Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de handelsmissie naar China
Verslag
De heer Muyters heeft het woord.
Minister-president, u hebt bij de vorige vraag om uitleg al twee keer verwezen naar de handelsmissie naar China. Als ik me niet vergis, was het de grootste handelsmissie ooit naar dat land. Bij die missies zijn altijd veel verschillende sectoren aanwezig, en dat was ook nu het geval. Dat gaat van sport over entertainment naar cleantech, maar evengoed over hoogtechnologische ontwikkelingen, kennisinstellingen, zaken rond e-commerce en architectuur. Alle sectoren waren aanwezig.
Export is voor Vlaanderen zeer belangrijk, ook die naar China. U hebt er nog een punt aan toegevoegd: het aantrekken van investeringen vanuit China kan in een aantal gevallen interessant zijn. Wij hebben met onze open economie veel te winnen in de wereld.
Dergelijke missies geven bedrijven de kans om op een hoog niveau contacten te leggen, contracten te sluiten en projecten voor de toekomst te initiëren. Ik heb altijd ondervonden dat praktische problemen van bedrijven dankzij zo’n handelsmissie in een versnelling en tot een oplossing kwamen. Een van die problemen die ik vaak tegenkwam en dat ook in China aan bod kwam, naar ik heb begrepen, is de export van ons varkensvlees.
Minister-president, kunt u een overzicht geven van de economische resultaten van de missie? Hoeveel business-to-businesscontacten (b2b’s) waren er? Op het einde van zo’n missie worden er wel wat contracten meegedeeld die wellicht vroeger al gestart waren, maar nu een stap vooruit hebben gezet.
Welk aandeel in de totale missie vertegenwoordigden de Vlaamse bedrijven en kennisinstellingen?
Vormde de varkenspest van een aantal everzwijnen in de Ardense bossen op deze missie een hinderpaal voor onze Vlaamse exportbedrijven? Ik ondervond dat in Mexico en Zuid-Korea. We hebben altijd geprobeerd om onze staatsstructuur te gebruiken om aan te tonen dat Vlaanderen de nodige maatregelen getroffen had. Is dat ook nu gebeurd? Heeft dat invloed gehad op de reactie van de Chinezen tegenover de export van Vlaams varkensvlees naar China? Ziet u op termijn een structurele oplossing voor dat varkensvlees?
Na de missie kwam het probleem van cybersecurity naar boven. De vorige Vlaamse Regering heeft 20 miljoen euro per jaar opzijgezet om rond cybersecurity te werken. Zijn dat elementen die worden meegenomen? Kunnen die hulp bieden aan bedrijven bij zulke aanvallen? Ziet u andere aspecten die nog moeten gebeuren?
Heel vaak kent men tijdens de missie de resultaten nog niet. Zult u de missie over zes maanden of een jaar opnieuw monitoren, zodat we echt weten wat ze de facto aan resultaten heeft opgebracht?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, we hebben al eerder van gedachten gewisseld over dit thema.
Enkele weken geleden heb ik u gevraagd hoe u in de ontmoetingen bij uw bezoek in China de mensenrechten ter sprake zou brengen. U hebt toen gezegd dat u dat van plan was bij de weinige gelegenheden die zich zouden voordoen in de politieke contacten. De mensenrechten en het streven naar een democratie zijn natuurlijk actueel. Ook na het bezoek zijn een aantal zaken naar voren gekomen. Tijdens het bezoek was er in Hongkong een felle opflakkering van de protesten tegen de beknottende overheid. Een universitaire campus die als uitvalsbasis van het verzet diende, werd eerst omsingeld en later schoongeveegd door de ordediensten, met buitensporig geweld. Honderden studenten werden gearresteerd.
Ondertussen trokken de inwoners van Hongkong naar de stembus. De opkomst was, ondanks de situatie, historisch hoog. Het resultaat was overduidelijk: 85 procent van de zitjes gingen naar prodemocratische kandidaten, die toch kritisch staan ten aanzien van de Chinese overheid. Het vertrouwen in Carrie Lam als leider van het executief van Hongkong, werd niet bevestigd door de kiezer, maar wel door de Chinese overheid.
