Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Zoals iedereen weet, werd sinds 1 september 2018 de werkdruk voor directeurs die nog een lesopdracht hebben eindelijk verminderd. Directeurs van een school met 100 leerlingen of meer werden volledig lesvrij gemaakt. De lesopdracht van directeurs van een school met minder dan 100 leerlingen werd met 4 uur verminderd, wat neerkomt op 6 lesuren. Als ik de cijfers analyseer, betekent dit concreet dat er in 2018-2019 nog 90 directeurs in Vlaanderen een bijkomende lesopdracht hebben, in plaats van 405 in 2017-2018.
Wij vinden het inderdaad een heel mooi initiatief. Er is een belangrijke stap gezet. Minister, bent u er voorstander van om alle directeurs in het basisonderwijs, ook in scholen met minder dan honderd leerlingen, volledig lesvrij te maken?
Hebt u zicht op de kostprijs om ook deze negentig directeurs met een lesopdracht lesvrij te maken? Het gaat niet meer over een grote groep, maar het zou ook deze mensen een grote stap vooruithelpen.
Minister Weyts heeft het woord.
U beseft natuurlijk dat de taak van directeur in het basisonderwijs, maar evenzeer op andere onderwijsniveaus, niet te onderschatten is en de nodige stress en werkdruk met zich meebrengt. Het is dan ook niet toevallig dat er tijdens de vorige regeerperiode heel wat middelen werden vrijgemaakt in functie van dat basisonderwijs. Het gaat om een bedrag van 63 miljoen euro. Er zijn toen ook keuzes gemaakt en er werden compromissen gesloten. Een deel van die middelen zijn gegaan naar de ondersteuning van de directeurs. De grens is toen vastgelegd op 100 leerlingen, wat door iedereen als aanvaardbaar werd geacht. Ik denk niet dat er daarover grote discussies hebben plaatsgevonden. We hebben er ook voor gezorgd dat alle directeurs eenzelfde salaris kregen. Daardoor hebben sinds 1 september 2018 maar liefst 2452 van de ongeveer 3600 directeurs een loonsverhoging gekregen.
Ben ik voorstander van het volledig lesvrij maken van elke directeur in het basisonderwijs? In de beste der werelden wel, ongetwijfeld. Maar je moet natuurlijk altijd een afweging maken. Er is nog maar recent zo’n afweging gemaakt. Toen werd de lijn getrokken op 100 leerlingen. In de wetenschap dat je voor een erkenning 83 of 84 leerlingen moet hebben, spreek je inderdaad over een kleine groep. Dan blijven er nog zo’n 90 directeurs over. Daaraan is natuurlijk wel een kostenplaatje verbonden. Er zou dan namelijk voor 1 miljoen euro extra middelen moeten worden voorzien. Waar haal je die dan? Als je een compromis dat vrij recent werd gesloten, moet verbreken, moet je je middelen wel ergens anders gaan halen. Het gaat volgens onze berekeningen op basis van de gemiddelden om iets minder dan 1 miljoen euro. Maar het zijn alleszins extra middelen die je vervolgens ergens zult moeten halen.
Ik sluit niets uit, maar vooralsnog dienen we het compromis dat werd gesloten en van vrij recente makelij is, te respecteren.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik begrijp uw opmerking. Er is een enorme inspanning gebeurd, dat heb ik daarnet ook gezegd. Het is een heel mooie inspanning, waarop we de voorbije legislatuur heel lang hebben aangedrongen. De directies zijn daar heel dankbaar voor. Laat dat duidelijk zijn.
Ik wil iets nuanceren. De directeurs hebben inderdaad een loonsverhoging gekregen. Er zijn inspanningen geleverd op het vlak van salaris. Ze zijn daar natuurlijk heel tevreden mee, maar dat is niet de grootste bekommernis van die directeurs. De bekommernis is het werkpakket, de werkdruk waarmee ze worden geconfronteerd.
Ik heb een steekproef gedaan bij een aantal van die negentig directeurs die nog met een lesopdracht zitten. Ik heb een viertal getuigenissen. Ik zal ze niet voorlezen. Maar wat daarin vooral naar voren komt, is dat ze weliswaar een kleinere school hebben, maar wel dezelfde taken moeten uitvoeren als de directeurs die in een grote school lesgeven. Ze moeten ervoor zorgen dat het ICT-gebeuren in orde is, dat het preventieplan in orde is. Ze moeten het leerlingvolgsysteem opvolgen, overleg plegen met de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), ervoor zorgen dat het pedagogische project wordt opgevolgd, klasbezoeken doen.
