Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Mijn vraag om uitleg betreft een belangrijk onderwerp en gaat over het lerarenplatform, dat tijdens het schooljaar 2018-2019 in het leven werd geroepen. Als leerkracht krijg je dan een tijdelijke aanstelling vanaf 1 oktober tot het einde van het schooljaar. Het project is intussen verlengd tot het schooljaar 2019-2020. Er is plaats voor 2500 leerkrachten basisonderwijs en 370 leerkrachten secundair onderwijs.
Het merendeel van de directeurs die ik heb gesproken over het lerarenplatform, en ook ikzelf, zijn lovend over het initiatief. Daarover mag geen twijfel bestaan. Maar de laatste weken krijg ik ook heel wat signalen van ex-collega’s, zowel directeurs als leerkrachten, die met de handen in het haar zitten omdat ze nog altijd zoekende zijn naar een fulltime onderwijzer voor het lerarenplatform. Dat houdt ook verband met de problematiek die ik daarnet heb aangehaald. Aangezien het lerarenplatform pas in oktober in werking treedt, kunnen directeurs geen gebruik maken van dit systeem om het lerarentekort bij de start van het schooljaar op een goede en oordeelkundige wijze op te vangen.
Ik heb dan ook twee heel concrete vragen.
Vanwege het lerarentekort zitten heel wat directeurs bij de start van het schooljaar met de handen in het haar om de vacatures in te vullen. Bent u bereid om dit systeem vanaf volgend schooljaar vanaf de start van het schooljaar te laten ingaan? Dat is dus eigenlijk al vanaf augustus, want dan worden de vacatures al voor een groot stuk ingevuld, september is zelfs al te laat.
Het lerarenplatform is reeds een jaar in werking. Werd de werking ervan reeds geëvalueerd? Indien ja, kunnen wij die evaluatie verkrijgen en wanneer? Indien neen, wanneer en op welke manier wordt dit systeem geëvalueerd?
Minister Weyts heeft het woord.
Het werd nog niet geëvalueerd. We hebben duidelijk afgesproken in het regeerakkoord 2019-2024 dat we de lerarenplatforms, indien ze een positieve evaluatie zouden krijgen, die zullen uitbreiden naar het secundair onderwijs en dat ze dan wel netoverschrijdend worden georganiseerd.
Om deze vraag te beantwoorden, zal ik dus de evaluatie van de lerarenplatforms moeten afwachten. Ik kan u wel meegeven dat gekozen is voor de ingangsdatum van 1 oktober om twee redenen. In de praktijk blijken er weinig vervangingsnoden te zijn in de maand september. Door pas in oktober te starten, kon men natuurlijk ook, met die budgettaire meerkost, aan meer leraren een aanstelling in het lerarenplatform geven.
De administratie is dus nog maar recent gestart met die evaluatie. Er moet toch minstens een schooljaar volledig afgelopen zijn om een evaluatie te kunnen organiseren. Die evaluatie is nu aan de gang. Die wordt opgevolgd en gemonitord in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X. Op grond van die evaluatie zullen we daar, conform het regeerakkoord, een beslissing over nemen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Dat is inderdaad een summier antwoord. Ik heb al een aantal gesprekken gevoerd over deze problematiek. De mensen verwachten toch wel een evaluatie, al begrijp ik wel dat die er nog moet komen omdat het platform nog maar een schooljaar in werking is. Ik heb daar op zich geen problemen mee. Ik zou het wel appreciëren als daar een timing opgezet wordt en als er ook feedback gevraagd wordt aan het werkveld. Want dat zijn de mensen die er dagelijks mee bezig zijn. Soms hoor ik namelijk wel eens de opmerking: wij weten waar de zwaktes zitten en hopen dat we die feedback zullen kunnen geven aan het ministerie. Ik vind die communicatie heel belangrijk. Dat mag ook wel eens gemeld worden aan de mensen die dagelijks op het werkveld staan.
Het platform gaat dus niet van start halfweg augustus. Ik weet dat dat inderdaad budgettaire implicaties heeft. Maar ik heb wel gemerkt dat er zich net tijdens het begin van het schooljaar problemen voordoen om de juiste mensen op de juiste plaats te zetten. Dat lerarenplatform zou daar zeker een ondersteuning voor kunnen zijn, zeker ook voor directeurs die een goed hr-beleid willen voeren in hun school en die echt een overzicht willen hebben van welke leerkrachten er nog beschikbaar zijn.
Minister, er doet zich nog een groot probleem voor. Ik zou graag hebben dat u dat ook meeneemt in uw toekomstige evaluatie. Er moet namelijk een betere opvolging komen van de leerkrachten en van de potentieel goede leerkrachten die na een jaar verdwijnen of verdwenen zijn. We moeten proberen om goede mensen aan boord te houden en eventueel doelgericht op te vissen. Dat is ook een parameter voor het voeren van een professioneel hr-beleid in het onderwijs. Je hebt nu nog te veel leerkrachten die na een jaar verdwijnen en we hebben er geen zicht op waar ze eigenlijk naartoe zijn.
Nog een opmerking die ik heb gekregen, is dat de leerkrachten, die deelnamen aan het platform, niet alleen beter opgevolgd moeten worden, maar ook goed moeten worden geïnformeerd. Daar knelt het schoentje ook nog wat. Velen weten wel ergens iets, maar staan dan in september in de kou. Er is dus ook geen duidelijke lijn in de evaluatie. Die zaken kunnen dus nog een stuk beter.
