Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Begin november werd het jaarverslag van CLBch@t voorgesteld. Deze netoverschrijdende online dienstverlening van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) is sinds september 2016 beschikbaar en is al na een jaar uitgegroeid tot een belangrijk hulpverleningsinstrument, waar alle gebruikers, ouders én leerlingen, heel tevreden over zijn.
In vergelijking met andere chataanbieders zoals Zelfmoord1813 of Awel, is dit een relatief kleine speler. Maar de kwaliteit van de hulpverlening is volgens de gebruikers uitmuntend.
In het jaarverslag lezen we dat er in 2018-2019 maar liefst 5465 gesprekken werden gevoerd. En het aantal vragen stijgt ieder jaar. Vorig jaar vroegen 19 procent meer leerlingen een chatsessie aan. Voor ouders noteerde men zelfs een stijging van maar liefst 138 procent. Een bekendmakingscampagne in het voorjaar zal hier zeker voor gezorgd hebben. Een groep van 153 chatmedewerkers beantwoordt in bepaalde periodes tot 8,5 gesprekken per uur.
De meeste oproepen, zowel bij ouders als bij leerlingen, gaan over studiekeuze en interacties binnen het gezin. Opmerkelijk is het stijgend aantal oproepen door leerlingen rond zelfdoding. Terwijl het aantal zelfdodingen bij leerlingen in Vlaanderen niet toeneemt, vinden toch meer leerlingen de weg naar CLBch@t met hun verhaal. We kunnen het stijgend aantal oproepen rond deze problematiek dus als een positieve zaak beschouwen.
De stuurgroep rond CLBch@t startte dit jaar ook met blended hulpverlening. Bij dit soort hulpverlening wordt gewerkt met online tools, in combinatie met face-to-facegesprekken. Deze online hulpverlening maakt dus deel uit van een begeleidingstraject. Ondanks het feit dat dit soort hulpverlening hier nieuw is, zijn de gebruikers er ook heel tevreden over.
Het is dus duidelijk dat dit soort online hulpverlening bij leerlingen, maar ook bij ouders, echt wel in de lift zit en helpt om hardnekkige taboes te doorbreken. Zeker voor jongeren is dit een veilige manier om rechtuit te spreken en dus sneller geholpen te worden. Naar aanleiding van het uitbrengen van het jaarverslag lazen wij een gelijkaardige mening van u, minister. Daar waren we alvast blij mee.
In verband met deze online hulpverleningstools heb ik voor u enkele vragen. Hoe wilt u deze online hulpverlening voor ouders en leerlingen verder ondersteunen? Momenteel is er een jaarlijkse projectaanvraag nodig om het aanbod verder te kunnen uitbreiden en de kwaliteit ervan te kunnen blijven garanderen. Dit brengt dus telkens de nodige administratieve last en onzekerheid met zich mee.
Is er financiële ruimte om te experimenteren met deze nieuwe tools? Vanuit CLBch@t zijn er alvast heel wat goede ideeën, zoals de ontwikkeling van een ‘mijn CLB’-platform.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is inderdaad een positief verhaal met een meerwaarde. De CLBch@t voor leerlingen en ouders en de netoverstijgende samenwerking werpt vruchten af. Er is tevredenheid bij de verschillende partijen. Voor dit schooljaar is er dan ook een projectsubsidie toegekend.
Het lijkt mij belangrijk dat de verschillende digitale projecten van de CLB-sector – CLBch@t, het Leerlingen Activiteiten en Registratie Systeem (LARS) en het leerlingenpaspoort – goed op elkaar afgestemd zijn en dat er ook afstemming is met Welzijn. Ik denk niet dat het bij ons in het regeerakkoord aan bod komt, maar wel in Welzijn. Misschien zou het nog meer bij ons moeten want Welzijn heeft natuurlijk zijn eigen chatlijnen en andere mogelijkheden tot contact.
De opdrachten van de CLB’s in het kader van leerlingenbegeleiding richten zich in de eerste plaats op het functioneren van leerlingen in de klas. Dat willen we natuurlijk zo houden. In het kader van het decreet Leerlingenbegeleiding, dat we uitrollen, zullen we dat evalueren. U stelt voor om aan de CLBch@t meer rechtszekerheid te verschaffen. Dat nemen we zeker mee. Maar dit is een verhaal dat we samen met Welzijn moeten schrijven.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het CLB-platform is een vindplaats voor leerlingen en ouders. Er worden leeftijdsadequate informatie en tools ter beschikking gesteld. Ook informatie die tussen enerzijds leerlingen en ouders en anderzijds met de CLB’s kan worden uitgewisseld. Het is goed dat we de sleutelpositie van het CLB op het kruispunt van Welzijn en Onderwijs onder andere met CLBch@t een plaats geven en dat we hen daar ook in erkennen.
Ik koppel dit aan de vorige vraag. Met de decretale opdrachten die ze hebben, is het de bedoeling om zo goed mogelijk zoveel mogelijk tijd beschikbaar te stellen voor die dingen, die ook goed werken. CLBch@t is er een van. Ik hoop dus alvast dat we dit project verder kunnen ondersteunen.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik wil onderstrepen dat CLBch@t een heel mooi voorbeeld is van hoe CLB’s over heel Vlaanderen, inclusief Brussel, netoverschrijdend kunnen samenwerken en daarmee een heel mooi project kunnen realiseren. U weet dat wij altijd en op elk gebied ijveren voor die netoverschrijdende samenwerking. Dit is een heel mooi en heel succesvol voorbeeld.
