Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Parys heeft het woord
Minister, ik baseer mij op iets dat ik in Gazet van Antwerpen heb gelezen en dat ik al geruime tijd opvolg, namelijk het lot van slachtoffers van tienerpooierschap. Uw voorganger, mijnheer Vandeurzen, heeft na vele debatten in het parlement onder andere Payoke de middelen gegeven om een aantal mensen in te zetten die specifiek op die minderjarige slachtoffers van tienerpooierschap moesten focussen.
Nu blijkt uit een eerste evaluatie dat Payoke 110 aanmeldingen van potentiële slachtoffers heeft ontvangen. De directeur laat weten dat er ondertussen zelfs een wachtlijst is aangemaakt omdat er tegen het eind van het jaar ongeveer 150 meldingen worden verwacht. De medewerkers van Payoke geven duidelijk aan dat het lang geen louter Antwerps probleem meer is. Het zit verspreid over heel Vlaanderen.
Minister, hebt u dat gemonitord? Wist u dat er ondertussen een wachtlijst is voor deze toch wel bijzonder kwetsbare slachtoffers? Kunt en zult u iets ondernemen om dat probleem uit de wereld te helpen en niet nog eens een nieuwe wachtlijst te laten ontstaan?
Wat wilt u binnen het beleid doen voor slachtoffers van tienerpooierschap in deze legislatuur?
Zijn twee of drie mensen genoeg om een gebiedsdekkend antwoord te bieden op deze problematiek?
Er zijn nog bijna geen procedures opgestart voor slachtoffers van mensenhandel en tienerpooierschap. Dat was nochtans specifiek de bedoeling. Waarom blijkt dat zo moeilijk?
Minister Beke heeft het woord.
De projectovereenkomst met de vzw Payoke is van start gegaan op 1 december 2018. Dat is dus bijna een jaar geleden. Na een opstartfase, om de praktische voorbereiding te kunnen uitwerken, werd op 18 februari 2019 een ministeriële rondzendbrief verspreid waarin de inhoudelijke contouren van deze overeenkomst werden geduid en de verwachtingen ten opzichte van de hulpverleningsorganisaties verduidelijkt. Het gaat dus over een recent en bijkomend initiatief om net de detectie van potentiële slachtoffers die in voorzieningen verblijven te versterken. Het feit dat dit in Vlaanderen al gekend is na een relatieve korte doorstart van zes maanden en duidelijk aan een behoefte voldoet, is op zich positief.
We wensen er toch ook nog eens op te wijzen dat we vanuit Vlaanderen de problematiek van slachtoffers van tienerpooiers en een aanpak op meerdere terreinen – ook bijvoorbeeld met betrekking tot de noodzaak de daders aan te pakken – op de kaart zetten, wat ook geleid heeft tot initiatieven op het federale niveau.
Wat de projectovereenkomst met Payoke betreft: de opvolging van deze overeenkomsten en de cijfers gebeurt door de Vlaamse Stuurgroep Tienerpooiers. Een eerste evaluatie in juni, een paar maanden na de opstart, maakte duidelijk dat de cijfers doorheen het nieuwe project verfijnd moesten worden. Er is immers soms overlap tussen meldingen waarbij er sprake is van een vraag om info inzake het fenomeen tienerpooiers, een vraag tot teamondersteuning inzake mensenhandel, een informatievraag omtrent de inschatting van bepaald gedrag van een jongere of van meldingen die geregistreerd werden als dossiers waar er al duidelijkheid was over het slachtofferschap. Dit is niet onlogisch. Gelet op de media-aandacht kwamen er ook aanvragen binnen die eerder informatief bedoeld waren, waarbij het dus niet de bedoeling was potentiële slachtoffers die in voorzieningen verblijven, te signaleren.
Ondertussen namen Child Focus en Payoke al gezamenlijke initiatieven om ervoor te zorgen dat de vele vragen op de juiste plaats terechtkomen. Zo is het duidelijk dat voor veeleer informatieve vragen of bezorgdheden men het best bij Child Focus terechtkan. De cijfers die in het artikel aangehaald worden, omvatten blijkbaar al deze verschillende categorieën, en gaan dus niet noodzakelijk over vragen naar assessment of over de verschillende slachtoffers. Het luik assessment van de overeenkomst zit momenteel in de projectfase, zowel op het vlak van de procedure om deze aan te vragen als in de effectieve uitrol ervan.
Op de stuurgroep van juni bracht Payoke aan dat, in de huidige manier van werken, er wachttijden zouden kunnen ontstaan om een assessment onmiddellijk op te starten. Al voor de zomer werd dus al duidelijk dat om een vlotte doorstroom te organiseren na de melding er een betere afstemming moet zijn tussen wat Payoke zelf opneemt en de voorziening waar het potentiële slachtoffer verblijft. In een volgende stuurgroep zal onderzocht worden hoe een vrij recent meldpunt niet zijn eigen wachtlijst moet organiseren.
Wat zijn de prioriteiten in deze legislatuur? De projectovereenkomst inzake melding en assessment met Payoke maakt deel uit van een ruimer Vlaams actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers en een strakkere aanpak van tienerpooiers. Dit actieplan is een actualisering van het oorspronkelijke plan uit 2016. In de acties die vervat zitten in dit plan wordt tegelijkertijd ingezet op vier verschillende domeinen: preventie, bescherming, vervolging en partnerschap. De uitbreiding met innovatieve woonvormen vanaf 1 januari 2020, de opstart van een module ondersteunende begeleiding om extra ondersteunende onthemingstrajecten mogelijk te maken specifiek voor deze doelgroep en de uitbreiding van het aanbod beveiligd verblijf zijn hier enkele concrete elementen in.
