Verslag vergadering Commissie ad hoc
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal de Panoreportage hebben gezien van 18 september. Ik was daar zelf een beetje door verontrust. Ze illustreerde duidelijk het resultaat van ons afvalbeleid. De consument denkt namelijk dat die goed bezig is omdat hij goed sorteert en recycleerbare verpakkingen koopt. Maar uit de reportage bleek dat dat niet helemaal het geval is. Een van de problemen is dat er zeer veel verschillende soorten afval zijn. Er is een enorme wildgroei aan afvaltypes. De doelstelling om verpakkingsafval te reduceren, wordt niet in de praktijk gebracht. In de reportage zagen we ook dat er heel veel verschillende verpakkingen zijn die moeilijk recycleerbaar zijn. Vooral een combinatie van verschillende soorten verpakking maakt dat iets moeilijk recycleerbaar is. Ik denk daarbij aan het fragment van professor Van Doorsselaer die aan de hand van een winkelkar van de consument bepaalde welke verpakkingen wel en niet recycleerbaar waren. Het was onthutsend. Van het hele pakket was enkel de petfles recycleerbaar, en dan nog niet de dop ervan. Dat was zeer ontnuchterend.
We hebben ook gezien dat op het inzamel- en recyclagesysteem van de blauwe zak nog verbetering mogelijk is. Slechts de helft van wat in die zak zit, wordt gerecycleerd volgens een onderzoek van Recover. Nog meer: de hoeveelheid afval die wordt uitgevoerd vanuit de haven van Antwerpen en richting Europa vertrekt, wordt steeds groter. Nu we niet meer naar China kunnen uitvoeren, is er in Turkije op twee jaar tijd een vertwintigvoudiging van de hoeveelheid te recycleren plastic. Wat leren we daaruit? Dat onze intenties en de praktijk niet altijd stroken met elkaar.
Op 19 juli 2019 heeft de ministerraad een samenwerkingsakkoord goedgekeurd over de preventie en het beheer van verpakkingsafval. Dan begrijp ik niet goed wat ik zie op tv en wat de Panoreportage illustreert en wat we daar hebben goedgekeurd. Ik heb dan ook het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) er eens naast gelegd. Ze gaven twee dingen aan die niet stroken met de Panoreportage. Ten eerste stellen zij voor om een echte beleidsevaluatie bij het samenwerkingsakkoord te voegen. Mijn vraag is dan ook waarom dat in dit geval niet werd gedaan. Minister, hoe denkt u om de beleidsevaluatie te maken? Misschien is die er, maar ze zat alleszins niet bij de beslissing. Dan hoor ik dat graag.
Een tweede zaak waar de Minaraad sterk op hamerde en wat ook heel duidelijk zichtbaar was in de Panoreportage, is het belang van preventie. We zetten heel sterk in op recyclage en vooral op de sensibilisering voor recyclage, waarvoor we ook niet altijd onze doelstellingen halen. Maar goed, we zijn al op de goede weg. Maar we zien dat we er niet in slagen om afval te voorkomen. De afvalberg blijft groeien. Waarom zetten we niet bijkomend in op preventieve maatregelen die ervoor zorgen dat we minder te recycleren afval produceren?
In 2022 moet artikel 4 van de Europese ‘Single-use plastics’-richtlijn geïmplementeerd zijn in Vlaamse wetgeving. Hoe past het samenwerkingsakkoord dat is goedgekeurd door de ministerraad op 19 juli binnen de implementatie van deze richtlijn? Is dat een voorbereiding daarop of komt daar nog een vervolg op?
Minister Van den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, wat betreft de beleidsevaluatie, weet u dat de aanpassing van het samenwerkingsakkoord voortkomt uit twee beleidsinitiatieven. Ten eerste waren dat de aangescherpte doelstellingen uit de wijziging van de Europese Verpakkingsrichtlijn. Ten tweede waren dat elementen uit het verpakkingsplan 2.0, dat in de zomer van 2018 door de Vlaamse Regering is goedgekeurd, die in dit samenwerkingsakkoord wettelijk zijn verankerd. Dit verpakkingsplan is pas tot stand gekomen na een uitgebreid proces waar beleidsevaluatie een heel belangrijk onderdeel van is geweest en waar ook een ruim politiek debat – ik zal het woord statiegeld niet uitspreken – aan vooraf is gegaan. Nu doen alsof Vlaanderen beslissingen neemt zonder beleidsevaluatie, is een beetje te kort door de bocht.
Er staat ook in het samenwerkingsakkoord dat het de komende jaren de bedoeling is om de verschillende doelstellingen die zijn geformuleerd in dat verpakkingsplan en die de volgende jaren moeten worden uitgevoerd, van zeer nabij op te volgen en te monitoren – een mooi woord om ‘evalueren’ niet altijd uit te spreken. Ik ben ervan overtuigd dat ook de volgende regering en de volgende minister er aandacht aan zullen besteden om de vinger aan de pols te houden en de uitvoering van dat verpakkingsplan duidelijk op te volgen.