Ook de aanhoudende onheilspellende berichten uit de regio Xinjiang moeten ons heel bezorgd maken. Nieuwe overheidsdocumenten die in handen kwamen van het internationale team van onderzoeksjournalisten ICIJ maken andermaal duidelijk hoe de Chinese overheid omgaat met de minderheidsgroepen in het westen van het land. Naar schatting anderhalf miljoen Oeigoeren, Kazachen, Hui-Chinezen en andere etnische minderheden zouden er opgesloten zitten in zogenaamde heropvoedingskampen om hen te ontdoen van hun eigen gebruiken, taal en cultuur. Daarover moeten we allemaal heel bezorgd zijn. Er zou sprake zijn van foltering en misbruik en, zodra de mensen worden vrijgelaten, een dwangarbeidssysteem.
Mijn collega verwees al naar de cybersecurity. Tijdens de handelsmissie en ook nadien bleek dat een grote bezorgdheid te zijn. De delegatieleden werden massaal bestookt met aanvallen op hun digitale data. De deelnemers kregen de raad om na de trip hun elektronica compleet te resetten of zelfs weg te gooien. Daarbij kan de vraag worden gesteld op welke manier wij wensen te kijken naar het aanscherpen van onze handelsrelaties met China.
Minister, kunt u een overzicht geven van de contacten die u of uw medewerkers hebben gehad met Chinese overheden?
Werden tijdens deze contacten de mensenrechten, zoals eerder aangekaart, op tafel gelegd? Werd het streven naar democratie ter sprake gebracht? Wat werd er besproken en hoe werd erop gereageerd?
Hebt u persoonlijk iets gemerkt van de spanning in Hongkong?
Hoe kijkt u naar de verkiezingsuitslag in Hongkong en vooral naar de Chinese reactie daarop?
Kan het aanhoudend afblokken van een streven naar democratie of de voortdurende gestructureerde schending van mensenrechten voor Vlaanderen een reden zijn om de relaties met China te herzien?
Waren u of uw medewerkers slachtoffer van cyberaanvallen tijdens uw bezoek? Hoe waren jullie er tegen gewapend? Kunt u garanderen dat er geen gevoelige informatie in Chinese handen is gevallen?
Vindt u dergelijke cyberaanvallen een reden om weigerachtig te staan tegen bepaalde handelsbetrekkingen met Chinese bedrijven, vooral in pakweg de telecomsector?
Op welke manier wilt u, gezien deze context, werk maken van een bredere Chinastrategie? De impact van China zal de komende decennia enkel vergroten. Hoe zult u hierover afstemmen met de andere overheden in ons land en misschien ook met de Europese Unie?
Minister-president heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik zal eerst de vragen van de heer Muyters beantwoorden, die toch een andere teneur hebben dan die van de heer Vaneeckhout, de ene eerder met een economische inslag en de andere met een politiek-diplomatische inslag.
We hebben zowel Peking als Shanghai bezocht. In Peking organiseerde Flanders Investment & Trade (FIT) in totaal 175 b2b-contacten voor de Vlaamse bedrijven. We hebben ook Vlaamse seminaries georganiseerd: Cleantech, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), Sport en entertainment. Nadien was er telkens een b2b-netwerkdrink. Hierbij werd actief aan matchmaking gedaan door de organisatoren. Chinese gasten werden aangesproken en geleid naar de Vlaamse bedrijven voor individuele gesprekken. Zes Vlaamse Cleantech-bedrijven hebben zich voorgesteld aan de Chinese minister van Ecologie en Milieu. FIT organiseerde een groepsbezoek aan JD.com. JD.com is niet vergelijkbaar met Alibaba, maar meer met bol.com, omdat het er ook eigen stocks op na houdt. Er waren 37 Vlaamse deelnemers aan dat groepsbezoek. Zij ontmoetten daar de aankopers van JD.com.
In samenwerking met VLAM en de Vlaamse Voedingsindustrie (Fevia) waren er voor de bedrijven uit de agrovoedingssector retailtours. Het doel daarvan is dat de bedrijven inzicht krijgen in het bestaande aanbod en dat zowel de Chinese bedrijven als de westerse bedrijven die daar al actief zijn, kunnen zien met welke concurrentie ze worden geconfronteerd. Ook de smaak van de Chinese consument, de manier van verpakken en etiketteren die de Chinese consument aanspreekt, de verschillende kanalen van verkoop in retail, high-endsupermarkten, conveniencesupermarkten, en de bijhorende prijszetting zijn belangrijk. Bedrijven hebben die kennis nodig om hun eigen producten succesvol in die markt te kunnen zetten.
