Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
– Johan Deckmyn treedt als voorzitter op.
Minister, ik heb u bij de bespreking van de begroting en de beleidsnota al aangesproken over mijn bezorgdheid rond het herdenkingstoerisme in Vlaanderen en in het bijzonder in de Westhoek, het epicentrum van tal van plechtigheden en initiatieven rond de eeuwherdenking van WO I. Vlaanderen heeft heel wat troeven, en die worden de komende jaren door u in de verf gezet met die Vlaanderenbrede verhaallijnen, open ruimte, groen, waardevol erfgoed, Vlaanderen als fietsregio bij uitstek, onze biercultuur, zelfs door UNESCO erkend, en onze gastronomie die tot ver buiten de landsgrenzen geroemd wordt.
Maar Vlaanderen heeft nog een andere unieke troef, en dat is de herdenking in de Westhoek van de Eerste Wereldoorlog. De vele monumenten, de begraafplaatsen en de duidelijke littekens in het landschap, deze minder aangename bladzijde uit de geschiedenis, de loopgravenoorlog in Flanders Fields, lokt veel toeristen naar Vlaanderen. De voorbije jaren waren met dat herdenkingstoerisme bijzonder succesvol. In mijn toelichting heb ik wat cijfers aangehaald.
In 2014 hadden we 790.000 toeristen, in 2015 500.000 en in 2016 zo’n 450.000. In 2017 en 2018 ging de curve dan weer ophoog naar 515.000 en 541.000. Voor 2019 valt het nog even af te wachten. We moeten ons er wel voor hoeden dat er geen al te grote terugval is, want die zou bijzonder nefast kunnen zijn voor onze regio, en daarbij denk ik ook aan de gevolgen van de brexit, die als een zwaard van Damocles boven onze regio hangt. Het is een verhaal waar we heel aandachtig bij moeten blijven en de ogen open moeten houden. U weet dat de meeste herdenkingstoeristen in de Westhoek uit het Verenigd Koninkrijk komen, een op de drie, dat is een hele grote groep.
De eeuwherdenking – ik heb dat bij de bespreking van de beleidsnota al benadrukt – was een uitgelezen moment om toeristen allerhande – niet alleen uit het Verenigd Koninkrijk – te overtuigen voor een volgend bezoek aan onze regio om de vele inspanningen en investeringen te kunnen verzilveren. We hebben de verschillende verhaallijnen. Daar kan de regio, de Westhoek, in opgenomen worden. Daar geloof ik alvast in. We kunnen dat breed uitrollen, maar toch mogen we dé belangrijkste internationale toeristische troef van de Westhoek, het herdenkingstoerisme, niet uit het oog verliezen als een niche of een element op zich.
Minister Weyts, en vóór hem minister-president Bourgeois, verwachtte geen grote terugval in de toeristische cijfers na 2018, maar het is toch even uitkijken naar de cijfers ter zake. Ik weet dat er veel investeringen zijn gebeurd in infrastructuur, in evenementen. Die zullen ongetwijfeld nog wel renderen na 2018. We moeten alert blijven.
Naast de overheidsinvesteringen zijn er ook heel wat private ondernemers – vooral logiesverstrekkers – die heel wat geïnvesteerd hebben in kwalitatieve nieuwe producten in de Westhoek. In 2014-2018 was er een totale omzet, bestedingen door toeristen in de Westhoek, van – geraamd – 308 miljoen euro. Al die mensen zijn afhankelijk van wat de toekomst zal brengen rond het herdenkingstoerisme.
Nu, er beweegt wel al een en ander. We hebben dat de voorbije weken al besproken. De wederopbouw van de regio wordt de volgende jaren in de kijker gezet, zowel qua landschap als in de steden. Dit is een heel sterk verhaal dat schetst hoe mensen die gevlucht waren, terugkeerden naar hun geboortestreek en hun samenleving hebben heropgestart: huizen bouwen, handeldrijven, horeca en recreatie, zorg, veiligheid enzovoort. Het Feniksproject wordt door Vlaanderen ondersteund. Daar ben ik echt over verheugd, ik wil u zeker bedanken om daar verder op in te zetten. Westtoer plant ook nog enkele themajaren rond onder andere oorlogslandschap en de focus op monumenten, met de ‘100 jaar Menenpoort-viering’. We kijken daar ook naar u, minister, voor uw financiële ondersteuning.
