Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de recent gepubliceerde waterstatistieken, daarbij inbegrepen het aantal afsluitingen
Vraag om uitleg over het rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) inzake de toepassing van het algemeen waterverkoopreglement
Vraag om uitleg over de stijgende waterfactuur
Verslag
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, op 21 oktober – twee weken geleden – communiceerde u naar aanleiding van het jaarrapport Water van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) over het feit dat de drinkwatermaatschappijen in 2018 920 gezinnen hebben afgesloten van het drinkwaternet. Dat is een halvering van het aantal afsluitingen ten opzichte van 2017. Het aantal afbetalingsplannen daarentegen steeg de voorbije jaren sterk, van 34.396 in 2012 naar 62.646 in 2018. Ondanks het feit dat het aantal afsluitingen is gedaald, is het een teken aan de wand dat er echt wel iets aan de hand is met de waterfactuur, die voor veel gezinnen een zware dobber is en blijft.
Dat is ook logisch, aangezien de vorige Vlaamse Regering in 2016 besliste om het gratis basispakket water van 15 kubieke meter per persoon af te schaffen en bovendien een vast recht in te voeren, dat dan ook nog eens oneerlijk verdeeld is omdat het vooral singles hard treft. Er blijven ook sterke verschillen bestaan in kostprijs afhankelijk van de regio waarin je woont.
Minister, water is voor ons een basisrecht. Bent u bereid om voor elke Vlaming opnieuw een basispakket van 15 kubieke meter te plannen? Bent u bereid om het vast recht te herbekijken, omdat daar echt wel vragen over kunnen worden gesteld, aangezien singles meer betalen dan gezinnen?
De halvering van het aantal afsluitingen is een goede zaak. Maar elk kwetsbaar gezin dat van drinkwater wordt afgesloten, is er nog steeds een te veel. Bent u bereid om naar een verbod te gaan op afsluitingen van kwetsbare gezinnen? In de stad Antwerpen, bij water-link, heeft men aangetoond dat het kan door een doordacht beleid. Zo kun je het aantal afsluitingen tot nul herleiden. Enkel gevallen van zware fraude worden daar nog afgesloten. Daar sta ik ook achter. Het moet vooral gaan over een verbod op afsluitingen van kwetsbare gezinnen.
Bij water-link, waar ook een serieuze daling was, die met andere zaken te maken had, onder andere met het tijdelijk opheffen van afsluitingen door agressiegevallen – een minder goed voorbeeld – wordt getoond dat een beleidsbeslissing ervoor kan zorgen dat we naar nul afsluitingen van kwetsbare gezinnen kunnen gaan, ook in Vlaanderen.
Minister, hoe beoordeelt u het feit dat de waterprijs nog altijd sterk verschilt naargelang van de regio waar men woont? Hoe denkt u desgewenst naar een gelijk tarief in heel Vlaanderen te evolueren?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, twee weken geleden publiceerde de Vlaamse Milieumaatschappij de waterstatistieken. Enkele dingen zijn mij daarbij opgevallen: dat er meer dan 400.000 ingebrekestellingen naar gezinnen werden gestuurd, dat er bijna 63.000 aanvragen waren voor een afbetalingsplan – een toename van bijna 30.000 sinds 2012 –, dat er 920 mensen van het openbare waterdistributienet werden afgesloten en dat er 2685 aanvragen voor een minnelijke schikking waren door een abnormaal hoog verbruik.
Minister, ik wil me eerst focussen op het aantal afsluitingen. Procentueel valt dat voor Vlaanderen nogal mee, zou je kunnen zeggen, maar natuurlijk is elke afsluiting van water er een te veel en gaat het vaak om echte drama's. In een beperkt aantal gevallen gaat het om fraude of onveilige situaties, maar de grote meerderheid gaat over mensen die op dat moment over geen water meer kunnen beschikken terwijl dat niet de bedoeling was.
Het was een daling tegenover het jaar daarvoor. U zei in een reactie: “Het water afsluiten zou alleen nog mogen gebeuren bij fraude.” Dat vond ik heel interessant, dat is ook onze mening. We zeggen niet dat je water nooit mag afsluiten. We zeggen wel: in geval van onveilige situaties of van fraude is dat wel te overwegen, maar in andere gevallen kun je dat niet maken. Ik stel vast dat u dezelfde houding aanneemt.
Minister, welke initiatieven zou u ter zake nemen? Het is niet door te zeggen dat het in orde is, dat het ook in orde komt of dat er geen afsluitingen meer gebeuren.
We stellen vast dat water-link nauwelijks nog klanten afsluit. Ze sluiten blijkbaar alleen af in geval van fraude of wanneer het echt onveilig is. Dat is het gevolg van een structurele beleidsbeslissing. Is dat een policy die u in heel Vlaanderen wenst uit te rollen?
Een volgende vraag gaat over De Watergroep. Daar was blijkbaar een geval van agressie geweest. Vervolgens heeft men beslist om in 2018 geen gezinnen meer af te sluiten. Dat is natuurlijk wel een vreemd gegeven. Aan agressie mag je nooit toegeven, maar als je vervolgens zegt dat je de rest van het jaar geen afsluitingen meer gaat doen, ook niet in geval van fraude of onveilige situaties, vind ik dat geen oplossing. Kunt u dat bevestigen? Wat vindt u daarvan?
