Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Het is een trieste realiteit, ook in Vlaanderen en Brussel: elke dag gaan kinderen naar school met een lege brooddoos. Door onder meer de oplopende schoolfacturen en de stijgende armoede in Vlaanderen kunnen meer en meer ouders hun kinderen geen gezonde en voedzame maaltijd meer meegeven naar school. Ik hoef u niet uit te leggen dat een lege buik en slechte voeding bijzonder slecht zijn voor de leerprestaties en de concentratie van kinderen. In die zin denken we dat scholen echt een sleutelrol hebben om kansarmoede bij kinderen aan de wortel aan te pakken.
Elk kind een betaalbare, lekkere en gezonde maaltijd op school aanbieden, zorgt dat alle kinderen toch tenminste één keer per dag iets deftigs kunnen eten. Het is een oplossing voor kansarme kinderen om toch nog via school een voedzame maaltijd binnen te krijgen, zonder dat ze gestigmatiseerd worden. Bovendien leren kinderen op die manier ook over het belang van gezonde voeding, wat natuurlijk heel belangrijk is, ook in het kader van gezondheidspreventie.
De vorige minister van Armoedebestrijding voerde een proefproject voor 1 euromaaltijden in, maar dat proefproject werd met het einde van de legislatuur beëindigd. In Antwerpen wordt nu een nieuw proefproject uitgerold om te kijken hoe scholen kinderen toch een betaalbare, gezonde en voedzame maaltijd kunnen aanbieden. Het regeerakkoord maakt trouwens ook melding van het feit dat deze regering inspanningen zal leveren om de problematiek van de lege brooddozen aan te pakken.
Minister, wat is uw visie op de hele problematiek van de lege brooddozen, en op de rol die de scholen daarin hebben? Hoe evalueert u het project van de 1 euromaaltijden van de vorige regering?
Welke stappen zult u concreet ondernemen om het probleem van lege brooddozen op school aan te pakken, zodat kinderen niet met honger op de schoolbanken hoeven te zitten? Op welke manier zult u lokale besturen ondersteunen om betaalbare en voedzame maaltijden aan te bieden op elke school?
Minister Weyts heeft het woord.
Vanzelfsprekend nemen we de problematiek van de lege brooddozen ter harte. Het is een open deur intrappen als je vaststelt dat een kind dat niet regelmatig aan eten toekomt, ook niet aan goed onderwijs en goed leren toekomt. Daarom nemen we dit vanzelfsprekend ook mee in de beleidsnota en meer nog in de beleidsnota van mijn collega van Welzijn en Armoede. De precieze inspanningen zullen het voorwerp vormen van een beleidsproces waarin we met diverse partners rond de tafel zitten.
Wij staan vanuit onze Onderwijsbevoegdheid ten dienste en in ondersteuning van een armoede- en welzijnsbeleid. Onze eerste taak in het onderwijsveld is natuurlijk goed onderwijs verstrekken. Dat is op zich essentieel als emancipatorische werking, en ik verwijs hierbij ook naar onze vorige discussie. Er komen idealiter synergiën tot stand tussen inspanningen vanuit Onderwijs en andere relevante beleidsdomeinen en uit de lokale besturen.
Uit de proefprojecten met de 1 euromaaltijden van de vorige legislatuur vallen ook alvast een aantal randvoorwaarden en lessen te halen. De praktijkstudie van het Kinderrechtencommissariaat heeft ter zake ook wel iets opgeleverd. U haalt één voorbeeld aan, maar het proefproject heeft nog wel meer lokale besturen geïnspireerd om ter zake initiatieven te nemen. Soms zijn die kleinschalig, waarbij men zou kunnen zeggen: ‘Is het dat maar?’, maar je merkt toch wel wat verschil op het terrein zelf.
Daarnaast zijn er natuurlijk ook mijn inspanningen inzake kostenbeheersing van scholen. Dat speelt daarin ook een rol. Ook wat we tevoren hebben gezegd over een doelmatige besteding van de GOK- en SES-middelen maakt daar deel van uit. Ik verwijs ook naar de inspanningen die we al hebben gedaan en nog willen doen voor gezonde voeding en extra beweging. Die passen binnen een ruimer gezondheidsbeleid en maken daar ook deel van uit.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Deze antwoorden zijn in eerste instantie nogal vaag. Ik hoop dat we er tijdens de bespreking van de beleidsnota op kunnen doorgaan. Voor ons is het duidelijk dat het proefproject van de 1 euromaaltijden zijn doel volledig is voorbijgeschoten. Wij vonden dat trouwens nogal stigmatiserend omdat alleen kinderen in armoede van die maaltijden gebruik konden maken. Wij vinden dat scholen een algemeen beleid moeten uitrollen waarbij kinderen ’s middags samen een gezonde warme maaltijd kunnen gebruiken.
