Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het aangepaste kapbeleid van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB)
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, ik zou graag een vraag om uitleg stellen over de kappingen door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Dit is een gevoelig thema. Het doet altijd hartzeer voorbij gekapte bomen of een gekapt bos te rijden. Ik moet eerlijk zeggen dat de titel van het op 24 oktober 2019 in De Standaard verschenen artikel me tevreden stelde. Het ANB zal gas terugnemen met de kappingen, maar ik heb eigenlijk ook een tegenstrijdigheid in het artikel gelezen.
Het ANB zal de kappingen in zijn bossen meer spreiden en zal het tempo en de schaal terugschroeven waarop wordt gekapt. Het ANB gaat over tot deze bijsturing na het aanhoudend protest van burgers die grootschalig rooien als een verminking ervaren. In hetzelfde artikel heb ik echter gelezen dat het ANB benadrukt dat de kappingen als dusdanig niet ter discussie staan. Het agentschap benadrukt dat het belangrijkste argument om te kappen de biodiversiteit is. Ondanks de expliciete overtuiging en de communicatie over het nut en de noodzaak van het kappen, zal nu een nieuw kapbeleid worden gevoerd met minder en gespreid kappen.
Minister, hoe staat u tegenover het nieuw kapbeleid? Hoe staat u tegenover de toch wat tegenstrijdige communicatie van het ANB in dit artikel? Ik zou graag vernemen op welke wijze het ANB zijn communicatie beter zal verzorgen en verfijnen, zoals ook langs de mediakanalen is aangekondigd. Tot slot vraag ik me af wat het ANB na afloop van de kappingen met het hout doet. Op welke wijze wordt de duurzaamheid gegarandeerd?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik heb deze vraag om uitleg ingediend op basis van dezelfde publieke reactie op het ANB. Ik denk dat eenieder hier mogelijk hetzelfde voelt als er bossen worden gekapt. Dat ligt zeer gevoelig. Dat bossen in het kader van het natuurbeleid worden gekapt, valt zelfs aan burgers die niet dagdagelijks met natuur- of bosbeleid bezig zijn heel moeilijk uit te leggen. Ik denk dat we te allen tijde moeten kijken hoe we die communicatie op een heel zorgvuldige manier voeren, maar we moeten anderzijds ook maximaal vermijden – en daar ging ik trouwens van uit – dat bossen gekapt worden.
Vanuit het ANB is er nu aangegeven dat het doel van het kappen veelal vanuit natuuroogpunt is, maar dat ze kappingen toch meer zullen spreiden na het protest van de burgers. Het is niet de eerste keer dat het ANB haar kapbeleid naar aanleiding van onrust of protest van buurtbewoners bijstelt. Eerder dit jaar besliste het ANB om één van de drie loten van het Vagevuurbos voorlopig niet te kappen en het kappen in de tijd te spreiden. Intussen werd de kapvergunning reeds geschorst door de Raad van State.
In navolging van de ophef rond het kapbeleid heeft het ANB aangekondigd om nieuwe termijnplannen op te maken. Er wordt gekozen voor een termijn van 24 jaar waarin uiteindelijk dezelfde hoeveelheid bomen gekapt zullen worden die nodig is om een bos goed te beheren, maar omdat het nu verder gespreid wordt in de tijd, hoopt het ANB dat het shockeffect bij het publiek kleiner zal zijn.
Houtkap heeft uiteraard steeds een bepaald doel. Het is een onderdeel van het beheerplan dat het ANB voor haar bossen opmaakt. Op die manier wordt er ruimte gecreëerd voor onder andere natuur en de ontwikkeling van andere biodiversiteitsvormen. De omvorming heeft vaak ook plaats in kader van de instandhoudingsdoelstellingen die vanuit Europa aan Vlaanderen worden opgelegd, of die we alleszins hebben aangemeld en dus in het kader van toezicht door Europa moeten bereiken.
In het licht van deze ontwikkelingen had ik graag de volgende vragen aan u gesteld.