Een tweede reeks vragen gaat over de aanvragen voor afbetalingsplannen. Dat aantal is de laatste jaren sterk toegenomen. In een reactie zei u dat sociaal zwakkeren zo effectief geholpen worden in de beheersing van hun betalingsproblemen. Dat vond ik een vreemde uitspraak, want voor mij is dat eerder een teken aan de wand. Als mensen een noodzakelijk goed als water al niet meer vlot kunnen betalen, wijst dit toch op dieperliggende armoedeproblemen. Er is misschien goed nieuws, want voormalig minister Tommelein heeft een energiearmoedeplan uitgerold. Minister Peeters heeft dat overgenomen. Misschien is het interessant om dat energiearmoedeplan uit te breiden met een waterarmoedeplan. Dat hoeft daarom geen helemaal nieuw plan te zijn, maar dat zijn zaken die heel erg geconnecteerd zijn. Ik heb begrepen dat mensen die moeilijkheden hebben om hun energiefactuur af te betalen, die ook hebben voor water. Je moet niet hard gestudeerd hebben om die link te begrijpen. Ik denk dus dat het goed is om die dingen te combineren. Bent u bereid om daar werk van te maken?
Een laatste vraag gaat over aanvragen voor minnelijke schikkingen voor abnormaal hoog verbruik. Af en toe halen die de media, wanneer mensen met een gigantisch verbruik en hoge facturen zitten. Ik stel vast dat bij de verhalen die de media halen, de mensen vaak een minnelijke schikking krijgen en blijkbaar nog veel meer. Blijkbaar krijgt iets meer dan de helft van de aanvragers een minnelijke schikking. Dat wil zeggen dat een kleine helft dat niet krijgt. Worden er bij elke watermaatschappij dezelfde afwegingskaders gebruikt om al dan niet in te gaan op zo’n aanvraag tot minnelijke schikking?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, het is een bijzonder belangrijk onderwerp, dat ook tijdens de vorige legislatuur tot wat debat heeft geleid in deze commissie. Ik wil beginnen met kort te reageren op collega Anaf, die begon met een staaltje plat populisme en het geloof in gratis water belijdt, wat nooit echt heeft bestaan maar alleen maar tot oververbruik heeft geleid. Hij gooit alles op een hoopje. Hieromtrent is een beleid uitgetekend met sociale correcties, met gezinscorrecties, met het aanzetten tot zuinig gebruik, waarbij de zwembadvullers uiteraard meer betalen, collega Anaf, dan een regulier gezin. Dat zijn de goede keuzes die in het verleden zijn gemaakt en die u blijkbaar niet helemaal lijkt te kennen.
Een onderdeel van dat beleid was ook de rapportering, een ‘evidence-based policy’ zoals ook in het klimaatbeleid belangrijk is, minister. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) publiceert in haar jaarlijks verslag een interessant overzicht van een aantal feiten. Het aantal afsluitingen is gedaald. Dat is op het eerste gezicht goed nieuws. Voor het derde jaar op rij is er een sterke daling.
Anderzijds zijn er 62.000 aanvragen voor afbetalingsplannen. Dat is een sterke toename sinds 2012, wat toch duidt op problemen op het terrein, waar we niet blind voor mogen zijn.
Ten slotte zijn er ook de cijfers over de klachten. Daar is een forse daling merkbaar tegenover het recordjaar 2017, maar toch zijn er nog altijd bijna 5000 klachten ingediend die betrekking hebben op de dienstverlening van de waterexploitanten. Ook daar mogen we niet blind voor zijn.
De daling van het aantal afsluitingen is uiteraard een goede zaak. De cijfers worden echter in een heel ander daglicht gesteld als je weet dat dit voornamelijk komt door de beslissing van De Watergroep om wegens de agressieproblematiek afsluitingen minstens tijdelijk stop te zetten. Ook water-link heeft principieel beslist om geen effectieve afsluitingen meer te doen. De collega's hebben er al kort naar verwezen. Minister, ik had graag uw mening daaromtrent gehoord. Voorziet u in extra maatregelen om die agressieproblematiek aan te pakken of in te dijken?
De daling van het aantal afsluitingen is recht evenredig met de stijging in het aantal afbetalingsplannen. Hier zouden voornamelijk alleenstaanden en ouderen door getroffen worden. Welke opties ziet u in het kader van het regeerakkoord om de waterfactuur aan te passen? Zult u hierbij rekening houden met de specifieke noden van de verschillende doelgroepen?
Om bovenstaande afbetalingsplannen binnen de perken te kunnen houden, kan een budgetmeter voor water een oplossing bieden. Een budgetmeter kennen we van de energiewereld, maar ook hier lijkt de idee een nuttig alternatief te zijn. Hoe ziet u dat? Welke alternatieven kunnen aangesproken worden?
Het aantal klachten over de waterexploitanten blijft hoog, bijna vijfduizend. Het rapport van de VMM gaat echter niet dieper in op de inhoud van de klachten. Het rapport geeft enkel een indeling weer. Kunt u meer informatie verschaffen over de inhoud van de klachten? Welke zijn de meest weerkerende problemen? Zijn er actieplannen opgesteld door de waterexploitanten om het aantal klachten verder te doen afnemen?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het waterverkoopreglement toont dat de waterprijs voor heel veel gezinnen in Vlaanderen nog steeds heel hoog ligt. Heel veel gezinnen hebben moeite om die factuur te betalen. Het is maandelijks, driemaandelijks of jaarlijks een zware dobber.
We zien enerzijds een vermindering van het aantal afsluitingen, waarmee ik zeer tevreden ben. Ik heb in Antwerpen vijf jaar lang actie gevoerd tegen waterafsluitingen. We werden, onder andere door uw collega Marco Laenens, opzijgezet als mensen die dingen zeiden die niet klopten en die logen. Ik ben heel blij dat er sinds vorig jaar in Antwerpen nauwelijks nog afsluitingen gebeuren. Anderzijds zien we in de statistieken ook dat het aantal dagvaardingen is gestegen. Er zijn duizend minder afsluitingen, maar tegelijk ook duizend meer stappen naar de rechtbank om de uitstaande schuld via een gerechtelijke procedure te innen. Dat wijst dus niet echt op een verbetering; mensen kunnen het niet makkelijker betalen.
