we natuurlijk zoveel mogelijk willen voorkomen.
De Vlaamse Waterweg beschikt over een procedure voor het omgaan met verwaarloosde en achtergelaten boten. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen bootjes die nog vaarwaardig zijn en degene die als afval kunnen worden beschouwd. In eerste instantie wordt hierbij nagegaan of het eigenaarschap achterhaald kan worden en of de eigenaar tot actie aangespoord kan worden. Indien geen actie wordt ondernomen, of de eigenaar niet bekend is, zal De Vlaamse Waterweg, op basis van de huidige wetgeving, beperkt zijn in zijn handelen. Dan kan er enkel iets ondernomen worden in samenspraak met een andere partner. Daar ga ik dadelijk verder op in.
In welke mate nemen deze vaartuigen plaatsen in beslag in onze jachthavens, waardoor andere liefhebbers van de recreatieve vaart op een wachtlijst terechtkomen? Omdat deze vaartuigen meestal op onvergunbare plaatsen langs de waterweg liggen, is er thans geen probleem voor de recreatieve vaart. Daar wordt alleszins weinig melding van gemaakt.
Dan is er het verhaal van Nieuwpoort en de OVAM. Ik kan u meegeven dat het project voortkomt uit het aantal verwaarloosde boten dat zich op de botenparking van de jachthaven van Nieuwpoort bevond en waarvoor een oplossing diende te worden gezocht. Om dit ecologisch en economisch te ondersteunen, werd er ingetekend in de projectoproep van Vlaanderen Circulair. In het kader daarvan moet het aantal verwaarloosde en af te breken jachten aan de kust in kaart gebracht worden.
Verder wordt nagegaan of er nog een verkoop van de tweedehandsboten mogelijk is en op welke manier dit het best tot stand kan komen. Voor boten die geen tweede leven meer hebben, wordt nagegaan wat de werkelijke kost van de afbraak is. Daarbij is de problematiek van het polyester naar boven gekomen. Op dit ogenblik zal de OVAM – en dat is ook al een antwoord op uw laatste vraag – verder onderzoeken wat desbetreffend ondernomen kan worden om milieuproblemen bij die verwaarloosde en achtergelaten boten zoveel mogelijk te voorkomen.
Wat het specifieke project in Nieuwpoort betreft, kan ik nog zeggen dat men in de loop van dit jaar de resultaten verwacht van die test en die rapportage die daaromtrent wordt opgemaakt.
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, u zei daarnet: ‘De mogelijkheden van de Vlaamse Waterweg zijn beperkt en ik kom daar later op terug.’ Wat bedoelt u daar precies mee?
Misschien was dat niet heel duidelijk, maar we kunnen niet zonder meer, als de eigenaar niet bekend is, de boot uit het water nemen. Als er specifieke milieugerelateerde problemen zijn, treedt de OVAM op. Dat bedoelde ik, omdat latere vragen specifiek naar de OVAM verwezen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.