Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Vraag om uitleg over inburgeringscursussen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
Verslag
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Een van de speerpunten van het nieuwe inburgeringsbeleid van de Vlaamse Regering is dat nieuwkomers voortaan zullen moeten betalen, zowel voor een cursus als om examens af te leggen. Voor alle duidelijkheid: wij zijn grote voorstander van verplichte inburgering. We denken inderdaad dat het cruciaal is dat nieuwkomers zo snel mogelijk de taal leren en zo snel mogelijk geholpen worden om hun plaats te vinden, zowel op de arbeidsmarkt als in de samenleving, maar we zijn er evengoed van overtuigd dat het een heel slecht idee is om inburgering betalend te maken. Jullie zeggen altijd: ‘Kijk eens naar het Noorden.’ Wel, ik zou zeggen, doe dat in dezen dan ook, want het voorbeeld uit Nederland, waar inburgering vandaag al betalend is, toont aan dat geld vragen eigenlijk vooral extra drempels opwerpt en zo averechts werkt. Maar die discussie – ik bereid een aantal vragen voor – gaan we ongetwijfeld nog zeer lang en breed kunnen voeren.
Vandaag wil ik het hebben over Brussel, want voor Brussel stellen zich volgens mij
een aantal specifieke problemen. Op 21 april 2017 keurde de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (VVGGC) namelijk een ordonnantie goed die inburgering voortaan ook verplicht maakt in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Wij hebben daar mee aan de kar getrokken en we zijn daar zeer tevreden over. Die ordonnantie stipuleert de doelgroep alsook de implementatievoorwaarden van het Brusselse inburgeringsbeleid, maar de concrete uitvoering ligt in handen van de Gemeenschappen. Na lange en moeilijke onderhandelingen werd daarover een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en de Franstalige en de Vlaamse Gemeenschap in april 2019. Daarbij was de afspraak dat zowel de Vlaamse als de Franstalige Gemeenschap minstens vierduizend plaatsen zouden creëren, respectievelijk via het Agentschap Integratie en Inburgering (AgII) en een aantal Bapa’s (bureaus d’acceuil pour les primo-arrivants), om van die verplichte inburgering ook in Brussel een realiteit te maken vanaf 1 januari 2020.
Maar aan de vooravond van de verplichte inburgering in Brussel dreigt nu een belangrijk probleem. Als Brusselse nieuwkomers kunnen kiezen tussen een betalend parcours van de Vlaamse Gemeenschap en een gratis parcours van de Franstalige Gemeenschap, gaan ze uiteraard voor dat laatste kiezen. Dat kan voor ons niet de bedoeling zijn, want het zou eigenlijk de facto de stopzetting betekenen van het Vlaams inburgeringsbeleid in Brussel, zowel voor vrijwillige als voor verplichte inburgeraars. Ik denk aan EU-burgers die in groten getale aanwezig zijn in Brussel, waaronder veel Bulgaren en Roemenen. we zien dat die vandaag ook vrijwillig inburgering volgen. Als ze echter gaan moeten betalen, gaan ze natuurlijk naar de Franstalige kant. Daarmee zou bovendien het evenwicht tussen de Vlaamse en Franstalige inspanningen volledig zoek zijn, wat indruist tegen de basisprincipes van het samenwerkingsakkoord. Het is daarnaast ook de vraag of het wettelijk, conform de Brusselse ordonnantie Inburgering, überhaupt mogelijk is om verplichte inburgering betalend te maken op Brussels grondgebied. Het is de GGC die de bevoegdheid heeft om de verplichting en de modaliteiten daarvan te reguleren.
Bovendien – en dat is voor mij toch niet onbelangrijk – dreigt heel de situatie op termijn de positie van het Nederlands in onze hoofdstad te verzwakken. Voor mij lijkt het de vanzelfsprekendheid zelve dat we een uitzonderingsregime gaan uitwerken voor Brussel, zodat de Vlaamse inburgeringstrajecten in ieder geval in Brussel kosteloos blijven binnen de grenzen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, zodat de inspanningen aan Vlaamse en Franstalige kant in evenwicht blijven.
