Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Dames en heren, ter herinnering en voor de nieuwe collega’s: in de vorige legislatuur hebben we een decreet gemaakt over de eindtermen. Daarin hebben we expliciet opgenomen dat de eindtermen die aan een leerplandoel werken, expliciet – dat wil zeggen volledig uitgeschreven – opgenomen moeten worden bij dat leerplandoel.
Waarom hebben we dat gedaan? Niet om de leerplannen dikker te maken, maar wel om ervoor te zorgen dat leerkrachten transparantie krijgen in die leerplannen. Laat het mij praktisch uitleggen. Als ze ergens niet akkoord mee gaan, dan weten ze ten minste naar wie ze moeten bellen. Als ze niet akkoord gaan met een eindterm, dan moeten ze bij ons in het parlement zijn. Gaan ze niet akkoord met hoe het doel of een pedagogische wenk er staat, dan moeten ze niet bij ons in het parlement zijn, maar bij hun schoolbestuur, inrichtende macht en bij uitbreiding hun koepel.
Omgekeerd – en dat is ook belangrijk – hebben heel veel leerkrachten – dat zal ook aan bod komen in onze hoorzittingen – het gevoel en stellen ze vast dat ze heel weinig vrijheid hebben en dat alles wat ze doen volledig dicht geplamuurd is. Als we willen dat leerkrachten professionals zijn, dan moeten ze wel enige ruimte hebben om iets te kunnen doen.
Om transparantie te kunnen geven en te kunnen zeggen aan leerkrachten welke doelen ze moeten halen, zijn er de eindtermen. Dat zijn minimumdoelen. Daar is niet veel debat over. Al de rest is vrijheid. Als we dat zeiden tegen leerkrachten, dan zeiden ze dat ze geen vrijheid hadden en toonden ze wat ze allemaal moesten doen.
Dan konden wij eigenlijk heel moeilijke aantonen wat wel en wat niet. Waarom was dat zo? Op het einde van dat leerplan stond een concordantietabel. Het woord alleen al! Dat is niet alleen een tongbreker, maar als we dat in de gemiddelde lerarenopleiding zouden moeten geven... Wat stond er achteraan in de bijlage bij het leerplan? Een concordantietabel. Daar stond dan: L.1.3.:ET2.8.2. In mensentaal wil dat zeggen leerplandoelstelling 1.10, daarin vind je eindterm 2.1.A. Dan moest de leerkracht naar de website gaan van onderwijskwaliteit of naar het decreet om dan bij de bijlagen van het decreet in het Staatsblad te gaan scrollen op zoek naar een eindterm. Ik denk dat ik niet verder moet uitweiden om duidelijk te maken dat dat niet duidelijk was. Dat is hoe het in elkaar zat.
Collega's, wat stel ik vandaag vast? Ik lees in een leerplan van Engels – ik zou ook een ander leerplan kunnen nemen – van een van de grootste aanbieders van ons onderwijs: “De start van de modernisering secundair onderwijs gaat gepaard met een nieuwe generatie leerplannen voor de eerste graad. Net zoals in het leerplan Zin in leren! Zin in leven! zijn de nieuwe leerplannen secundair onderwijs ingebed in het vormingsconcept van de katholieke dialoogschool: ze beogen de ontplooiing van de volledige persoon, hebben betrekking op het geheel van vorming en nemen daarin ook kritisch-constructief de verwachtingen van de samenleving op (de nieuwe eindtermen eerste graad).” Ze nemen dus kritisch-constructief de verwachtingen van de samenleving op.
Bij verder nazicht van het document bemerken we dat de eindtermen nergens, nergens concreet zijn opgenomen maar dat er wel opnieuw een concordantietabel is die aangeeft welke leerplandoelen de eindtermen realiseren. Ik neem het leerplan Engels als voorbeeld maar het is in andere leerplannen ook zo.
Voor de nieuwe eindtermen geldt echter heel duidelijk – het staat zelfs in het decreet – dat die eindtermen letterlijk – dat woord staat zo in het decreet – moeten worden opgenomen in de leerplannen.
