Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Mijn vraag heeft geen uitgebreide duiding nodig, ik denk dat we heel de omgeving van die gelijkekansenorganisaties goed genoeg kennen. Ook onze fractie is overtuigd van het belang van goed overleg en goede contacten met dat middenveld, maar wij beroepen ons een beetje op de uitspraak in het regeerakkoord waarin de meerderheidspartijen stellen dat wij een objectief financieringskader voor die organisaties en een duidelijke afbakening van de taken en de opdrachten willen creëren, en dat we op die manier minder versnippering en een duidelijke efficiëntiewinst willen realiseren.
Ik denk dat we in het verlengde zitten van de discussie die we zonet hadden. Het is geen discussie over het gebrek aan kwaliteit of capaciteit van mensen, en ook niet aan motivatie, maar er is gewoon heel veel versnippering en onduidelijkheid.
Wij bekijken de zaken graag vanuit een lokaal perspectief. Daarbij gaan we op zoek naar hulp en bijstand, naar oplossingen voor onze problemen die we in onze dorpen en steden tegenkomen. Dan worden we natuurlijk het meest geconfronteerd met die versnippering, en soms met een weinig adequaat toebedelen van middelen.
Zult u in de loop van 2020 het initiatief nemen om een nieuw kader voor die subsidies en structurele ondersteuning uit te werken? Hoe gaat u dat aanpakken? Kunt u aangeven hoe u daarmee concreet zult omgaan?
Minister Somers heeft het woord.
Dit zijn zeer accurate en terechte vragen.
Je hebt enerzijds de structurele financiering. Dat gaat over 2,7 miljoen euro.
Er zijn tien strategische partnerorganisaties die jaarlijks voor hun basiswerking ad nominatim worden gefinancierd vanuit de begroting Gelijke Kansen. Ik denk aan çavaria, Furia, ella of Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een Handicap (GRIP). Ik zal ze niet allemaal opnoemen.
De toekenning van de subsidie gebeurt momenteel op jaarbasis, via een aparte procedure. De jaarplannen van de organisaties, waarin afspraken worden vastgelegd in de vorm van formele resultaats- en inspanningsverbintenissen, vormen daarvoor de basis. Een procedure die u ook vanuit uw lokale verantwoordelijkheid kent. Ik denk dat dat op vele plaatsen ook op die manier werkt. De passage in het regeerakkoord over de hervorming van het financieringskader gaat over deze structurele financiering. Wij hebben ons in het regeerakkoord geëngageerd om dat te hervormen.
Daarnaast is er ook de budgetruimte voor de subsidiëring van eenmalige projecten. De toewijzing verliep in het verleden via twee kaders. Er is of was een algemene oproep. Die loopt over de gehele legislatuur. De organisaties kunnen tweemaal per jaar voorstellen indienen die passen binnen het brede doelstellingenkader van het gelijkekansenbeleid. Alle gelijkekansenthema’s komen in aanmerking. Zeer uiteenlopende organisaties dienen hiervoor een aanvraag in. De selectie en toewijzing gebeurt of gebeurde op basis van relevantie, doelmatigheid en beleidsopportuniteit. Formele criteria werden vastgelegd in een subsidiegids.
Aanvullend is of was er een thematische oproep. Daarbij wordt er een specifieke beleidsuitdaging uitgelicht. Het doel is om deze uitdaging extra kracht bij te zetten. Er is een aparte oproep met specifieke selectiecriteria, waarop kan worden ingetekend. In de vorige legislatuur was dat een oproep naar projecten die zich op het kruispunt van bijvoorbeeld gender/lgbt (lesbian, gay, bisexual, transgender) en herkomst bevonden. Het zijn dus projecten voor onze regenboogfamilie rond de problemen die zich zouden kunnen stellen op basis van de herkomst van mensen. Dat is een typisch kruispuntverhaal waarvoor in de vorige legislatuur een oproep werd gedaan.
Wat zijn de beleidsintenties voor deze regeerperiode? Voor de structurele ad-nominatimfinanciering stelt het regeerakkoord de evaluatie en eventuele hervorming voorop. Het gelijkekansenbeleid werkt reeds twintig jaar binnen het ad-nominatimkader en organisaties hebben zich gaandeweg aangesloten, mee met de beleidsontwikkelingen.
Het belang van het middenveld stellen we niet in vraag, maar het is wel tijd voor evaluatie. We moeten hun rol scherpstellen. Wat maakt organisaties tot gelijkekansenorganisaties? Welke rol dragen ze ten aanzien van het beleid en de samenleving? Dekt de huidige Groep van Tien de beleidsnoden goed af? Zijn er hiaten? Zijn er nog andere spelers op het terrein? Werken we vandaag binnen een optimaal organisatiekader? Worden bepaalde rollen dubbel genomen en hoe verantwoordt zich dat? Zijn er in de organisatiestructuren en in het veld efficiëntiewinsten te boeken? Hoe is de relatie met de andere structurele subsidiekaders, welzijn en sociaal-cultureel werk? Werkt het huidige financieringsmodel optimaal of zijn er alternatieven?
Mijnheer Van Miert, we moeten deze oefening nog starten. We werken een zeer concreet plan van aanpak uit waarbij de Groep van Tien uiteraard nauw wordt betrokken. We bevragen ook andere stakeholders op het terrein.
Voor 2020 continueren we de huidige werkwijze. De organisaties weten dat. De gesprekken over hun jaarplannen en verbintenissen zijn bezig. Het is de bedoeling om in 2021 met een nieuwe werking te kunnen starten.
Wat betreft de projectfinanciering gaan we zeker verder inzetten op projecten ter uitvoering van het beleid. Innovatie komt dikwijls van onder uit – dat moeten we ruimte geven. Grassrootsorganisaties spelen een belangrijke rol. We moeten die blijven aantrekken, uitdagen en ondersteunen. Het is wel belangrijk dat projecten substantieel bijdragen tot onze doelstellingen.
Vaak is dat een probleem. Hoe meten we dat? Hoe weten we dat vooraf? Je zoekt partners, maar wat die doen is een vraag. Blijft dat in de sfeer van de gadgets, van de frivoliteit of heeft het ook een robuust karakter en kan dit een impact hebben op het terrein?
Vandaag kunnen we daar nog geen duidelijkheid over geven, maar in de komende weken gaan we daar verder aan werken. Het is de bedoeling om het ook daar concreet te maken.
Samengevat, in 2020 werken we nog zoals in het verleden, maar we gebruiken dat jaar om een nieuw kader uit te werken op basis van een aantal elementen die ik heb gegeven. Het is mijn bedoeling om naar de commissie te komen met dat nieuwe kader om dan opnieuw uw evaluatie en uw ideeën te horen om dit zo sterk mogelijk te maken.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord en de timing van een en ander. U zegt dat het tijd is voor een evaluatie. We moeten kritisch durven te staan in de aanpak van het gelijkekansenbeleid, want dat is iets wat evolueert.
Vandaag hebben we vernomen in de pers dat we een aantal plaatsen zijn opgeschoven in de ranglijst inzake gendergelijke behandeling in onze maatschappij. Dat evolueert dus en in die zin kunnen we nooit het beleid voortzetten zoals het is. Het is historisch zo gegroeid, maar het kan niet altijd de beste optie zijn.
Minister, die kritische kijk zult u zeker ook hebben. De timing die daaruit volgt, zullen we in de gaten houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.