Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over de opheffing van de Vlaamse Woonraad
Verslag
De heer Veys heeft het woord.
We lezen in het regeerakkoord dat de Vlaamse Woonraad wordt opgeheven in het kader van een bredere hervorming van de strategische adviesraden, en dat hij wordt vervangen door ad-hocoverleg met relevante stakeholders. Op zich is het wel vreemd dat de Vlaamse Woonraad een van de enige adviesraden is die opgeheven worden. De Vlaamse Woonraad is een zeer performant adviesorgaan waarvan de deskundigheid door regering noch oppositie in vraag wordt gesteld. Ik vind het dan ook moeilijk te vatten waarom een adviesorgaan dat zorgt voor meer transparantie, betere controle op beleidsbeslissingen en vooral ook een betere onderbouwing van onze decreten, wordt vervangen door een stakeholdersoverleg dat geen structureel adviserende rol zal vervullen. Die afschaffing gebeurt terwijl het gidsland van deze regering, Nederland, traditioneel sterk investeert in inhoudelijke onderbouwing van het overheidsbeleid. Ik heb dan toch vooral de indruk dat Vlaanderen eerder de ambitie heeft om de kritische stemmen weg te stoppen in een klein overleg achter gesloten deuren. Dat deze regering geen fan is van het middenveld hebben we al in veel dossiers gezien, maar dit lijkt mij opnieuw een voorbeeld daarvan. Het betekent in elk geval geen vooruitgang.
Waarom moet de Vlaamse Woonraad verdwijnen?
In het regeerakkoord wordt gesproken over een brede hervorming van strategische adviesraden, maar het is specifiek de Vlaamse Woonraad die wordt opgeheven. Wat onderscheidt de Vlaamse Woonraad van andere strategische adviesraden of SAR’s, zoals ze ook genoemd worden? Is er een groot probleem met de Vlaamse Woonraad? Zijn die andere SAR’s zoveel beter? Ik vraag mij dat af.
Is deze beslissing ook grondig doorgesproken binnen de sector? Volgens mijn informatie was dit toch wel een relatieve verrassing, toen het regeerakkoord gepresenteerd werd.
Zal het advies van het stakeholdersoverleg opgenomen worden binnen het wetgevend proces? Zo neen, is daar dan een specifieke reden voor? Zo ja, kunnen we dit dan vergelijken met de rol die vandaag wordt gespeeld door de Vlaamse Woonraad? Wat zal fundamenteel anders gebeuren binnen het wetgevend of decreetgevend proces?
Ook voor onze eigen winkel toch wel belangrijk: zal het parlement voor elke wetgevend initiatief van deze regering toegang hebben tot de adviezen van het stakeholdersoverleg? Zo neen, beseft u dan dat de kwaliteit van de decreten hierdoor dan toch wel wat in het gedrang komt? Als ik de recente berichtgeving lees, worden er toch vaak slechte wetten ingediend en rammelt er heel wat aan recent wetgevend werk. Dit draagt niet bij aan een oplossing daartoe, lijkt mij.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, als minister van Wonen beslist u om de Vlaamse Woonraad en de formele adviesverplichting af te schaffen. Die beslissing verontrust en verontwaardigt ons, want de Vlaamse Woonraad is de strategische adviesraad voor het beleidsveld wonen. De raad geeft onafhankelijk advies over de hoofdlijnen van het Vlaamse woonbeleid en draagt bij tot de visievorming. Nu, de Vlaamse Woonraad heeft steeds kwalitatieve, onafhankelijke en kritische adviezen geleverd over het Vlaamse woonbeleid. Deze beslissing lijkt op een afrekening met het middenveld dat kritisch durft te zijn voor het beleid gevoerd door de Vlaamse Regering.
Minister, blijft u bij uw beslissing om de Vlaamse Woonraad af te schaffen? Kunt u uw motieven voor deze beslissing toelichten? Hebt u al overleg gepleegd met de relevante actoren binnen de woonsector? Wat zijn momenteel hun voornaamste bezorgdheden hierover?
Ik heb ook enkele vragen over het proactief stakeholdersoverleg dat in de plaats moet komen van de Vlaamse Woonraad.
