Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering voor 2019-2024 wordt een “wijziging van de regeling rond duolegaten” aangekondigd. Deze wijziging heeft als doel: “het zuiver altruïstisch element van deze legaten herstellen en versterken met een tariefverlaging”.
In het document over de meerjarenraming 2020-2024 dat u intussen aan het Vlaams Parlement hebt bezorgd, is in tabel 4.1 het woord ‘wijziging’ uit het regeerakkoord vervangen door ‘stopzetting’. En dat vanaf het aanslagjaar 2021 en dus met ingang van het kalenderjaar 2020. Dat is al over goed twee maanden. Voorts luidt het in de meerjarenraming 2020-2024 dat het gunsttarief voor schenkingen aan goede doelen blijft bestaan en wordt versterkt. De combinatie van ingrepen moet vanaf het begrotingsjaar 2021 resulteren in 75 miljoen euro aan meerontvangsten per jaar.
Dat de Vlaamse Regering een doorgeschoten fiscale optimalisatie door de huidige regeling van de duolegaten een halt wil toeroepen, is gerechtvaardigd. Maar de aangekondigde wijziging dan wel stopzetting – dat is niet helemaal duidelijk – van deze regeling roept ondertussen veel vragen op. Het zorgt ook voor grote ongerustheid en onzekerheid. Bij mensen die al eerder en in het kader van een successieplanning, een testamentaire making of een andere vorm van wilsbeschikking te kennen hebben gegeven dat ze een beroep willen doen op de huidige regeling van duolegaten, zijn er toch wel wat vragen, en ook bij een brede waaier van organisaties en instellingen die voor een niet onaanzienlijk deel van hun financiering terugvallen op diezelfde regeling. ‘We dreigen van een win-winsituatie in een lose-losesituatie terecht te komen’, is daar te horen.
Minister, wanneer is er voor u sprake van een doorgeschoten vorm van fiscale optimalisatie bij de toepassing van de huidige regeling voor duolegaten?
In het regeerakkoord is sprake van een wijziging van deze regeling, zoals gezegd wordt in de meerjarenraming gesproken over een stopzetting. Wordt het een wijziging of een stopzetting, met impact vanaf aanslagjaar 2021 en zodoende ook vanaf begrotingsjaar 2021?
Deze fiscale maatregel moet vanaf dan 75 miljoen euro per jaar opleveren. Bron van deze raming – daar ga ik toch van uit – is allicht de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL). Waarop heeft deze dienst zich voor deze raming gebaseerd? Hoe is die som samengesteld?
Vervallen de bestaande successieplannen en wilsbeschikkingen voor het specifieke deel van een duolegaat vanaf 1 januari 2020? Of komt er een overgangsregeling met een graad van terugwerkende kracht, zodat het duolegaat geldig en uitvoerbaar blijft als het voor het einde van dit jaar gepland of bestemd is, en wanneer de betrokken legaatgever pas na 2019 overlijdt?
Welke stappen zet u op korte termijn om de vrees voor een grote financiële aderlating bij veel organisaties en instellingen afdoende weg te nemen en op die manier bij te dragen tot een evenwichtige financiële planning voor hun werking?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, uw vraag is een goede gelegenheid om een aantal zaken te verduidelijken over het duolegaat. Er is inderdaad wat ongerustheid en er is ook heel wat onwetendheid over het systeem zelf. Het wordt ook niet zo heel veel toegepast, ik ben er in alle eerlijkheid een beetje van geschrokken dat het ‘maar’ zo weinig wordt toegepast. Het gaat over 1000 à 1200 dossiers. Eigenlijk weten we dat zelfs niet helemaal. U moet goed weten dat ook VLABEL gebonden is door privacyregels en dergelijke omtrent wat er achter die belastingen schuilgaat. We hebben geen zicht op elk detail van die regelingen.