Tijdens de ondertekeningsceremonie sloot FIT een memorandum of understanding af met Chengdu Municipal Bureau of Commerce. Zeventien bedrijven en academici ondertekenden een contract voor een samenwerkingsakkoord met hun Chinese partner in Beijing.
In Shanghai organiseerde FIT in totaal 181b2b-contacten voor de Vlaamse bedrijven. We gingen daar met de bedrijven uit de agrifoodsector op retailtoer. Er was ook een bezoek aan Alibaba. Vlaamse bedrijven hadden daar meetings met de aankopers van Alibaba. Na het lifesciencesseminarie organiseerde FIT opnieuw een actief b2b-networking waarbij de Chinese potentiële zakenpartners werden geleid naar de Vlaamse lifesciencesbedrijven.
Tijdens de ondertekeningsceremonie in Shanghai sloten dertien Vlaamse bedrijven en academici een contract of samenwerkingsakkoord met hun Chinese partner. Nog in Shanghai organiseerde de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel een werkontbijt met meer dan honderd Vlaamse en Chinese ondernemers. Dat was voor mij een unieke gelegenheid om de economische troeven van Vlaanderen in de verf te zetten. Voor de bedrijven werd vooral toegelicht hoe zij hun innovatieve producten en diensten het best kunnen voorstellen en introduceren op de snel veranderende markt.
Van alle deelnemers aan die missie waren de helft Vlaamse bedrijven en kennisinstellingen.
Het embargo met betrekking tot de varkenspest is nog altijd van kracht. We hebben dat op verschillende niveaus aangekaart. Voorlopig is er dus geen export van Belgisch varkensvlees naar China, maar ik denk wel dat we de problematiek hebben kunnen aankaarten. U had het over de gescheiden systemen. Niet alleen over de taalgrens, over de grens van de gewesten maar ook binnen Wallonië zijn dat afgescheiden trajecten. Het viel de Chinese minister van handelsrelaties op dat wij nogal bezig zijn met die varkenspest. De Chinezen, die instaan voor 50 procent van de productie en 50 procent van de consumptie, zullen dat probleem oplossen voor hun bedrijven. Vroeg of laat zullen zij echter opnieuw zelf in hun behoeften kunnen voorzien. Hij wees er echter op dat het nog jaren zal duren voor zij zelf in hun behoefte aan rundsvlees zullen kunnen voorzien. Varkensvlees zal dus hoe dan ook slechts een tijdelijke opportuniteit bieden, terwijl rundsvlees meer opportuniteiten biedt.
We hebben het territorialiteitsprincipe besproken. De structurele oplossing is het laten aanvaarden van het territorialiteitsprincipe, maar als de Chinezen er op korte termijn in zouden slagen in hun eigen behoeften te voorzien, dan is dat natuurlijk een ander verhaal.
Wij zijn gespaard gebleven van die cybersecurityaanvallen. Er was een persoon die met cybersecurity bezig is en die ons als privéondernemer vergezelde op de handelsmissie. De VPN-app die ik meegekregen van mijn eigen administratie, kon ik wel installeren maar dan geraakte ik niet op WhatsApp. Die persoon zag me sukkelen en zei dat ik zijn VPN-app erop moest zetten omdat die wel werkte. Ik heb dat dan gedaan, en die was dan bestand tegen al die cyberaanvallen. Je moet niet mooi zijn om geluk te hebben in de wereld. Onze delegatie met het kabinet en FIT hebben allemaal die VPN-app op hun toestel gezet en die zijn gespaard gebleven van de cyberaanvallen.
Als opvolging organiseerde FIT een bevraging net na onze thuiskomst. We moeten dus nog even wachten op de resultaten, want we zijn nog maar net terug.