Hoe evalueert u de herdenkingen ter gelegenheid van 100 jaar Wereldoorlog I? Zijn er al ‘early indications’ over het toerisme in de Westhoek in 2019? Wat zijn uw verwachtingen voor de toeristische toekomst van de regio? Plant u concrete acties rond nieuwe invalshoeken om het succes van de eeuwherdenking en de gestegen populariteit bij binnen- en buitenlandse bezoekers te verzilveren? Zult u het aanbod rond de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen een prominente plaats blijven geven in het permanente productaanbod van Vlaanderen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Talpe, dank u voor uw vraag. Tijdens de bespreking van de beleidsnota zijn we daarop ingegaan. De evaluatie van de herdenking is zeer positief. Het was een groot succes. Dat was grotendeels te danken aan de voorbereidingen van de Vlaamse overheid. Even belangrijk waren de vele actoren die initiatieven namen in het kader van deze herdenking: de bedrijven, de verenigingen, allerlei organisaties. Ook de promotie speelde een grote rol. Dankzij de goede samenwerking en de inzet van alle actoren konden we een heel mooi resultaat boeken. Alleen al in de Westhoek waren er 3 miljoen bezoekers. Dat is ver boven het aanvankelijke streefdoel van 2,5 miljoen. Het succes heeft ook bijgedragen tot de lokale economie door de uitgaven die bezoekers ter plaatse hebben gedaan.
De herdenking van de Eerste Wereldoorlog draait niet enkel om economie. Ik denk aan de educatieve kracht die ervan uitgaat. 38 procent van de bezoekers waren scholengroepen, hoofdzakelijk uit Vlaanderen en Groot-Brittannië.
Zijn er ‘early indications’ met betrekking tot het toerisme in de Westhoek in 2019? Toerisme Vlaanderen genereert de cijfers op basis van de gegevens die de FOD Economie verzamelt bij alle logiesaanbieders in België. Momenteel zijn enkel voorlopige cijfers beschikbaar van de eerste zes maanden van 2019. Hieruit blijkt een lichte daling van 1,1 tot 1,2 procent, vooral bij de Britse toeristen. Daarentegen is er een stijging van het aantal Nederlandse toeristen. Dat valt op in de cijfers. Voor de periode van januari tot en met oktober 2019 telde het onderzoek van Westtoer naar het aantal WOI-bezoekers in de Westhoek 370.000 herdenkingsbezoekers. Op basis van de gegevens van dit en de vorige jaren schatten Westtoer en Toerisme Vlaanderen het totale aantal WOI-bezoekers in de Westhoek voor 2019 tussen 415.000 en 425.000. Voor de herdenkingen van 2014 tot 2018 situeerde het totale aantal bezoekers per jaar zich gemiddeld rond de 360.000. 2019 zit hier dus ruim boven. Het ziet er dus naar uit dat het WOI-toerisme weliswaar een terugval kent, maar dat het zich wel stabiliseert op een niveau dat beduidend hoger ligt dan voor de herdenkingen.
Het valt niet te ontkennen dat de algemene mediabelangstelling voor het thema WOI een beetje is afgenomen. Internationaal heeft Toerisme Vlaanderen zijn inspanningen wel voortgezet, maar op een lager intensiteitsniveau. Dat kon niet anders. De eeuwherdenking was een bijzondere periode, en die is nu afgesloten. Daarnaast speelt ook de slepende onzekerheid van de brexitsaga. We zullen dat in de gaten moeten houden. Heel veel Britten wachten af wat dat zal geven en welke richting het uitgaat. We denken dat een aantal boekingen vanuit Groot-Brittannië op zich laten wachten. Toerisme Vlaanderen heeft nog vertegenwoordigers in Groot-Brittannië. Die doen daar de nodige marketing en communicatie. De onduidelijkheid over de datum en de gevolgen van de brexit, ook voor het personenvervoer naar Europa, maakt de situatie op dit moment niet zo helder.