Eerst en vooral, hoe is het duolegaat ontstaan? Ik heb de laatste tijd zeer veel de vraag gekregen: waarom wilt u iets afbreken dat door de wetgever bedoeld was om te bestaan? Het is toch ooit zo ingevoerd? Dat is dus niet helemaal waar. Het systeem is nooit ingevoerd zoals het de laatste tientallen jaren wordt gebruikt. Laat het duidelijk zijn: het is perfect legaal. Niemand heeft het hier over achterpoortjes, fiscale optimalisatie of wat dan ook. Het is perfect legaal, maar het is nooit zo bedoeld door de wetgever. Er is een bepaling in het wetboek die zegt dat als je een legaat geeft, je testament opmaakt, een wilsbeschikking, je een last kunt opleggen aan degene aan wie je legateert. Je kunt een last opleggen aan degene die je vermogen erft. Het ging voornamelijk om de vraag – vaak aan kloostergemeenschappen –: draag zorg van mijn ziek kind. Vandaag zou het kunnen gaan om een oudere dame die veel vriendschap heeft van haar huisdieren en die haar vermogen laat vererven aan een asiel of wat dan en dan vraagt: draag zorg voor mijn poezen of honden of wat dan ook. En dat was eigenlijk het opzet: je kon een last opleggen aan de persoon die je legaat ontvangt. Het ging dan bijvoorbeeld om iemand die een ziek kind of een huisdier diende te verzorgen. Maar men kon ook een onroerend goed overdragen, waarbij de verkrijger het onroerend goed bijvoorbeeld moet onderhouden of renoveren.
Op een bepaald moment heeft men daar ook een financiële last van gemaakt. Daarbij wordt iemand de last opgelegd om de successierechten van een andere verkrijger te betalen. Dat is perfect legaal; de rechtspraak heeft dat bevestigd. Maar het is wel een andere interpretatie dan het originele opzet.
We weten niet precies hoeveel duolegaten er bestaan. We weten wel dat er tussen de 1000 en 1200 legaten zijn voor schenkingen aan goede doelen, en we weten vanuit informele bronnen dat het heel vaak gaat om duolegaten –sommige notarissen spreken van 90 à 95 procent. De overgrote meerderheid zou dus uit duolegaten bestaan, al kennen we geen precieze cijfers.
Ook Alain Laurent Verbeke, een expert ter zake, heeft daar al heel wat over geschreven. Hij zegt dat dit systeem meer en meer wordt gebruikt voor fiscale planning, en minder voor schenkingen aan goede doelen. Dat is weliswaar perfect legaal. Dan komt het eigenlijk hierop neer: dit is een systeem waarbij je de samenleving de successierechten laat betalen van de verkrijgende. Want er zijn zeer veel mensen die wel gewoon hun vermogen laten vererven, en die betalen dan wel alle successierechten. Zij draaien natuurlijk op voor hetgeen iemand anders kan uitsparen via een duolegaat.
Ik kan dat illustreren met twee cijfervoorbeelden. Het eerste voorbeeld komt uit een studie van de KU Leuven. Stel dat je een vermogen hebt van 350.000 euro hebt, dat je wilt nalaten aan een vriend, dus aan een vreemde. Daarop betaal je meteen al het hoogste tarief; zonder duolegaat betaal je een totale erfbelasting van 178.000 euro. Na aftrek hiervan blijft er een nettolegaat van 172.000 euro over. Dat is het bedrag dat de verkrijger ontvangt. Als datzelfde vermogen van 350.000 euro met een duolegaat wordt geërfd, dan zal er netto nog 175.000 euro overblijven; dat is 3000 euro meer dan zonder duolegaat. Er wordt dan een totale erfbelasting betaald van 96.000 euro. Voor de overheid betekent dat dat zij ruim 80.000 euro minder ontvangt aan erfbelastingen. Het goede doel krijgt in dit voorbeeld een nettolegaat van ongeveer 78.000 euro. Het is daarom dat ik zeg dat die vererving gebeurt op kosten van de samenleving. Het voorbeeld dat de KU Leuven heeft gekozen is correct, maar de verhouding kan ook wijzigen. In dit voorbeeld gaat de ene helft naar het goed doel, en de andere helft naar de vriend. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.
Ik geef een ander voorbeeld van een erfenis met duolegaat, waarbij we uitgaan van een vermogen van 320.000 euro, dat voor 60 procent naar een neef gaat, en voor 40 procent naar een goed doel. Dan krijg je meteen een andere verhouding. Zonder duolegaat krijgen we een erfbelasting van 161.500 euro, met duolegaat gaat het over slechts 101.980 euro. De overheid ontvangt dus ongeveer 60.000 euro minder. Maar in dit geval zal het goede doel slechts 26.000 euro ontvangen; dat is zeer weinig.