Minister, hoe gaat u ervoor zorgen dat de beslissing om Vlaamse inburgeringstrajecten betalend te maken, niet zal zorgen voor een onevenwicht tussen de Franstalige en Vlaamse Gemeenschap? Hebt u een juridisch advies dat de rechtsgeldigheid van de invoering van een betalend inburgeringsparcours op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bevestigt? Zo neen, bent u van plan om dat te laten opmaken? Kunt u bevestigen dat de Vlaamse Gemeenschap zich zal houden aan de gemaakte afspraken om vierduizend plaatsen te plannen voor Nederlandstalige inburgeringstrajecten in Brussel? Hoe zult u ervoor zorgen dat die ook worden ingevuld?
Minister, zult u een uitzonderingsregime invoeren om de verplichte inburgering van de Vlaamse Gemeenschap gratis te houden op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, in ieder geval voor Brusselaars die binnen de door de GGC vastgelegde doelgroep van verplichte inburgeraars vallen, maar wat ons betreft ook de vrijwillige inburgeraars? Hebt u al de kans gezien om hierover overleg te plegen met uw bevoegde GGC-collega? Zo ja, wat was het resultaat?
De heer Bex heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg over dit thema had ik gesteld aan minister Dalle, omdat in het regeerakkoord staat dat de Brusseltoets als beleidsinstrument wordt behouden, dat er dus wordt nagegaan of er specifieke problemen zijn met de toepassing van regelgeving in Brussel. Alvast op dit vlak bleek dat niet gebeurd te zijn bij de totstandkoming van het regeerakkoord, maar minister Dalle zou hier binnen de regering op toezien. Vandaar dat ik mijn vraag om uitleg aan hem had gesteld.
In grote lijnen is onze fractie het eens met wat mevrouw Goeman zegt. Wij zijn ook voorstander van verplichte inburgering. Ik ben zelf voogd geweest van niet-begeleide minderjarigen. Het is heel belangrijk, zeker in een Brusselse context, dat die jongeren de lessen volgen.
We zijn er evengoed van overtuigd dat het een heel slecht idee is om het inburgeringsbeleid betalend te maken. Collega Moerenhout zal daar later nog op terugkomen, maar ik wil vandaag het punt over de Brusselse inburgeringscursussen maken. De collega vroeg al of Vlaanderen de vierduizend cursussen die we hebben beloofd, plannen.
Minister, de belangrijkste vraag is deze: hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen in kwetsbare situaties – we moeten daar niet onnozel over doen, dat zijn geen mensen met grote financiële middelen – nog bereid zijn om een Nederlandstalige cursus te volgen?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw Goeman en mijnheer Bex, hartelijk dank voor deze pertinente vragen. Ik zal mijn best doen om er zo goed mogelijk op te antwoorden en om u gelukkig te maken. Als een minister volksvertegenwoordigers gelukkig kan maken, heeft hij een mooie dag.
We gaan vandaag het debat nog niet voeren over het wel of niet betalend maken en wat we daarvan vinden. Ik heb begrepen dat mevrouw Moerenhout zich klaarstoomt om dat debat te voeren. Dat zullen we ongetwijfeld een andere keer doen. Het is ook niet het voorwerp van de vragen. De vragen gaan heel specifiek over Brussel en hoe we dat daar aanpakken.
Voor de collega's die misschien niet zo goed vertrouwd zijn met de situatie – jullie zijn dat zeker wel –, wil ik zeggen dat de Vlaamse Gemeenschap zich formeel heeft geëngageerd met betrekking tot verplichte inburgeringstrajecten in Brussel. We hebben dat gedaan door op 3 mei 2019 een decreet goed te keuren.