Wat de verwachtingen voor de toeristische toekomst van de sector betreft, lijken twee zaken me logisch. De Eerste Wereldoorlog zal sowieso altijd een belangrijk thema voor de Westhoek blijven. Het is een verhaal dat veel mensen raakt en verbindt. Dat zal in de toekomst zo blijven. Het is ook een verhaal waarmee de Westhoek zich van de rest van Vlaanderen kan onderscheiden. Het is echt uniek en heel de streek moet hier verder op inzetten. Ik ga ervan uit dat de Westhoek dit ook zal blijven doen. De honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog was een speciale periode waarin het thema bijzondere aandacht verdiende en kreeg.
De Westhoek heeft nog meer te bieden. We moeten naar een verbreding gaan. Het is een fiets- en wandelregio. Het is een regio waar het goed genieten is en waar lekker wordt gegeten. Dat zijn in mijn ogen aanknopingspunten die een rol spelen voor het toeristisch aanbod in de Westhoek. De voorlopige statistieken van aankomsten en overnachtingen vertonen een flinke stijging van de interesse uit Nederland. Dat is een potentieel publiek dat met een waaier aan thema’s kan worden aangesproken.
Met betrekking tot de concrete acties in functie van nieuwe invalshoeken om het succes van de herdenking te verzilveren, is al verwezen naar het project Feniks 2020. De Vlaamse overheid heeft dit project van in het begin gesteund. Het kan de belangstelling voor het verhaal van de Eerste Wereldoorlog onderhouden en voeden. Dit heeft zich vertaald in een subsidie van het Departement Buitenlandse Zaken. De financiële steun van Toerisme Vlaanderen bedraagt 500.000 euro. Ik benadruk dat de initiatiefnemers, net als tijdens de vorige jaren, in Toerisme Vlaanderen een partner zullen vinden om dit project met betrekking tot de wederopbouw in het buitenland te promoten.
Dit najaar zijn al heel wat initiatieven in het Verenigd Koninkrijk gepland. Volgend jaar wordt deze promotie vervolgd met een digitale campagne en met persreizen vanuit het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Er komt ook een studiereis voor touroperators uit Australië en Nieuw-Zeeland. Toerisme Vlaanderen werkt actief mee aan twee workshops voor touroperators uit het Verenigd Koninkrijk, die door mensen uit de Westhoek zelf worden opgezet.
Met betrekking tot de vraag of ik het aanbod inzake de Eerste Wereldoorlog een prominente plaats in het permanent productaanbod wil geven, wil ik iedereen eraan herinneren dat Toerisme Vlaanderen het aanbod rond de Eerste Wereldoorlog al lang voor de eeuwherdenking steunde. Zo was het agentschap heel nauw betrokken bij de oprichting van het In Flanders Fields Museum in 1998. Ook gedurende de jaren nadien heeft het agentschap verschillende andere investeringsprojecten met betrekking tot dit thema gesteund. Hetzelfde geldt voor de promotie. In het Verenigd Koninkrijk heeft Toerisme Vlaanderen de sites van de Eerste Wereldoorlog en de Last Post als dagelijkse ceremonie altijd in de communicatie opgenomen.
Dat de eeuwherdenking achter ons ligt, verandert niets aan de situatie. Die herdenking heeft ons inzicht in het belang van dit verhaal enkel aangescherpt. Het is een feit dat dit een wezenlijke bijdrage tot de lokale economie levert. Even belangrijk is dat het bezoek aan de sites van de Eerste Wereldoorlog ons verbindt met een verleden dat we met veel mensen van over heel de wereld delen.
Het is, jammer genoeg, niet gelukt het statuut van werelderfgoed van UNESCO te bemachtigen, maar deze sites zijn elke dag wel degelijk erfgoed van de wereld. Als gastvrije bestemming hebben we de verantwoordelijkheid om hier, nu en in de toekomst, met zorg en engagement mee om te gaan.
Ik denk dat veel scholen en gezinnen in Vlaanderen de Westhoek bezoeken. Ik weet dat veel kinderen vanuit Limburg geregeld een bezoek brengen. Veel Vlaamse gezinnen doen dit omdat het tot onze geschiedenis behoort. Dit is iets wat we allemaal aan de toekomstige generatie moeten doorgeven.
