Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de uitbetaling van de schooltoeslag in het groeipakket
Verslag
De heer Anaf heeft het woord.
In mijn vraagstelling had ik eerst een korte inleiding over wat de schooltoeslag is. Ik kan die misschien overslaan, gelet op het gevorderde uur.
Die schooltoeslag wordt uitbetaald tussen september en december. Gezinnen met enkel kinderen jonger dan 18 jaar in het kleuter-, lager en secundair onderwijs, ontvangen de schooltoeslag in de loop van september, oktober, november. Zijn er wel kinderen van boven de 18 jaar, dan wordt de schooltoeslag eind oktober, in november of december betaald.
Recent berichtten de media dat tienduizenden gezinnen al weken op hun schooltoeslag wachten, wat op zich logisch is, gezien het voorgaande. Als politici ontvangen wij uiteraard zelf ook berichten van gezinnen met kinderen jonger dan 18 jaar die melden dat ze deze toeslag nog niet ontvangen hebben. Dit gaat dan voornamelijk om gezinnen die moeten leven van een inkomensvervangende tegemoetkoming of gezinnen waarvan de ouders een leefloon ontvangen. De financieel meest kwetsbare gezinnen blijken het langst te moeten wachten op hun schooltoeslag, terwijl het het interessantst is om zo’n schooltoeslag te ontvangen eind augustus of begin september – ik denk dat ik dat aan niemand hier moet vertellen – op het moment dat de kosten voor schoolgaande kinderen het hoogste zijn.
Daarom heb ik de volgende vragen.
Kunt u mij toelichten op welke basis wordt beslist aan welke gezinnen in welke maand de schooltoeslag wordt toegekend?
Klopt het dat de gezinnen met de laagste inkomens, mensen met vervangingsinkomens en een leefloon, achteraan de rij staan bij de uitbetaling? Zo ja, welke maatregelen zult u nemen om ervoor te zorgen dat de gezinnen met de laagste inkomens niet langer achteraan, maar vooraan de rij komen te staan bij de toekenning van de schooltoeslag?
Bent u van plan aanpassingen te doen aan de toekenning van de schooltoeslag om deze in de toekomst sneller en beter te laten verlopen? Op zich zou het namelijk beter zijn om die schooltoeslag in augustus of september uit te betalen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Het groeipakket wordt in de volksmond nog altijd de kinderbijslag en de studiebeurs genoemd. Ik krijg dikwijls mensen over de vloer die niet goed begrijpen waarnaar er verwezen wordt met ‘groeipakket’. Als ik dan zeg dat het gaat over de kinderbijslag en de studiebeurs, dan zijn ze weer mee.
Zoals de collega al schetste, hebben we een nieuw pakket gemaakt: de schooltoelage – de vroegere studiebeurs – is opgegaan in het volledige groeipakket. Dat is allemaal samengevoegd. Iedereen hier aanwezig, maar ook wie van thuis volgt, weet wat de duurste maanden zijn voor iemand die naar school gaat, namelijk augustus en september. Dat is niet compleet onlogisch. Ik denk dan ook dat we er maximaal naar moeten streven dat de middelen die we vanuit de overheid ter beschikking stellen en die gerelateerd zijn aan naar school gaan, ook op dat moment worden uitbetaald. Daar wil ik toch wel op wijzen, collega’s.
Ik hoor veel verhalen van hoge schoolrekeningen, hoge schoolfacturen. Jammer genoeg hoor ik in die verhalen echter nooit wat die gezinnen krijgen aan kinderbijslag, groeipakket, verhoogde sociale toelage, studiebeurzen en dergelijke. Ik vind dat de eerlijkheid ons gebiedt om dat er altijd bij te zeggen. Want als ik die balans bekijk, stel ik dikwijls vast dat, als al die toelagen opgeteld worden, die schoolfactuur inderdaad wel een bepaald bedrag is, zeker voor de financieel kwetsbare gezinnen, maar dat de middelen die de overheid daartegenover stelt, dat heel dikwijls wel compenseren. Echter, en dat is het punt natuurlijk waarover het hier gaat, als die uitbetaling lang op zich laat wachten, zijn er een aantal maanden waarin men wel weet dat het geld eraan komt maar waarin het er nog niet is terwijl de rekeningen wel betaald moeten worden.