Ter vergelijking: in het leerplan basisvorming eerste graad van de andere grote aanbieder, namelijk het GO!, staat: “Vanuit openbaar onderwijs werden onderstaande principes opgesteld voor de opbouw van het leerplan voor de eerste graad. 1. De leerplannen nemen de eindtermen letterlijk over. Vanuit openbaar onderwijs nemen we de eindtermen letterlijk over, om transparantie te garanderen voor alle stakeholders. We vertrekken vanuit het curriculumdossier en ordenen op basis van de 16 decretaal vastgelegde sleutelcompetenties.”
Minister, mijn vraag is dus eigenlijk eenvoudig. Wat is uw reactie op het feit dat we leerplannen hebben die ook nog eens goedgekeurd zijn door de inspectie maar die eigenlijk niet de decretale toets van de wettelijke opname van de eindtermen doorstaan? Zult u de betrokken onderwijskoepels aanspreken om hun leerplannen alsnog aan te passen aan de geldende regelgeving, al was het maar om transparantie voor die leerkrachten te hebben zodat zij ook de eindtermen kennen? Dat is toch wat we van professionals verwachten en wat we hun eigenlijk beloofd hebben.
Minister Weyts heeft het woord.
De onderwijsinspectie bevestigt mij dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen in zijn leerplannen de eindtermen letterlijk heeft opgenomen, weze het in wat u plastisch hebt voorgesteld, namelijk die concordantietabellen. Ook de verplichte link met de transversale eindtermen is in elk leerplan opgenomen. Aangezien de concordantietabel deel uitmaakt van het leerplan, is zogezegd in beginsel aan de decretale verwachting voldaan.
De leerplannen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen bevatten meer dan de letterlijke opname van de eindtermen; ze bevatten ook de verdere operationalisering, concretisering en opsplitsing in leerplandoelen, zeg maar de vertaalslag die wordt doorgevoerd.
Ik zal samen met de onderwijsverstrekkers bekijken hoe we de letterlijke opname van eindtermen in de leerplannen netoverschrijdend op eenzelfde wijze kunnen aanpakken en we die discussies proberen af te ronden. Ik vind het belangrijk dat het voor de mensen op de klasvloer, de leraren, duidelijk is in de leerplannen wat door de overheid minimaal wordt opgelegd, dus de eindtermen, en wat door de onderwijsverstrekkers is toegevoegd, zodat dat in alle openheid en transparantie duidelijk is.
Ik vraag op grond daarvan dat de onderwijsinspectie bij het adviseren van leerplannen de regelgeving gericht zou toepassen.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord want daarover gaat het. Het gaat over transparantie voor leerkrachten. Ik denk dat we eerlijk moeten zijn en het die mensen zo makkelijk mogelijk moeten maken. En een concordantietabel is niet zo makkelijk mogelijk.
In de debatten die we daarover in de vorige legislatuur hebben gevoerd, over alle partijgrenzen heen, over meerderheid en oppositie heen, is in elke vergadering gezegd dat het niet de bedoeling was om de concordantietabel met afkortingen en cijfers letterlijk te begrijpen. Collega's, u mag de memorie en de bespreking nalezen, we hebben daarom het woord ‘letterlijk’ in het decreetsartikel ingeschreven. Ik kan het dan alleen maar betreuren dat er nog naar een gaatje wordt gezocht om die transparantie niet te bieden.
In alle eerlijkheid, ik begrijp ook niet – en ik meen het ook echt – waarom het nodig was. Waarom moest er dan toch opnieuw voor een concordantietabel worden gekozen, zoals u terecht zegt, minister, als het eenvoudig was op te lossen door de eindtermen letterlijk bij de leerplandoelen te schrijven? Als de leerkracht dan zijn leerplan overloopt, ziet hij ze gewoon en moet hij niet op zoek gaan. Ik snap niet waarom het zo moeilijk is gemaakt, maar ik ben blij met uw antwoord dat u ook de vraag stelt aan de inspectie om daar iets zorgvuldiger mee om te gaan.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik wil toch pleiten voor wat gezond verstand. Het is toch wel belangrijk dat er kan worden gewerkt met leerplannen op de werkvloer. Als we in het leerplan, waaruit hier wordt geciteerd, bij elk leerplandoel alle eindtermen zouden moeten vermelden, dan zouden bijvoorbeeld bij leerplandoel 5 letterlijk zeven eindtermen worden vermeld. Of eindterm 3.8 zou dan bijvoorbeeld in dit leerplan zeven keer aan bod moeten komen. We moeten ervoor pleiten dat het een werkbaar document blijft waarmee de leerkrachten dag in dag uit aan de slag kunnen.