Met die parameters kun je ervoor zorgen dat het voordeel voor het goede doel heel laag blijft. Je kunt daarbij verschillende hypotheses uitproberen. En dat is ook wat we steeds vaker horen van goede doelen: mensen gaan op zoek naar manieren om het voordeel voor de ontvanger zo groot mogelijk te maken, en de winst voor het goede doel zo laag mogelijk. Ze gaan altijd wel iets krijgen, want op een bepaald moment zal het goede doel zeggen: als het maar dat is, moeten we daar geen administratief werk in stoppen, en dan laten we het los en doen we het niet. Daaruit kun je afleiden dat het systeem steeds meer wordt gebruikt voor fiscale planning, veeleer dan uit puur altruïstische redenen om aan een goed doel te schenken.
Ik durf volmondig te zeggen: dit is een maatregel die niet alleen wordt genomen in budgettair moeilijke tijden. Dit is het herstellen van een rechtvaardigheidsprincipe in onze successierechten. Deze maatregel zou perfect kunnen worden genomen, en is ook te rechtvaardigen, in budgettair goede tijden. Het was niet nodig om dit als besparing door te voeren. Dit is een logische maatregel, die eerlijk is voor iedereen. Nogmaals: het is perfect legaal, ik kan dat niet genoeg herhalen. Maar het wringt toch met het rechtvaardigheidsgevoel dat je door een dergelijke planning zorgt dat je meer kunt achterlaten voor je verkrijgenden en op die manier successierechten kunt ontduiken.
Dit neveneffect willen we wel degelijk in de gaten houden: de ontvangsten voor de goede doelen. Dat tarief staat nog niet precies vast, maar we gaan kijken welke ruimte we hebben om het tarief voor goede doelen te laten zakken. Nu staat dat op 8,5 procent. Dat willen we laten zakken, maar ik kan nog niet zeggen tot hoeveel. Dat gaan we nog bekijken. We gaan wel altijd zorgen dat het schenken bij levenden goedkoper blijft dan het vererven na een overlijden.
Over de precieze modaliteiten kan ik nog niet veel zeggen. We gaan eerst met iedereen die nodig is, overleggen. Dat zal zeker met de notarissen zijn, die we de laatste tijd al heel veel werk toeschuiven en die we dan ook zeer dankbaar zijn. Hun inbreng hebben we absoluut nodig om dat op een correcte manier tot een goed einde te brengen, net als de inbreng van onze eigen administratie, maar ook van verenigingen als testament.be, dat daarmee bezig is, en ook van goede doelen. Ik weet niet of we ze allemaal zullen kunnen ontvangen, maar we hebben al een aantal afspraken vastgelegd met goede doelen, om ook hen te horen wat we kunnen doen.
Voor alle duidelijkheid, het is op geen enkele manier de bedoeling van de overheid om het moeilijker te maken om te vererven of te schenken aan goede doelen. We willen alleen het rechtvaardigheidsprincipe herstellen bij de vererving.
Hoe zijn we gekomen aan de 75 miljoen euro? We weten daar niet alles van. Bij VLABEL krijgen we binnen wat we ontvangen aan welk percentage. Op de 8,5 procent is dat ongeveer 20 miljoen euro. Dat wordt gelegateerd aan goede doelen. We weten echter niet precies wat daarachter zit en welke legaten. Volgens de notarissen en ook Kanaal Z zijn de overgrote meerderheid, 80 à 90 procent, duolegaten. Maar dat weten we niet precies. Daarom maken we een inschatting. Achter die 20 miljoen euro zou een overgrote meerderheid van duolegaten zitten. Als je diezelfde 20 miljoen euro die vererfd zou zijn, zou omrekenen aan de normale, jammer genoeg nog altijd hoge tarieven, dan kom je algauw aan een voorzichtig getal van 75 miljoen euro. Zo is dat berekend.
Over de timing moet ik u corrigeren. Het moet niet ingaan op 1 januari 2020. Bij een overlijden heb je vier maanden de tijd om de aangifte te doen. Dan heb je nog een tweetal maanden voor de inkohiering. Het is het moment van inkohiering op basis waarvan we de inkomsten nemen. Om de inkomsten te hebben in 2021, hebben we nog even tijd om te zorgen dat dat systeem op punt staat. We gaan in de komende weken en maanden overleggen om te zorgen dat we zo snel mogelijk een definitieve regeling kunnen communiceren.
