Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Joosen heeft het woord.
De discussie over de impact van de kat op ons ecosysteem laaide recent weer op. De nood tot permanente ophokplicht werd echter gerelativeerd door biologen, en gelukkig maar. Maar het is toch in dit licht dat ik mijn bezorgdheid over de kruising met wilde kattenrassen onder de aandacht wil brengen. Aan de jachtkwaliteiten van de wilde neefjes van onze huiskat twijfelt immers niemand.
Zo wordt de serval beschouwd als de efficiëntste roofkat, met een slaagpercentage van ruim 70 procent, bijna grote onderscheiding dus. Deze katachtige leeft gelukkig voor onze vogels uitsluitend in Afrika, maar de genen zijn wel al overgestoken.
De savannah, een kruising tussen onze gewone huiskat en de serval, is behoorlijk populair. Dit prachtige dier brengt ongeveer 8000 euro op, met een levendige handel en kweek tot gevolg. Dat is voor de katten zelf doorgaans geen goede zaak. Net als hun wilde ouder is de savannah een actieve en assertieve kat die veel ruimte nodig heeft, niet meteen geschikt voor op de schoot dus. Logischerwijs hebben de dieren een hoog weglooprisico. En dan wordt het natuurlijk riskant: tussen een lokale zwerfkater en een savannah-vrouwtje is een productieve match mogelijk.
Sinds de invoering van de positieflijst in 2009 is het houden van dit dier, net als andere hybride kattensoorten, zoals de bengaal, vergunningsplichtig. In tien jaar werden echter exact nul vergunningen uitgereikt. Nochtans gaf de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn in 2017 nog zeer duidelijk aan dat veel hybriden bij ons worden gehouden en ontdekte hij zelfs een drietal lokale kwekers. Ook vandaag volstaat even grasduinen op sociale media om fiere Vlaamse savannahbezitters én -verkopers tegen te komen. Onder andere op Instagram zijn het zeer populaire diertjes.
Behoudens vergissing is er echter pas dit jaar echt begonnen met handhaven. Er zijn twee processen-verbaal opgesteld door de dienst Dierenwelzijn, zoals u mij signaleerde in het antwoord op een schriftelijke vraag. U gaf eerder ook al aan dat de eigenaars van hybride katten die vergunningsplicht duidelijk niet kenden.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voerde in april een totaalverbod in op die hybride katten. Huidige exemplaren mochten bij de eigenaar blijven, mits verplichte sterilisatie. Ik hoed me er toch voor om dit te dramatiseren of drastische maatregelen te eisen. Maar ik denk dat een aantal signalen toch bewijzen dat er nood is aan een duidelijk kader of toch tenminste aan een duidelijk gekend kader.
Minister, hoe schat u de huidige proliferatie van hybride katten in Vlaanderen momenteel in? Zijn er nog kwekers actief? In hoeverre meent u dat eventuele eigenaars voldoende op de hoogte zijn van dit verbod?
Ontvingen uw diensten sinds de invoering van de positieflijst effectief ook vragen voor het houden van hybride katten? Is er een context denkbaar waarin dit kan worden toegelaten?
Meent u dat het huidige handhavingsbeleid toereikend is? Wordt bij vaststelling ook sterilisatie verplicht? Acht u het aangewezen om hier actiever te controleren of actiever te sensibiliseren?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal eerst de voorgeschiedenis schetsen. In 2009 kwam inderdaad de positieflijst tot stand. Voordien mocht je alle soorten zoogdieren houden. ‘Vrijheid blijheid’, gold toen. In de periode van het opstellen van de positieflijst, 2009 en de jaren voordien, was er geen sprake van de problematiek van hybride katten, laat staan dat het gesignaleerd werd als een probleem. Dat is pas later gekomen.
Er zijn verschillende soorten hybride katten, bijvoorbeeld de bengaalse en anderzijds de savannah. Die waren niet opgenomen in de positieflijst en dus verboden. Vervolgens is er wel wat aandacht gekomen voor die specifieke groepen. Dan heeft de Raad voor Dierenwelzijn zich ter zake ook uitgesproken en gesteld dat de opname in de positieflijst van de bengaal mogelijk is vanaf de vijfde generatie. Men heeft namelijk vastgesteld dat er, na verschillende generaties, een domesticatie heeft plaatsgevonden, met als gevolg dat je die wel zou kunnen toelaten. Het zijn absoluut geen wilde dieren meer en ze zouden dus wel kunnen worden toegelaten. Maar dat geldt dus enkel voor die groep en dus niet voor de groep van de savannah-katten.