Ik heb hierover een aantal vragen, minister.
Kunt u wat toelichting geven bij de opgelopen vertragingen? Ik heb het gevoel en krijg ook signalen dat er vroeger korter op de bal werd uitbetaald. Welke problemen hebben zich precies voorgedaan? Hoe zult u ervoor zorgen dat die uitbetalingen in het volgend schooljaar niet opnieuw vertraging oplopen en tijdig gebeuren, misschien zelfs vroeger gebeuren?
Werden de andere participatietoeslagen, zoals kinderopvangtoeslag en kleutertoeslag, correct en tijdig uitbetaald aan de rechthebbende gezinnen? Daarover hebben we namelijk niets vernomen uit de pers.
De laatste, niet onbelangrijke, vraag gaat over het automatisch toekennen van onder andere die vroegere schooltoelage. Ik ken een aantal ouders van kinderen in de lagere school, die een schooltoelage krijgen. De kinderen zijn nu overgestapt naar het secundair onderwijs, net op het moment dat de schooltoelage in het groeipakket geïntegreerd werd en niet langer onder het departement Onderwijs valt. Die mensen hebben nog niets gekregen. Ze vragen zich nu dus af of dit komt omdat het nog niet uitbetaald werd of omdat ze een nieuwe aanvraag moeten doen. Ze weten niet wat er aan de hand is en vragen zich af wat ze zelf moeten ondernemen. Ik denk dat er op dat vlak wat duidelijkheid nodig is.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik wil trachten een antwoord te bieden op de gestelde vragen. Ik zal proberen ze wat gegroepeerd te behandelen.
Ik wil beginnen met te stellen dat er geen vertraging is bij de uitbetaling van de schooltoeslag. Daar willen we eerst en vooral en pertinent de aandacht op vestigen. Bij het begin van dit schooljaar werd de schooltoelage vervangen door de selectieve participatietoeslag voor de leerling, die vulgariserend de ‘schooltoeslag’ is genoemd. De schooltoeslag werd dit schooljaar voor het eerst automatisch toegekend. Mensen moeten dus geen initiatief meer nemen om hun schooltoelage aan te vragen. Hiermee komen we tegemoet aan een oude vraag om de toekenning van de schooltoeslag zonder aanvraag te laten verlopen.
Het recht op een schooltoeslag werd sinds dit schooljaar al voor 1 miljoen kinderen onderzocht. Dat betekent dat voor meer dan 80 procent van de kinderen in het kleuter-, lager en secundair onderwijs het recht op een schooltoeslag al is onderzocht. Aan 283.000 kinderen werd intussen al een schooltoeslag toegekend, en dit door een administratie die deze toeslag nog nooit had uitgekeerd en hiermee dus voor het eerst aan de slag is gegaan.
Nog nooit werd in Vlaanderen voor zoveel kinderen het recht op een schooltoeslag automatisch behandeld. Waar mensen vroeger een aanvraag dienden in te dienen om het recht op een schooltoeslag te vrijwaren, wordt deze drempel nu weggenomen. Dat leidt ertoe dat mensen de indruk hebben dat ze hun dossier zelf niet meer in handen hebben. Waar ze vroeger door zeer snel een aanvraag in te dienen konden verkrijgen dat hun dossier boven op de stapel lag, is dat nu niet langer het geval. Dit geeft sommige mensen een gevoel van laattijdigheid, maar de feiten blijken het tegendeel aan te tonen.
Wel is het zo dat om automatisch rechten te kunnen toekennen de nodige gegevensbronnen moeten worden aangesproken. In het kader van de schooltoeslag betekent dit ook dat het inkomen van mensen moet kunnen worden gereconstrueerd. Daartoe gebruiken we voornamelijk het aanslagbiljet, maar soms is de bevraging complexer en moeten verschillende gegevensbronnen bevraagd worden. De belastingbrief is dan niet voldoende. Er is geen formele beslissingsbasis met een opdeling van toekenning gespreid over verschillende maanden. Dat is eerder een logisch en praktisch gegeven. De schooltoeslagen werden vroeger ook gespreid over verschillende maanden.