Kunt u toelichten hoe dit proactief stakeholdersoverleg eruit zou moeten zien? Wie beslist welke middenveldorganisaties belang hebben bij deelname aan bepaalde debatten? Hoe vaak zouden zij samenkomen? Welke bevoegdheden heeft dit stakeholdersoverleg? En betekent ‘proactief overleg’ dat er geen onafhankelijke evaluaties van het gevoerde woonbeleid meer gemaakt zullen worden door dit stakeholdersoverleg?
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral: uw vragen zijn vrij hallucinant. U beseft dat toch? Mijnheer Veys, u bent decreetgever. U bent verantwoordelijk voor wat er hier buiten gaat. Als er problemen zijn met decreten, is het dit parlement dat daarvoor verantwoordelijk is. U komt aan mij vragen, mijnheer Veys en mevrouw De Martelaer, om adviezen bekend te maken. Mijnheer Veys vraagt uitdrukkelijk of ik toegang hebt. Mijnheer Veys, u kunt al die stakeholders hier voor mijn part elke week uitnodigen in uw commissie of op uw bureau om ermee te overleggen, als u die input nodig hebt. Waarom doet u alsof u afhangt van mij om al dan niet die input van die stakeholders te krijgen? Hebt u eigenlijk wel goed nagedacht over hoe ridicuul die vraag wel is? U doet alsof u afhangt van mij als minister om input te krijgen vanuit het middenveld. U verwijt mij dat ik het middenveld aanval, de nek omwring, door te zeggen dat u geen beroep meer kunt doen op de inhoud van die adviezen! Nodig die mensen dan zelf eens uit! Wij zullen dat ook doen. Dat is, voor alle duidelijkheid, absoluut mijn bedoeling.
Het is inderdaad zo dat de Woonraad er nu tussenuit zal vallen als officieel, formeel tussenstapje in al die procedures. Maar de input van die stakeholders, van dat middenveld, zal voor mij minstens even waardevol blijven, zelfs waardevoller, dan een puur formele aangelegenheid om advies te moeten vragen. Snapt u dat? Ik zal dus meer belang hechten aan die input die van daar komt. We hebben dat ook al doorgesproken met de ploeg op het kabinet, om ervoor te zorgen dat we die stakeholders effectief betrekken, dat we die adviezen ook krijgen. U moet toch niet doen alsof u als wetgevende macht afhangt van mij voor adviezen van middenveldorganisaties! Wie wringt hier eigenlijk de nek om van dat middenveld? U dan toch, door te doen alsof u mij daarvoor nodig hebt. Komaan, laat ons eerlijk zijn! Dat was het emotionele antwoord, nu moet ik nog het rationele antwoord geven.
Het is inderdaad een bredere oefening van herschikking en heroriëntatie van de strategische adviesraden. In het beleidsveld Wonen wordt reeds een zekere vorm van stakeholdersoverleg in het beleidsproces gehanteerd. We deden dat dus al. Ik heb daar trouwens ook een paar voorbeelden van, zoals de woonbonus en de duolegaten. Dat is allemaal zeer snel moeten gaan, maar we zorgen echt wel dat we overleg plegen met dat middenveld. We steken daar zeer veel tijd in. Ik kan u verzekeren: er zijn zeer veel goede doelen. We praten met al die mensen. We horen die input. Niet alleen is dat zeer nuttig voor ons – absoluut, natuurlijk wel – bij het opstellen van de regelgeving. Maar we doen dat ook uit waardering voor die middenveldorganisaties. We vinden dat zeer belangrijk en we investeren daar dus zeer hard in.
Het is mijn bedoeling om van het stakeholdersoverleg een adequaat instrument te maken waarbij betrokkenheid van actoren wordt georganiseerd in een zinvol stadium van het beleidsproces en waarbij tegelijkertijd de beleidsrelevantie van de input wordt verhoogd.
Het is de bedoeling de stakeholders actief te betrekken in een vroeg stadium voorafgaand aan het beleidsproces. Dat is nog zoiets. Hoe verloopt het vandaag met de Woonraad en met de andere strategische adviesraden? Wanneer geven zij advies? Na de eerste principiële goedkeuring. Dan wordt het voorgelegd aan de adviesraden. Denk daar eens over na. Ik daag u uit. Ik denk gewoon dat dat geen goed idee is. Als je effectief belang hecht aan de inspraak van het middenveld, dan zorg je dat dat advies daarvoor al komt, voor je principiële beslissingen neemt. Dan zorg je dat je op voorhand met die mensen samengezeten hebt. Kom nu dus geen moord en brand schreeuwen omdat we net dát willen doen. We willen ze net meer betrekken bij het tot stand komen van die eerste beslissing. Want eens die eerste beslissing genomen is, wijk je daar nog moeilijk van af. Dat weten jullie ook. Dus we gaan ze net veel vroeger betrekken. Dit is net een waardering voor dat middenveld.