Bedankt voor het uitgebreide antwoord, minister. Het is een geruststelling dat u het herdenkingstoerisme niet loslaat. Ik had het ook niet anders verwacht. Het zou bijzonder jammer zijn van het opgebouwde werk en de vele investeringen, niet alleen vanuit de hogere overheid, maar ook van de lokale overheid en onze private actoren: investeerders, horeca, logiesverstrekkers. We moeten hen blijven ondersteunen. U haalde zelf de brexit aan. We voelen dat er een aarzeling zit in de reservaties. We zullen heel alert moeten zijn.
U zet ook verder in op promotie in het Verenigd Koninkrijk. Ik heb de vorige keer al aangehaald dat we zeker ook andere bestemmingen moeten trachten aan te trekken om Vlaanderen en de Westhoek een bezoek te brengen. We moeten daarop inspelen, want stel dat er een serieuze terugval komt vanuit het Verenigd Koninkrijk, dan hebben we toch ten minste die buffer om op een andere manier de impact op de sector en de investeringen te minimaliseren.
Ik ben heel blij dat u wijst op de goede samenwerking met diverse actoren, zowel gericht op de economie als educatief. Dat is heel belangrijk. U hebt daar in mij een partner voor. Als burgemeester van de stad Ieper vind ik het goed dat wij lokaal mee kunnen trekken aan het verhaal en dat we het inderdaad kunnen verbreden. We hebben het herdenkingstoerisme, maar we kunnen dat perfect koppelen aan fietsen, aan shoppen, aan lekker eten. We kunnen daar een heel verhaal van maken, ook met onze musea. We hebben daar lokaal ook een verantwoordelijkheid om gepast om te gaan met datgene wat op ons afkomt, onder andere de brexit. U mag daarvoor gerust naar ons kijken, om mee met u aan de slag te gaan.
In mijn regio word ik wel wat overspoeld door bezorgde reacties. Toerisme is in onze regio goed voor meer dan 1400 voltijdse jobs. Die economische kant is dus wel heel belangrijk. Ik zal die bezorgdheid hier geregeld blijven herhalen, zowel met betrekking tot herdenkingstoerisme an sich als tot wat er gebeurt als het toerisme vanuit het Verenigd Koninkrijk inderdaad een serieuze terugval zou kennen. Ik kijk uit naar de cijfers van de eerste zes maanden, die al in een gefinaliseerde versie beschikbaar zouden zijn. Ik hoop dat we die heel binnenkort kunnen krijgen, om op basis daarvan onze analyse te kunnen maken.
Ik wil nog even ingaan op het combiverhaal met de Vlaanderenbrede fietslijn. Wij hebben de wielerklassieker Gent-Wevelgem in onze stad, die als baseline ook ‘In Flanders Fields’ heeft. We hebben die koppeling al gemaakt en dat werkt heel goed. Dat trekt ook mensen aan om de fietsroute te volgen langsheen onze oorlogsverhaallocaties, en tegelijk heb je dan ook het sportieve aspect van het fietsen. Ik denk dat we daar maximaal op moeten inzetten. Ook daarvoor hebt u in mij dus een partner.
Ik heb de raming van bestedingen in 2018, zo’n 308 miljoen euro, aangehaald. Ik weet niet of er in de cijfers die u hebt van het aantal toeristen, ook al gekeken is naar de impact of de bestedingen van toeristen. Als dat er nog niet is, zullen we moeten wachten tot na het einde van het jaar om daar meer zicht op te krijgen.
Voor de rest bedank ik u voor uw positieve antwoord. Ik zal dit samen met u nauw opvolgen. We hebben er alle belang bij om de Westhoek, het herdenkingstoerisme en het toerisme in heel Vlaanderen te laten floreren.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik wil ook vanuit de Vlaams Belangfractie vragen dat er voldoende aandacht blijft gaan naar het herdenkingstoerisme in de Westhoek. Zo zijn wij er ook voorstander van dat er in de komende jaren, na het herdenkingstoerisme met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog, voldoende wordt ingezet op onder andere het thema van de wederopbouw. Dat thema verdient ook de nodige aandacht voor een ruim publiek, op een kwaliteitsvolle en eigentijdse manier, met aandacht voor alle aspecten van de wederopbouw van onze samenleving.
