Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de opvolging van de resolutie en het actieplan 'grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector'
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, het is ondertussen al meer dan zes maanden geleden dat er opnieuw een golf door cultureel Vlaanderen ging door de open brief die een twintigtal dansers en performers die aan de producties van de organisatie Troubleyn meewerkten, in de media hebben gegooid. In de brief hebben voormalige medewerkers getuigd over machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag.
Minister, als gevolg hiervan hebt u het departement de opdracht gegeven de organisatie door te lichten en hebt u de organisatie enkele maatregelen opgelegd. De organisatie moest tegen 31 maart 2019 de volledige principes van goed bestuur toepassen, een vernieuwde en uitgebreide raad van bestuur aanstellen en de algemene vergadering verbreden. Daarnaast moest Troubleyn, eveneens tegen 31 maart 2019, een gedegen integriteitsbeleid ontwikkelen en aantonen volledig in regel te zijn met alle voorschriften voor de invoering en de toepassing van een arbeidsreglement met een ethische gedragscode, zoals bepaald door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Voor de komende subsidieschijven zult u naar de invoering en de opvolging van deze nieuwe principes en van het integriteitsbeleid kijken.
Wat zijn de concrete conclusies van de doorlichting van Troubleyn door het departement? In hoeverre heeft het gezelschap gevolg gegeven aan de opgelegde maatregelen? Krijgt het gezelschap al dan niet de volgende subsidieschijf? Blijven die maatregelen voor de komende subsidieschijven van kracht?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, aangezien de problematiek bijzonder groot is, vind ik het als lid van de Commissie Grensoverschrijdend Gedrag belangrijk bij de afsluiting van deze legislatuur nog eens te peilen naar een stand van zaken en naar de opvolging van onze resolutie.
Mijnheer Meremans, ik dank u voor het stellen van een gerelateerde vraag om uitleg. De problematiek van het grensoverschrijdend gedrag is de afgelopen legislatuur terecht prominent aan bod gekomen in het Vlaams Parlement.
Minister, we zijn altijd verheugd geweest dat u de koe meteen bij de horens hebt genomen en dat u dit dossier van nabij hebt opgevolgd. Ten gevolge van enkele ophefmakende cases in de media- en cultuursector is op 23 oktober 2017 beslist de werkzaamheden van die commissie, oorspronkelijk enkel opgericht om de problematiek in de sportsector te behandelen, naar de media- en cultuursector uit te breiden.
We hebben naar aanleiding daarvan en ter opvolging al verschillende vragen gesteld. U hebt zelf een actieplan aangekondigd, waarvoor u 102.500 euro zou uittrekken. In uw actieplan stelt u verschillende actiepunten voor. In 2019 werd een sensibiliseringscampagne voorzien met hulp van enkele BV’s, die het peter- en meterschap opnemen. Ook werden er opleidingen tot vertrouwenspersonen voorzien, alsook opleidingen voor leidinggevenden en raden van bestuur.
Mijn collega Bart Caron heeft op 27 september 2018 nog bijkomende vragen over dat actieplan gesteld. Daaruit konden we afleiden dat de opleidingen al van start waren gegaan en dat er zelfs een tweede ronde zou worden georganiseerd. De opleidingen worden georganiseerd door het Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten en mediarte.
Daarnaast antwoordde u dat het Sociaal Fonds voor de Podiumkunsten in samenwerking met de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk infosessies organiseert voor leidinggevenden die een beleid met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag willen opzetten. De ombudsfunctie waaraan zou worden gewerkt, zou kunnen rekenen op een budget van 25.000 euro. In antwoord op de vraag van collega Caron zei u dat die functie in het najaar zou worden geïnstalleerd. De ombudsfunctie zou het meldpunt 1712 ondersteunen.
