Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over de stand van zaken van de aanstellingsprocedure van een nieuwe provinciegouverneur in Oost-Vlaanderen
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik neem me voor om nog een paar keer in uw commissie te verschijnen. Nog een paar keer en u zult vlekkeloos mijn achternaam kunnen uitspreken. Er zit al evolutie in. Maar in het dossier van de provinciegouverneur is er nog niet veel evolutie ten opzichte van de vorige commissievergadering.
Minister, op 22 januari heb ik u daarover ondervraagd, samen met collega De Loor. Ik meende toen al uit uw antwoord te kunnen afleiden dat u een nieuwe poging zult ondernemen. U hebt toen zelfs gezegd: ‘Ik neem ze liever snel, ik zie ook geen reden om de procedure aan te passen.’ U hebt zelfs gezegd dat er consensus is in de Vlaamse Regering om de procedure niet opnieuw te doen. Dat was het enige waarover consensus was. In uw communicatieopbouw zag ik op een gegeven moment dat u ging proberen om voor de krokusvakantie een nieuwe gouverneur te benoemen.
Het zit al maanden vast. Er zijn kandidaten naar voren gebracht. U hebt de vorige keer gezegd dat u een voordracht hebt gedaan. Maar de Vlaamse Regering moet bij consensus over die benoeming beslissen. U bracht de kwestie opnieuw op de ministerraad. Opnieuw werd er geen beslissing genomen. Dan is het aan het parlement om uitleg te vragen.
Minister, wat mij betreft hoeft u geen bus Dreft in uw mond te gieten, zoals u de vorige keer hebt gezegd. Ik zou zeggen: laat u gaan. Mijn vraag is heel eenvoudig. Het is zelfs geen processie van Echternach, want die gaat nog een beetje vooruit. Maar deze procedure doet dat niet. Hoe komt het nu dat de Vlaamse Regering er niet in slaagt om een nieuwe gouverneur aan te stellen? Waar loopt de kwestie op vast? Dat is mijn zeer eenvoudige vraag.
De heer De Loor heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vraag van collega Rzoska. Wij hadden vernomen dat de Vlaamse Regering zich op vrijdag 22 februari 2019 opnieuw zou buigen over de benoeming van de nieuwe gouverneur van Oost-Vlaanderen. Die benoeming zit al maanden muurvast, en blijkbaar slaagde de Vlaamse Regering er ook op 22 februari niet in om een akkoord te bereiken.
Er werd op 1 november 2018 een waarnemend gouverneur aangesteld, en die kwijt zich op een professionele manier van zijn taak. De Oost-Vlaamse parlementsleden hebben onlangs zelfs een uitnodiging ontvangen om het belangrijke dossier van de Gentse Kanaalzone verder op te volgen. Er zijn dus geen dossiers die vertraging oplopen, wel integendeel. Ik stel vast dat de waarnemend gouverneur hard aan het werk is.
Minister, ik stel jammer genoeg ook vast dat de Vlaamse Regering niet tot een akkoord komt. Ze dreigt dan ook dwangsommen te moeten betalen. Ik weet niet of het klopt, maar naar verluidt is er ondertussen minstens één kandidaat naar de Raad van State gestapt omdat hij of zij nog altijd geen uitsluitsel heeft gekregen en omdat de Vlaamse Regering nog altijd geen beslissing heeft genomen.
Wat is de stand van zaken in de procedure tot de aanstelling van een nieuwe gouverneur voor de provincie Oost-Vlaanderen? Waarom was de Vlaamse Regering op vrijdag 22 februari niet in staat een akkoord te bereiken? Wanneer zal de nieuwe gouverneur worden aangesteld? Welke datum stelt u voorop? Wanneer mogen we de hoorzitting in de commissie verwachten?
Met het verder uitstellen van deze benoeming dreigt een juridische procedure met dwangsommen. Hoe staat u tegenover deze hangende juridische procedure, en welke maatregelen zult u nemen om dwangsommen te vermijden?
Minister Homans heeft het woord.
Collega Rzoska, ik heb de bus Dreft opnieuw thuisgelaten, net zoals de vorige keer. Ik heb die vraag toen beantwoord, en ik ben toen heel uitvoerig ingegaan op de redenen waarom er geen consensus was in de Vlaamse Regering. Ik ga dat niet allemaal herhalen want ik ben toen heel duidelijk geweest.