De verplichte inburgeringstrajecten in Brussel starten op 1 januari 2020. De GGC keurde op 11 mei 2017 een ordonnantie over het inburgeringstraject voor de nieuwkomers goed en duidde de Vlaamse Gemeenschap aan als een van de inrichtende partijen. De Vlaamse Gemeenschap hecht veel belang aan dit engagement, en ook ons regeerakkoord – een prachtig document, dat u zeker nog eens moet doornemen – schrijft daarover een passage: “De verplichte inburgering in Brussel is een feit en kan van start. Vanuit Vlaanderen is hier hard aan gewerkt met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; we zetten ons nu volop in op de uitwerking en toeleiding naar de Nederlandstalige inburgeringstrajecten.”
Om heel concreet te zijn, verwijs ik ook naar de passage over het betalend maken van deze inburgeringstrajecten. De modaliteiten motiveren we door de inburgeringstrajecten minder vrijblijvend te maken en een beroep te doen op een grotere inspanning en inzet van de nieuwkomer, maar verantwoorden we ook door het gegeven dat er in Vlaanderen een inhoudelijke versterking op til is. Er is een directere link met de werking van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), en met het vierde traject, waarbij de nieuwkomer gekoppeld wordt aan een peter of meter waardoor hij of zij zich sneller in Vlaanderen zal kunnen integreren.
We willen echter vermijden dat er in Brussel een situatie ontstaat die niemand gewild heeft. Brussel is een belangrijke stad voor het Vlaamse beleid en nu er ook in Brussel een inburgeringstraject wordt ingevoerd, zou het verschil in kostprijs tussen de Franstalige en Nederlandstalige cursussen een verschuiving kunnen veroorzaken. Daardoor zouden we een andere uitdrukkelijke ambitie van deze Vlaamse Regering tekortdoen: we willen namelijk waken over het Vlaamse en Nederlandstalige karakter van onze hoofdstad. Om de drempel laag te houden, willen we voor de inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, die tevens een inburgeringstraject in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest volgen, een uitzondering voorzien. We willen voor deze mensen de cursussen gratis houden. Dat is een uitdrukkelijk engagement. We kunnen op termijn zeker het gesprek met onze Franstalige tegenvoeters aangaan of zij in hun positie ter zake een evolutie zien. Dan kunnen we de inburgeringstrajecten eventueel toch met Vlaanderen overeenstemmen. Op dit moment lijkt me dit een goede afweging tussen onze belangen die we in Brussel hebben om daar de Nederlandse taal sterk te houden en de inburgeringstrajecten die we aan de Brusselaars in Brussel aanbieden.
Ik kan u bevestigen, mijnheer Bex, dat we in de begroting van 2020 een budget voorzien voor de geplande vierduizend inburgeringstrajecten waarvoor we ons ten aanzien van onze partners in Brussel hebben geëngageerd. Die trajecten worden dus gefinancierd. Ze blijven bestaan en worden verder uitgerold.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik blijf ongelukkig over de algemene beslissing om de inburgeringscursus betalend te maken, maar ik moet toegeven dat u mij gelukkig maakt met het engagement om de inburgeringscursus in Brussel voor de inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ook in de toekomst gratis te houden. Ik denk dat dat cruciaal is om ervoor te zorgen dat wij ook in Brussel het engagement waaraan de Vlaamse Gemeenschap belang hecht, kunnen waarmaken, zodat we ook daar een rol kunnen spelen om mensen naar de arbeidsmarkt en samenleving te leiden, en om hun onze Nederlandste taal te leren.
Ik zal uiteraard dit dossier opvolgen om te kijken hoe dit praktisch in zijn werk gaat, maar ik steek niet onder stoelen of banken dat ik blij ben dat de juiste beslissing daarover al is genomen.
De heer Bex heeft het woord.
Ook ik wil u bedanken, minister. Ook al bent u nog maar een week aan de slag, toch zijn we heel blij dat u al op deze manier uw stempel op het regeerakkoord hebt kunnen drukken.