Ook sprak u over het ontwikkelen van een tool, gebaseerd op het vlaggensysteem van Sensoa, en over de opstart van overleg met het onderwijs om het thema grensoverschrijdend gedrag ingang te doen vinden in de opleidingen die voorbereiden op een job in de kunsten- en audiovisuele sector.
Naast dat actieplan zijn er ook voorstellen van resolutie ingediend, waaronder het voorstel van resolutie van collega’s Van den Brandt, Annouri, Moyaers, Soens en mijzelf. Dat is helaas op 4 juli verworpen in de plenaire vergadering. De resolutie van de meerderheid werd op die dag wel aangenomen. Die resolutie vroeg de Vlaamse Regering om werk te maken van een registratie van meldingen van grensoverschrijdend gedrag. Ze vroeg ook om te onderzoeken of bepaalde berichtgeving over geweld en misbruik bij jongeren of kinderen voorzien zou kunnen worden van mediarichtlijnen, zoals dat gebeurt bij zelfdoding. Men zou dan 1712 vermelden na of tijdens dergelijke berichtgeving.
Gezien het belang van het thema van grensoverschrijdend gedrag in de media- en cultuursector en gezien het engagement dat u verklaarde te willen opnemen, wil ik u graag de volgende vragen stellen.
Wat is de stand van zaken in verband met de ontwikkeling van het vlaggensysteem van Sensoa? In welke mate werd dat afgestemd op de sector van media en cultuur? Wat is uw beoordeling ervan?
Hoe lopen de opleidingen tot vertrouwenspersoon binnen de cultuur- en mediasector? Hoeveel personen hebben daar tot nu toe aan deelgenomen? Zijn er al BV’s geselecteerd voor het peter- en meterschap van de sensibiliseringscampagne? Wie zou dat trekken?
Hoeveel infosessies voor leidinggevenden die een beleid met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag willen opzetten, hebben tot op heden reeds plaatsgevonden? Hoeveel deelnemers waren present? Wat was de uitkomst en wat zal het vervolg zijn? Hoe beoordeelt u de impact van die sessies?
Is de ombudsfunctie ondertussen al succesvol geïnstalleerd? Hebt u al overleg gehad met uw collega van Onderwijs in verband met het opbrengen van aandacht voor grensoverschrijdend gedrag in de opleidingen kunst en audiovisueel? Wat is de uitkomst van dat overleg? Wat is de voortgang in het registratiesysteem voor meldingen van grensoverschrijdend gedrag? Hoe loopt het onderzoek naar het weergeven van een verwijzing naar het meldpunt 1712 bij berichtgeving over misbruik en geweld op jongeren?
Minister Gatz heeft het woord.
Ik zal eerst antwoorden op de vragen van de heer Meremans. De voornaamste conclusie van het onderzoek door het departement tijdens het najaar van 2018 was dat de organisatie vzw Troubleyn/Jan Fabre, zoals ze toen was georganiseerd, niet performant genoeg was om het hoofd te kunnen bieden aan mogelijke of reële interne problemen, noch om een veilige werkplek te garanderen voor al haar medewerkers, los dan wel vast.
In de eerste plaats hebben de drie bestuurders van de vzw niet getoond de ernst en de urgentie van de situatie die in het najaar aan het licht kwam, in te zien en hebben ze ook niet daadkrachtig gehandeld. Zij hielden echter vol dat zij enkel op een paar formalistische punten in gebreke waren gebleven. Daar was de administratie het niet mee eens, en ik deel dat standpunt. Het departement meende dat de vzw Troubleyn/Jan Fabre nood had aan een geheel vernieuwd en uitgebreid bestuur en aan een ruimere algemene vergadering, ten einde opnieuw – of beter: eindelijk – een volwaardige vzw te worden met voldoende wederzijdse controle tussen directie en bestuur.
Met de maatregelen die op basis van het onderzoek door het departement aan de vzw Troubleyn/Jan Fabre werden opgelegd, wilde ik de vzw vooral de kans geven om de situatie te remediëren en om zich op korte termijn om te vormen tot een organisatie die in staat is om een veilige werkplek te garanderen voor al haar medewerkers.