Hetzelfde systeem als de woonbonus zal ook hier worden gebruikt. We gaan dus wel degelijk communiceren om de mensen rechtszekerheid te bieden. Dat is belangrijk. Ook zorgen we dat er nog voldoende tijd is om mensen hun gedrag te laten bijstellen. Ik kan van mensen perfect begrijpen dat ze niet graag hebben dat een groot deel van hun vermogen naar de overheid moet gaan. Belastingen betalen is nooit leuk. Als mensen zich daaraan willen aanpassen, zullen ze daar ook de kans voor krijgen. Ik zou mensen in ieder geval willen afraden om nu snel-snel naar de notaris te lopen, want het systeem staat nog niet op punt. We zullen zorgen dat we voldoende snel zijn, dat er dus nog een periode is om die gedragswijziging door te voeren. Het is dus geen overgangsmaatregel die ik aankondig, maar gewoon wel een redelijke termijn om dat gedrag bij te sturen.
Minister, ik had het deze morgen eigenlijk al gehoord toen u op Radio 2 was en u ongeveer op mijn vraag antwoordde. Dat is altijd interessant. (Opmerkingen van minister Matthias Diependaele)
Dat kon ik toch niet laten liggen?
Ik heb nog wat opmerkingen. U bekijkt het natuurlijk vanuit de overheid, vanuit inkomsten. Dat snap ik wel, dat is perfect legitiem. Ik zou wel opletten. Het lijkt wel alsof nu elk duolegaat er specifiek op gericht is om, laat ons zeggen, bepaalde belastingen te ontwijken. Ik zeg niet ontduiken, ik zeg ontwijken. We moeten daar goed mee opletten.
Ik heb met een aantal goede doelen die regelmatig worden gelegateerd, contact opgenomen om te vragen hoe zij dat doen. De grotere organisaties hebben er een honderdtal per jaar. Eer je zo’n hervorming doet – ik snap dat privacy hier gevoelig ligt – zou een administratie als VLABEL, abstractie makend van de persoonsgegevens, toch een diepere analyse moeten kunnen maken van wat daarachter zit. Ik weet niet of dat kan, ik vind het nu wat eigenaardig dat men met een aantal onzekere parameters moet werken om zo’n hervorming te doen.
Ik kom terug op de goede doelen. De grotere doen er zo’n honderdtal per jaar. Wat u daarnet ook zei, klopt ook bij hen: ze nemen niet elk legaat binnen. Ze kijken wel degelijk naar het effect dat het op hen heeft. Er zijn zelfs grote organisaties die zeggen: de medewerker die dat bij ons begeleidt, moet zichzelf terugbetalen.
U zei deze morgen op Radio 2 dat we moeten oppassen dat het belastinggeld niet gebruikt wordt, want die organisaties krijgen subsidies en dan zouden ze subsidies gebruiken om de successie te betalen voor degene waarvoor ze het duolegaat binnen nemen. Dat klopt niet helemaal. Zo staat het letterlijk op de website. U hebt het misschien niet helemaal zo bedoeld. Maar voor hen is dat een aparte werking.
Zij maken zich zorgen over een overheid die de laatste jaren of toch al heel lange tijd wil dat ze minder subsidieafhankelijk worden en andere geldstromen binnenhalen. Ze doen dat ook. Bij heel wat van die grotere organisaties maken de inkomsten uit duolegaten de afgelopen tien jaar een behoorlijk onderdeel uit van hun inkomsten. Ze wijzen erop dat ze daar goede dingen mee doen. Het is niet zo dat dat geld bij wijze van spreken verdwijnt. Ze doen daar goede dingen mee. Bij hen is die ongerustheid echt een pak groter. Ik zou er echt voor willen pleiten, voordat u een stevige hervorming doet, ook met hen in dialoog te gaan om er goed zicht op te krijgen. Zij hebben ooit de opdracht gekregen om minder subsidieafhankelijk te worden, ze zijn daarin geslaagd, en die inkomsten zijn behoorlijk essentieel. Zij maken meestal een scheiding tussen wat ze doen met overheidsgeld en wat ze doen met zogenaamde privéschenkingen of dus duolegaten.