Minister, het is belangrijk dat u aangeeft om dit netoverschrijdend aan te pakken omdat het nu eenmaal iets is wat bij alle onderwijsverstrekkers aan bod komt. Ik wil ook een lans breken voor de digitale mogelijkheden die misschien wel een oplossing kunnen bieden. Ik merk dat veel mensen het leerplan ook digitaal raadplegen. Misschien zijn er wel mogelijkheden om dan niet met die concordantietabel te moeten werken.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik wil het debat rond de eindtermen hier niet opnieuw voeren. Collega Daniëls heeft in geuren en kleuren de geschiedenis van de voorbije jaren uitgelegd en hoe er gewerkt is.
Ik wil een inbreng vanuit de praktijk doen. Vandaag is er in de secundaire scholen zeker geen transparantie. Mijn echtgenote geeft in het secundair onderwijs les en ze steekt bijzonder veel tijd in het implementeren van de vernieuwde eindtermen en het koppelen aan de leerplannen en de doelstellingen. Ze steekt er echt bijzonder veel tijd in, eigenlijk te veel.
Laat ons het eens zo eenvoudig mogelijk houden voor de leerkrachten. Laat ons samen nagaan hoe we kunnen vereenvoudigen. Het debat rond de vernieuwde eindtermen is gevoerd. Het is een hoofdstuk dat achter ons ligt. Het was nog een verantwoordelijkheid van de vorige minister. Minister, het is nu misschien aan u om in samenspraak met alle actoren na te gaan hoe er wat meer transparantie kan komen zodat leerkrachten veel meer kunnen doen waarvoor ze betaald worden en waar ze eigenlijk mee moeten bezig zijn, namelijk het lesgeven zelf, op een creatieve manier met de leerlingen bezig zijn, nieuwe projecten opzetten. En daar hebben ze vandaag – en ik moet collega Daniëls gelijk geven – veel te weinig tijd voor omdat er veel te veel tijd gaat naar het implementeren van de nieuwe eindtermen.
Gelet op de Codex Secundair Onderwijs en op het artikel 147 waarin het onderscheid wordt gemaakt tussen welke doelen de eindtermen realiseren en met welke doelen de ontwikkelingsdoelen worden nagestreefd, hebben we er allemaal baat bij om zo transparant mogelijk te zijn. We zouden dezelfde voorstelling moeten kunnen hanteren, als het even kan netoverschrijdend, en dezelfde methodiek moeten kunnen hanteren zodat het voor scholen en leerkrachten ook duidelijk is. Wat moet ik en wat mag ik? Waar begint mijn autonomie en waar eindigt ze?
Dank u wel. Ik onderschrijf volledig wat de minister zegt. Laten we het zo eenvoudig en transparant mogelijk maken. Dat is ook mijn oproep. Ik betreur dat er dan toch opnieuw is gekozen voor een ingewikkelde concordantietabel, terwijl we het er eigenlijk kamerbreed over eens waren dat we die transparantie nodig hebben. Ik roep dan ook iedereen op ter zake. Ik weet niet of het nodig is dat de minister daarover rond de tafel gaat zitten. Ik denk dat iedereen dat ook zelf wel begrijpt en dat doet, maar het kan geen kwaad om het inderdaad met dezelfde methodiek te doen, al was het maar omdat we beginnende leerkrachten hebben die vandaag in het ene net en morgen in het andere net staan, en dat bemoeilijkt het alleen maar. Dat is immers hetgeen mensen dan, zoals collega Vandenberghe ook aanhaalde, zien als planlast.
De vraag om uitleg is afgehandeld.