Ik heb nog een vraag: er worden een aantal extra inburgeringstrajecten of -mogelijkheden in Vlaanderen voorzien. Bent u van plan om ook in Brussel die extra mogelijkheden uit te rollen?
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, de beslissing van de Vlaamse Regering om het integratietraject betalend te maken, vind ik een goede zaak. Te veel mensen haken af tijdens het inburgeringstraject of doen nooit een examen. Die vrijblijvendheid moet eruit. Brussel is echter een unieke context vanwege het feit dat er naast de Vlaamse Gemeenschap nog andere beleidsmakers in het veld aanwezig zijn. De Franstalige integratietrajecten worden gratis aangeboden. Daardoor zou er een onevenwicht tussen de Vlaamse en de Franstalige trajecten ontstaan, indien het Vlaamse integratietraject betalend zou worden in Brussel. Het is belangrijk dat Brusselse nieuwkomers hun weg blijven vinden naar het Vlaamse aanbod. In deze context vind ik het dan ook helemaal terecht dat er beslist wordt om voor Brussel in een uitzonderingsregime te voorzien. Op termijn zou het wenselijk zijn om dit uitzonderingsregime uit te doven zodat het betalende karakter ook naar Brussel kan worden uitgebreid. Dit is uiteraard niet mogelijk zolang het Franstalige traject gratis blijft.
Minister, zult u er bij de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en bij de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) op aandringen om de baten van een betalend inburgeringstraject in overweging te nemen? Wanneer zijn die gesprekken gepland?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik ben blij van Groen en sp.a te horen dat zij er ook op hameren dat het inburgeringstraject verplicht moet zijn. (Opmerkingen)
Ja, maar dat is vijftig jaar te laat.
Minister, als liberaal zou u het woord ‘zelfredzaamheid’ toch hoog in het vaandel moeten voeren. Hoe kwalificeert u dat? Hoe is de regering ertoe gekomen om viermaal 90 euro te vragen? Waarom dat bedrag? U hebt in een aantal interviews zeer trots – ik denk toch dat ik het zo mag noemen – of een beetje verontschuldigend gezegd dat het in Nederland veel meer is en dat het dus bij ons zeer weinig is. Dat doet toch vermoeden dat u toch niet zo gelukkig bent met dat bedrag. Misschien vindt u dat bedrag toch nog net iets te hoog. Hoe komt u nu tot die viermaal 90 euro? Waarom zou dat een goed bedrag zijn? Waarom zouden wij niet gewoon, in het kader van zelfredzaamheid, de volle pot vragen? U weet dat dat ons standpunt is. De volle pot is dan 4600 euro. Als ik zou migreren naar een ander land, zou ik nooit verwachten dat men mij daar een gratis cursus zou aanbieden of – laat het ons dan toch maar eerlijk zeggen – voor een peulschil van 360 euro.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, als u een deel van de oppositie gelukkig hebt gemaakt, dan hebt u ook ons gelukkig gemaakt met uw belangrijke toezegging om voor Brussel in een uitzondering te voorzien. Dat is een zeer wijze en zeer juiste beslissing. De verplichte inburgering is, denk ik, al vijftien jaar geleden ingevoerd. Dat gebeurde trouwens door een regering met socialisten, met de allereerste Vlaamse minister van Inburgering, Marino Keulen. Vlaanderen heeft vijftien jaar later op dat vlak al een heel goede weg afgelegd. We zijn ondertussen allemaal overtuigd van het belang van een dergelijke inburgeringscursus. In Brussel heeft het allemaal wat langer geduurd. We zijn blij dat men daar nu ook op de trein van een verplichte inburgering is gesprongen voor mensen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het is goed dat die trein niet meteen wordt gesaboteerd door het betalend te maken. Wij zijn blij dat u dat obstakel op voorhand wegneemt en dat die Brusselse inburgeringstrein nu ook volop op de rails kan worden gezet.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, bij de voorbereiding van deze regelingen werd de kwestie dat het in Brussel een probleem zou zijn, aangekaart. We zijn dan ook bijzonder blij dat de nieuwe minister het probleem snel en adequaat oplost.