De variatie aan organisaties die daarmee werken, is vrij groot. Vroeger was het misschien inderdaad een wat oudere dame met een dierbaar huisdier die richting asiel ging, maar nu gaat het over natuurverenigingen, musea en allerhande organisaties. Ik vind, minister, als we stappen zetten, dat we heel goed moeten weten wat de impact is. Het zou jammer zijn dat het effect is dat er bij wijze van spreken niets meer – ik trek het nu op flessen – richting goede doelen gaat, omdat we er te hard in snijden. Ik roep op om dat op goede, evenwichtige manier ineen te zetten. Ik snap zeer goed dat u de komende weken en maanden hard zult moeten werken om die hervorming technisch in elkaar te steken. Het is belangrijk dat u niet over één nacht ijs gaat.
Ik was wel wat getriggerd door het geraamde bedrag van 75 miljoen euro omdat er nog zoveel onzekere parameters zijn. Ik snap nu wel de rekening die u gemaakt hebt. Die 20 miljoen euro en dan omgezet naar 75 miljoen euro gaf de indruk dat er al een systeem was, maar ik begrijp dat dat niet zo is, dat het nog wat in de kinderschoenen staat.
Ik heb maar één bijkomende vraag: wilt u het voorzichtigheidsprincipe hanteren? Heel wat organisaties die het ontvangen, doen dat, zoals u zegt, niet voor kleinere bedragen. Het moet voor hen ook echt substantieel zijn, anders gaan ze niet mee in zo’n verhaal. Gaat u ervoor zorgen dat ze bij wijze van spreken niet op nul terugvallen?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Het is belangrijk om te benadrukken dat het voordeel voor goede doelen steeds kleiner wordt – de minister zei het al. Dat heeft alles te maken met hoe dat instrument naar een puur fiscale optimalisatietechniek is geëvolueerd.
Ik heb ook gesproken met mensen die daar speciaal voor worden in dienst genomen. Zij zeggen dat ze nu met bepaalde tabellen moeten werken, met daarin bepaalde limieten die ze niet mogen overschrijden. We kunnen het er allemaal over eens zijn dat dat niet optimaal is, ook niet voor de goede doelen. Ik begrijp dat er kritisch wordt nagedacht over het effect op de goede doelen. We kunnen allemaal besluiten dat het schrappen van dit systeem een rechtvaardige maatregel is, zowel voor de samenleving als voor de goede doelen.
Ik denk wel dat de rechtszekerheid in dezen belangrijk is. Er wordt gezegd dat er bepaalde gesprekken lopen om de nodige modaliteiten uit te werken, samen met de betrokkenen. En dat lijkt mij ook nodig. We moeten rechtszekerheid bieden aan de mensen die bepaalde zaken hebben opgenomen, zodat ze weten wat de effecten zullen zijn.
Collega Rzoska, het is goed dat u hier een vraag over stelt. Dat geeft de minister de kans om een en ander te verduidelijken. Want fiscale hervormingen leiden altijd tot ongerustheid. Nu die maatregel is aangekondigd, moeten we er wel zo snel mogelijk werk van maken, en duidelijkheid scheppen. Dat is mijn advies. Die aanpak heeft alvast het voordeel dat er duidelijkheid en rechtszekerheid is.
Want er zijn nu natuurlijk twee groepen die zich vragen stellen. Je hebt enerzijds de goede doelen die zich – terecht – vragen stellen. De slinger is te ver doorgeslagen naar fiscale optimalisatie. Je mag ervan uitgaan dat het de grootste vermogens zijn die hun vermogen of erfenis kunnen optimaliseren. Maar ik denk dat we geen idee hebben van het aantal kleinere vermogens en ouderen zonder familieleden die, met goede bedoelingen, gebruik hebben gemaakt van dat duolegaat. En vergeet zeker ook niet de mensen die ondertussen niet meer wilsbekwaam zijn, en niet meer in staat zijn om nog een nieuw testament op te stellen. Dat is natuurlijk minder uw bevoegdheid, maar men moet er toch rekening mee houden, zodat we ook daar rechtszekerheid, duidelijkheid en een kader creëren. Het hoeft niet meteen als een overgangsmaatregel te worden beschouwd, maar we moeten toch nadenken over hoe de geldigheid van dergelijke testamenten nog kan worden gewaarborgd.