Het project met Payoke valt onder actie 4.3, die luidt als volgt: “De erkende centra mensenhandel registreren enerzijds het aantal aanmeldingen van mogelijke slachtoffers en anderzijds het aantal minderjarigen die effectief het statuut ‘slachtoffer mensenhandel’ krijgen. We installeren een tweedelijnsconsult en assessment voor de actoren binnen de integrale jeugdhulp en informeren dezen over de verwachtingen omtrent het aanmelden.” Dat is de verantwoordelijkheid die aan Payoke is toebedeeld.
Mijnheer Parys, de opvolging en de evaluatie van de acties die in dit actieplan zijn vervat, gebeurt door de Vlaamse Stuurgroep Tienerpooiers. We moeten eerst de overlapping uitklaren tussen wat wordt gedaan door de medewerkers van Payoke zelf en door de medewerkers van de voorzieningen waar de gemelde potentiële slachtoffers verblijven. Ik denk dat u het ermee eens bent dat we in het kader van nieuwe projecten meer moeten monitoren, wat we nu al doen, en moeten bijsturen.
Een andere vraag is waarom het zo moeilijk blijft een juridische procedure voor slachtoffers van mensenhandel te starten. Een correcte ondersteuning op juridisch vlak moet alle rechten van de slachtoffers van tienerpooiers vrijwaren. Het is uiterst belangrijk oog te hebben voor de installatie van deze hulp, eventueel in samenwerking met organisaties met expertise ter zake. Dit maakt deel uit van de infobrochures die momenteel worden ontwikkeld voor hulpverleners die slachtoffers begeleiden.
We moeten echter het onderscheid maken tussen de juridische ondersteuning waar elk slachtoffer, net zoals andere jongeren in de jeugdhulp, gebruik van moeten kunnen maken en de specifieke procedure die is gekoppeld aan het juridisch statuut ‘slachtoffer van mensenhandel’. Het statuut ‘slachtoffer van mensenhandel’ wordt enkel door de referentiemagistraat mensenhandel toegekend.
Hiervoor moet het slachtoffer cumulatief aan bepaalde voorwaarden voldoen. De betrokkene moet een verklaring afleggen of een klacht indienen, in die zin dat hij of zij informatie verstrekt die toelaat het onderzoek naar de daders aan te vatten of verder te zetten. De betrokkene moet breken met het netwerk van de daders. De betrokken moet zich laten begeleiden door een gespecialiseerd referentiecentrum.
Dit statuut en de voorwaarden om eraan te voldoen, zijn niet noodzakelijk op maat van slachtoffers van tienerpooiers. Door de sterke verbondenheid, vaak zelfs verliefdheid, die deze slachtoffers voor hun pooiers voelen, is het, zeker in het begin van het hulpverleningstraject, niet evident dat ze zomaar aan deze voorwaarden willen voldoen. Om die reden is in de overeenkomst met Payoke opgenomen dat hun expertise op dit vlak aan organisaties en aan potentiële slachtoffers kenbaar wordt gemaakt. Dit kan tijdens een kennismakingsgesprek, een vorming of een assessment, zodat alle betrokken partijen op de hoogte zijn van de specificiteit van het statuut en van de mogelijkheden inzake juridische ondersteuning door het referentiecentrum.
Op het niveau van de federale overheid is het belang van een evaluatie van dit statuut opgenomen in een addendum bij het Nationaal Actieplan 'Strijd tegen de mensenhandel 2015-2019'. De doelstelling is een betere afstemming op de noden van de verschillende slachtoffergroepen op het vlak van bescherming en begeleiding.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik denk dat mijn opvolgingsvraag logisch is. Wat is dat, de uitsplitsing van die 110 aanmeldingen? In hoeveel gevallen betreft het een informatieve vraag die Child Focus eigenlijk zelf had kunnen behandelen? Hoeveel personen verdienen, als ik het zo mag uitdrukken, een assessment door Payoke en hoeveel personen kunnen door een jeugdvoorziening zelf worden behandeld? Ik weet niet of u die cijfers bijhebt, maar het zou me interesseren ze te kunnen krijgen.
Ik ben blij dat u ervoor wilt zorgen dat er geen nieuwe wachtlijsten ontstaan. Dat heb ik goed genoteerd.
Wat de moeilijkheden betreft om de juridische procedure voor slachtoffers van mensenhandel te starten, zou ik met aandrang willen vragen dit nogmaals op te nemen. Ik weet dat we de federale overheid hiervoor nodig hebben, maar een aantal jaren geleden hebben we in het Vlaams Parlement verklaard dat we dit heel actief zouden opnemen. Als we kijken naar de cijfers waaruit blijkt hoeveel procedures nu zijn gestart, doet het me pijn dat er eigenlijk nog niets is veranderd. Het is dan ook mijn expliciete vraag u hier achter te zetten.
We moeten er niet enkel voor zorgen dat we de slachtoffers helpen. Ik vind het even belangrijk dat we het netwerk achter die slachtoffers oprollen, zodat dezelfde tienerpooiers geen nieuwe slachtoffers meer maken.
Minister Beke heeft het woord.
Ik kan het alleen maar eens zijn met dat laatste pleidooi. Mijnheer Parys, we zullen die uitsplitsing van de cijfers opvragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.