Ik ga wel uitleggen waarom ik op 22 februari het dossier opnieuw heb geagendeerd. De reden is dat alle ministers van de Vlaamse Regering een aangetekende brief hebben ontvangen van Wim Leerman, de kandidaat die ik had voorgedragen. In die brief maant mijnheer Leerman de Vlaamse Regering aan om een beslissing te nemen. Elke kandidaat heeft trouwens het volste recht om de regering aan te manen.
Die brief werd op 16 februari verstuurd, en ik heb dat dossier op 22 februari op de agenda van de Vlaamse Regering gezet. Ik heb dus gedaan wat mijnheer Leerman gevraagd heeft. Dat was ook zijn volste recht. De Vlaamse Regering heeft op vrijdag 22 februari opnieuw geen consensus bereikt voor de aanstelling van een nieuwe gouverneur voor de provincie Oost-Vlaanderen. De eenvoudige reden hiervoor is dat een van de drie coalitiepartners binnen deze legislatuur geen nieuwe gouverneur meer wil aanstellen voor Oost-Vlaanderen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, uw antwoord slaat mij een beetje met verstomming. Het is wel een zeer duidelijk antwoord, en dat biedt alleen maar voordelen. Ik kan uw houding ook wel waarderen. Hetgeen u op 22 januari hebt aangekondigd is effectief gebeurd. Er werd toen ook expliciet gevraagd wat de volgende stap is. U hebt toen aangekondigd dat wanneer een van de kandidaten de regering aanmaant om een beslissing te nemen, er een procedure begint te lopen.
Het verwondert mij een beetje dat u op 22 januari zegt dat de Vlaamse Regering het over één zaak eens is: de procedure wordt niet stopgezet. Dat hebt u toen gezegd. Ik ga ervan uit dat u dat ook zegt namens de Vlaamse Regering – dat kan ook niet anders.
Heeft die consensus binnen de Vlaamse Regering er niet net toe geleid dat een van uw coalitiepartners een beslissing neemt in dit dossier?
Dan is mijn vraag of er dan ook geen consensus is binnen de Vlaamse Regering om de procedure door te zetten. Doorzetten betekent dat je de procedure afrondt en dat er op het einde van de rit iemand voorgedragen wordt. Daar had ik toch nog graag wat meer info over gekregen.
Door het dossier nu over de verkiezingen heen te tillen en in de schoot van een nieuwe Vlaamse regering te leggen, dreigen we te eindigen bij het punt waarover we de vorige keren toch wel allemaal behoorlijk van mening verschilden, ook al waren de meningen wel redelijk unaniem: dat we weer richting een mogelijk platte politieke benoeming gaan. Dat lijkt mij in deze absoluut te vermijden.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik ben ook met verstomming geslagen om dit nu te moeten vernemen, maar ik ben tezelfdertijd ook enorm teleurgesteld, moet ik toegeven. De beslissing werd verwacht op 26 oktober 2018, om dan met ingang van 1 november een nieuwe Oost-Vlaamse gouverneur aan te stellen. Ondertussen is dat toch wel al een aantal maanden geleden.
Ik ben met verstomming geslagen door uw antwoord. Klopt het dat er binnen de Vlaamse Regering niet alleen geen consensus is, maar dat het ook niet besproken is? Als het toch besproken zou zijn, kunt u ons dan de concrete inhoud van dat gesprek bezorgen? Ik ga u zeggen waarom. Vorige week zondag was het Aalst Carnaval en er waren een aantal deelnemers die zich als de nieuwe gouverneur van Oost-Vlaanderen hadden verkleed. Ze hebben daar ook een van de kandidaten geïnterviewd, een kandidaat van een van de meerderheidspartijen.
Kunt u iets specifieker zijn?
Het was tijdens een interview op TV OOST. Sorry als dat niet duidelijk was. Het ging over de kandidaat die zich teruggetrokken heeft.
Carina Van Cauter.
Tijdens dat interview heeft mevrouw Van Cauter inderdaad gezegd dat er het best zo snel mogelijk een nieuwe gouverneur aangesteld zou worden omdat het toch over een belangrijk mandaat gaat voor onze provincie. Het verbaast mij dat iemand van een van de meerderheidspartijen dat zegt.
Dat interview heeft plaatsgevonden tijdens de live-uitzending vanop Aalst Carnaval en, minister, ik ging u nu adviseren – want ik dacht wel al dat u dat interview niet gezien zou hebben – om dat nogmaals te agenderen tijdens de ministerraad. Niet alleen de kaarten lagen immers al op tafel, maar nu is er ook de goodwill bij de verschillende meerderheidspartijen. Dat is wat ik heb vastgesteld. Ik nodig u uit om die reportage er toch eens op na te kijken. Misschien brengt ze u op andere ideeën en kunt u het toch nog gaan agenderen. Ik was toch wel heel verbaasd.
