Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, u weet het en de meeste collega’s hier weten het ook: vorige legislatuur was er nogal wat te doen over SWT’ers (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) en de activering van SWT’ers. Daarbij werd vastgesteld dat VDAB in het begin van de legislatuur niet meteen de traditie had om hen vacatures door te sturen. De visie en de vaststelling waren dat het statuut niet meteen uitnodigde om te gaan werken. Door de toeslag op die werkloosheidsuitkering werd het verschil met werken namelijk erg klein.
We hebben toen op vraag van een aantal collega’s, waaronder collega Bothuyne, de omslag gemaakt. We hebben toen gezegd dat we alle SWT’ers wilden activeren, net zoals andere uitkeringsgerechtigde mensen die op zoek zijn naar werkbaar werk. En indien nodig, als blijkt dat zij pertinent weigeren om in te gaan op een passende jobaanbieding, zouden we hen ook sanctioneren.
Ik heb daarover deze legislatuur al een aantal schriftelijke vragen gesteld. Daaruit heb ik een aantal zaken geleerd. Eén, er was een hoorzitting waarop VDAB-topman Wim Adriaens zei dat het statuut aangepaste beschikbaarheid van SWT’ers voor VDAB echt problematisch was. Fons Leroy, zijn voorganger, had dat ook al aangegeven tijdens een werkbezoek dat we met de vorige commissie hadden gebracht aan VDAB. Twee, de minister zelf heeft ook aangegeven, weliswaar iets genuanceerder, dat die aangepaste beschikbaarheid geen evident iets is om mensen te gaan activeren. De cijfers liegen er ook niet om. Uit de laatste cijfers bleek dat 2,4 procent van die mensen na een jaar uitstroomt naar werk, ondanks de vele vacatures die ze krijgen.
In een recente schriftelijke vraag vroeg ik naar het verschil tussen mensen die vrijgesteld zijn van het zoeken naar werk – de echte bruggepensioneerden – en de SWT’ers. De uitstroom naar werk blijkt hetzelfde voor die beide groepen. In de feiten levert brugpensioen op dat vlak dus dezelfde resultaten als SWT.
Ik heb al eerder een vraag gesteld die ik niet graag stel, want sancties zijn voor mij geen doel op zich. Werden er nu al sancties gegeven aan SWT’ers die pertinent weigeren om in te gaan op een jobaanbod, een sollicitatietraining, een gesprek met een bemiddelaar of noem maar op? Het antwoord baarde me wat zorgen, want VDAB beschikt niet over een applicatie om sancties voor aangepast beschikbaren te monitoren. Dat vind ik wel problematisch omdat dat het zowel u, uw kabinet en ons als parlementsleden moeilijk maakt om ons werk te doen en om te kijken of die maatregelen adequaat zijn.
Welke stappen zult u nemen om dat door VDAB wel te laten monitoren? Zult u dat aan de raad van bestuur van VDAB vragen?
Uw voorganger, minister Muyters, zei dat hij VDAB richtlijnen zou geven om die mensen te activeren, maar ook om te sanctioneren als dat moet, zoals bij alle uitkeringsgerechtigde werkzoekenden. Zult u diezelfde lijn aanhouden om indien nodig tot sancties over te gaan?
Minister Crevits heeft het woord.
Er zijn heel wat data beschikbaar over SWT. Ik heb daarover ook uw schriftelijke vragen beantwoord, maar in het kader van de sanctionering is dat inderdaad niet het geval.
Sinds eind 2016 is Vlaanderen bevoegd om werkzoekenden te sanctioneren. Bij het vormgeven van het sanctiebeleid werd het monitoren van SWT’ers niet apart opgenomen. In november 2018 heeft mijn voorganger, minister Muyters, u dat antwoord al bezorgd. Dit was toen als antwoord op een van uw – soms talrijke – schriftelijke vragen. Het gaat over uw vraag 66 over het SWT van 21 november 2018.