Een dergelijk gestructureerd en proactief stakeholdersoverleg moet een ruime reikwijdte hebben, en zal daarom per thema moeten komen. We bekijken welke koepelorganisaties en experts er betrokken worden. Via een dergelijk stakeholdersoverleg kan eveneens de vinger aan de maatschappelijke pols worden gehouden, en kunnen initiatieven in het veld worden gecapteerd. Dat bedoel ik met die waardering voor het middenveld.
Een stakeholdersoverleg heeft dan ook een uitgesproken signaalfunctie voor het beleid, waardoor ook het beleid proactief zal kunnen reageren. Een ander niveau waarop het stakeholdersoverleg zal worden uitgewerkt betreft de betrokkenheid bij de uitwerking van concrete beleidsmaatregelen, regelgeving of specifieke instrumenten. In dit geval kunnen de direct betrokken stakeholders een specifieke en operationeelgerichte inbreng hebben. Dat heeft als doel het realiseren van een goede implementatie en werkbaarheid op het terrein.
Het zal dus worden ontdaan van zijn institutioneel karakter. Dit is dan ook meteen het verschil met de huidige werking van de Woonraad, die geïnitieerd moet worden via formele adviesvraag, en dit doorgaans op het einde van een besluitvormingsproces. Het advies is daarbij termijngebonden.
De nieuwe werkwijze houdt meer flexibiliteit en efficiëntie in, zonder dat op zich wordt ingeboet aan betrokkenheid van actoren of deskundigheid, integendeel.
Zoals ik reeds zei, zal de output van het overleg meegenomen worden in het verdere beleidsproces, maar er zal niet langer worden gewerkt met formele adviezen, adviesvragen of -termijnen.
Dan ben ik terug bij de raad waarmee ik begonnen ben. Beste parlementsleden, als jullie jullie waardering willen uitdrukken voor het middenveld, dan zijn die stakeholders, dat middenveld, absoluut bereid om op elke uitnodiging in te gaan om hier – maar dat hoeft niet hier in de commissie te zijn – toelichting te geven. Jullie hebben mij daar niet voor nodig.
De heer Veys heeft het woord.
Ik moet er nog even van bekomen dat een minister mij ridicuul noemt. Ik begrijp wel dat je emotioneel kunt reageren, maar toch.
Je mag in de politiek ook geen te lange tenen hebben. Ik heb u niet ridicuul genoemd, ik heb wel degelijk uw vraag ridicuul genoemd. Wat u impliceert met uw vraag is ridicuul.
Dat is zeker, maar goed. Ik weet dat er een scheiding der machten is, minister Diependaele, maar we gaan de zaken toch niet in het belachelijke trekken? Het is geweten dat er zeer weinig voorstellen van decreet zijn die uiteindelijk decreten worden. Het initiatief ligt heel vaak bij de regering, zeker in de laatste decennia. Dus je kunt daar niet zomaar even doorheen gaan alsof we dat niet weten. Dat vind ik wat te gemakkelijk.
Ik hoor nog altijd niet goed wat het verschil is tussen de Woonraad en de andere strategische adviesraden. Waarom is het enkel de Woonraad die fundamenteel wordt afgeschaft? Is er daarvan een evaluatie beschikbaar, en kunnen we die inkijken? Ik moet het hier vragen, want we hebben ten slotte inzagerecht in alles. En wat het samenzitten met het middenveld betreft: u hoeft zich daar geen zorgen in te maken, we doen dat meer dan voldoende. We weten dat we dat moeten doen.
Hoe dan ook, mijn punt was vooral dat dat verbonden is aan het decreetgevend proces. Zeker als het over wonen gaat, is het zo dat de Raad van State heel vaak de juridische argumenten, die ook vaak in dat advies zitten, toch ernstig onderzoekt. En dat is mijn grootste zorg. Het is niet mijn grootste zorg dat u de bekommernissen van het middenveld niet zou meenemen, want uw minister-president doet elke week wel een uitspraak waaruit blijkt dat de regering dat absoluut niet van plan is. Dat is dus mijn vraag niet.