Het ANB gaat naar aanleiding van de onrusten haar kapbeleid spreiden in de tijd. Heeft dit dan ecologische gevolgen voor de ontwikkeling van de biodiversiteit in Vlaanderen? Is er een wetenschappelijke reden waarom er voor 24 jaar als termijn wordt gekozen? Kan dat ook korter of langer, of is dit wetenschappelijk onderbouwd? Kunnen we hieruit afleiden dat het ANB in het verleden te veel of te snel heeft gekapt? Hoe moeten we die termijnbepaling inschatten?
Veel kappingen gebeuren in het kader van de Europees opgelegde instandhoudingsdoelstellingen. Komen deze in het gedrang door de aanpassing van het kapbeleid? Dient hier specifiek overleg met Europa te worden gevoerd of telt enkel het eindresultaat? Wat zijn de gevolgen indien de Europese instandhoudingsdoelstellingen niet tijdig worden bereikt? Is er door de aanpassing van het kapbeleid een dreiging dat die niet tijdig bereikt zullen worden?
Hoe staat u tegenover de kritiek op de beheersplannen van het ANB? Deze zouden onvoldoende transparant en met te weinig inspraak tot stand komen. Ook de Raad van State veroordeelde het ANB eerder al omdat het onzorgvuldig te werk ging. Zult u met uw diensten overleg plegen om deze kritieken te evalueren en indien nodig bij te sturen? Of is daar reeds overleg over gepleegd?
Minister Demir heeft het woord.
Ik merk door de mails die ik van heel veel bezorgde burgers krijg, dat mensen zich terecht ook wel afvragen waarom er bomen worden gekapt, terwijl we altijd zeggen dat we bomen moeten aanplanten. Dat zijn twee tegenstrijdige boodschappen. Het kapbeleid van het ANB heeft natuurlijk en vooral te maken met het beheer van onze bossen.
Het ANB heeft beslist dat het de kappingen in haar gebieden in kader van het bosbeheer meer zal spreiden en minder grootschalig zal houden.
Het bosbeheer en de bosbeheerplannen zelf staan niet ter discussie, en ze worden ook vanuit wetenschappelijke hoek gesteund. Ik heb met heel veel specialisten ter zake gesproken, want ik moest hier in eerste instantie toch ook wel inkomen. Vanuit heel veel verschillende hoeken wordt mij bevestigd dat onze bosbeheerplannen een van de beste zijn. Ze staan ook niet ter discussie. We zullen wel zorgen dat we de kappingen meer zullen spreiden en dat ze minder grootschalig zullen worden gehouden.
In het verleden heeft het ANB ervoor gekozen om dat in één beweging te doen. Het is belangrijk dat het ANB nu het signaal geeft en meer luistert naar de verzuchtingen en bekommernissen van de burgers, dat de directe betrokkenen worden gehoord, en dat er waar mogelijk wordt bijgestuurd zonder de wetenschappelijke onderbouw van beheer en beleid te ondergraven.
Deze burgers zijn ook vaak de eerste gebruikers van natuurgebieden. Dat is ook een goede zaak. Natuur en Bos voelde de laatste maanden ook aan dat het ingrijpende karakter waarmee het noodzakelijke beheer soms gepaard ging of moest gaan, aanleiding gaf tot commotie en discussie. Ik vind het belangrijk dat het ANB ook in de toekomst bij ingrijpende beheeringrepen inzet op betrokkenheid en participatie van de buurt, de burgers en de omwonenden. Een mooi voorbeeld is de aanpak in Koersel bij de aanleg van open zandduinen.
Ik zie ook mogelijkheden om bij de aanleg van open plekken meer te werken op maat van een specifiek gebied, en waar mogelijk een meer kleinschalige aanpak te hanteren. Daarnaast nodig ik ook iedereen uit vast te stellen tot wat ingrijpend beheer in andere gebieden heeft geleid. Zo is bijvoorbeeld in Averbode Bos en Heide iedereen het er ondertussen over eens dat belevingswaarden en natuurwaarden van het gebied sterk verhoogd zijn.
Elk natuurplan is onderworpen aan een openbaar onderzoek waarbij opmerkingen en suggesties kunnen worden gedaan, of zaken in twijfel kunnen worden getrokken. Het centrale idee van het natuurbeheerplan is dat het de juiste informatie bevat om het beheer voor een terrein te onderbouwen en concreet uit te werken.