Ik wil u graag meegeven dat de schooltoeslagen nog nooit zo snel voor zoveel mensen werden onderzocht en uitbetaald. We zijn daarbij afhankelijk van de databronnen die soms niet snel de gegevens kunnen aanleveren. Dat is het probleem. We moeten soms een databank consulteren op basis waarvan de volgende bevraging dient te gebeuren. De bewering dat de laagste inkomens achteraan in de rij staan, is nergens op gebaseerd. Mensen zonder eigendommen – een categorie van personen met toch een gevoelige armoede-indicatie – waren bij de eersten die hun schooltoeslag toegekend hebben gekregen.
We verwerken alle gegevensbronnen zo snel als we kunnen en daarbij is zeker geen voorafname gebeurd op basis van de laagste inkomens, zoals wordt aangegeven en geïnsinueerd. Het is een gegeven waarbij we ermee worden geconfronteerd dat de ene gegevensbron al wat eenvoudiger te verwerken blijkt dan de andere en dat bij de ene gegevensbron een resultaat gekregen kan worden dat valabel is voor een heel jaar en dat dit bij een andere gegevensbron maand per maand gebeurt. Dat betekent een extra complexiteit.
Afsluitend wil ik nog meegeven dat voor sommige mensen die vroeger zeer snel een dossier indienden, de automatische rechtentoekenning vertragend lijkt te werken, terwijl het integendeel leidt tot de toekenning van rechten aan iedereen die er recht op heeft in een procedure die half november grotendeels achter de rug zal zijn. Dat betekent dat zo goed als iedereen met een recht op schooltoeslag op nauwelijks 2,5 maand tijd dit recht ook zal hebben gehonoreerd.
Natuurlijk zijn we er gevoelig voor hoe mensen deze procedure ervaren. We zullen hier volgend jaar absoluut rekening mee houden en waar mogelijk de doorlooptijd verder proberen terug te dringen. Mensen met individuele klachten nemen het best contact op met hun uitbetaler of de klacht- en bemiddelingsdienst van het Agentschap Uitbetaling Groeipakket. Deze dienst verzekert de burger de correcte toepassing van de regelgeving.
We willen u ten slotte ook nog geruststellen dat de kleutertoeslag en de kinderopvangtoeslag alsook de gezinsbijslagen inderdaad zo correct, zo snel als mogelijk en regelgevend opgelegd worden uitbetaald.
Ik wil nog een vergelijking maken met vorig jaar. Vorig jaar in oktober was er voor 29 miljoen euro aan toeslagen uitbetaald. In oktober 2019 is er voor 86 miljoen euro aan toeslagen uitbetaald. Dat is bijna een verdrievoudiging. Dat geeft aan dat het systeem werkt, dat het sneller werkt en dat het ook een veel grotere groep bereikt dan vroeger het geval was. Vroeger deed Onderwijs het ene en Welzijn of de kinderbijslagfondsen het andere. Nu is alles gegroepeerd, waardoor we het verschil ook zien.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik stel ook helemaal niet in vraag dat de automatische toekenning van die middelen een goede zaak zou zijn. Ik denk dat dat inderdaad een goede zaak is. Alleen zegt u dat de meest kwetsbare mensen, mensen zonder eigendom, het eerst aan bod zijn gekomen. Het klopt wel dat zij als eerste aan bod zijn gekomen, maar de mensen die echt het meest kwetsbaar zijn – ik denk aan mensen met een leefloon – komen pas in november of december aan bod.
De reden hiervoor is dat het complexer is om die inkomens na te gaan, en dat begrijp ik. Maar kunt u die mensen dan een perspectief geven voor volgend jaar? Ik begrijp dat dit het eerste jaar is waarin we op deze manier werken. Is er een perspectief mogelijk waarbij de uitbetaling volgend jaar vroeger op het jaar kan gebeuren? En kunnen we vooral de meest kwetsbare groepen naar voren trekken? Want dat is wat ik hier vandaag aankaart: diegenen die dit het meest nodig hebben, staan achteraan in de rij. Dat kan toch absoluut niet de bedoeling zijn.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord en uw verheldering, en voor een deel van de psychologie van de zaak. Ik denk dat het klopt dat, als je iets moet aanvragen, je het zelf in de hand hebt. Dan weet je dat het dossier binnen is. Als het automatisch gebeurt, blijf je een beetje in het ongewisse.