Daarnaast wordt het succes van de missie afgemeten aan de opvolgingsverzoeken en de extra prospectiereizen die worden opgetekend als gevolg van deze missie. In Vlaanderen en in de betrokken kantoren in China volgt FIT dit op de voet. Ik heb een hele reeks to do's meegebracht voor ons. Om de twee weken krijg ik een stand van zaken van FIT over hoe we die to do's verder kunnen verwezenlijken. Er zijn dus heel wat nuttige zaken uit gekomen.
Mijnheer Vaneeckhout, uw vragen zijn van een andere orde, maar absoluut terecht. We hebben heel wat nuttige contacten gehad, ook op het politieke niveau. Vergeef me mijn uitspraak van de Chinese namen. We hebben onder meer contact gehad met de volgende personen: Yu Jianhua, Vice-Minister of Commerce; Zhong Shan, Minister of Commerce of the People’s Republic of China; Hu Chunhua, Vice-Premier; de Vice-Minister of the Ministry of Foreign Affairs; de Vice-Minister of Commerce; de Vice-Minister of Agriculture and Rural Affairs; de Vice-Minister of Customs; Wang Qishan, Vice-President; Li Ganjie, Minister of Ecology and Environment; en Cao Zhongming, Ambassador of the People’s Republic of China to Belgium. De contacten met die politieke verantwoordelijken moet je je zo voorstellen: die zitten daar samen met heel de entourage – prinses incluis – en alle andere ministers, en dat is redelijk gestileerd. Dat was nieuw voor mij.
Wat heb ik dan gedaan? Ik heb een aparte meeting georganiseerd met onze ambassadeur daar. Daar heb ik de boodschap die we samen hadden afgesproken, wel ter sprake gebracht.
Heb ik persoonlijk iets gemerkt van de spanningen in Hongkong? We waren daar duizenden kilometers vandaan. Behalve in de nieuwsberichten, die telefonisch waren, heb ik in de handelsmissie niets gemerkt. Na ons is een deel van de delegatie doorgereisd naar Hongkong. Ik weet niet wat daarvan in de Vlaamse pers is verschenen. Op een bepaald moment stond er dat ik mijn reisschema zou hebben gewijzigd en niet naar Hongkong zou zijn gegaan. Het is nooit de intentie geweest om naar Hongkong te gaan, en dat is dan ook niet gebeurd, wel naar Beijing en Shanghai.
Hoe heb ik naar de verkiezingsuitslag in Hongkong en de Chinese reactie daarop gekeken? Het is belangrijk dat er verkiezingen hebben plaatsgevonden op 24 november. Het is ook opmerkelijk dat de burgers van Hongkong op een vreedzame manier hun democratische recht hebben kunnen uitoefenen. Zelfs in China is het wereldkundig gemaakt dat de oppositie die verkiezingen heeft kunnen winnen. Dat was toch opmerkelijk.
De regeringsleider van Hongkong heeft na de verkiezingsuitslag beloofd dat haar regering nederig zal luisteren naar de bevolking. We zullen nog zien wat die belofte inhoudt, voor de verkiezingen nog meer, maar soms ook na de verkiezingen. Wat de Chinese regering betreft, is het duidelijk dat die niet van plan is haar houding ten aanzien van Hongkong aan te passen. Enkel dialoog en een de-escalatie van het conflict kunnen leiden tot een duurzame oplossing. De EU heeft alle partijen daartoe al meermaals opgeroepen, en ik sluit me aan bij die oproep
Wat betreft het herzien van de relaties met China: ik blijf herhalen dat we toch onze plaats moeten kennen in de wereld. Voor Vlaanderen is het moeilijk om effectief te wegen op een land als China. Er is toch een kleine disproportie in aantal. Het kader om met China op dat punt in dialoog te treden, is het Europese kader, maar we blijven natuurlijk onze Vlaamse bedrijven helpen die voet aan wal willen krijgen in het buitenland, en dus ook in China.
Op dat van de cyberaanval heb ik net geantwoord, bij de vragen van de heer Muyters. U vroeg of ik kan garanderen dat er geen gevoelige informatie in Chinese handen is gevallen. Wat onze delegatie betreft, die van de Vlaamse overheid dus, hebben we een heel groot vermoeden dat er geen gevoelige informatie in Chinese handen is gekomen, maar ik wil ter zake nooit in honderdprocenttermen spreken.