In Vlaanderen is het zo dat men voor de termijn van natuurbeheerplannen 24 jaar heeft ingeschreven. Die 24 jaar wordt opgedeeld in cycli van 6 jaar. Dat zorgt ervoor dat we op korte termijn en op basis van nieuwe inzichten of bereikte resultaten kunnen evalueren en ondertussen ook bijsturen.
In Nederland zijn de termijnen vastgesteld op 20 jaar, in Duitsland is het iets variabeler en hanteert men een termijn tussen 15 jaar en 25 jaar, afhankelijk van de gebieden.
De Raad van State gaf niet aan dat er onzorgvuldig zou zijn gewerkt. Wel kwam de bemerking dat kapmachtigingen beter moeten worden gemotiveerd. Vandaag wordt aan het ANB één kapmachtiging toegekend voor alle kapmachtigingen in een regio. Dat laat te weinig ruimte voor concrete motivering van de machtiging. Deze werkwijze zal dan ook worden bijgestuurd. Dat is ook de logica zelf.
De communicatie van het ANB is tweeërlei, maar niet tegenstrijdig. Enerzijds wordt duidelijk rekening gehouden met de bezorgdheden die leven, anderzijds zal men blijven beheren omdat het noodzakelijk en onderbouwd is. De communicaties vermijden het resultaat van het hand in hand laten gaan van de wil om te luisteren en om bij te sturen. De experts zeggen ook dat onze beheerplannen niet ter discussie staan.
Natuur en Bos wil ook goed communiceren met alle mogelijke partners, en dus ook het grote publiek. Dat is echt nodig, want mensen begrijpen dat niet. Ze wonen in een buurt en zien er ineens allerlei kappingen. Het is dus echt een kwestie van goed te communiceren. ‘It’s all about communication’. Dat zal dan ook in de komende maanden nog vaak proactief gebeuren. Er is ondertussen al meer informatie online beschikbaar en ook de sociale mediakanalen van Natuur en Bos zullen hiervoor worden ingezet. De terreincommunicatie is hierbij nog meer van belang. Niet iedereen is constant online of achter een scherm.
Hout is sowieso een duurzame grondstof, zeker als het uit bossen komt met hoge beheerstandaarden zoals het in Vlaanderen gangbaar is. De wetgeving bepaalt dat het hout openbaar wordt verkocht aan de hoogste bieder. Het grootste deel wordt staand verkocht aan houthandelaren die voornamelijk uit Vlaanderen komen. Een deel van het hout wordt geëxporteerd, maar regionaal gebruik geniet mijn voorkeur. Dat heb ik ook meegedeeld.
Om ervoor te zorgen dat onze waardevolste stammen lokaal verwerkt worden, organiseert het ANB sinds vorig jaar een Vlaams houtpark. Op dit houtpark worden kwaliteitsstammen gedurende een maand liggend aangeboden. De kleinere schaal zorgt ervoor dat lokale verwerkers meer gestimuleerd worden om over te gaan tot aankoop, wat de lokale handel moet aanmoedigen. Het beheer van de bossen wordt door een extern controleorganisme gescreend. Het grootste deel van de bossen die het ANB beheert, heeft een zogeheten Forest Stewardship Council-label (FSC). Dat is de hoogst mogelijke internationale standaard voor duurzaam beheer.