De waterprijs is ook serieus gestegen. In vergelijking met 2010 is de prijs voor een gemiddeld gezin met ongeveer 100 euro per jaar gestegen. In 2010 betaalde men iets meer dan 250 euro per jaar. In 2019 is dat al 365 euro per jaar. Minister, erkent u het probleem? Erkent u het probleem dat water erg duur wordt en dat steeds meer mensen het moeilijk kunnen betalen? Als u het probleem erkent, wat ziet u dan als mogelijkheid om die waterprijs te doen zakken en ervoor te zorgen dat meer mensen een basisbehoefte en basisvoorziening als water kunnen betalen?
Wat de waterafsluitingen betreft, sluit ik me graag aan bij de collega's. Ik ben zeer blij dat er veel minder afsluitingen gebeuren. Er waren 920 afsluitingen waarvan 643 heraansluitingen. Dit wil zeggen dat het effectief over gezinnen gaat en niet over leegstaande woningen. Het gaat over gezinnen die minstens een paar dagen tot meer dan een week zonder water zitten omdat ze de waterfactuur niet kunnen betalen. Een basisvoorziening als water moeten missen – tandenpoetsen, koken, doorspoelen –, is niet menselijk. Ik hoop dat u dat erkent en dat het de politiek zal zijn om naar nul afsluitingen per jaar te gaan.
We zeggen tegen gezinnen dat hoe meer water ze gebruiken, hoe meer ze moeten betalen, maar we zien de omgekeerde situatie bij grote bedrijven. Als die veel water gebruiken, krijgen ze een korting en wordt er minder water aangerekend. Dat is een vreemde procedure waarvan ik me afvraag of we ze niet moeten herzien. Minister, wat is uw mening hierover?
Minister Demir heeft het woord.
Ik dank u voor de vele vragen.
Water is natuurlijk een schaars goed. Het zal in de beleidsnota zeer uitgebreid aan bod komen: het beleid rond water, de droogte, de waterbevoorrading, de kwaliteit van water enzovoort.
Ik zal beginnen met de vraag van de heer Anaf. Het basispakket van 15 kubieke meter per jaar is in 2016 vervangen door een uniforme tariefstructuur voor de integrale waterfactuur met voldoende prikkels om verspilling tegen te gaan en met sociale correcties. De hoogte van het vastrecht is sindsdien gelijk over Vlaanderen.
De Europees vastgelegde beginselen van ‘de vervuiler betaalt’ en de ‘redelijke bijdrage aan de terugwinning van kosten van waterdiensten’ lagen aan de basis van de hervorming. De impact van de nieuwe tariefstructuur werd de voorbije jaren door de VMM grondig onderzocht op effecten.
In uitvoering van het regeerakkoord zullen we de tariefstructuren voor drinkwater en afvalwater aanpassen op basis van de resultaten van deze evaluatie, onder meer naar billijkheid, zeker voor alleenstaanden en gezinnen met kinderen. Maar ook de betaalbaarheid en het sturend karakter zullen parameters zijn. We zullen de diverse mogelijkheden onderzoeken opdat de principes eenduidig en duurzaam vertaald kunnen worden in een wijziging van het Drinkwaterdecreet waarmee ik naar het Vlaams Parlement zal komen en met een uitvoeringsbesluit.
Om meer inzicht te krijgen in de oorzaken van de verschillen in waterprijs moet naar de verschillende componenten van de prijs gekeken worden. Ik stel samen met u vast dat de waterfactuur gestegen is in de voorbije jaren. Sinds 2010 steeg ze voor een gemiddeld gezin met zo’n 34 procent. Dat is heel veel.
De integrale waterfactuur bevat een bijdrage voor de drinkwaterproductie en -levering, voor de gemeentelijke afvalwatersaneringskosten en voor de bovengemeentelijke afvalwatersaneringskosten.
De verscheidenheid in tarieven is het gevolg van de verschillen in kosten die onder meer ontstaan door het gebruik van verschillende waterbronnen en de verschillende kenmerken van de distributiegebieden. In Vlaanderen hebben we acht verschillende watermaatschappijen, dat vind ik – en dit is echt mijn persoonlijke mening – hallucinant. Baarle-Hertog maar ook Knokke-Heist hebben een eigen watermaatschappij met eigen tarifering. De prijzen komen op de raad van bestuur en worden daar goedgekeurd, enzovoort. Toen ik pas minister werd, heb ik gezegd dat ik me zou inwerken, maar die hele watertarifering is heel complex. Dat is niet normaal. Ik vraag me af hoe de gezinnen eraan uitkunnen.
De maximumtarieven die de exploitanten voor deze component kunnen toepassen zijn gereguleerd. Elke exploitant beschikt over een tariefplan dat voorgelegd is voor consultatie en goedgekeurd wordt door de vennoten en de WaterRegulator.
De inkomsten van de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringscomponent mogen enkel gebruikt worden voor de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting die rust op de schouders van de exploitanten van een openbaar drinkwaterdistributienetwerk. Dit is decretaal vastgelegd. In beide gevallen wordt het tarief vastgelegd door de exploitanten onder toezicht van de VMM.
De watermaatschappijen hebben een contract met Aquafin voor de uitvoering van de bovengemeentelijke saneringsopdracht. Omdat er slechts één operator is, is het tarief voor de zuivering van het afvalwater overal hetzelfde. Dat is al goed. Er zit wel een verschil in de tarieven voor de gemeentelijke saneringscomponent.