En de grote vzw’s laten zich natuurlijk niet onbetuigd. Vorige week verstuurde Rode Kruis Vlaanderen nog een e-mail waarin staat dat het een goed idee is om een goed doel op te nemen in je testament. Ze geven ook meteen zes redenen. Ze willen dus nog snel mensen stimuleren om een duolegaat op te stellen. En dat zou het aantal duolegaten nog de hoogte in kunnen jagen.
We moeten hier dus wel het voordeel van de snelheid en de duidelijkheid creëren, en u vindt in mij een partner om u daarin mee te ondersteunen. Want ik begrijp ook uw bedoeling; het kan niet de bedoeling zijn dat een systeem, dat oorspronkelijk een altruïstisch doel had, nu gebruikt wordt om successierechten te ontduiken. Maar gelieve toch rekening te houden met mijn bekommernissen.
Minister, ik heb een vraag en een paar opmerkingen. Als ik het goed begrijp, moet de inkohieringsdatum volgens het plan dat u hebt, liggen in 2020 zodat er vanaf het aanslagjaar 2021 geen duolegaten meer zijn. Iedereen die na 1 januari 2020 overlijdt, valt in het nieuwe systeem dat u zult uitdokteren? Dat moet u mij nog eens uitleggen, want dat heb ik niet begrepen.
Ik hoor dat het ongeveer 75 miljoen euro zou moeten opbrengen vanaf 2021. Dat vind ik zonde, want de duolegaten zijn een goed systeem. Als u dit afschaft of hervormt, is het niet de bedoeling dat het opbrengt voor de staat. Dat er meer rechtvaardigheid nodig is, daar sta ik achter. Dan zou een simpele oplossing zijn: in plaats van de duolegaten af te schaffen, met alle onzekerheid die dat meebrengt, verplichten om de helft aan een goed doel te schenken en de andere helft in duolegaten voort te doen zoals het bedoeld is. Dat is een kleine ingreep waardoor er veel minder verwarring en angst zou zijn onder de bevolking. Wat gaat er gebeuren met mijn testament, mijn duolegaat dat al bestaat? Er zullen zeker overgangsmaatregelen en een overgangsperiode nodig zijn, eventueel voor bestaande testamenten en duolegaten.
Veel mensen hebben me gecontacteerd omdat ze willen weten wat er gaat gebeuren met het duolegaat waarvan ze weten dat ze erin vermeld worden. Hoe zal dat gebeuren? Mensen zeggen me ook dat het schenken aan goede doelen waarschijnlijk niet zal gebeuren, en dat als het moet veranderen, het goede doel erbij zal inschieten. Ze zullen de beste weg zoeken om het geld toch te laten vererven door degene die eerst was aangewezen in het oorspronkelijk testament en vervolgens in het duolegaat. Heel veel goede doelen gaan niets meer krijgen als er geen voordeel is voor de erflater en de personen die hij wil bevoordelen. Dat is precies de reden waarom er nu wel veel gebruik wordt gemaakt van de duolegaten.
Minister, u belooft dat u de 8,5 procent die nu wordt aangerekend, zult verlagen, maar dat een schenking onder levenden beter zou zijn dan vererven. Niet iedereen wil dingen wegschenken, want men weet niet hoe lang men nog zal leven en of men dat nog nodig zal hebben. Het is nodig om eventueel in een verder stadium te bedenken dat er ook andere mensen zijn die zeer dicht verbonden zijn met elkaar. De maatschappij heeft nood aan een soort van bestfriendstestament. Dat staat in het regeerakkoord, zegt u. Ik heb u niet horen zeggen dat u daarvoor de percentages ook verlaagt. Wat is de doelstelling daarvan? Als die 8,5 procent zou zakken, wat zou dan zo'n bestfriendserfenis worden? Nu is het een duolegaat. Aan de ene kant zullen de goede doelen erbij inschieten omdat er geen voordeel meer is om aan goede doelen te schenken. Ze gaan zich weer organiseren op hun eigen eilandje aan de ene kant van het duolegaat. Als men dat moet organiseren, is er een maatschappelijke nood aan lagere tarieven. Er is al van 65 naar 55 procent gegaan, maar het is toch erg dat je een leven lang van alles opbouwt en spaart uit inkomsten waar je al belastingen op betaalt, en dat je, als er zo'n droevige gebeurtenis komt, dan meer dan de helft moet afgeven. Dat is heel, heel erg.