U zegt dat een positief aspect van dat project is dat het scholen ten minste heeft geïnspireerd. Dat kan wel zijn, maar ook al vonden wij het geen goed project, die 1 euromaaltijden werden mee vanuit de Vlaamse Regering gesubsidieerd. Wat nu in Antwerpen gaat gebeuren, gebeurt volledig met eigen budget. Is het de bedoeling van de Vlaamse Regering – Onderwijs eventueel met Welzijn samen – om daar middelen voor uit te trekken? Ik denk dat dat nodig zal zijn om lokale besturen, waar inderdaad de wil bestaat om iets te doen aan dit bijzonder prangende probleem, in de praktijk te helpen om dit waar te maken.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, beste collega’s, de legebrooddozenproblematiek bij kansarme kinderen is een pijnlijke realiteit die benoemd en aangepakt moet worden. Met een lege maag op de schoolbanken zitten, is allesbehalve bevorderlijk voor de schoolprestaties. Daarover zijn we het allemaal eens. Deze regering erkent dit ook, zoals te lezen staat in het regeerakkoord.
Maar laten we nu eens realistisch zijn. Een gratis maaltijd voor iedereen, wie gaat dat betalen? Gratis bestaat niet. Hoe pakken we dat dan wel aan? De taak is hier veel ruimer dan voor de Vlaamse overheid. Alleen hebben, zoals de minister al zei, lokale besturen en OCMW’s een belangrijke rol te spelen in het uitwerken van initiatieven.
Minister, hoe ziet u precies de samenwerking en de wisselwerking met de lokale besturen bij het aanpakken van deze problematiek? Op welke manieren zult u lokale initiatieven ondersteunen?
In Brussel leeft 26 procent van de kinderen in kansarmoede. Gaat u daarover in overleg met uw collega’s van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)?
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik erken de problematiek zeker en vast. Maar ik denk dat ze niet zo sterk mag worden opgeblazen. Wij geloven ook niet dat het in eerste instantie een armoedeprobleem is. Een paar boterhammen meegeven, dat kost echt niet zo veel. Ik zag in het middelbaar onderwijs veel leerlingen, de laatste jaren steeds meer, die 's middags makkelijk 3 tot 4 euro uitgeven aan een belegd broodje. Want gewone boterhammen, die zijn te min. Maar met dat geld kun je al gemakkelijk beleg én brood kopen voor een heel gezin. Steeds vaker zien we dat kinderen bewust 's ochtends niet ontbijten. Dat is erg ongezond. En men probeert daar ook wel wat aan te doen, maar het is niet zo evident om dat op te leggen.
Ik vertel even een anekdote. Mijn vrouw is al meer dan 35 jaar kleuterleidster. Zij heeft nog bijna nooit lege brooddozen gezien. Wat ze wel gezien heeft, is dat er ongeschikt voedsel wordt meegegeven of dat de boterhammen veel te dik worden belegd, zodat de kinderen die niet op krijgen. Ook zijn er kinderen die gewoon geen zin hebben om hun brooddoos leeg te eten.
Ten tweede stellen wij vast dat het, vooral door de socialisten, alweer de maatschappij is die moet opdraaien voor een maatschappelijk probleem dat in de eerste plaats thuis moet worden opgelost. De vraag is of sommige ouders hun kinderen niet verwaarlozen, of ze wel op tijd opstaan, of ze wel zin hebben om boterhammen klaar te maken, of ze hun geld niet uitgeven aan de verkeerde zaken. En als er ouders zijn die echt in de problemen zitten – en die zijn er ongetwijfeld –, dan moet hun de weg worden gewezen naar het OCMW, naar de voedselbanken enzovoort. Er zijn zoveel mogelijkheden om hen te helpen. Maar als de school voor elk kind een warme maaltijd moet voorzien, dan zal dat handenvol geld kosten. En wij vrezen dat dat dan ook nog eens kan leiden tot meer onbetaalde schoolfacturen. Want, tja, gratis aanbieden.... Iemand moet het toch betalen. Er is al geen geld voor het onderwijs. Ik denk dus niet dat dat een prioriteit moet zijn. De onbetaalde schoolfacturen vinden we wel belangrijk. Maar die ga je dan nog verhogen, want de meeste scholen of gemeenten zullen dat eten doorrekenen aan de kinderen. En zo stapelen de onbetaalde schoolfacturen zich op. Bovendien zullen de kinderen, wanneer dat eten niet zo lekker is – en dat is in sommige scholen het geval – dat eten ook niet opeten en met honger van tafel gaan. En daardoor wordt het probleem eigenlijk gecamoufleerd. Wij vinden dus dat we niet moeten meegaan in dit opbod, dat trouwens zes jaar geleden al op de agenda stond van deze commissie.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil de discussie niet volledig opengooien, maar er zijn een paar fundamentele principes aangeraakt. En daarbij ben ik het nogal fundamenteel oneens met de twee stromen.