U herinnert zich nog de afweging die we hebben gemaakt. Enerzijds werd door een groot deel van de dansers geen financiële sanctie gevraagd, wij waren anderzijds ook van oordeel dat dit de dansers niet ten goede zou komen. We hebben dus voor de weg gekozen die ik u nu verduidelijk.
We hebben aan de vzw op het einde van december 2018 gevraagd om de volgende zaken uit te voeren tegen uiterlijk 31 maart 2019: de volledige implementatie van de principes van goed bestuur; de aanstelling van een vernieuwde en uitgebreide raad van bestuur; de verbreding van de algemene vergadering; de ontwikkeling van een gedegen integriteitsbeleid; de integrale naleving van alle voorschriften inzake de invoering en toepassing van een arbeidsreglement – inclusief ethische gedragscode – zoals de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg bepaalt. De uitbetaling van de eerste subsidieschijf van 2019 – dat is 45 procent van het subsidiebedrag – werd hiervan afhankelijk gemaakt.
Na een constructief traject van enkele maanden bezorgde de organisatie de finale stukken op 29 maart 2019 aan de administratie. Die zal mij eerstdaags adviseren over de uitbetaling van de eerste subsidieschijf en de overige opgelegde voorwaarden. We zijn dat nu nog aan het bekijken, maar ik kan wel zeggen dat dat in principe in orde zou moeten zijn.
Blijven de maatregelen voor de volgende subsidieschijven van kracht? Ik verwacht dat deze organisatie dit integriteitsbeleid vlot implementeert. De vzw moet een eerste evaluatie van dit integriteitsbeleid laten maken door een onafhankelijke expert tegen 30 september 2019. De uitbetaling op 1 oktober 2019 van de tweede subsidieschijf van 2019 en van het saldo in 2020 wordt hiervan afhankelijk gemaakt.
Ook in 2020 en 2021 zal een externe expert toezicht houden op de implementatie van de principes van goed bestuur, het integriteitsbeleid en het arbeidsreglement. Enkel indien hieraan blijvend voldaan is, zullen alle betrokken subsidies worden uitbetaald.
Nu ga ik in op de vragen van mevrouw Segers over het bredere beleid. In het kader van de beheersovereenkomst met het agentschap Zorg en Gezondheid zal Sensoa het ‘Raamwerk Seksualiteit en Beleid’ verbreden, toegankelijker maken voor gebruikers en een ondersteuningsaanbod uitwerken voor het implementatieproces. De aanpassingen hebben als einddoel dat organisaties uit verschillende sectoren één format ter beschikking hebben om hun eigen beleid rond alle integriteitsthema’s – dus zowel de fysieke, psychische als seksuele integriteit – aan dit format af te meten en op punt te stellen.
Hoe lopen de opleidingen tot vertrouwenspersoon binnen de cultuur- en mediasector? Het Sociaal Fonds Podiumkunsten organiseerde in 2018 een vijfdaagse basisopleiding tot vertrouwenspersoon voor 11 deelnemers. In 2019 worden 3 basisopleidingen georganiseerd voor in totaal 38 deelnemers. De plannen voor 2020 zijn afhankelijk van de vraag, maar er wordt uitgegaan van minstens 1 opleiding.
Bij een rondvraag in de sector identificeerde het Sociaal Fonds Podiumkunsten nog zo’n 15 vertrouwenspersonen die elders opgeleid zijn. De totale 'collegagroep vertrouwenspersonen', die ongeveer 64 personen zal tellen, wordt gericht geïnformeerd met het oog op professionalisering, uitwisseling, expertiseopbouw via een gesloten Facebookgroep en een gedeelde Google drive map. Jaarlijks organiseert het Sociaal Fonds Podiumkunsten 2 supervisiemomenten met deze mensen. Er wordt ook een systeem van freelance vertrouwenspersonen uitgerold die als vertrouwenspersoon kunnen optreden voor kleine organisaties waar een vaste vertrouwenspersoon niet mogelijk is. Dat is volgens mij toch een substantiële vooruitgang.