Ik ben bezorgd dat er decreten zullen worden teruggefloten, die juridisch minder goed in elkaar zullen zitten. Dat is mijn grote vrees.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, het middenveld is heel groot en divers. Ik denk dat het voordeel van de Vlaamse Woonraad was dat dat divers middenveld eigenlijk op een formele manier kon samenzitten. Als wij het middenveld consulteren, kunnen we altijd kiezen tussen A en Z. En afhankelijk van de organisatie die je consulteert, ga je misschien meer in de eigen richting advies krijgen dan in de andere richting.
Het voordeel van een Vlaamse Woonraad is dus dat dat eigenlijk een formele verbinding is van dat middenveld, dat ook proactief dossiers voorbereidt – zij doen dat niet alleen op vraag van de Vlaamse Regering. Als de Vlaamse Regering een idee heeft over iets, dan staat het hen vrij om niet te wachten, en al proactief in de toekomst te kijken, en op die manier te werken, mocht u de Vlaamse Woonraad behouden.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, ik ga proberen om niet zo emotioneel te worden als de minister dat is geweest. Maar ik moet hem toch bijtreden, in die zin dat het primaat van de politiek ook de verantwoordelijkheid van de politiek is. Het is dan ook aan ons om juridisch correcte wetteksten af te leveren, ook als dat voorstellen van decreet zijn.
En om de cursus constitutioneel recht misschien af te maken: er is een derde macht, de rechterlijke macht en er is de Raad van State om de kwaliteit van onze teksten te toetsen. Ik denk niet dat we daar een Vlaamse Woonraad voor nodig hebben. Ook met betrekking tot een ontwerp van decreet, mijnheer Veys, is het ons toegestaan om de middenveldorganisaties uit te nodigen en hun advies en mening daarover te vragen. Minister, ik denk dat u daar op juiste lijn zit. De kwaliteit van de regelgeving zit in dit parlement en we zullen daar onze verantwoordelijkheid in nemen.
De heer De Meester heeft het woord.
Minister, ik vond het toch ook een beetje ongepast om de vraag van de heer Veys ridicuul te noemen. Ik mis daar eerlijk gezegd toch een zeker respect voor het parlement.
Wat de grond van de zaak betreft, zegt u dat door de Woonraad op te heffen, een overbodige tussenstap wordt geschrapt. Ik denk dat u nogal onderschat wat die Woonraad de voorbije jaren heeft gerealiseerd. Als u zegt dat u de stakeholders proactiever dan nu het geval is, wilt betrekken bij de beleidsbeslissingen, dan kunt u gewoon de Woonraad daar in een veel vroeger stadium bij betrekken. Ik begrijp niet waarom u dan de Woonraad wilt afschaffen. Zou het misschien kunnen zeggen, minister, dat de Woonraad met veel te kritische adviezen komt en een veel te grote ambetanterik is voor u?
Als ik bijvoorbeeld het laatste rapport van de woonraad lees van begin oktober, dan zie ik daarin een groot pleidooi om meer te investeren in sociale huisvesting, ook om het bindend sociaal objectief te verhogen. Wanneer we de laagste 40 procent van de inkomens bekijken, dan zegt dat rapport van de Woonraad dat nauwelijks 5 procent van de huurwoningen op de private huurmarkt betaalbaar is voor die groep. De Woonraad benadrukt dus het probleem van de private huurmarkt die u in uw antwoord op de vorige vraag uitgebreid hebt verdedigd.
Is het mogelijk, minister, dat de adviezen van de Woonraad u niet goed uitkomen en dat u daarom die woonraad hebt afgeschaft?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Veys, het spijt me dat ik u heb gekwetst maar u zegt nu zelf in uw repliek dat u meer dan voldoende contact hebt met het middenveld. Maar dan lees ik uw vraag of het parlement voor elk wetgevend initiatief van deze regering toegang zal hebben tot de adviezen van het stakeholdersoverleg. Welnu, u krijgt die adviezen, u zit zelf samen met het middenveld. Voor mij is dat geen enkel probleem. Nodig die mensen uit, dat kunt u altijd doen. Ik zie nog altijd niet waarom u mij nodig zou hebben om dat advies te krijgen.