Toerisme Vlaanderen moet alleszins de ambitie blijven hebben om de internationale aantrekkingskracht van het Wereldoorlog I-thema in de komende jaren te consolideren op een niveau dat hoger is dan voor de periode 2014-2018. Het Vlaams Belang wil dus dat er ook in de komende jaren voldoende middelen worden uitgetrokken om het battlefieldtoerisme in de Westhoek te blijven ondersteunen.
Collega’s, Westtoer plant inderdaad ook nog enkele themajaren rond oorlogslandschap en wil ook de focus leggen op monumenten. Een van die monumenten moet zeker de Menenpoort zijn. De Menenpoort werd in 1927 door de Britten gebouwd ter nagedachtenis van de meer dan 54.000 Britse en Commonwealthsoldaten die in de Eerste Wereldoorlog sneuvelden of nooit werden teruggevonden. Het is misschien nog wat vroeg, maar zijn er plannen om naar aanleiding van die 100e verjaardag van de bouw van de Menenpoort een plechtige herdenking te organiseren?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
De periode van de herdenking van 1914-1918 en de aanpak daarvan door Toerisme Vlaanderen onder impuls van voormalig minister-president Bourgeois en later voortgezet door minister Weyts, loont echt. Het is het eerste en zeer goede voorbeeld van die thematische aanpak, en die werkt. Dat moeten we Vlaanderenbreed voortzetten. We hebben dat in de vorige legislatuur gedaan met Vlaamse Meesters en andere. Nu liggen er nieuwe accenten en dus ook nieuwe kansen klaar voor heel Vlaanderen. Dat is van groot belang.
In de afgelopen jaren, maar eigenlijk al voor 2014 is er zeer veel geïnvesteerd in infrastructuur. Daarna is het verhaal van Wereldoorlog I op de kaart gezet door de nieuwe sites die zijn geopend, maar ook door de goede samenwerking met Westtoer, met de privépartners en met heel veel organisaties die allemaal samen in dat verhaal zijn gestapt. Dat loont, dat zien we aan de bezoekerscijfers.
We moeten wel vaststellen dat we al voor 2012 bezoekers hadden in de Westhoek en dat dat nu is gestegen. In 2019 was er een lichte terugval, maar we zitten nog altijd op een hoger niveau dan voor 2012. Als we dat kunnen bestendigen door verder promotie te voeren – helaas komt de brexit daar nu tussengefietst –, en aandacht te hebben in de promotie voor de Britse markt, dan kunnen we het herdenkingstoerisme nog enkele jaren voortzetten. Dat verhaal is een universeel thema en zal altijd blijven bestaan. Het is ook onze taak, zowel van Vlamingen als van andere landen en mensen, om de wreedheid van de oorlog onder de aandacht te brengen van de jongere generaties. Waar kun je dat beter ontdekken dan daar?
Daarnaast biedt de ontwikkeling van de hele Westhoek enorm veel kansen om in te zetten op andere verhaallijnen. Dat is de manier waarop we ons toerisme moeten enten op die thema's. Als we de verhaallijnen die in een bepaalde streek zeer aanwezig zijn, met infrastructuur en met evenementen nog meer in de kijker kunnen zetten, dan zijn we absoluut op de goede weg om Vlaanderen wereldwijd toeristisch op de kaart te zetten.
Ik begrijp de bezorgde reacties, zeker met de brexit voor de deur en de twijfel daarover. Ik zal de cijfers bezorgen aan het secretariaat. Misschien is dat interessant voor jullie. Er was een daling van het Britse toerisme naar de Westhoek met 12,8 procent, maar ook een stijging van het Nederlandse toerisme met 17,6 procent en een lichte stijging van het binnenlandse toerisme. Daarom denk ik dat de verhaallijnen die men in het verleden heeft bedacht, de goede weg zijn. Dat is uniek in Vlaanderen, onder andere in Ieper.
Ik begrijp de bezorgdheid, maar als we voort blijven werken met de verschillende actoren, als Toerisme Vlaanderen met de communicatiecampagne en met de promotie blijft inzetten op dit thema, als we ook iets breder gaan als fiets- en wandelregio en met het Fenixproject, dan zullen we aan die bezorgdheid tegemoetkomen.
De cijfers ga ik overmaken aan het secretariaat. Wat betreft 100 jaar Menenpoort in 2027: dat neem ik sowieso mee. Het is niet meer dan normaal dat we daarrond iets opzetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.