De opleidingen tot vertrouwenspersoon die via mediarte worden aangeboden, gebeuren in partnership met Attentia. Momenteel heeft mediarte nog geen cijfers beschikbaar over de inschrijvingen omdat de kandidaten zich rechtstreeks via Attentia inschrijven. Bij het eerstvolgende opvolgmoment van alle door mediarte aangeboden en via Attentia gefaciliteerde opleidingen, zal hiervan een overzicht worden gemaakt. Ook is het zo dat mediarte geen direct zicht heeft op de aantallen met betrekking tot de werkgevers binnen de audiovisuele, film- en digitale sector die beroep doen op een externe dienst.
Hierover verwacht mediarte meer informatie te kunnen verzamelen in het kader van de door haarzelf georganiseerde sectorenquête met betrekking tot de meting van de aard en het gewicht van de psychosociale risico's in het audiovisuele, film- en digitale werklandschap. Die bevraging gebeurt tijdens de maand mei. De eerste resultaten worden verwacht in juni. Ook daar is men, wat betreft het in kaart brengen en de impact, in elk geval stappen vooruit aan het zetten.
Er zijn nog geen BV’s geselecteerd voor de sensibiliseringscampagne. De campagne zal pas worden opgezet nadat de ombudsfunctie volledig operationeel is. Daarover zo meteen meer.
In het najaar van 2018 organiseerde het Sociaal Fonds voor Podiumkunsten twee infosessies van een halve dag rond grensoverschrijdend gedrag. Hieraan namen in totaal een vijftiental leidinggevenden deel.
De collegagroepen van HR-medewerkers en preventieadviseurs, een 150-tal contacten in totaal, worden per mail geïnformeerd over acties, het reglementair kader enzovoort. Tijdens de meeting van de collegagroep HR in oktober 2018 stond het grensoverschrijdend gedrag ook nadrukkelijk op de agenda.
Eerstdaags start het Overleg Kunstenorganisaties (oKo), onder andere in samenwerking met het Sociaal Fonds, met een traject om een beleidskader op poten te zetten tegen grensoverschrijdend gedrag op organisatieniveau. Het kader is gericht op leidinggevenden en wordt ingebed in het sectorale actieplan. Het traject wordt begeleid door Sensoa.
Mediarte kreeg tot op heden geen directe vraag binnen van leidinggevenden of werkgevers die infosessies met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag willen opzetten. De sensibilisering omtrent dit thema is wel continu, via een website, socialemediakanalen, nieuwsbrieven enzovoort, en het aanbod van alle mogelijke opleidingen in dat kader loopt via het aanbod van de Mediacademie. Bij het analyseren van de resultaten van de lopende mediasectorenquête, waarover ik net sprak, zal mediarte in de ontwikkeling van haar nieuwe actieplan zeker verder de nodige aandacht geven aan de sensibilisering met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag.
Over de ombudsfunctie is de voorbije weken al wel iets vernomen. Als ik me niet vergis, is de aanwervingsprocedure voor twee halftijdse medewerkers, een man en een vrouw, wel degelijk afgerond. Deze medewerkers starten respectievelijk op 23 en 29 april.
Zoals u weet, werd door mijn collega van Onderwijs in 2018 een charter grensoverschrijdend gedrag gelanceerd. In dat kader zal ik na overleg met mijn collega eerstdaags de instellingen voor hoger kunstonderwijs per brief aanmoedigen om het charter te onderschrijven. Dus ook daar verstevigen we de samenwerking.
Binnen de ombudsfunctie zal een registratiesysteem worden opgezet. De ombudsfunctie zal jaarlijks rapporteren over haar werkzaamheden. De ombudsfunctie zal ook instaan voor afstemming en overleg met meldpunt 1712 over de meldingen die via 1712 gebeuren.