De Europees opgelegde instandhoudingsdoelstellingen komen met deze bijsturing niet in het gedrang. De natuurdoelen die het ANB met zijn bosbeheerplannen realiseert, staan ook niet ter discussie. Ook over alle natuur- en bosdomeinen heen blijft het beheer dat het ANB voert, gericht op het realiseren van de vastgestelde instandhoudingsdoelstellingen, zowel wat betreft boshabitats als open habitats.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het aanplanten en het kappen van bomen zijn dingen waar mensen effectief meer en meer van wakker liggen. Dat is een heel goede zaak. Vroeger was dat niet zo'n hot item. Ik vind dat een heel positieve evolutie en ben heel tevreden met het regeerakkoord waarin staat dat we 10.000 hectare extra bos gaan voorzien. Ik denk dat de mensen daar heel blij mee zijn. Maar als ze zien dat het ANB dergelijke drastische kappingen doet, is het maar al te logisch dat ze op hun achterste poten gaan staan. Ik denk dus dat spreiden, minder grootschalig, betere communicatie en meer participatie een goede evolutie is. Ook wat betreft die terreincommunicatie volg ik u volledig. Niet iedereen is op de locatie. Het zijn dikwijls de mensen die in de buurt wonen en er alle dagen gaan wandelen, die het hardst schrikken. Wat dat betreft kunnen er heel grote stappen gezet worden, ook om de biodiversiteit uit te leggen, want niet iedereen is dag in dag uit bezig met natuurbeheer en begrijpt dat altijd goed.
Met betrekking tot de beheerplannen heb ik vorige legislatuur naar aanleiding van een actuele vraag heel hard ingezet op het volgende. Het frustreert mij immers mateloos dat als men daar kappingen doet, men niet moet compenseren. Ik vind het niet meer dan logisch – ik blijf mijn punt herhalen tot het een feit is – dat men ook in het kader van kappingen bij beheerplannen moet compenseren. Op die nagel blijf ik kloppen tot wanneer dat effectief realiteit zal zijn.
Ik kom tot een laatste, heel gevoelig punt. Vorig jaar heb ik een gesprek gehad met minister Weyts over het hakhoutbeheer langs de gewestwegen. Dat is een problematiek waar heel veel mensen het van krijgen, namelijk dat als je langs een gewestweg rijdt, het bos dat er stond opeens verdwenen is. In het kader van veiligheid of ziekte kunnen we dat perfect begrijpen, maar daar stellen wij ons toch heel grote vragen bij. De reactie die ik toen heb gekregen was dat er een rondetafel zou zijn met het ANB en de administratie Wegen en Verkeer (AWV) met betrekking tot dat beheer en die problematiek.
Minister, hoe kan in de toekomst de samenwerking verder worden geoptimaliseerd zodat er een duurzaam beheer is van de bossen langs de gewestwegen? Zoals ik al zei, veiligheid boven alles en als er zieke bomen zijn, moeten die worden gerooid, maar ik denk dat er toch een versterkte samenwerking nodig is tussen AWV en het ANB in het kader van het bosbeleid.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Boskap ligt inderdaad gevoelig. Zoals u zelf aangeeft, moeten we bossen bijmaken maar anderzijds kappen we. Bij de burgers en bij ons allemaal ligt dat gevoelig. Hoe verklaren we dit alles want bos is natuur. Hoe gaan we daarmee om?
Als je zegt dat je in bepaalde gebieden bepaalde doelstellingen moet bereiken, dan is dat de reden en de verklaring waarom er in bepaalde gebieden ook bomen worden gekapt. Ik heb begrepen dat de boskap en de spreiding in de tijd geen effect zullen hebben op het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen. Het leidt ons misschien te ver om hierbij een volledig wetenschappelijke toelichting te krijgen, maar ik zou toch willen vragen om die alsnog te krijgen. Ik ga ervan uit dat er een termijn is voor het bereiken van die doelstellingen en dat we die bomen kappen om bepaalde doelstellingen te bereiken. Als we die termijn opschuiven, dan ben ik bezorgd dat we misschien niet tijdig de doelstelling van instandhouding van bepaalde natuur bereiken die we op een bepaald moment wel aan Europa moeten aantonen. Als we de doelstellingen niet bereiken, dan vrees ik dat er misschien verplichte maatregelen worden opgelegd aan het ANB en de terreinbeherende verenigingen, maar misschien ook aan andere die vandaag niet mee kunnen bepalen op welke manier de kap is uitgesteld. Het brengt toch complicaties met zich mee. Ik zou blij zijn met het antwoord dat het totaal geen effect heeft, maar vanuit mijn wetenschappelijke achtergrond zou ik toch graag meer informatie hebben. Ik vind het heel moeilijk te begrijpen omdat er toch een reden is waarom de bossen worden gekapt.