Het werk, ook met minder leerkrachten en minder leerlingen, blijft in se hetzelfde. Die mensen geraken er niet. Dat zijn mensen die hun job op een heel goede manier willen doen, maar zij moeten alles tegelijkertijd, alles zelf doen en daarnaast nog een x-aantal uren lesgeven. Ik weet uit ervaring dat je, ook al moet je maar vier of zes uur lesgeven, daar veel voorbereiding voor nodig hebt. Je moet dat ook kunnen plannen. Al het andere werk dat je hebt – je hebt het college van directeurs, je hebt schoolgroepenoverleg, noem maar op – moet je ook doen. Begin er maar aan als je net die dag les moet geven in de klas. Voor die negentig mensen is en blijft dat een groot probleem.
Je kunt inderdaad niet alles in één keer doen en alles kost veel geld, maar als ik dat bedrag lees, dan is het niet onoverbrugbaar om binnen het hele budget van het onderwijs ook die directeurs de rechten te geven waar ze echt wel recht op hebben. Zo kunnen die mensen op een correcte wijze hun job doen. We hebben het er hier al vaak over gehad dat in het kader van het beleidsvoerend vermogen de directeur, zeker in de basisschool, de spilfiguur is. Als die persoon daar niet 100 procent mee kan bezig zijn, dan is dat altijd ten koste van de kwaliteit van het onderwijs en ten koste van de kinderen.
Ik denk dat het een kleine inspanning is om die negentig directeurs ook definitief lesvrij te maken. Dan kun je inderdaad binnen de scholengroep wel kijken of er, als dat kleine schooltjes zijn, kan worden samengewerkt om de taken beter te verdelen, daar ben ik het mee eens. Maar ik denk dat het financieel zeker overbrugbaar moet zijn om die kleine groep ook vrij te stellen. Dan zit je heel safe, met goede kwalitatieve directeurs, die het beleidsvoerend vermogen kunnen opvolgen en vooral de kwaliteit van hun onderwijs kunnen bewaken. We doen het altijd in de eerste plaats voor de kinderen.
Overweegt u toch om dat de volgende jaren te doen, want dat is uiteindelijk niet zo’n grote financiële inspanning?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik herinner me nog heel goed wanneer het bericht werd bekendgemaakt dat er een loonsverhoging was voorzien en dat de mogelijkheid bestond om directeurs lesvrij te maken. Dat was op 1 april. Ik had dit bericht toen naar een bevriende directeur gestuurd, die het eigenlijk niet geloofde en die dacht dat het een aprilgrap was, maar het was echt wel de waarheid. Er was beslist dat directeurs lesvrij zouden worden gemaakt. Dat waren heel mooie inspanningen. Ik ben bovendien heel blij om in het regeerakkoord te lezen dat er inspanningen zullen worden geleverd om ook voor de administratieve ondersteuning van directeurs in het basisonderwijs, ook van de kleine scholen, te zorgen.
Ik denk dat het belangrijk is om onze prioriteiten te kiezen, maar dat moet vooral in overleg met alle betrokken partners gebeuren. Ik wil toch nog even verwijzen naar de kracht van de scholengemeenschap. Ik kom ook uit een regio van heel veel kleine scholen die ingebed zijn in een scholengemeenschap. Zij zoeken hoe ze die kleine scholen en directeurs kunnen ondersteunen. Daar zit hun kracht. We moeten daarvan uitgaan. Mocht het natuurlijk mogelijk zijn, dan zie ik ook graag dat iedere directeur lesvrij wordt gemaakt, maar ik denk dat we onze prioriteiten moeten bepalen in samenhang met alle betrokken partners.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik begrijp de vraag en ook het sentiment van de vraag. Ik begrijp dat echt. Ik denk dat dat waar is.
U moet natuurlijk wel opletten als u zegt dat een directeur van een kleine school evenveel werk heeft met de evaluaties en klasbezoeken als een directeur van een grote school. Met dien verstande dat als je honderd leerlingen hebt, je drie, vier leerkrachten moet bezoeken, en als je vijfhonderd leerlingen hebt, je er allicht wat meer moet bezoeken. Ik wil daar toch een objectiverende kanttekening bij plaatsen. Dat is belangrijk. U kunt het altijd nalezen in het verslag, maar ik heb dat in elk geval zo opgeschreven.