Mijn vraag is misschien wat breed en wat los van het onderwerp van de vraag. Minister, kunt u de komende jaren nog meer incentives organiseren voor dergelijke netoverschrijdende initiatieven van CLB’s, maar misschien ook van andere organisaties die projectmatig iets netoverschrijdend kunnen organiseren? Wij hebben graag dat ondersteuningsnetwerken en CLB’s netoverschrijdend werken. Dit kan met CLBch@t maar misschien kunnen ook andere zaken worden gestimuleerd in verschillende projecten. Dat zou een mooie start zijn, om bottom-up tot netoverschrijdende samenwerkingen te komen. We moeten erover nadenken, op welke manier we dat kunnen stimuleren de komende jaren.
Daarnaast denk ik dat CLBch@t er goed in slaagt om laagdrempelig en heel toegankelijk te zijn. Dat was bij het onderzoek naar het CLB een van de verzuchtingen, dat het moeilijk toegankelijk en te hoogdrempelig was. CLBch@t is daar een heel goed antwoord op. Minister, hoe zult u in het algemeen de toegankelijkheid en laagdrempeligheid van het CLB in de toekomst stimuleren op andere manieren dan met CLBch@t?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik heb ook het sympathieke e-mailtje gekregen om de resultaten van de CLB-chat aan te kondigen. We zijn natuurlijk heel positief over dat project. Het is een belangrijk onderdeel om het welzijn van onze kinderen te garanderen. De vraag overstijgt op dit moment duidelijk het aanbod. Er is dus nog marge om de dienstverlening te verbreden, maar dat betekent natuurlijk dat er nood is aan extra middelen.
Minister, ik ben blij dat u alvast bevestigt dat het de bedoeling is om dit project voort te zetten. Mevrouw Vandromme, ik vrees dat er niet veel financiële ruimte zal zijn om verder te experimenteren, onder andere met zo’n CLB-platform, als ik kijk naar de begroting, want er wordt bespaard op de CLB's. Ze zullen dus moeten schrappen in hun werking terwijl ze er in het kader van het M-decreet altijd maar taken bij krijgen.
Minister, hebt u al een idee op welk vlak de CLB's ruimte zullen moeten maken en de tijd zullen moeten vinden voor dit soort projecten?
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik wil nog een opmerking maken, want daarstraks ging het over zelfmoord als een belangrijk signaal. We hebben daar ook bij Welzijn heel veel kanalen voor. Het is goed dat jongeren ergens terechtkunnen. Versta me niet verkeerd, ik denk dat we jongeren zo snel mogelijk op de juiste en meest aangewezen plaats moeten krijgen. Vandaar mijn oproep om te zorgen dat die CLB-chat niet in de plaats van de JO-lijn en de Zelfmoordlijn en van heel veel andere meldlijnen komt. We moeten ze heel snel op de juiste plaats krijgen.
Minister Weyts heeft het woord.
Dat laatste is een heel terechte opmerking. Er is een veelvoud aan toegangen tot hulpverlening. De vraag is natuurlijk of het zo slecht is als je de meest adequate en de dichtstbijzijnde ingang kunt vinden, en via die weg jongeren kunt bereiken. Naar verluidt is er een groot verschil tussen de onderwerpen waarover leerlingen chatten – die zijn heel gevoelsmatig, die gaan over zelfdoding – en de onderwerpen van ouders die gaan over schoolse, en niet over emotionele aspecten.
We zullen absoluut de discussie voeren in het kader van het decreet Leerlingenbegeleiding en de rol van de CLB's. Ik kan u alvast geruststellen dat de projectsubsidie opnieuw is toegekend. Voor dit schooljaar gaat het over 130.000 euro. Mevrouw Goeman, budgettair is er dus geen probleem, ook al lijkt u overtuigd van het tegendeel. Op de begroting komt er volgend jaar in ieder geval 362 miljoen euro bij. U schijnt dat almaar te vergeten. Bij deze wil ik dat nog eens flink in herinnering brengen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, het feit dat we dit project als netoverschrijdend project kunnen bespreken, stemt mij gelukkig. Net als mevrouw Krekels ben ik vragende partij om projecten die netoverschrijdend tot stand komen, te steunen, zeker als die van onderuit groeien en een samenwerking zijn tussen gelijkwaardige partners.
Het is belangrijk dat dit vanuit het CLB kan worden opgestart, net omdat het op het snijpunt van Welzijn en Onderwijs staat. Dan is het voor leerlingen zeker ook de juiste plaats, want de leefwereld van leerlingen is de school. CLB's staan heel dicht bij scholen en dat pleit in hun voordeel.
Deze morgen hebben we van het Rekenhof gehoord dat het belangrijk is dat scholen voldoende data krijgen over hun schoolpopulatie, over hun leerlingen, en dat past ook perfect in het CLB-platform dat men van plan is uit te werken. We moeten dit meenemen.
Minister, ik volg u in uw pleidooi dat we goed moeten kijken naar welke rol en welke taken de CLB's opnemen, en dat u erkent dat ze een belangrijke rol te spelen hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.