Mijnheer De Meester, denkt u nu echt dat ik de illusie koester dat je kritiek kunt uitsluiten door een adviesorgaan af te schaffen? Helemaal niet, maar er zijn heel wat andere redenen en ik ben eigenlijk heel blij dat u met betrekking tot armoede een voorbeeld aangeeft. Een van de grote problemen van de Woonraad is de rigide samenstelling. De Woonraad is samengesteld zoals die is samengesteld. En hoeveel armoedeorganisaties zitten in de Woonraad, mijnheer De Meester? Dat evolueert voortdurend en wij kunnen voor verschillende thema’s verschillende stakeholders uitnodigen. Op dit moment zit er maar één armoedeorganisatie in de Woonraad. Wij denken dat het voor sommige beslissingen nodig is om meerdere armoedeorganisaties te bevragen. Ik denk dat ik op dat vlak toch voldoe aan uw vragen.
Wat die decreten en dergelijke betreft, zullen we ervoor zorgen dat we net vroeger, bij de totstandkoming van de eerste principiële goedkeuring, rekening houden met die adviezen. We moeten niet altijd blindelings adviezen volgen, dat zullen we ook zeker niet doen, maar ze zijn wel zeer waardevol om ons beleid op te baseren.
Mijnheer Veys, sneller betrekken dus, maar daarnaast ook oprechter omdat we die input al voor de eerste principiële beslissing willen meenemen en niet willen wachten tot na die eerste beslissing, waarna het veel moeilijker is om nog bij te sturen. Het is een oprechter waarderen van hun input. En dan is er nog de samenstelling, dat zijn al drie concrete voorbeelden uit jullie replieken die aantonen dat onze beslissing wel degelijk de juiste is.
De heer Veys heeft het woord.
Ik heb hier toch nog altijd niet het antwoord gehoord op de vraag wat er zo anders is aan de Woonraad ten opzichte van de andere strategische adviesraden. Is daar een evaluatie van gemaakt? Kunnen we die inzien? Of is tijdens de regeringsbesprekingen gewoon beslist om die te schrappen? Daarenboven heeft die samenstelling er volgens mij toch iets mee te maken waarom hij plots afgeschaft wordt. Een bepaalde partij, die meestal opkomt voor het middenveld, zwijgt als vermoord. Ik vind dat allemaal wat vreemd. Maar hoe dan ook is het duidelijk waar we ons op zullen moeten richten. Ik wil mijn vraag nog eens herhalen: kunnen wij de adviezen van dat vrijblijvend structureel stakeholdersoverleg – ik zal het de voormalige Woonraad noemen – inzien? Dat zal mij wat werk besparen, anders moet ik een persoon of twintig bellen. Als dat verslag er toch is en als het toch serieus wordt genomen, dan kan dat evengoed aan ons worden bezorgd.
Daarnet had u het over de armoedeorganisaties, maar ik dacht dat er een armoedetoets op alle decreetgeving werd gedaan.
Wij hebben de intentie om dat ruimer te gaan bekijken, afhankelijk van over welk thema het precies gaat. Wat betreft het inkijken van dat verslag: u zegt daarnet zelf dat u die mensen uitnodigt op uw bureau. Ik neem aan dat ze daar hetzelfde zullen zeggen als wat ze aan mij of op het stakeholdersoverleg vertellen. Ik begrijp niet waarom u blijft vasthouden aan de vraag dat u mij nodig hebt om de input van het middenveld te krijgen.
Omdat wij voorheen de adviezen van de Woonraad konden inkijken. Ik zou graag de adviezen van het stakeholdersoverleg ook kunnen inkijken, formeel als parlement. Dat is de vraag.
Voor alle duidelijkheid, er is zoiets als openbaarheid van bestuur. U kunt dus alles opvragen wat u wilt.
Prima, dan zullen we dat doen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Onze fractie blijft geloven in de zinvolheid van de Vlaamse Woonraad. Tijdens dit gesprek heb ik een aantal punten gehoord die u goed vond. Eigenlijk is het spijtig dat de Vlaamse Woonraad niet gewoon wordt geëvalueerd en wordt bekeken hoe we die beter kunnen maken. U gaat die nu gewoon afschaffen en naar de stakeholders gaan. U had eigenlijk de mogelijkheid om de Vlaamse Woonraad veel sterker te maken en u veel sterker te laten ondersteunen in uw toekomstig beleid.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.