Minister Somers heeft het woord.
Ik wil mevrouw Partyka bedanken voor de krachtige steunbetuiging, de heer Ongena voor het respecteren van de partijdiscipline en de andere collega's voor hun goede en terechte opmerkingen.
Eerst en vooral: het is niet ikzelf die het probleem heeft opgelost. De Vlaamse Regering is een collegiaal orgaan. We hebben het probleem opgelost in overleg met alle betrokken coalitiepartners en regeringspartners, die evident botsen rond dit probleem, dat we op een goede manier moeten aanpakken. Voor alle duidelijkheid: ik sta heel sterk achter de keuze voor het inburgeringstraject zoals we dat hebben uitgestippeld. Ik ben ook bereid om daar in een volgende commissievergadering grondiger op in te gaan en het debat daarover aan te gaan.
Ik heb daarnet tegen mevrouw Moerenhout gezegd dat we nu niet het debat gaan voeren over het betalend karakter en over die 90 euro. Ik zou mevrouw Moerenhout niet respectvol behandelen, mijnheer Van Rooy, als ik nu wel zou ingaan op uw vraag. Ik stel voor dat we daar later ten gronde over discussiëren. Dan zal ik u ook ten gronde kunnen uitleggen waarom ik denk dat het een goede en coherente maatregel is. Het gaat om een heel pakket maatregelen die we nemen om het inburgeren tot een groter succes te maken: Inburgering 2.0. Collega Keulen is daar inderdaad in 2004 mee begonnen. Hij vroeg toen ook al naar het verplichtend karakter, naar een resultaatsverbintenis in plaats van inspanningsverbintenis. Ik verheug mij er enorm over dat we in die elementen vandaag een stap verder kunnen zetten, zoals ik mij ook verheug over het opdrijven van de kansen die we creëren in dat inburgeringstraject. Want het is natuurlijk de absolute ambitie om mensen ook kansen aan te reiken in Vlaanderen, om een volwaardige burger te kunnen worden in onze samenleving.
Mevrouw Tavernier, u hebt een aantal terechte opmerkingen gemaakt. Te veel mensen leggen nooit een examen af, zegt u. Dat is juist, want er zijn nog geen examens. Er is op dit moment dus niemand die examens aflegt. Dat is net een van de dingen die we gaan invoeren. Maar uw specifieke vraag ga ik zeker meenemen, ook naar mijn Franstalige collega'. U ziet het: ik heb na één commissievergadering al tien nieuwe afspraken waartoe ik mij moet engageren en dat zal ik in de loop van de komende weken en maanden zeker doen. Ik ga dat uiteraard ook doen in goed overleg met de collega die verantwoordelijk is voor het dossier Brussel, om te kijken of wij niet verder inspirerend kunnen zijn voor onze zuiderburen. U weet immers dat Vlaanderen op dit punt vooropliep en dat onze collega's in het zuiden nu ook overtuigd zijn geraakt van het belang van een verplicht inburgeringsbeleid. Misschien zien zij ook wel wat brood in onze nieuwe aanpak. Ik ga hen niet alleen spreken over het betalend karakter, maar ook over de arbeidstoeleiding en uiteraard ook over het vierde traject dat we willen uitbouwen, namelijk het peter- en meterschap of de buddywerking die moet toelaten om mensen sneller een sociaal netwerk te geven en mensen in de praktijk en reëel in te burgeren, zodat we segregatie vermijden en inclusie mogelijk maken. Het hele pakket is een pakket dat ik heel graag ga uitleggen bij heel veel mensen, en dus zeker ook bij onze Franstalige vrienden in Brussel. Dat is dus een goede suggestie, die ik meeneem.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.