De heer Vandaele heeft het woord.
Aansluitend bij de argumentatie van mevrouw Rombouts, wil ik zeggen dat één belangrijk element nog niet is genoemd en zeker niet in haar discours. Er is ruimte nodig om al die doelstellingen te realiseren, om voldoende habitats te realiseren die we met Europa hebben afgesproken en om de IHD-doelstellingen te realiseren. Als we dat allemaal willen doen in de beperkte ruimte die we voor natuur hebben, dan moeten bepaalde soorten natuur plaatsmaken voor andere natuur. Dan rijst de vraag of we geen extra ruimte voor natuur moeten innemen in plaats van de weinige ruimte die we hebben voor natuur, te herbestemmen. In de eerste plaats moeten we dan kijken naar die hectaren – en dat zijn er nogal wat – die nu al bestemd zijn als natuur maar die nog altijd anders gebruikt worden, bijvoorbeeld door de landbouw, maar die ook andere bestemmingen hebben. Wat als natuur bestemd is, moeten we gebruiken als natuur.
En we kunnen natuur bijmaken. In 1997 hebben we dat met z’n allen afgesproken in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, maar we hebben dat nog altijd niet gedaan. Voorzitter, ik denk dat dit een belangrijk element is dat moet worden toegevoegd aan de discussie.
Mevrouw Van den Brande heeft het woord.
Het zijn interessante vragen van de collega's. Ik ben voor een deel zeker mee met een aantal facetten van de bezorgdheid. Het kapbeleid van het ANB heeft zeker nood aan een nog meer laagdrempelige en duidelijkere communicatie over het hoe en waarom naar het grote publiek. Er moet zeker omzichtiger worden omgesprongen met onvervangbare ecologisch waardevolle bossen. We zijn zeker ook voorstander van meer inspraak door bewoners, net zoals van compensaties bij kapingen door het ANB, van een duurzamere beheer van de wegkant.
Het lijkt erop dat het ANB zijn beleid in een aantal van die zaken alvast aan het bijstellen is. Op zich gaan we dus de goede richting uit.
Het is hier al gezegd, het ANB maar ook natuurorganisaties doen aan kapbeleid om natuur te maken en te herstellen, en gelukkig niet om het om te zetten naar meer beton. Dat is een belangrijk verschil.
Echter, onze bossen zijn heel schaars, we hebben ze heel hard nodig in het klimaatvraagstuk. Ik ben dus ook heel erg blij met de aankondiging dat er een halt zal worden toegeroepen aan grootschalige kappingen in natuurgebieden. Wellicht is het omgekeerde ook waar. Hiervoor kom ik graag terug op een vraag die ik u eerder al stelde.
Het ging over de belofte om 10.000 hectare bos bij te maken. U had toen nog geen antwoord op mijn vraag. U zei mij terug te komen begin of eind december, dat moet ik nog eens checken. Waar ik wil toe komen, is dat u in de regeerverklaring zegt dat u in eerste instantie wil bebossen, opnieuw bebossen, van bosbestemde gebieden, en – waar mogelijk – natuurgebieden. Mijn vraag toen ging over hoeveel hectare bosgebied we willen maken in gebieden bestemd als natuurgebied. Mijn vraag nu is: kunnen we niet beter wegblijven van die natuurgebieden voor extra bebossing?
Nu het plan toch nog niet helemaal klaar is, kunt u dit misschien in overweging nemen. We zeiden het al, we hebben te weinig van beide: te weinig bos en te weinig natuur, dus laat ons het ene niet voor het andere ruilen. Op zich klinkt dat heel logisch, misschien wilt u dat opnieuw eens bekijken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik heb nog een kleine aanvulling. Het is natuurlijk een probleem, we hebben een tekort aan natuur en een tekort aan bos. Daar moeten we hard werk van maken. Dat hebben jullie in jullie regeerverklaring gezet. Wij hopen dat dat dan ook realiteit wordt. Dat zal al een grote stap vooruit zijn om te bereiken wat we moeten bereiken.