U zegt dat er geen lege brooddozen zijn, dat u dat niet kent. U schetst een problematiek van kinderen die een ongezonde voeding meekrijgen. U schetst geen armoedeprobleem, maar een luxeprobleem. Maar dat armoedeprobleem bestaat wel, hoor, de lege brooddozen bestaan. En u kunt daarop ontkennend repliceren, maar ze bestaan, je hoeft echt niet veel mensen in het onderwijsveld aan te spreken om dat in te zien. En misschien niet in onze basisscholen in de Vlaamse Rand – of toch niet in allemaal, want ik denk dat het dikwijls een verholen problematiek betreft. Maar goed ook, soms, omdat zo veel mensen, zo veel leerkrachten met een goed hart net niet willen dat die kinderen worden gestigmatiseerd en daarom discreet wat boterhammen klaarleggen. Maar het is een realiteit.
Twee, volgens u is het meest wezenlijke probleem aan die 1 euromaaltijd dat die bedoeld is voor een bepaalde doelgroep en dat je voor iedereen alle maaltijden aan 1 euro moet aanbieden. U wilt dus eigenlijk afstappen van de ratio van het doelgroepenbeleid. Ik vind dat essentieel ten aanzien van het volledige plaatje. Deze discussie gaat niet louter over onderwijs, maar over een volledige visie. Wanneer je alle middelen of voordelen toekent aan de totaliteit van de groep, zul je geen middelen overhouden die toekomen bij de groep die je uiteindelijk wilt bedienen.
Als je iedereen een maaltijd van 1 euro wilt geven, dan zal het aantal maaltijden voor diegenen die je met die maatregel wil bereiken, net verminderen. Ik vind dat een heel vreemde redenering. Wij willen er net voor zorgen dat bepaalde uitwassen van een slecht functionerende marktwerking worden gecompenseerd. Dat doe je net met een doelgroepenbeleid. Heel het systeem en het beleid zijn daarop gebaseerd, ook beleid gevoerd door socialistische, alleszins door sp.a-ministers. Als je als decreetgever en uitvoerende macht een probleem ziet – de lege brooddozen –, dan zet je toch maximaal middelen in om ervoor te zorgen dat dat probleem wordt aangepakt zodat je de doelgroepen bereikt die worden geconfronteerd met die problematiek.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw aanvullende antwoorden.
Ik ben in de politiek gestapt omdat ik vind dat elk kind onder de beste omstandigheden naar school moet kunnen gaan. Voor elke anekdote die u vertelt over het feit dat de lege brooddozen niet bestaan, kan ik u tientallen andere vertellen over kinderen in Brussel die op de schoolbanken letterlijk flauwvallen van de honger. ‘The problem is out there.’
U wijst ook op het feit dat ouders fouten maken. Dat is absoluut zo. De verhalen die u vertelt, ken ik ook. Er zijn inderdaad ouders die hun kinderen misschien niet altijd de beste voeding meegeven, of in het algemeen de juiste ondersteuning geven, maar dat is voor mij niet de essentie van het debat van vandaag. Voor mij mag een kind daar nooit de dupe van worden. Daarom stel ik mijn vraag over de lege brooddozen.
Natuurlijk kan de Vlaamse Regering alleen dit probleem niet oplossen. Het zal inderdaad altijd een wisselwerking moeten zijn met de lokale besturen. Hoe je het ook draait of keert, het is altijd een politieke keuze of je er iets aan wil doen of niet. Voor ons is de school een plaats om iets te doen aan het feit dat kinderen niet goed of gezond eten, want dat is namelijk de plaats waar je alle kinderen samen hebt.
Wij vertrekken dus ook vanuit het idee van samen eten en niemand stigmatiseren en denken dus aan een project waarbij je alle kinderen een betaalbare een gezonde maaltijd geeft op school. Minister, dat is trouwens de keuze die nu in Antwerpen wordt gemaakt, waar u toch samen met ons in het bestuur zit, voor zover ik weet. Er worden daar vier proefprojecten uitgerold waarbij er wordt nagegaan hoe er aan alle kinderen een betaalbare een gezonde maaltijd kan worden aangeboden. Ik ga dat project nauw opvolgen. Ik stel voor dat u hetzelfde doet en dat u contact opneemt met uw collega's in Antwerpen om na te gaan hoe de Vlaamse Regering dat project verder kan ondersteunen. Ik denk dat we daar allemaal inspiratie kunnen opdoen voor een beleid voor heel Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.