De integrale drinkwaterprijs voor gezinnen is dus niet gebaseerd op één tarief, maar een samenstelling van tarieven voor verschillende componenten. Deze kunnen niet zonder meer gelijkgeschakeld worden over Vlaanderen zonder de financiering van de drinkwatervoorziening en afvalwatersanering grondig te herbekijken.
De stijging van het drinkwaterdeel van de waterfactuur is het gevolg van een stijging van de kosten van de watermaatschappijen voor de productie en levering van drinkwater. Een prijsstijging wordt grondig gemotiveerd in de eerder vermelde tariefplannen.
Ook de kostprijs voor de opvang en het zuiveren van het afvalwater is nog steeds stijgende. Dit is het gevolg van de verdere uitbreiding van ons rioolnetwerk, terwijl ook het bestaande netwerk moet worden onderhouden en gerenoveerd.
Met het oog op de betaalbaarheid van de waterfactuur voorziet het Vlaamse Gewest in een algemene werkingstoelage aan de watermaatschappijen om de factuur van de nv Aquafin te helpen betalen. In 2018 is 155 miljoen euro uitgekeerd en in 2019 heeft het Vlaamse Gewest zelfs 132 miljoen euro uitgekeerd.
Vlaanderen levert ook inspanningen voor de uitbouw van een gemeentelijk rioleringsnetwerk. De voorbije jaren is een bedrag van 123 miljoen euro ter beschikking gesteld.
Er zijn een aantal openbaredienstverplichtingen en er zijn maatregelen ter bescherming van de zwaksten genomen. Zo is er een sociale correctie waardoor in 2018 ongeveer 176.000 abonnees een korting van 80 procent op de waterfactuur hebben gekregen en nog eens 58.000 klanten een compensatie is toegekend.
De betaalbaarheid van de integrale waterfactuur is recent onderzocht. Hieruit is gebleken dat de sociale correctie erin slaagt het betaalbaarheidsrisico in de doelgroep sterk terug te dringen. Het Vlaams beleid focust al jaren op de maximale beperking van de afsluitingen van drinkwater. Tijdens de vorige beleidsperiode is sterk ingezet op de verdere invulling van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water. Het uitgangspunt is en blijft dat er geen afsluiting zal volgen indien een klant niet de financiële mogelijkheden heeft om zijn schuld te betalen. De opzet van de lokale adviescommissie is net het zoeken van een haalbare oplossing om de schuld van de klant aan te zuiveren door op haalbare afbetalingsplannen in te zetten.
Het aantal afsluitingen is de voorbije jaren sterk gedaald, van 3568 afsluitingen in 2014 tot 920 afsluitingen in 2018. Dat is een daling met 75 procent op vier jaar tijd. Ik vind dat het de ambitie moet zijn het aantal afsluitingen echt tot nul te beperken. Laat me eerlijk zijn: ik ga akkoord met afsluitingen in het geval van fraude, misbruik of bedreiging van de volksgezondheid, maar ik vind het niet van deze tijd af te sluiten indien een gezin de waterfactuur niet kan betalen. Dat gaat er bij mij niet in. Ik wil me er echt voor engageren alles op alles te zetten om tot een Vlaanderen te komen waarin er geen afsluitingen zijn. Als mensen systematisch hun facturen niet betalen, moeten we werken met een minimum aan basisvoorzieningen en inzetten op het zoeken van oplossingen, zodat de persoon in kwestie door middel van afbetalingen tot betaling van zijn facturen kan overgaan.
Ik vind dat we de instrumenten nader moeten bekijken. Met het lokaleadviescommissietraject zit het goed. Er kan worden gereageerd indien iemand de factuur niet kan betalen. Er is het sociaal vooronderzoek en dergelijke. Dat zit goed, maar ik wil echt tot nul afsluitingen komen, behalve in het geval van fraude of andere problemen.
Wat de vragen over de agressieproblematiek bij afsluitingen door De Watergroep betreft, ben ik me bewust van het probleem. Als er geen afsluitingen zijn, zal dat probleem er ook niet zijn. Ondertussen zal ik bijkomende maatregelen nemen om dit in te dijken, want agressie ten aanzien van het personeel kan natuurlijk niet en zal ik niet aanvaarden. Ik zal nagaan hoe we dit kunnen oplossen.
Met betrekking tot de vragen om maatregelen om de afbetalingsplannen terug te dringen, heb ik verschillende mogelijkheden gehoord. We staan aan het begin van een nieuwe regeerperiode en ik ben dan ook bereid samen met het Vlaams Parlement alle opties te bekijken. Een budgetmeter voor water is een denkspoor dat nader kan worden onderzocht. Ook de uitrol van een slimme watermeter biedt mogelijkheden. We kunnen ook kijken naar de mogelijkheid de maandelijkse betalingen voor alle klanten generiek te maken en deze mogelijkheden bij specifieke doelgroepen meer kenbaar te maken. Daarnaast is de geplande evaluatie van tariefstructuur ook in dit kader relevant. Verder ben ik steeds graag bereid andere alternatieven te onderzoeken. Ik neem hier graag kennis van zodat we een overzicht hebben van alle mogelijkheden.
Ik vind uiteraard ook dat we naar een water- en energiearmoedeplan moeten gaan. Ik ben als minister niet alleen bevoegd voor het drinkwaterbeleid, maar ook voor energie. Ik denk dat dit een opportuniteit is om een gecoördineerde aanpak uit te rollen.
Ik moet u helaas meedelen dat de inhoud van de klachten over de waterexploitanten niet aan onze diensten wordt gerapporteerd. Ik kan dus enkel de informatie verschaffen die ook in het rapport van de VMM is opgenomen. Ik vraag aan de VMM om de waterbedrijven te bevragen over de specifieke actieplannen die opgesteld worden om de klachten te voorkomen.