Collega Rzoska, ik noem dit bewust geen ontwijking, optimalisatie, fiscale planning of wat ook, omdat je de mensen die daarvan gebruikmaken geen stigma moet opkleven. Dat zou niet terecht zijn. Het gaat om fiscale planning en daar is op zich geen enkel probleem mee. De overheid heeft het ook jarenlang toegestaan, er zijn zelfs campagnes geweest, niet van overheidswege, maar van testament.be en dat soort verenigingen om dat aan te moedigen. En inderdaad, we hebben ook altijd gezien dat die goede doelen daar wel bij varen. Ik zou dus niet willen dat het een stigma wordt voor mensen die daarvan gebruikmaken. Dat zou onterecht zijn.
Ik deel uw bezorgdheid over de goede doelen wel volledig. Die afweging moeten we inderdaad maken. Het wringt met uw rechtvaardigheidsgevoel. Het wringt dat er mensen dat systeem zo gebruiken. Voor u ook, mevrouw Van dermeersch. U moet dat maar eens uitleggen. Het gaat voornamelijk om mensen die de mogelijkheid hebben om aan fiscale planning te doen. Dat zijn meestal, maar niet altijd, beter gegoede mensen. Die kunnen dat doen en doen dat ook. Het wringt met het rechtvaardigheidsgevoel dat er zoveel duizenden andere mensen zijn die gewoon braaf hun successierechten betalen en dan wel de volle pot betalen. Dat wringt met mijn rechtvaardigheidsgevoel. U mag het gaan uitleggen aan die mensen. Dat moet men dan afwegen tegenover het voordeel van die goede doelen.
Er is één groot nadeel nu en dat heeft ook veel te maken met die raming. Bij de gewestbelastingen proberen we de toekomst altijd te voorspellen op basis van het verleden, maar hier is er geen verleden. Dat is het ambetante. We weten niet hoe we de toekomst moeten inschatten, omdat er geen verleden is om dat op te berekenen. We weten dus niet welk effect het gaat hebben. Ik hoop dat we heel hard gaan verschieten van de Vlamingen, dat er nog veel meer altruïsme is en dat men effectief wel nog gaat vererven aan goede doelen. Ik kan het alleen maar hopen, maar ik kan het niet inschatten. Informeel krijgen we nu het signaal dat dat eerder een minderheid is.
Mevrouw Van dermeersch, mijnheer Rzoska, ik begrijp uw vraag over de openheid. We zouden meer moeten weten. Het grote probleem is dat men van testamenten zelf de datum kan laten registreren, maar niet de inhoud. We weten dus niet wat daar instaat. In alle eerlijkheid vind ik niet dat de overheid dat moet weten. Daar zit u met uw probleem, mevrouw Van dermeersch. Uw voorstel om te verplichten de helft te doen, werkt al niet. Dat kan al niet, want we weten niet wat er in die tekst staat. De wilsbeschikking is waarschijnlijk het meest persoonlijke gebied waar de overheid kan optreden. Laat ons daar nog afblijven. Laat ons dat niet doen. Daar zitten we dus met een probleem. We moeten daarmee werken.
De uitspraak dat we subsidies zouden betalen, kan ik me niet herinneren. Het kan zijn, want het was vroeg in de ochtend toen ze me belden, maar het zou me heel hard verwonderen dat ik iets zou gezegd hebben dat in die zin kan worden geïnterpreteerd. (Opmerkingen)
Op de website staat – anders zou ik dat niet kunnen zeggen – dat de KU Leuven hier 10 à 12 miljoen euro inkomsten uit haalt. Er zijn dus inderdaad mensen die daarvoor specifiek zijn aangeworven, om aan fondsenwerving te doen. Het gaat meestal niet alleen om duolegaten, maar ook om schenkingen en zo. We zullen zien welke impact dat heeft. Nog eens, ik deel helemaal uw bezorgdheid. Ik ben er heilig van overtuigd dat dat geld wel degelijk goed besteed wordt, daar twijfel ik geen seconde aan. We zullen zien waar dat nu eindigt.