Ik wil nog eens terugkomen op de communicatie. Ik heb al heel veel kappingen gezien op het terrein. Als mensen reageren, is het meestal omdat ze slecht geïnformeerd zijn, of geïnformeerd worden door mensen die het zelf niet zo goed weten. U moet goed beseffen dat buurtbewoners elke dag datzelfde traject afleggen en plots zien dat er gekapt wordt. Ze kennen dat bos vanbinnen en vanbuiten. Als zij dan uitleg krijgen van mensen die met moeite het bos kennen, over wat er met het bos zal gebeuren, dan geloven de mensen dat niet.
We moeten zorgen dat we genoeg mensen op het terrein hebben die kunnen uitleggen waarmee ze bezig zijn, die vertrouwen wekken bij de buurtbewoners en de bezoekers van de bossen, en die erkend worden als experten van het bosbeheer. Ik wil nogmaals een pleidooi houden om ervoor te zorgen dat naast de middelen om bossen bij te maken, er ook in voldoende mensen wordt voorzien om die bossen te beheren en de communicatie te voeren over dat bosbeheer, want het is pas als mensen vertrouwen hebben in degenen die vertellen wat ze gaan doen, dat ze effectief zullen geloven dat het goed is voor hen. Nu mankeert dat ook. Voldoende mensen die bosbeheer doen, zal zowel de biodiversiteit als de bosuitbreiding ten goede komen. Dat zal ook heel wat protesten die nu bezig zijn, in de kiem smoren omdat mensen dan meer vertrouwen gaan hebben in het beleid dat wij aan het voeren zijn.
Minister Demir heeft het woord.
De vraag over het kapbeleid en de gewijzigde communicatie van het ANB wil ik even duidelijk beantwoorden. Het gaat niet over ontbossingen. Laat me daar heel duidelijk over zijn. Het gaat over bosbeheer, kappen in het kader van bosbeheer. Bos blijft bos. Dat is een belangrijke nuance in heel het debat.
Op de vragen rond extra hectare bos en natuur zal ik later terugkomen. Ik ben daarmee bezig. Ik heb vorige week verschillende actoren gezien. Ik hoop dat ik snel met een plan van aanpak naar hier kan komen.
Verder hebben we goede boswachters. Dat zijn allemaal mannen en vrouwen die hun werk met veel liefde en vakkennis uitvoeren. Toevallig heb ik tot nu toe enkel mannen gezien, maar er zijn ook vrouwen. Het is ongelooflijk, want ik heb zelfs een boswachter ontmoet die eigenlijk op pensioen moet gaan, maar helemaal niet op pensioen wil gaan. Hij wil blijven werken.
Ik reken op hen om die communicatie mee te dragen. Ik denk dat we het er volmondig over eens zijn dat aan de communicatie moet worden gewerkt. Het ANB moet communiceren voor de kappingen beginnen, met grote infomomenten die de wijk bij elkaar brengen. Het is raar op een bepaald ogenblik bomen in de buurt te zien kappen. We hebben dat meegedeeld en we zullen daar de komende jaren aan werken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende data ontvangen. Ik begrijp dat het nu te kort is, maar in opvolging van deze vraag om uitleg zou ik hierover graag bijkomende inlichtingen ontvangen.
Mevrouw Rombouts, kan dat naar aanleiding van de bespreking van de beleidsnota gebeuren?
Ik ga ervan uit dat de informatie beschikbaar is, want ik heb mijn vraag om uitleg ingediend. Ik ga ervan uit dat ik die informatie in de loop van de komende week kan ontvangen.
Mevrouw Rombouts, ik heb uw vraag beantwoord en ik wil niet dubbel antwoorden.
Minister, het gaat me om de motivering. U hebt verklaard dat dit geen impact zal hebben. Kunt u daar enige toelichting bij geven?
Mevrouw Rombouts, heb ik u goed begrepen? Uw vraag betreft de verschuiving van de kappingen in de tijd.
Minister, hoe verklaart u dat we niet in het gedrang komen met het tijdig bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen? Ik wil een verklaring, maar ik begrijp dat u die vraag niet dadelijk kunt beantwoorden.
Minister, kunt u dit nog even nakijken?
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.