Mijnheer Danen, het algemeen waterverkoopreglement bepaalt aan welke voorwaarden voldaan moet zijn om van een minnelijke schikking te kunnen genieten. Deze voorwaarden zijn dus voor alle watermaatschappijen identiek.
De regelgeving die in de wetgeving opgenomen is, is over de jaren heen aangepast om dergelijke schrijnende gevallen maximaal te voorkomen. Er wordt duidelijk opgesomd welke lekverliezen als ‘verborgen’ moeten beschouwd worden door de waterbedrijven. De meest voorkomende lekverliezen worden erkend als verborgen lek.
Belangrijk daarbij is wel dat het algemeen waterverkoopreglement een minimaal kader is. Dat wil zeggen dat de watermaatschappijen daarvan kunnen afwijken voor zover dat natuurlijk in het voordeel van de klant is. Het moet dus altijd een beter voorstel zijn voor de klant.
Het regeerakkoord stelt bovendien dat we op basis van de lopende proefprojecten een slimme watermeter uitrollen die ook aan lekdetectie doet en zich automatisch in veiligheid kan stellen om grote lekken te voorkomen. Dat moet er voor zorgen dat het aantal problemen sterk teruggedrongen kan worden.
Ik hoop dat ik een uitgebreid antwoord heb gegeven naar aanleiding van het jaarrapport.
Nogmaals, het is mijn ambitie om tot het punt te komen waarop er geen afsluitingen meer zullen zijn en om te kijken hoe we de gezinnen kunnen helpen om de facturen te betalen. Er zou dus altijd een basisvoorziening water moeten voorzien worden. De stijging van de waterfactuur tijdens het afgelopen jaar is een feit. Vlaanderen is Vlaanderen, maar ik denk dat acht drinkwatermaatschappijen in Vlaanderen toch net iets te veel is. Dat is natuurlijk allemaal historisch gegroeid, we komen van heel ver, er is in het verleden al een heel traject afgelegd. We moeten hier de volgende jaren verder aan werken. Het is natuurlijk niet logisch dat een Limburger iets anders heeft dan een West-Vlaming. Dat is een beetje Kafka. Daar zal ik ook op toezien, en natuurlijk op de betaalbaarheid van de factuur.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, bedankt voor het zeer uitgebreide antwoord. Ik ben alvast tevreden nu u inderdaad bevestigt dat die stijgende waterfactuur echt een probleem is. Het is een heel grote stijging, die voor veel mensen een harde dobber is.
Ik begrijp uit uw antwoord ook dat er een mogelijke aanpassing van die waterfactuur zit aan te komen. Er zal een evaluatie worden gemaakt, en op basis van de aanbevelingen zal u naar het parlement stappen om te kijken hoe die factuur eventueel billijker kan worden gemaakt. Dat is een goede zaak, want ook in de vorige legislatuur heeft onze fractie er steeds op gewezen dat we die hervorming van de nieuwe waterfactuur met dat vast recht niet eerlijk vonden, zeker niet voor kleine gezinnen en singles. De heer Bothuyne mag dat dan populistisch noemen, maar we zullen samen wel vaststellen wat er uit die evaluatie komt. Ik ben hier eigenlijk niet over te spreken, mijnheer Bothuyne, maar goed, u kunt dat misschien aan die 62.000 gezinnen gaan uitleggen die dit jaar met een afbetalingsplan werden geconfronteerd.
Ik ben blij dat u wilt evolueren naar nul afsluitingen voor kwetsbare gezinnen. Laat ons daarvoor dan het initiatief nemen op Vlaams niveau. Tijdens de vorige legislatuur is er ook een voorstel van resolutie geweest, onder andere van Rob Beenders, en volgens mij ook van collega Danen. Dat voorstel van resolutie is toen weggestemd. Laat ons dat opnieuw doen. Ik begrijp dat er nu een grote meerderheid is om effectief naar nul afsluitingen voor kwetsbare gezinnen te gaan. Laat ons daarvan absoluut werk maken. Ik denk niet dat we ergens op moeten wachten. We kunnen dat meteen doen, als Vlaamse overheid.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik onthoud vooral dat u vandaag een aantal engagementen hebt uitgesproken. Dat is altijd goed. We zullen afwachten waartoe dat zal leiden.
Tot slot nog dit: die evaluatie van de waterfactuur is gebeurd. Die is gepubliceerd rond 20 mei. Maar rond die tijd hadden we ook nog andere zorgen. Er zijn heel veel vragen om hoorzittingen of toelichtingen te geven. Maar omdat dit zo’n belangrijk thema is, waar ook jarenlang naar gevraagd is, stel ik voor om die evaluatie van de waterfactuur – volgens mij uitgevoerd door de VMM – te laten toelichten, zodat we ook vragen kunnen stellen.
Want ik deel de bezorgdheid van collega Anaf. Ik heb er de voorbije jaren ook fel rond gestreden. Voor kleine gezinnen is het vastrecht veel te hoog. En voor grote gezinnen is het misschien te laag. Maar ik begrijp wel dat, als je bij de ene wat weghaalt, er bij de andere misschien bij zal komen. Het is dus misschien niet zo gemakkelijk als het soms lijkt. En daarom zou ik daarover een genuanceerd debat willen voeren, met de commissie en samen met diegenen die de evaluatie hebben uitgevoerd. Ik denk dat we er wel zullen komen, althans als we er op een goede manier over nadenken.
Wat die acht watermaatschappijen betreft: dat is inderdaad historisch gegroeid. Gemeenten hebben zich georganiseerd om samen drinkwater te leveren. Maar nu moeten we een nieuwe stap zetten. Ik deel die bezorgdheid, ook van de minister. Dat stond trouwens ook in ons verkiezingsprogramma. Misschien delen we soms toch meer dan we denken.