Ik heb dat advies gevolgd, want je kunt moeilijk de Raad voor Dierenwelzijn enkel gebruiken als het je goed uitkomt en op andere vlakken geen rekening houden met zijn advies. Het lijkt mij een wel uitgebalanceerd advies dat vanaf F5, de vijfde generatie, een toestemming mogelijk is. Zo zijn die ook op die positieflijst beland. Maar dat is niet gebeurd zonder discussie. U moet weten: ik heb ook een positieflijst voor reptielen vastgelegd, met een driehonderdtal reptielen. Ik bespaar u alle discussies die hebben plaatsgevonden bij elke soort die werd opgenomen in de positieflijst. Want bij elke soort waren er nog veel meer die niet werden opgenomen in de positieflijst. Er waren altijd grote discussies, onder andere met groepen van hobbykwekers die zich ook mengen in het debat.
De inspecteurs van de dienst Dierenwelzijn hebben in het heden of in het verleden geen grote problemen gesignaleerd inzake dierenwelzijn bij hybride katten. Van de katten die werden geregistreerd in de databank is minder dan 1 procent hybride. Er is dus geen sprake van een grote uitbreiding van die groep van hybride katten.
Er zijn wel nog kwekers actief. Er is namelijk een onderscheid tussen particulieren en kwekers op dat vlak. De positieflijst geldt enkel voor particulieren. Er zijn nog kwekers actief. In de buurlanden, bijvoorbeeld Nederland en Duitsland, is er namelijk geen verbod. Dus die worden ook vanzelfsprekend gecontroleerd. Ze zijn goed op de hoogte van de regelgeving, veel beter denk ik dan de particulieren.
Elke erkenningsaanvraag wordt individueel beoordeeld op basis van de criteria die in het besluit zijn opgenomen. Er zijn echter geen erkenningen voor hybride katten afgeleverd. Als iemand hybride katten houdt zonder dat men over een erkenning beschikt, dan volgen wij de geëigende procedure, dat wil zeggen dat die dieren moeten worden afgestaan. Weigert men dat te doen, dan gaan wij over tot de formele inbeslagname. Het risico dat er na een inbeslagname met de dieren gekweekt wordt, is toch wel minimaal. Het is dus ook niet zo dat die dan per definitie worden gesteriliseerd.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik vind het uiteraard positief om te vernemen dat er zich in de praktijk weinig problemen stellen en dat er dan blijkbaar ook weinig verloren dieren zijn. U geeft ook aan dat de kwekers de regelgeving kennen. Zij mogen natuurlijk wel hybride katten houden, anders dan particulieren. Ik hoop wel dat we ons hier niet aan het verkijken zijn op de databank. U zegt dat van de databank 1 procent of iets minder dan 1 procent geregistreerde hybride katten zijn. Er is echter nooit een vergunning uitgereikt. Het zou kunnen dat al die geregistreerde katten Bengalen zijn vanaf F5, dus vanaf de vijfde generatie. Het zou natuurlijk ook kunnen zijn dat een aantal mensen weten dat hun dier niet toegelaten is en dat ze dat dan ook niet zullen registreren in de databank.
Mijn bezorgdheid gaat vooral uit naar particulieren, die te goeder trouw handelen. Zulke dieren zijn makkelijk te koop. U kunt ze op internet reserveren indien u dat wilt, en het is vrij eenvoudig om dat te doen. Voor particulieren zijn duidelijke regels natuurlijk wel belangrijk. Het zijn peperdure dieren, mensen hechten zich daaraan. Als je dan op een dag de pech hebt dat je wordt gecontroleerd en het dier moet afstaan, is dat voor een privé-eigenaar een zware dobber, een zware tegenvaller. Ik hoed me echt wel om dit te dramatiseren, maar mijn bezorgdheid gaat uit naar de eigenaars die misschien niet op de hoogte zijn van de regelgeving. Voor hen ben ik wel voorstander om te blijven sensibiliseren over dit onderwerp.
Minister Weyts heeft het woord.
Sensibilisering is natuurlijk absoluut nodig. U hebt gelijk: we weten niet perfect wat de omvang van het aantal katten in kwestie is. Er zullen ongetwijfeld sommige katten in het zwart worden geregistreerd. Dat zijn dan ‘grijze’ katten, ze worden wel geregistreerd, maar men vergeet om te melden dat het over een hybride kat gaat. Dat kan inderdaad best zijn.
Aan de andere kant is het wel zo dat we altijd optreden wanneer er meldingen worden gedaan. We gaan er wel van uit dat onze vooruitstrevende regelgeving – het is niet zo dat alle landen met positieflijsten werken zoals wij doen, op dat vlak zijn we heel vooruitstrevend – haar effect heeft op het uitfaseren van die soorten die we niet langer gehouden willen zien worden door particulieren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.