Ik heb het onderzoek omtrent het weergeven van een verwijzing naar het meldpunt 1712 bij berichtgeving over misbruik en geweld op jongeren op 8 januari nogmaals, al voor de derde keer als ik me niet vergis, besproken met de Vlaamse Vereniging van Journalisen (VVJ) en de Raad voor de Journalistiek. Dat was een hoffelijk en constructief gesprek, zoals steeds. Beide organisaties willen de vermelding van het meldpunt 1712 wel bespreekbaar maken op de redacties, zo veel als zij kunnen, maar niet formaliseren in een mediarichtlijn, dit omwille van de gekende argumenten met een mogelijke – excuseer me dat ik me zo uitdruk – inflatie van de vermelding van meldpunten. Dus wel aandacht, maar niet het formaliseren.
Het is misschien net iets trager gegaan dan ikzelf en wij allemaal hadden gewild, maar we moeten een aantal procedures doorlopen. Ik hoop dat ik daarmee aangegeven heb dat de zaken die een aantal maanden geleden aangekondigd zijn, ofwel op het getouw gezet zijn ofwel in volle voorbereiding en uitvoering zijn, en dat dat gebeurt met een grote bewustwording en grote medewerking van de betrokken sectoren.
De heer Meremans heeft het woord.
Eerst en vooral dank ik u voor uw antwoord op mijn vragen. Het is heel goed dat u het opvolgt en dat we die maatregelen hebben genomen. Zo tonen we dat het ons menens is wat betreft die problematiek.
Het moet uiteraard nog verder worden onderzocht. Maar ik hoor uit uw antwoord dat het in principe in orde zou moeten zijn.
Tegen 30 december 2019 moet er een evaluatie komen van een onafhankelijke expert voor de tweede schijf. U hebt ook wat dat betreft mijn vragen beantwoord. Ik ben er tevreden mee. Natuurlijk zullen we dit in de volgende legislatuur verder opnemen, wie er ook in dit forum zit. We blijven dit verder ter harte nemen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, zoals u zelf zegt, hebben we ons grondig over de problematiek gebogen. Die problematiek heeft ons allemaal geschokt, omdat we geen van allen hadden beseft hoe diepgeworteld en wijdverspreid de problematiek van aantasting van integriteit en grensoverschrijdend gedrag wel is.
Ik ben blij te vernemen dat er voortgang is. Er is absoluut voortgang. U hebt dat dossier echt wel bij de horens gevat. Maar het gaat wel traag. Ik ben verheugd om de meeste antwoorden die u mij gegeven hebt.
Ik heb nog een bijkomende vraag met betrekking tot de ombudsfunctie. Begrijp ik goed dat die ombudsfunctie zichzelf zal bekendmaken door middel van de campagne waarvoor u die BV’s wilt selecteren? Dan lijkt mij dat een goede en noodzakelijke stap om dat in de wijde sector bekend te maken.
Wat de vraag over de mediarichtlijn betreft, vind ik het eigenlijk wel wat jammer van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) en de Raad voor Journalistiek. Ze hebben een aantal andere mooie richtlijnen uitgewerkt. Ik denk dat zeker het omgaan met grensoverschrijdend gedrag, de nodige aandacht ervoor, maatschappelijk belangrijk genoeg is om daarrond een aparte richtlijn te ontwerpen.
U zei dat u drie of vier keer met hen hebt samengezeten. We moeten hen daar op alle mogelijke manieren verder in aansporen.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil graag benadrukken dat het wel degelijk de bedoeling is dat men, zodra de ombudsfunctie geïnstalleerd en op kruissnelheid is, verder zal bekijken hoe men de campagne zal voeren om heel het meldsysteem verder bekend te maken. Het zal zeker nog verder worden uitgerold, op de manier zoals ook door de commissie gewenst.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.