Ik verwijs naar mijn laatste vraag, over de minnelijke schikkingen voor een abnormaal hoog verbruik. U hebt gezegd dat er in het waterverkoopreglement staat dat een aantal minimale voorwaarden tot minnelijke schikking kan leiden. Maar sommigen gaan daar iets royaler of inschikkelijker mee om dan anderen. Misschien kunnen we dat aspect eens bekijken. Want niemand kiest ervoor om een groot lek te hebben dat tot veel verlies leidt. Er zullen misschien wel onvoorzichtigheden in het spel zijn, maar niemand kiest er bewust voor. Het is onlogisch dat iemand die in West-Vlaanderen woont, niet minnelijk kwijtgescholden wordt, maar iemand die in Limburg woont, wel, hoewel de problematiek dezelfde is. Dat zou toch niet mogen. Ook dat aspect zouden we dus moeten meenemen wanneer we die evaluatie van de waterfactuur samen bekijken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer uitgebreide antwoord. Het lijkt een trend te worden bij u, minister. Het antwoord was ook interessant op heel wat punten.
Collega Danen, u hebt terecht een aantal zaken aangehaald. We moeten een evaluatie maken van het landschap van de drinkwatermaatschappijen en daarin stappen vooruitzetten om eventueel tot integratie of vereenvoudiging van dat landschap te komen. Maar, minister, dat moeten we wel in dialoog doen met de aandeelhouders, de vennoten, de lokale besturen. Het is belangrijk dat u met hen het gesprek daarover aangaat.
Collega Danen, ik ben het ook met u eens over de waterfactuur. We mogen de problemen zeker niet onder de mat vegen. Duizenden gezinnen hebben problemen om de waterfactuur te betalen. Dat zijn heel reële problemen. We moeten daar bedachtzaam mee omgaan – maar niet zoals collega Anaf, door met gratis water te gaan zwaaien. Gratis water heeft nooit bestaan en zal ook nooit bestaan. We mogen de mensen niets wijsmaken op dat vlak. Water heeft een kost, en het principe dat de vervuiler betaalt, wordt ook in dit parlement breed gedragen en gereflecteerd in de manier waarop we omgaan met de waterfactuur.
Ik ondersteun het pleidooi om in de regeling van de werkzaamheden aandacht te hebben voor de evaluatie van de waterfactuur en om dat hier aan bod te brengen in de commissie. Van daaruit kunnen we een goed debat voeren en eventueel vanuit het parlement over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, samen een aantal standpunten innemen.
De afsluitingen zijn inderdaad te voorkomen. Als we naar nul zouden kunnen gaan, minister, heel graag. Anderzijds moeten we er ook voor zorgen dat afbetalingsplannen gerespecteerd worden en dat ze een stok achter de deur zijn voor degenen die ze moeten afdwingen en afspreken met de klanten. Ook daar is een genuanceerd verhaal nodig, waarbij de werking van de lokale adviescommissies (LAC’s) een heel belangrijk onderdeel is. Ik hoop dat u ook met hen de dialoog aangaat.
Over de slimme meter hebben we een heel lang debat gehad in verband met energie. Het is ook nuttig om die bij de waterfactuur te bekijken en ook een kosten-batenanalyse te maken van de invoering ervan, zodat ook de budgetmeterfunctie een oplossing kan zijn voor de problematiek van de betaling van de waterfactuur.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik wil even inpikken op het gratiswaterverhaal. Niemand hier pleit voor gratis water. Voorheen gebeurde de facturering wel op een andere manier. Vóór 2000 werden de kosten voor de sanering en de verzameling van het water betaald via de algemene belastingen, met als idee dat de sterkste schouders de zwaarste lasten kunnen dragen, zoals we onderwijs, cultuur en alle andere gemeenschappelijke uitgaven betalen. Dat principe werd ook voor de sanering en de riolering toegepast, waardoor een factuur voor een gemiddeld gezin maar 100 euro per jaar was.
Dit is helemaal geen verhaal van gratis water, wel van betaalbaar water. Water blijft een goed dat iedereen nodig heeft om te kunnen overleven. Het is een basisrecht. Je hebt dat nodig om ziekten tegen te houden, om gezond te kunnen blijven. Het moet iets zijn dat iedereen kan betalen. Dat is vandaag duidelijk niet het geval. Als er wordt gekeken naar het proberen verminderen van de waterfactuur, zou ik erop willen aandringen om veel meer kosten voor de sanering en de riolering te laten dragen door de algemene middelen, met als principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten kunnen dragen.
Daarnaast wil ik even reageren op de idee ‘de verbruiker betaalt’. Nogmaals, het gaat hier niet om luxe. Iedereen heeft een bepaalde hoeveelheid water nodig om te kunnen leven, om gezond te kunnen leven, om gezond te kunnen blijven. Vandaag kunnen mensen die het kunnen betalen, vervuilen. Iedereen heeft een bepaalde basisvoorziening nodig. Om er een karikatuur van te maken: mensen met een zwembad kunnen hun zwembad vullen en heel veel water verbruiken, want ze kunnen het betalen. Er kunnen heel veel andere incentives zijn om minder water te gaan verbruiken, zoals effectief inzetten op lekken. Mensen die minder financiële mogelijkheden hebben, wonen vaak in huizen die meer lekken hebben en hebben meer problemen met kosten die heel erg hoog oplopen zonder dat ze het water gebruiken. Ik denk dat we daarop kunnen inzetten. Dat wil niet zeggen dat je die mensen op kosten moet jagen. Het probleem blijft wel dat de waterfactuur vandaag een zware dobber is voor elk gezin. Ik ben zeer blij dat de minister wil gaan naar niet meer afsluiten. Ik hoop dat we daar snel de juiste maatregelen voor kunnen nemen.