Dan was er de vraag of ik dergelijke cyberaanvallen een reden vind om weigerachtig te worden. Niet in het algemeen, maar het is heel duidelijk dat we daar rekening mee moeten houden, wanneer we naar China gaan, en dat we dus de gepaste maatregelen en voorwaarden in ogenschouw moeten nemen.
Inzake de bredere Chinastrategie heb ik nog geen beslissing genomen. Ik zal daarover met mijn departement zeker in dialoog gaan, maar misschien is het interessanter om één samenhangende Vlaamse Aziëstrategie uit te werken dan afzonderlijk iets voor China, voor India, voor Vietnam, Japan en vele andere Aziatische landen. Ik ga ervan uit dat samenwerking met andere overheden een logisch element kan zijn van een eventuele Vlaamse strategie, maar het bepalen van een Vlaamse strategie lijkt me iets dat de Vlaamse overheid vooral zélf moet doen, na ruim intern overleg en consultatie.
Internationale politiek heeft altijd iets cynisch. Ik besef dat wel heel goed. Dat is een gigantische markt. Mocht de gemiddelde Chinees deze balpen een mooie balpen vinden en je zou die daar op de markt kunnen brengen, dan zou je bedrijf morgen multimiljonair zijn. Dat is nu eenmaal een gegeven. Aan de andere kant kunnen we ook de ogen niet sluiten voor alles wat daar gebeurt qua mensenrechten, maar ik denk dat het Europese niveau, met het handelsverdrag van nu, het juiste niveau is daarvoor. Als wij die balpen niet naar daar exporteren, dan zal een van onze buurlanden dat wel doen, en wat heb je dan tenslotte opgelost? Ik weet dat dat een beetje cynisch is, maar internationale politiek heeft vaak toch een cynisch element in zich. Ik denk dat we daar toch rekening mee moeten houden.
De heer Muyters heeft het woord.
Minister-president, dank u wel.
Ik denk dat uit alle cijfers die u naar voren hebt gebracht, opnieuw duidelijk blijkt dat deze misse voor de bedrijven een goede handelsmissie is geweest. Zoals u zelf zei, zijn daar zelfs interessante tips gegeven door ministers. Men zei om niet te blijven focussen op varkens, aangezien men dat zelf zou oplossen, maar om op runderen te focussen. Ik denk dat dat iets is dat kan worden meegenomen, zeker door FIT, om Vlaamse bedrijven ertoe aan te zetten om te exporteren naar China.
Een ander punt betreft uw voorbeeld van de cyberveiligheid. Ik denk dat die handelsmissies nog altijd een extra positief element hebben, namelijk het netwerk dat bestaat tussen de Vlamingen zelf die mee op stap zijn. Dat lijkt me een mooi voorbeeld: een van de bedrijven die mee op stap waren met u, heeft de oplossing voor de cyberveiligheid en het behoeden voor aanvallen gegeven. Ze kunnen niet alleen exporteren; soms kunnen ze ook verbanden met elkaar leggen die in de toekomst handel met zich kunnen meebrengen.
Dan heb ik nog een vraag. Ik begrijp natuurlijk dat we ervoor moeten zorgen dat bedrijven niet te veel administratieve last hebben. U zei zelf dat er een bevraging van de bedrijven is geweest onmiddellijk na de missie. Zou er geen eenvoudige manier zijn – want ik pleit zeker niet voor administratieve rompslomp – om ook na zes maanden of een jaar te weten te komen wie er nog iets heeft gehad aan die handelsmissie? Dat kan immers in het begin heel succesvol lijken, maar daarna komt er misschien niks uit. Ik wil ook niet dat het te administratief is, maar kan er eens worden bekeken of er daarvoor een andere eenvoudige oplossing is?