Naar aanleiding van de besprekingen over VDAB hier in deze commissie heb ik aan de leidend ambtenaar van VDAB gevraagd om mij een overzicht te bezorgen van alle gegevens die door VDAB momenteel geregistreerd en bijgehouden worden. Specifiek wat de SWT’ers betreft, wordt nu door VDAB bekeken op welke manier deze specifieke registratie wel kan gebeuren, en wat de belemmeringen zijn om dit niet te doen. Een belangrijke factor is de impact van de nodige datakoppelingen en de IT-aanpassingen. Het is echter niet omdat het moeilijk is dat het niet gaat. Een zorgpuntje is dat het om persoonlijke informatie gaat en dat we daar omzichtig mee moeten omspringen, maar ook dat euvel moet overwonnen kunnen worden.
Welke richtlijnen heb ik VDAB gegeven? In 2018 kwam er een vernieuwde focus op deze groep. Aangepast beschikbare werkzoekenden krijgen sindsdien vacatures toegestuurd via de automatische matching. Met de invoering van de nieuwe contactstrategie in het najaar van 2018 neemt VDAB de aangepast beschikbare werkzoekenden ook mee in de volledige groep van te activeren werkzoekenden. Aangepast beschikbare werkzoekenden worden zo onmiddellijk in de persoonlijke dienstverlening opgenomen. Die aanpak geldt voor alle nieuwe inschrijvingen vanaf oktober 2018.
VDAB heeft een actieplan opgezet om vier verschillende groepen te informeren over de aanpak en de dienstverlening voor aangepast beschikbare personen.
Ten eerste werden de bemiddelaars geïnformeerd en gesensibiliseerd over de dienstverlening. In de volgende maanden wordt er intensiever ingezet op de ondersteuning voor die bemiddelaars om de aangepast beschikbare personen te activeren.
Ten tweede moeten de aangepast beschikbare personen zelf ook verder gesensibiliseerd en gemotiveerd worden. Vaak blijkt dat de informatie die ze kregen via hun vroegere werkgever of via hun uitbetalingsinstelling, niet altijd even duidelijk is. Ze moeten immers beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt. Deze boodschap moet voor hen glashelder zijn.
In dat kader wordt ook een derde groep door VDAB benaderd: de sociale partners. Het is belangrijk om samen met hen infosessies over de rechten en plichten van aangepast beschikbare werkzoekenden te organiseren.
De vierde groep die verder gesensibiliseerd moet worden, zijn de werkgevers. Hiervoor sensibiliseert VDAB ondernemingen onder andere op jobevents over deze doelgroep. Zo willen we hen ervan overtuigen om ook aangepast beschikbare personen meer kansen te geven op tewerkstelling.
Verder is er een tender gelanceerd: ‘55+ UP TO DATE’. In deze tender worden acties ondernomen voor de doelgroep op het vlak van sollicitatietraining, waaronder 21e-eeuwse vaardigheden en herpositionering op de arbeidsmarkt. Die tender is op 2 december van start gegaan, maar we verwachten daar wel wat van.
Eigenlijk is die aangepaste beschikbaarheid een uitdaging in twee richtingen. De werkzoekende moet in een mindset zitten van activeren en weten dat hij kan worden geactiveerd maar er is ook een mentaliteitsuitdaging bij de werkgevers die nog niet in die mindset zitten.
Ik heb op 7 januari een afspraak met VDAB over de informatie. Wanneer we de digitalisering alle kansen willen geven, moeten we kijken welke gegevens we bijhouden, en als we ze niet bijhouden, is de vraag waarom het nuttig is om ze wel bij te houden. Of welke gegevens houden we bij die eigenlijk niet nuttig zijn? Die oefening gebeurt nu en ik hoop een mooi antwoord te krijgen tegen 7 januari. Ik had die datum misschien beter niet gezegd want nu zullen er zeker vragen komen.
De heer Ronse heeft het woord.