Preventie is nog altijd de eerste stap in een performant afval- en materialenbeleid. Ook het verpakkingsplan bevat verschillende maatregelen die een significante impact zullen hebben op dit vlak. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het verbod op het gratis ter beschikking stellen van kassazakjes, het verbod op fruitstickers en de maatregelen om het gebruik van wegwerpbekers en ander cateringmateriaal te beperken op evenementen en bij overheidsinstellingen.
De vorige en misschien ook huidige Vlaamse Regering heeft de voorbije regeerperiode zeker een aantal initiatieven genomen om de hoeveelheid eenmalige verpakkingen te beperken en hergebruik aan te moedigen op verschillende vlakken. Het samenwerkingsakkoord is een van de middelen om dat te versterken, maar zeker niet het enige.
Vlaanderen is al gestart met de implementatie van artikel 4. Dit artikel zegt dat het gebruik van eenmalige drinkbekers moet verminderen. Het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) bepaalt dat het gebruik van wegwerpbekers vanaf 1 januari 2020 wordt verboden op evenementen. Alleen evenementen die door niet-overheden worden georganiseerd, kunnen gebruik maken van een uitzondering op dit verbod, als ze aantonen dat 90 procent van de wegwerpbekers gescheiden wordt ingezameld voor recyclage. Vanaf 2022 wordt dit opgetrokken naar 95 procent. Deze bepaling zal zeker leiden tot een stijging van het gebruik van herbruikbare bekers en een sterke vermindering van het gebruik van wegwerpbekers.
Wat voedselverpakkingen betreft, stelt het VLAREMA dat overheden in hun eigen werking en op door hen georganiseerde evenementen vanaf 2022 geen eenmalig cateringmateriaal meer mogen gebruiken voor bereide voedingsmiddelen. Dit zal leiden tot een vermindering van het gebruik van eenmalige voedingsrecipiënten voor voedsel bestemd voor onmiddellijke consumptie. Dit is ook een stroom die is geviseerd door artikel 4 van de Europese richtlijn.
Daarnaast voorziet het verpakkingsplan in het afsluiten van een green deal met de distributiesector. Maatregelen ter vermindering van voedselverpakkingen moeten hier deel van uitmaken.
Dit zijn dus maatregelen die het samenwerkingsakkoord verpakkingsafval flankeren. Het samenwerkingsakkoord zelf is vooral gefocust op de verhoging van de inzameling en recyclage van eenmalige verpakkingen. Het samenwerkingsakkoord bevordert wel het hergebruik doordat herbruikbare verpakkingen vrijgesteld worden. Terwijl verpakkingsverantwoordelijken een milieubijdrage betalen voor eenmalige verpakkingen, is dit niet het geval voor herbruikbare verpakkingen. De verpakkingsverantwoordelijken worden ook verplicht om periodiek een preventieplan op te maken. Tot slot is er nog de verplichte bijdrage van 50 eurocent per inwoner die onder meer kan worden gebruikt voor de ondersteuning van de preventie van verpakkingsafval.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik hoor u dit graag opsommen, maar ik kan alleen zeggen wat ik heb gezien in die Panoreportage en de intenties daarnaast leggen. Ik hoop dan ook dat al die maatregelen in eerste instantie zullen leiden tot een vermindering van de afvalberg en dat er op een correcte manier zal worden gemonitord, onafhankelijk van de monitoring van de Fost Plus. Wij denken dat de evaluatie en monitoring van Fost Plus en de manier waarop zij naar recyclage kijken, een overschatting van de cijfers oplevert. Wij hopen dan ook dat dit op een onafhankelijke en correcte manier gebeurt. Wij zullen zeer nauw opvolgen of u de doelstellingen die u hebt toegelicht, ook haalt.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik sluit me aan bij deze vraag. Het afvaldossier is iets wat ons allemaal nauw aan het hart ligt. Toen ik de reportage zag, was ik niet erg blij, enerzijds door de reportage zelf, maar vooral toch ook door de manier waarop een aantal zaken in beeld zijn gebracht. Daardoor zijn een aantal conclusies getrokken waar ik me vragen bij stel.
Ik ben ook bezorgd, want preventie is een heel belangrijk luik. Deze reportage was echter geen ondersteuning voor de preventie ten aanzien van burgers, want heel wat mensen stellen zich dan misschien de vraag of ze zich daarvoor nu moeten inspannen. Ik zat daar dus een beetje mee gewrongen.
Minister, ik wil ook verwijzen naar de Europese Designrichtlijn die wij moeten omzetten en die een belangrijke insteek zou kunnen zijn. Productontwikkeling is de eerste stap en daar moeten we proberen de lat zo hoog mogelijk te leggen. Daarbij moeten we ook kijken naar de federale overheid. We moeten het gesprek met de federale overheid aanknopen om de lat op het vlak van productontwikkeling voldoende hoog te leggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.