Minister, er werd al veel feedback gegeven. Ik vraag u dus heel duidelijk om te proberen in kaart te brengen waar na een jaar de zwakke punten zitten, zodat die zo snel mogelijk bijgestuurd kunnen worden. Want ik denk dat een lerarenplatform alleen maar goed kan werken als de zwakke punten erin bijgestuurd worden en als we dat nog verder kunnen uitbreiden. Zo kunnen we beter goede leerkrachten vinden, zelfs al in september, en vooral ook de juiste mensen op de juiste plaats krijgen.
Dus: de evaluatie is een goed initiatief. We mogen het kind zeker niet met het badwater weggooien, maar moeten toch op korte termijn bijsturen zodat het doel van het lerarenplatform niet verloren gaat, maar dat de werking integendeel nog verbetert.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik wou gewoon een technische aanvulling doen. Ik verwacht daar geen antwoord op, maar ik zou graag hebben dat u ze meeneemt. Het gaat over het inzetbaarheidspercentage van 85 procent dat de scholen moeten behalen. Door de berekening die daarrond verloopt is het heel moeilijk om dat percentage te halen. Ik ga dat kort uitleggen. In de noemer van de berekening zitten 273 dagen. Dat zijn dagen waar de weekends en bijvoorbeeld de krokusvakantie meegeteld zijn. Als je alleen maar werkt zonder de weekends en de vakantiedagen te tellen, heb je in een schooljaar 180 effectieve werkdagen. Als iemand bijvoorbeeld voor 10/24 in het lerarenplatform is aangesteld en enkel die 180 dagen werkt, kan die nooit de weekends of de vakantiedagen meetellen. Als je dat berekent in de noemer-tellerverhouding, kan hij sowieso, ondanks die 180 gewerkte dagen, toch maar aan een percentage van 66,93 komen, en niet die 85 procent halen. Weekends worden alleen maar meegeteld als iemand bijvoorbeeld voor een maand aangesteld kan worden, want dan zitten al die weekends daarin en worden die ook meegeteld. Maar als je het principe van het lerarenplatform voor de korte vervangingen gebruikt, en iemand werkt eens één dag, drie dagen, vijf dagen en heeft de pech om nooit de weekends of de verlofdagen van de korte vakanties te kunnen meetellen, kan hij, hoewel hij voltijds werkt, nooit dat percentage van 85 procent halen. Daar zou een afspraak gemaakt moeten worden dat men bijvoorbeeld bij de vrijdagen of de maandagen de weekends kan meenemen. Men moet dat eens herbekijken zodat iemand die toch alle dagen gewerkt heeft, uiteraard ook het percentage van 100 procent kan halen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega Vandenberghe, ik vind het fijn dat u dat lerarenplatform een goed initiatief vindt. We hebben ooit een vervangingspool gehad, daar zijn een aantal uitwassen geweest, die zijn dan weggegaan en nu hebben we een vervangingspool, maar zonder uitwassen van mensen die in scholen rondlopen en die veel geld kosten. Ik ben het daarmee eens.
We hebben dat opgestart in het schooljaar 2018-2019. Nu zijn we in het schooljaar 2019-2020. Veel sneller dan dat kan men geen evaluatie doen. Dat hebt u ook gezegd. U hebt een aantal aandachtspunten meegegeven voor de evaluatie. Wat collega Krekels aangeeft, kan ook meegenomen worden in de evaluatie. Ik zou echter willen waarschuwen om op te letten dat we nu al niet beginnen sleutelen aan iets en dan daar nog iets vaststellen, want dan kunnen we de evaluatie misschien bemoeilijken, omdat we ondertussen al ergens aan gesleuteld hebben en eigenlijk niet weten wat de effecten zijn. Laat het nu lopen en laat ons de evaluatie doen op het moment dat we ze kunnen doen, met alle info. Maar laat ons niet gaandeweg al hier en daar aan een knop beginnen draaien, omdat we dan eigenlijk niet goed weten wat we gaan doen, noch budgettair, noch op het vlak van de effectieve oplossing.
Minister, ik heb wel nog een bijkomende vraag, die ook belangrijk is. Mensen die daarin zitten, moeten ook eerlijk geëvalueerd worden, dat staat ook in het regeerakkoord. Als mensen echt goed gewerkt hebben in die pool, moeten we ze ook perspectief geven, al was het maar in het kader van het lerarentekort, en ze niet de hele tijd rondjes laten draaien.
Minister Weyts heeft het woord.
De administratie is al gestart met de evaluatie. Het lijkt me ook zinvol om naar deze commissie te kunnen terugkoppelen met de resultaten. Wat de timing betreft, zei u dat er in september al problemen gemeld werden. Mij heeft me net gezegd dat oktober een meer aangewezen moment is, omdat er net in september minder melding gemaakt wordt van vervangingsnoden. Dat manifesteert zich pas na september sterker.
Maar de evaluatie is dus gestart en ik krijg al een eerste tussentijdse suggestie tot aanpassing. Mevrouw Krekels, het verslag zal mij assisteren om dat volledig correct te kunnen reproduceren en geduid te zien, maar ik zal het zeker doorgeven.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Wanneer ik luister naar de diverse tussenkomsten, denk ik dat we op dezelfde golflengte zitten. Laat het zeker nog dit jaar gebeuren, laat dat tijdig evalueren. Laat het ook na twee jaar telkens met een jaar verlengen, zodat we ook als zekerheid aan de mensen kunnen geven wat het op lange termijn wordt, of het structureel wordt, of het definitief wordt, op welke manier het definitief wordt. We moeten dat in de loop van dit schooljaar opvolgen en eventueel op het einde van het schooljaar 2019-2020 evalueren en bijsturen waar nodig, en eventueel ook definitieve beslissingen nemen. We blijven dit dossier het best allemaal opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.