Er is alvast één persoon in de zaal die zich bijzonder aangesproken voelt voor die tender ‘55+ UP TO DATE’.
Ik ben dat ook bijna en je moet dan lezen dat er tenders zijn en dat je 21e-eeuwse vaardigheden moet aanleren. Ik vind dat ook een beetje pijnlijk. Maar ik ben blij dat u hier ook bent, mijnheer Muyters, dan ben ik toch niet de oudste in de zaal.
Jullie beschikken beiden over fantastische 21e-eeuwse vaardigheden.
Minister, ik ben blij dat u een aanpassing van die applicatie met een open vizier bekijkt. Ik vind het absurd dat die applicatie er niet is bij VDAB, en ik vind het zeker absurd dat ze verwijzen naar privacy-issues. Voor uitkeringsgerechtigde werklozen die sancties krijgen, krijgen we immers wel een heel overzicht. Voor SWT’ers moeten we dat zeker ook kunnen krijgen, zo niet, kunnen we geen controle meer doen. Het is dus heel belangrijk dat we dat krijgen.
We kunnen het ons natuurlijk ook veel gemakkelijker maken, we zouden het statuut van SWT kunnen laten uitdoven, dan zijn dergelijke applicaties niet meer nodig en dan is heel de machinerie rond die context van aangepast beschikbaren niet meer nodig. We mogen doen wat we willen, sensibiliseren bij werkgevers, bij werknemers, bij vakbonden, eens je het statuut van aangepast beschikbare hebt, dan heb je een statuut dat bepaalt dat je niet meer actief moet zoeken naar werk. Je bent enkel verplicht in te gaan op een passend jobaanbod dat aansluit bij ervaring en diploma. Met alle respect, minister, want ik schat u zeer hoog in, maar dat signaal omkeren naar een signaal dat men wel nog nodig en welkom is op de arbeidsmarkt, is ‘a mission impossible’. Ik denk echt dat we dat statuut van SWT moeten laten uitdoven, maar zolang dat niet het geval is, ben ik het er wel mee eens dat we die applicatie moeten maken.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Het aantal instromers in de werkloosheid die 55-plussers zijn en gewoon werkloos, is een vijfvoud van het aantal SWT’ers. We zien bij hen ook nog altijd een zeer lage uitstroom naar werk. Ik zou dan ook opletten met die focus. Beide groepen moeten aangepast beschikbaar zijn. Ik denk dan ook dat er nood is aan een mentaliteitsswitch naar 55-plussers. Een eerste stap zou kunnen zijn dat VDAB sowieso meet maar ook zorgt dat er feedback is bij die mensen zodat zij, wanneer ze wel solliciteren, weten waarom ze niet zijn geselecteerd. Het mag niet de evidentie zijn dat 55-plussers onderaan de stapel terechtkomen. We moeten daarop toezien, dat kan een vorm van inspectie zijn. Ook daar weer is vertrouwen goed maar kan controle zeker beter.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb de opmerkingen gehoord, en ik zal daar mijn persoonlijke beschouwingen niet over geven. Ik denk dat ze als bedoeling hadden om in het verslag als statement opgenomen te worden.
De heer Ronse heeft het woord.
Mevrouw Gennez, er is natuurlijk een groot verschil met de klassieke werkloze 55-plusser die aangepast beschikbaar is. Die heeft die bedrijfstoeslag niet. Die heeft dus een sterkere financiële incentive om te zoeken naar werk.
Ik ben het helemaal eens met de sollicitatiefeedback. Dat is trouwens iets waar we in deze commissie een werf van kunnen maken, niet alleen voor oudere werknemers maar ook voor jongere. Ik ken hooggeschoolde jonge werknemers die massa's sollicitaties sturen, een goed profiel hebben maar van zeer veel werkgevers geen enkele reactie terugkrijgen. Dat werkt bijzonder demotiverend. Dat is een realiteit, maar ook een ander debat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.