Maar daarnaast wijs ik er ook op dat het aantal dagvaardingen stijgt. Dat wil zeggen dat mensen een deurwaarder aan de deur kunnen krijgen om de factuur toch maar betaald te krijgen. Daarom is het belangrijk dat we vooral kijken hoe we de waterprijs kunnen doen zakken, want dat zou veel problemen oplossen, in plaats van de mensen te forceren om toch maar meer geld uit een lege portemonnee te krijgen.
Ik heb zelf een viertal jaar meegewerkt in een LAC. De LAC’s hebben onvoldoende middelen om de mensen voldoende te kunnen bereiken. De LAC-medewerkers werken vanzelfsprekend vooral overdag. Ze kunnen overdag huisbezoeken doen, gaan bellen bij de mensen aan de deur, maar heel veel mensen zijn dan niet thuis en kunnen niet bereikt worden. Als mensen niet bereikt worden, dan wordt toch een gerechtelijke procedure of een aanzet tot afsluiting gestart. Daarom moeten we bekijken of er geen extra middelen nodig zijn om de mensen die de waterfactuur moeilijk kunnen betalen, te bereiken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank voor het uitgebreide antwoord. In het verleden was iedereen het erover eens dat water een product is waar we zeer spaarzaam mee moeten omgaan. Het is een product dat beperkt en eindig is. We moeten allemaal op elke mogelijke manier nagaan hoe we daar zo spaarzaam mogelijk mee kunnen omgaan.
De herberekening van de waterfactuur heeft, zoals collega Danen ook heeft aangehaald, effecten op andere gebieden gehad. We hebben in de toelichting steeds gezegd dat het totale resultaat een budgetneutrale oefening is geweest, maar als je ergens verschuivingen doet, heeft dat een bepaalde impact.
Toen we de regelgeving hebben besproken in het parlement, hebben we afgesproken om een evaluatie te houden. Die evaluatie is er en ik vraag, net zoals de collega's, om de evaluatie samen te bespreken en na te gaan of er evenwichten verstoord zijn en er eventuele bijsturingen zouden moeten of kunnen gebeuren. Ik kan die vraag om een gedachtewisseling alleen maar ondersteunen.
Als je de aansluitkosten bij een systeem van basisvoorziening kan delen door meerdere mensen, maakt dat natuurlijk een verschil per persoon. Per aansluiting blijft het natuurlijk wel hetzelfde, de kost blijft wel dezelfde. De vraag is waar je de last legt.
Minister, over het verhaal van het nieuwe landschap voor water: we hebben een geschiedenis vanwaar het water komt. Er zijn verschillende bedrijfsstructuren. De beschikbaarheid van het basiswater bij de verschillende bedrijven is zeer verschillend en dat maakt dat we in een zeer verschillend landschap terechtkomen. Ik heb begrepen dat het uw bezorgdheid is dat het voor alle klanten beter moet zijn. Ik kan de denkoefening dus wel mee ondersteunen, maar ik hoop wel dat we voor ogen houden dat kwaliteit van water en beschikbaarheid van water voor alle klanten te allen tijde moet worden gegarandeerd. Ook bedrijfsstructuren zijn belangrijk, maar één structuur hebben mag geen doel op zich zijn als we zien wat we er misschien voor moeten laten vallen. Ik hoop zeker dat we een evenwicht in die oefening kunnen houden.
Minister, ik had nog een laatste vraagje over de budgetmeters en de slimme meters. Ik meende in de perscommunicatie over het onderzoek te lezen dat u ervan uitging dat de slimme meters zeker automatisch overal zouden worden uitgerold. Uit uw antwoord heb ik begrepen dat er misschien nog extra onderzoek nodig is. Ik meen dat er een onderzoek naar de kosten-baten lopende is of al afgerond. Minister, wat is de stand van zaken van dat onderzoek? Wanneer mogen we daarvan de resultaten verwachten?
In de eerste plaats was ik heel blij om van de minister te horen dat er zal worden gestreefd naar een synergie tussen drinkwater- en energiedossiers. Het gaat vaak om dezelfde mensen die kampen met problemen voor het betalen van beide facturen. Het is nuttig om zoiets samen te bekijken.
Ik was ook blij te horen dat er naar een minimum aantal afsluitingen of zelfs nul afsluitingen zal worden gegaan. Ik vind het wel een fout signaal om niet over te gaan tot afsluiten als gevolg van agressie tegenover personeel. Wie agressie vertoont, moet worden gestraft en niet beloond. Zo werkt onze samenleving nu eenmaal. Ik vind dat dus ietwat een probleem, al begrijp ik dat afsluiten van water niet de sanctie is voor agressie. Dat begrijp ik natuurlijk wel.
Ik merk ook dat we dezelfde mening hebben over het aantal watermaatschappijen en dat het opportuun is om dat eens te onderzoeken. Wordt er een dergelijk overleg gepland of wordt minstens het verschil in aanpak bij wanbetalingen besproken? Indien ja, wat is de timing?
Minister, ik wou nog even hebben over de betaalbaarheid van de waterfactuur. We willen met z'n allen dat die factuur betaalbaar blijft en dat staat ook zo in het regeerakkoord. U hebt daarstraks een percentage genoemd over de stijging. Gaat het om 34 procent? Dat is immens.
Sedert 2010.