Als men zegt dat het maar 1 miljoen euro is, treed ik mevrouw Vandromme en minister Weyts wel bij. De vraag is wat we daarmee zullen doen. Als ik dat omreken, zijn dat twintig fulltime administratieve ondersteuners en veertig parttime ondersteuners. Wat is het beste? Ik kan me inbeelden dat sommige directeurs liever kiezen voor die extra ondersteuning op school dan voor de mogelijkheid om klasvrij gemaakt te worden. U schetst het een beetje te veel als eenpitters die het helemaal alleen zonder een scholengemeenschap in het gesubsidieerd officieel onderwijs of zonder scholengroep moeten doen.
Ik verwijs naar uw tussenkomst in de vorige commissievergadering over wantoestanden in scholengroepen, waarbij u verwees naar het gemeenschapsonderwijs. Misschien kunnen van daaruit personeel of uren vrijgemaakt worden om de directeur… Als dat dan zo belangrijk is, dan neem ik aan dat de groepen die daarboven zitten, zeggen dat er niets afgestaan moet worden aan de koepel, hetzij via ledenbijdragen, hetzij via middelen, hetzij via lesuren en dat dit in die scholen kan blijven. De koepels kunnen zo'n beleid voeren, en ik neem aan dat u dit op dat niveau mee zult verdedigen.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is een kwestie van keuzes maken en er is een keuze gemaakt. Bijna onmiddellijk na het maken van die keuze het compromis weer openbreken, is moeilijk. We moeten met z'n allen erkennen dat er een loonsverhoging is geweest. De norm lag op 180 leerlingen en we zijn al naar 100 leerlingen gegaan. Ik twijfel even, maar ik denk dat er additioneel een vrijstelling van 4 uur bij is gekomen. Dat is een pakket maatregelen waarbij iedereen beneficiënt is. Op de een of andere manier is iedereen er wel op vooruitgegaan. Ik snap de bekommernis voor nog meer. Dat kan in de beste der werelden en ik sluit dat zeker niet uit, maar als er keuzes gemaakt moeten worden, is dit misschien niet de allereerste, maar hopelijk wel een toekomstige keuze.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, ik heb niet graag dat mijn woorden verdraaid of verkeerd geïnterpreteerd worden. Uiteraard weet ik als voormalig schooldirecteur dat als je 4 leerkrachten hebt, je minder klasbezoeken moet doen dan als je 30 leerkrachten hebt. Dat is een evidentie. Je kunt dan een discussie voeren over 99 of 101 leerlingen en dan ben je vertrokken, maar daar gaat het niet over. Ik zeg duidelijk dat een directeur met 99 leerlingen ook preventietaken doet, er ook voor moet zorgen dat de zorgcoördinatie gebeurt, ook overleg met het CLB moet voeren, ook naar het college van directeurs en coördinerende vergaderingen moet gaan. Die heeft dezelfde taken als een directeur in een school met 400 leerlingen. Dat is een feit. Ik heb dat ook besproken met directeurs. Ik toets altijd alles af met het werkveld. Ik zeg hier niet zomaar dingen. U moet het in de juiste context plaatsen zoals ik het duidelijk heb gezegd.
U zegt: ‘als die functie van directeur zo belangrijk is…’. Ja, die is zo belangrijk. Ik vind dat de belangrijkste functie binnen een school, want de directeur is de draaischijf van de hele school.
Wat betreft de administratieve uren weet ik ook wel dat er een systeem van solidariteit is binnen een scholengemeenschap, maar scholen met 100 leerlingen krijgen uiteraard minder administratieve uren dan grote scholen. Dat is ook een nadeel voor een directeur die nog voor de klas moet staan. Ik ken directeurs met minder dan 100 leerlingen die hun telefoon bij zich in de klas houden en die moeten opnemen omdat er ouders of andere mensen bellen of omdat er een leverancier voor de deur staat. Dat heeft niets te maken met 100, 99 of 103 leerlingen. Dat heeft te maken met de situatie op zich. Binnen de mate van het mogelijke doet een scholengroep dat al. In totaal gaat er 13,9 miljard euro naar Onderwijs en Vorming. Ik vind dan ook dat 1 miljoen euro absoluut te overbruggen is. (Gelach)
Minister, u vindt mij altijd nogal negatief, maar ik heb in de voorbije vijf jaar steeds verdedigd om die 180 leerlingen naar beneden te halen. U hebt dat gedaan en dat wordt enorm gewaardeerd door directeurs. Dat heb ik ook aan het begin van mijn tussenkomst gezegd. Er zijn al grote stappen gezet, maar als ex-directeur zal ik blijven onder de aandacht brengen dat ook de 90 andere mensen niet in de kou mogen blijven staan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.