Ik heb daar een suggestie rond. Ik weet dat dit pas het eerste jaar is, maar misschien is het goed om mensen actief te informeren. We laten hen weten dat ze in een databank zitten voor een automatische toekenning. En het is goed dat ze dat ook weten. Dat kan misschien worden gestuurd door diegenen die het groeipakket toekennen, want zij beschikken over die gegevens. Dat lijkt mij interessant, want er zijn een aantal mensen die nu in het ongewisse blijven.
Ten tweede dienen we inderdaad de databanken te consulteren. Maar is het ook niet mogelijk om ons wat meer op voorhand te zetten? Wat geef ik daarmee aan? We hebben kinderen van wie we weten welke leeftijd ze hebben en dat ze op een bepaald moment naar de lagere school gaan.
De belastingtoets en de KI-test zijn wat ze zijn; die gegevens veranderen niet. We zouden die gegevens daar al proactief kunnen klaarzetten. Waarom stel ik die vraag? Omdat we dan maximaal uitbetalingen kunnen doen in augustus en september. En het is fantastisch dat er nu al voor 86 miljoen euro is uitbetaald. Proficiat aan iedereen die daaraan heeft gewerkt, want ik geef toe dat dat niet evident is.
Met wat ik nu voorstel, hebben we ten eerste de mensen proactief geïnformeerd. Ze zijn op de hoogte, en ze hebben ook een nummer waar ze naar kunnen bellen. Ten tweede kunnen we onze diensten op voorhand zetten, en ten derde kunnen we op die manier maximaal uitbetalingen doen op het moment dat iedereen met schoolgaande kinderen met schoolkosten wordt geconfronteerd.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik wil toch ook graag mijn appreciatie uitspreken voor iedereen die de voorbije jaren en maanden werk heeft gemaakt van de implementatie van het hele groeipakket. Dat was een ongeziene inspanning, die tegen januari moest worden afgerond, om ervoor te zorgen dat al die gezinnen op het juiste moment de juiste bedragen uitbetaald kregen. Dat is hier, in tegenstelling tot andere regio’s in dit land, zonder grote problemen verlopen.
Dat is een ongelofelijke prestatie, want dit is niet iets eenmaligs. Het gebeurt voor zoveel gezinnen, en het gebeurt elke maand opnieuw. En het wijzigt natuurlijk ook heel vaak: er komt een kind bij, er komt in de oude regeling een leeftijdstoeslag bij, enzoverder.
Daarnaast is er nog de koppeling met de zorgtoeslagen, de selectieve participatietoeslagen, de universele participatietoeslagen en de sociale toeslagen. Dat is een enorm werk geweest en als we nu horen welke toeslagen er al zijn uitgekeerd in vergelijking met vorig jaar, dan zie je wat die effecten zijn en wat dat betekent voor heel veel gezinnen.
Wat voor mij ook ongelofelijk belangrijk is, is dat we zo veel meer gezinnen bereiken, want we weten allemaal dat vaak de meest kwetsbaren anders uit de boot vallen en in het verleden helemaal geen toeslag kregen, omdat ze het bijvoorbeeld niet wisten of geen toeslag aanvroegen. Dit is een enorme stap voorwaarts.
Kunnen we leren uit het huidige traject van de toeslagen? Vanzelfsprekend, want het is de eerste keer en de evaluatie zal ook gebeuren.
Mijnheer Anaf, ik heb niet gehoord dat de minister heeft gezegd dat diegenen met een vervangingsinkomen het laatst aan bod zijn gekomen. Integendeel, ik heb gehoord dat de minister zei dat er geen groep te definiëren is van wie als laatste aan bod komt. Misschien is het wel een piste die we in de toekomst kunnen bewandelen: kijken met wie we alvast van start kunnen gaan en een stuk voorbereidend werk kunnen doen, zodat we volgend jaar bepaalde zaken kunnen bijsturen. Ik heb in ieder geval zeer veel appreciatie voor de manier waarop dit voor de eerste keer is verlopen.