Ik ben het met u eens dat we bedrijven moeten blijven ondersteunen die stappen naar het verre buitenland wagen. Ik herinner me anekdotes van bedrijven die het klassieke olievlekmodel volgen: ze beginnen in hun dorp, gaan verder in Vlaanderen, steken de grens over, naar Wallonië, Frankrijk, Nederland, Duitsland. Soms is het echter veel beter om meteen een grote stap te zetten naar het verre buitenland en op die manier misschien nummer drie te zijn op een zeer grote markt in plaats van nummer zeven in een markt die al verzadigd is met aanbieders. Die bedrijven hebben die hulp veel meer nodig dan bedrijven die vlakbij bezig zijn. Ik ben het met u eens dat we daar die ondersteuning in elk geval moeten blijven geven.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Bedankt voor de antwoorden, minister-president. Ik ben ook blij dat we de terugkoppeling kunnen doen. Als we er vooraf over van gedachten wisselen, lijkt het mij belangrijk om er ook nadien verder op in te gaan.
Ik snap de cynische kant van internationale diplomatie, internationaal beleid en handelsbeleid volledig. In die zin weet ik ook dat daar geen volledig witte of zwarte zijdes aan zijn. Het is altijd een beetje zoeken hoe je daar de juiste balans in legt, vooral om te kijken op welke manier je het best impact kunt hebben, zowel economisch als politiek.
U zegt dat u wel in beperktere kring overleg hebt gehad met de ambassadeur zelf en dat u daar de zaken wel zoals afgesproken op tafel hebt gelegd. Dan ben ik benieuwd wat de reactie van de ambassadeur was en in welke mate daar eventueel vervolg aan kan worden gegeven in de komende tijd, om het gesprek daarover te blijven aangaan.
Met betrekking tot de cyberveiligheid ben ik blij te horen dat er geen of maar een beperkte impact was voor onze Vlaamse diensten en de politieke delegatie, en dat er vooralsnog geen problemen zijn opgedoken. Ik ben blij dat we in dezen geluk hebben gehad, maar het mag in de toekomst natuurlijk niet alleen daarvan afhangen. Wordt er vanuit de IT-diensten bijgestuurd op dat vlak? Is er een evaluatie? Hoe zullen we ervoor zorgen dat we bij een volgende missie beter voorbereid zijn?
Wat de Aziëstrategie betreft, ben ik het eens met de opmerking om breder te gaan dan China. Dat zal niet de enige partner zijn waarover in de toekomst de vraag wordt gesteld. Naast de handelsbalans die in evenwicht moet zijn en het vermijden van dumping op onze markt van producten van lage kwaliteit, op sociaal vlak of op het gebied van duurzaamheid, maakt ook het normatieve kader waarbinnen we werken, voor ons deel uit van zo’n strategie.
Ik begrijp ook waarom u zegt dat Europa de betere schaal is om dat gesprek aan te gaan. Maar dan is de vraag hoe zich dat concretiseert. Hoe zult u ervoor zorgen dat Vlaanderen, qua Europese positionering, daarin de voortrekkersrol speelt? We kunnen zeggen dat we die gesprekken op Europees niveau moeten voeren, maar dan is het aan verschillende partners binnen Europa om daar de lead in te nemen. Ik denk niet dat iedere regio of land in Europa dezelfde ambitie heeft op dat niveau. Wij hebben daar een mooie traditie in. Hoe zult u concreet maken dat Europa de ambitie heeft om die rol te spelen?
En wat het handelsakkoord betreft: in welke mate denkt u dat wij onze eigen positie daarbinnen moeten bijsturen of sterker omschrijven? Is er een position paper over hoe we die onderhandelingen momenteel aan het voeren zijn? Kan die aangehouden worden? Wat zijn daar de grootste klemtonen?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor de antwoorden op heel wat terechte en uiteenlopende vragen van de collega’s. Ik wil even punctueel aansluiten bij een deelvraag van collega Muyters over de Afrikaanse varkenspest (AVP). Naar ik hoor – en u gaf dat daarnet ook mee – heeft de delegatie heel wat inspanningen geleverd om de markt opnieuw te openen voor het vlees van onze gedomesticeerde varkens, waarvoor dank.
Zoals collega Muyters aanhaalt, zijn het vooral bedrijven in Vlaanderen die het slachtoffer zijn van de vaststelling van die varkenspest in het zuiden van Wallonië. Ik wil die opmerking toch wat nuanceren, want 95 procent van de varkenshouderij is gevestigd in Vlaanderen. Dat is dus een logische analyse. En u gaf zelf ook aan dat er in Wallonië ook varkenshouders zijn die daardoor getroffen zijn, dus we moeten de barrière, zoals u zelf aangaf, niet op de gewestgrenzen leggen, maar kijken naar de vrije en niet niet-vrije AVP-zones.