Mevrouw Smeyers, in verband met de woonbonus: we hebben nu wel iets meer tijd. Dat is ook een antwoord op de opmerking van mevrouw Van dermeersch. Gewoon ter verduidelijking: het moment van inkohiering telt, wanneer wij het op onze begroting zetten. Als het ingekohierd wordt, komt het op onze begroting. Als dat – puur hypothetisch – op 1 januari 2021 gebeurt, telt dat mee voor de begroting 2021.
Maar als je dan de ‘backtiming’ doet, gaan we ongeveer rekenen op twee maanden verwerktijd voor de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) en nog vier maanden om een overlijden aan te geven. Dat komt neer op ongeveer zes maanden. Als iemand sterft op 1 juli 2020, valt de inkohiering in 2021. Het moment van inkohiering valt dan in 2021 en dan hebben we ook de opbrengst. Dat betekent dat we net iets meer tijd hebben om die duidelijkheid te verschaffen. Als de mensen hier naast mij er heel moe uitzien, is dat omdat we ons heel hard gehaast hebben om dat rond te krijgen, en dat op een kabinet waar amper toiletpapier aanwezig was. (Gelach)
Goed, we hebben nu net iets meer ademruimte om het rond te krijgen. (Opmerkingen. Gelach)
We hebben het nu altijd over hogere verervingstarieven, maar, mevrouw Van dermeersch, het kan evengoed gebruikt worden voor kinderen. Dan gaat het – en ik ben er heilig van overtuigd dat het ook zo zal zijn – echter over heel grote bedragen. Voordat het een voordeel heeft voor de begunstigde moet het gaan om een vermogen van meer dan een half miljoen, 500.000 euro. Vanaf dan begint het ook voordelig te zijn voor kinderen. Ik weet het niet. We weten het niet. In die zin stel ik het met de grootste voorzichtigheid, maar ik denk dat het ook daar gebruikt wordt en dan gaat het om de heel grote vermogens. Nogmaals, u mag gerust aan de mensen gaan uitleggen dat die dat wel kunnen en dat iemand die zeer braaf zijn successierechten betaalt, waarschijnlijk omdat die niet aan dat groot vermogen komt, daar geen gebruik van kan maken. Want voor hen levert dat geen voordeel op. Dat is pas het geval bij vererving aan kinderen. Daar gelden lagere successierechten. Vandaar het verschil.
Ik zou mensen absoluut afraden om nu nog zeer snel hun testament te laten aanpassen. We gaan die regeling op tijd uitwerken, zodat de mensen nog voldoende tijd hebben om de nodige maatregelen te treffen. Het zou onverstandig zijn om nu nog zo snel mogelijk bij de notaris langs te gaan.
De bestfriendsregeling wordt nog uitgewerkt. We kunnen u daar nog niet veel over vertellen, maar we willen daar ook een systeem voor uitwerken. Dat staat zo in het regeerakkoord. Al denk ik dat er nu andere zaken zijn die eerst moeten worden afgewerkt.
Minister, ik wil u bedanken voor uw antwoord. Ik kan u voor een groot stuk volgen in uw verhaal. Mijn rechtvaardigheidsgevoel knaagt ook af en toe bij die duolegaten. We moeten alleen opletten dat we het kind niet met het badwater weggooien, want heel wat universiteiten financieren hier hun onderzoeken mee. Zo wordt kankeronderzoek voor een deel via duolegaten gefinancierd, vaak via mensen die zelf ziek zijn geweest, en een deel van hun vermogen hieraan willen schenken. Een legaat kan immers naar een heel specifiek doel gaan; het hoeft niet altijd in een algemene pot terecht te komen.
We zien de technische uitwerking tegemoet. Want we moeten de toekomstige regeling goed afstemmen op de regeling die geldt voor mensen die vandaag een duolegaat in hun testament opnemen. Collega Smeyers gaf dit al aan. We moeten onduidelijkheden vermijden, want we krijgen nu al heel wat vragen.
Het zou voor de Vlaamse Regering sowieso interessant zijn om snel duidelijkheid te verschaffen. In de e-mail waar mevrouw Smeyers naar verwees, spreekt men over zes redenen om toch nog voor een duolegaat te kiezen. In die zin is het voor de overheid zaak om zeer snel duidelijkheid te scheppen en te laten zien welke stappen we gaan zetten en wanneer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.