Minister Beke heeft het woord.
Velen onderschatten welke gigantische operatie er in de backoffice is gebeurd. Dit is eigenlijk ongezien. Het gaat over 1,6 miljoen dossiers die behandeld moeten worden, over 900.000 gezinnen. We doen dit aan een kostprijs van nauwelijks 5 euro per dossier, terwijl de kostprijs vroeger, toen het nog een federale bevoegdheid was, 14 euro per dossier bedroeg. Ik denk dus dat dit op alle vlakken een geslaagde operatie is. De overheidskost is minder. De bereikbaarheid naar de gezinnen is groter. Het sociale effect is veel groter. Het proces is geautomatiseerd, waardoor we veel meer gezinnen op korte tijd geven wat hen eigenlijk toekomt.
Is dit voor verbetering vatbaar? Alles is voor verbetering vatbaar, maar chapeau voor datgene dat hier op een jaar tijd is gerealiseerd. Ik deel daarin de mening van mevrouw Schryvers.
In Wallonië heeft men niet op tijd betaald. Als je kijkt naar de analyses van de verkiezingsuitslag en de vraag waarom extreme partijen daar zo goed hebben gescoord, dan was dit een van de resultaten. Ik weet niet of dit allemaal klopt en of het alleen daaraan lag, maar men zei dat men ergens recht op had – dat ging dan over de gewone kinderbijslag en niet ons gesofistikeerde Vlaamse systeem–, waardoor mensen bepaalde verwachtingen hadden, maar dat dit niet is gerealiseerd, met alle gevolgen van dien. Mensen in Vlaanderen hebben ook bepaalde verwachtingen en we voldoen eraan. We doen het beter. We doen het goedkoper. We doen het sneller. En we doen het voor een grotere groep die er recht op heeft. Inderdaad, chapeau daarvoor.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik wil ook mijn appreciatie uitdrukken, daar gaat het niet om. Ik heb echter nog steeds geen antwoord gekregen op de pertinente ragen hoe het komt dat mensen met een leefloon nog steeds hun toeslag niet hebben ontvangen en of het mogelijk is om dat volgend jaar wel sneller te doen. Ik heb er begrip voor dat dit systeem nieuw is en pas is ingevoerd, maar kunnen we dit volgend jaar vervroegen naar augustus of september, wanneer de kosten het hoogste zijn? Dat leefloners de toeslag als laatste krijgen, hoor ik u niet bevestigen, terwijl ik er pertinent zeker van ben dat dit zo is.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik hoop dat u ook mijn appreciatie overmaakt aan uw diensten, want er is inderdaad een karrenvracht werk verzet. Ik ben ook blij dat u zegt dat wat we zelf doen in Vlaanderen, dat we dat we beter, sneller en goedkoper doen. (Opmerkingen)
Ik vind dat fantastisch. Dat geldt ook op het vlak van Onderwijs en zo kunnen we nog wel domeinen opnoemen. We hebben nog een aantal domeinen waar we het beter, sneller en goedkoper kunnen maken. Ik hoop dat u nog even op dat niveau mee kunt onderhandelen.
Met de voorstellen en de suggesties die ik doe, wil ik geen afbreuk doen aan wat er vandaag gebeurt, maar naar de toekomst kijken.
Mijnheer Anaf, ik heb de minister niet horen zeggen dat de administratie bewust heeft gezegd dat de leefloners opzij worden geschoven en dat eerst alle anderen aan bod komen. Integendeel, dit zijn meestal dossiers die niet zo complex zijn omdat er maar in een aantal databanken gegevens moeten worden opgezocht. Die vaststelling kan ik alleen maar doen.
Een miljoen dossiers is een hele hoop, dat doe je niet op een dag. Dat vraagt een bepaalde manier van werken. Vandaar ook mijn suggestie om indien mogelijk mensen te informeren over de verwerking van hun dossier. Dan weten ze dat men er mee bezig is en moeten er geen indianenverhalen de ronde doen over bepaalde rangordes of appreciaties.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.