We moeten inderdaad het gesprek grondig aangaan en alles eens goed analyseren want het is immens. Minister, ik denk dat we de betaalbaarheid eens moeten doorpraten. Ik was ook tevreden toen ik in het regeerakkoord las dat de nadruk op alleenstaanden werd gelegd, waar ik ook altijd in de commissie de nadruk op heb gelegd. Ik heb ook vaak verwezen naar hoe men dat in Brussel deed waar men een korting voor alleenstaanden geeft.
Ik heb altijd gevraagd om dat ook zeker eens te bekijken. Ik vraag het nu aan u als nieuwe minister, om de manier waarop dat daar gebeurt zeker eens onder de loep te nemen.
Dan de waterscans. Het is belangrijk dat wordt toegezien op het duurzaam waterverbruik. Het aantal waterscans is toch wel heel laag. Inzake het duurzaam waterverbruik moet een tandje worden bij gestoken.
Wat dikwijls ook een problematiek is, en dat is nog nauwelijks aangeraakt, is het bestaan van lekken. Als er een lek, is komen de mensen in serieuze betalingsproblemen. In dat verband zijn er de proefprojecten van de slimme watermeter. Die meters met automatische lekdetectie moeten worden ingevoerd om de mensen te beschermen tegen een te hoge factuur, terwijl ze niet eens weten dat er een lek is.
Minister, u hebt groot gelijk om het versnipperde landschap met acht verschillende watermaatschappijen eens te onderzoeken. We moeten bekijken hoe het efficiënter, beter en duidelijker kan. Daarin steun ik u zeer zeker.
De mensen betalen een saneringsbijdrage. We hebben daarover in de vorige legislatuur een motie ingediend na een actualiteitsdebat in de plenaire vergadering. We weten met ons allen dat die gebruikt moet worden voor het onderhoud en de aanleg van rioleringen. Dat gebeurt gewoon niet altijd. Ik wil daar nog even uw aandacht voor vragen. We hebben die motie goedgekeurd, maar in de praktijk is dat nog altijd niet het geval. Daar is zeker nog wat werk aan de winkel.
Ik was verbaasd dat er nog altijd elf Vlaamse gemeenten zijn zonder LAC-werking, en dan vooral in uw provincie. Er mag zeker gehamerd worden op het belang van die LAC-werking in die elf gemeenten.
Minister, dank u voor het omstandig antwoord, want zoals al gezegd is, zijn de engagementen wel degelijk aanwezig.
Ik wil toch wijzen op die waterfactuur. U geeft het zelf aan: een stijging van 34 procent in tien jaar tijd. De kosten die erbij gekomen zijn, aangehaald door mevrouw Vandecasteele, hebben veel te maken met de sanerings- en milieubijdrage. Dat is allemaal goed: de vervuiler betaalt. Dat kan wel zijn, maar u hebt daarnet ook aangegeven dat we het draagvlak daarvoor moeten bekijken.
Ik interpreteer dat als volgt. Als we zo’n milieu- of saneringsbijdrage aanrekenen en er gebeurt iets, dan koppelen we niet af. Maar, zoals al aangegeven is, de stijging is evenredig met het aantal zaken die voor de rechtbank komen, maar dat is niet minder onaangenaam. Afkoppeling of voor de rechtbank komen, dat blijft in wezen hetzelfde. Afbetalingsplannen zijn ook hetzelfde: dat zijn maandelijkse, driemaandelijkse of jaarlijkse bijkomende kosten. De dagelijkse kosten blijven er echter bijkomen. Dat biedt niet direct een oplossing.
Dat is hetzelfde bij een watermeter. U kunt die wel invoeren en bij een energie- of watermeter betaalt men gewoon voor de hoeveelheid energie of water die men wil gebruiken. Maar als dat in de helft van de maand al op is, is dat in wezen ook een afsluiting. Het is een basisrecht om over water te beschikken. Een budgetmeter is allemaal heel mooi, maar biedt geen oplossing.
U geeft aan dat energie en water uw bevoegdheid zijn en daar kunt u iets aan doen. Misschien moet u er nog andere diensten bij halen, zodat mochten er nog problemen zijn met klanten, men daar dan ook een sociale kijk op heeft. Voor mensen met afbetalingsplannen, budgetbegeleiding en dergelijke kunnen die diensten daar het best bij betrokken worden. De watermaatschappijen zelf hoeven daar geen sociale dienst voor op te zetten. Ze zullen dat alleszins nodig hebben, maar niet dat ze daar zo diep op ingaan. In de moeilijke gevallen, als er een afkoppeling of een afbetalingsplan of dies meer bijkomt, moet men degelijk bekijken hoe men die mensen kan helpen.
Zoals hier al is aangehaald, gaat het meestal om gezinnen die het moeilijk hebben en die dikwijls met zeer moeilijke huisvesting zitten. Ik geef een voorbeeld. Soms hebben die mensen nog een oude waterleiding en moeten ze de kraan vijf minuten laten lopen voor ze helder water in plaats van bruin water krijgen. Het gaat dikwijls om hun eigen woonst.
Minister, we moeten nakijken hoe we hiermee omgaan. Er wordt al snel gezegd wat de oplossing is, maar als we hier dieper op ingaan en de sociale achtergrond van de mensen bekijken, is het niet altijd zo simpel. Ik vraag u hiermee rekening te houden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een concrete vraag over de studie naar de budgetmeters gesteld. Wat is de stand van zaken en wanneer mogen we die meters verwachten?
Ik zal moeten natrekken wanneer het onderzoek volledig wordt afgerond en wanneer we tot een uitrol van de slimme watermeters kunnen overgaan. Dit komt aan bod in de beleidsnota, maar het gaat natuurlijk ook om de maatschappijen die de meters moeten plaatsen en om al die gezinnen. Dat zal een bepaalde periode duren, maar we zullen met de plaatsing moeten beginnen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.