We weten dat de Chinese markt pas ten vroegste in augustus 2020 zal heropenen, als er zich geen nieuwe voorvallen voordoen. Maar het is wel belangrijk om te weten dat we bij de heropening niet meteen weer zullen kunnen exporteren. Daar moet een en ander aan voorafgaan. Daarom is mijn vraag aan u of u in overleg wilt gaan met uw federale collega, zodat we, zodra de markt heropent, klaar staan om onmiddellijk te kunnen exporteren.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Muyters, ik ben het volledig eens met uw analyse en met uw opmerking. Ik heb daar niets aan toe te voegen.
Mijnheer Vaneeckhout, het is niet de gewoonte letterlijk te citeren uit een onderhoud met een ambassadeur. Ik heb van het Vlaams Parlement een opdracht gekregen en ik heb die opdracht tijdens het gesprek met de ambassadeur in eer en geweten vervuld. Ik kan enkel verklaren dat ik vandaag van de ambassadeur een uitnodiging heb ontvangen om een tweede gesprek met hem te voeren. Inhoudelijk kan ik daar verder niets meer over zeggen.
Ik heb de IT-diensten gevraagd te leren uit wat wij niet en anderen wel hebben meegemaakt. De vraag is dan waarom onze oorspronkelijke app niet deed wat hij moest doen en waarom de app van een lid van de delegatie wel werkte.
Volgens mij zijn er twee sporen waarlangs we ons beleid in de EU kunnen concretiseren. Het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (vleva) moet hiervoor zorgen. Tijdens de voorbereiding van Europese standpunten moet ook de directie-generaal Europese Zaken en coördinatie (DGE) hiervoor zorgen.
Op de vraag of er een position paper is, moet ik het antwoord schuldig blijven. Deze Vlaamse Regering heeft er zeker geen, maar ik moet het antwoord schuldig blijven op de vraag of de vorige Vlaamse Regering een position paper heeft opgesteld. Het is duidelijk dat we dit opvolgen.
Het overleg met de federale overheid is al tijdens de handelsmissie gevoerd. Indien die markt zich ooit opent, moeten we voorbereid zijn. Alle voorbereidende activiteiten moeten worden uitgevoerd. Ik sluit na onze contacten niet uit dat dit vroeger dan augustus 2020 zal gebeuren. Dit betekent niet dat we naar huis zijn gekomen in de overtuiging dat het in orde is, maar ik denk wel dat we hebben kunnen aantonen dat het gevaar of het probleem zeer gelokaliseerd is. Iets in mij zegt me dat dit misschien voor augustus 2020 zal gebeuren. Ik heb nu geen zekerheid en zal dus geen vooraankondiging doen, maar er was begrip voor de positie die wij ginder hebben verdedigd.
De heer Muyters heeft het woord.
Minister-president, ik wil u danken voor uw antwoord en voor uw inzet tijdens de missie. Die missies zijn altijd heel intens. Ik hoop dat u mijn felicitaties aan FIT wilt overmaken, want uiteindelijk staat of valt het succes van een missie met de contacten die FIT op voorhand kan leggen. Het vraagt maanden werk om dit tot een goed einde te kunnen brengen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoorden. Ik snap dat diplomatieke contacten gevoelig zijn en dat niet alles kan worden gedeeld. Ik ben nog altijd relatief nieuw in dit huis en ik zal ook eens nadenken over een manier waarop we als Vlaams Parlement onze controlefunctie kunnen uitoefenen. Ik heb het niet over dit specifiek geval, want ik heb er alle vertrouwen in dat u dit hebt aangekaart. Het betreft hier belangrijke informatie om onze strategie met betrekking tot China en Zuidoost-Azië verder uit te werken. We moeten de nodige informatie hebben en ik zal me hierover verder beraden.
Ik kijk vooral uit naar de gedachtewisselingen. Ik zal eventueel door middel van een schriftelijke vraag navragen of er een position paper is, zodat we weten of we van nul moet beginnen dan wel of we toch al verder staan.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.