Minister, zijn er nog discrete contacten geweest sinds onze vorige vraag om uitleg? Hebben die uiteindelijk ergens toe geleid? Dat had ik graag van u vernomen.
Dit alles doet me nogmaals vaststellen dat deze procedure toch voor een stuk bijgeschaafd moet worden, ook al gaat het om een objectieve procedure waarover vijf jaar geleden een kamerbrede consensus bestond. Dit parlement zou daar trouwens een prominentere rol in moeten krijgen dan nu het geval is.
Mijn vraag blijft natuurlijk hoe het nu zit met de dreigende juridische procedure en de dwangsommen die de Vlaamse Regering boven het hoofd hangen. Zult u maatregelen nemen om die dwangsommen te vermijden?
Ik zal me van commentaar onthouden.
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s Rzoska en De Loor, ik heb gedaan wat ik moest doen en ik heb mijn verantwoordelijkheid opgenomen, denk ik. Nadat elke Vlaamse minister een aangetekende brief van de heer Leerman had gekregen, heb ik dit punt ook onmiddellijk geagendeerd op de Vlaamse ministerraad.
Ik heb gezegd dat er bij een van de drie coalitiepartners geen bereidheid is om deze legislatuur nog een consensus te vinden. Dat is het woordelijk verslag waar u naar vraagt, mijnheer De Loor, van de geheime beraadslagingen van de Vlaamse Regering. Meer ga ik daar ook niet over zeggen.
Mijnheer Rzoska, u zegt terecht dat het toch een beetje raar is dat we wel in consensus hebben beslist dat de procedure niet ongeldig was. Daar blijven we bij. Ik snap dat u daar enige contradictie in ziet, maar dat moet u bevragen bij die partij die er verantwoordelijk voor is. We willen de procedure niet ongeldig verklaren omdat we van mening zijn dat er niets verkeerd is gegaan en omdat we dan alle geschikte kandidaten – het waren er vijftien, waarvan er zich twee teruggetrokken hebben – ongeschikt zouden moeten verklaren. Dat gaan we niet doen want dat vinden we alle drie ‘not done’.
Mijnheer De Loor, ik kijk inderdaad niet naar TV OOST, maar misschien moet u alles wat op Aalst Carnaval gezegd wordt met een korreltje zout nemen. Ik weet niet wat mevrouw Van Cauter tijdens dat interview heeft gezegd, maar ik kan u wel zeggen – en ik herhaal een beetje wat ik de vorige keer, in januari, heb geantwoord en wat ik op 22 februari ook in de media heb verteld na de niet-beslissing binnen de Vlaamse Regering – dat ik het ontzettend jammer vind dat we, na de zeer objectieve benoeming van Jan Briers – zogezegd een N-VA-kandidaat, maar dat is ondertussen ook anders gebleken – terugkeren naar een systeem van pure, platte politieke benoemingen. Het wordt al niet meer onder stoelen of banken gestoken en het komt er ook op neer. In de media is letterlijk voorgesteld om de benoeming van de nieuwe gouverneur van Oost-Vlaanderen binnen de Vlaamse Regering te behandelen. Met de vervanging van Lodewijk De Witte in Vlaams-Brabant, in 2020 als ik me niet vergis, en een eventuele vervroegde pensionering van de gouverneur van Limburg kunnen we er misschien direct een politieke deal van maken.
Ik vind dat jammer omdat een welbepaalde partij in 2013 uit ongenoegen een onafhankelijke procedure gevraagd en gekregen heeft, met kamerbrede steun. Ik vind het dan ook nog eens bijzonder jammer dat diezelfde partij, die voor heel deze miserie heeft gezorgd, dit nu op tafel legt omdat ze niet kon verdragen dat er een onafhankelijke kandidaat werd voorgedragen.
Collega De Loor, wat de dreigende procedures betreft, herhaal ik dat ik mijn verantwoordelijkheid heb genomen. Ik weet niet of er al procedures lopen. Wij hebben in ieder geval nog geen bericht gekregen van de Raad van State dat er al effectief een procedure is opgestart. Normaal gezien zou de Raad van State ons daarvan op de hoogte moeten houden. Als ik me goed heb laten informeren, dan kan de heer Leerman nu, na zijn aangetekende brief aan de Vlaamse Regering met de vraag om iemand te benoemen, wel overgaan tot procedures. De aangetekende brief was daar een eerste, verplichte stap toe. Iedereen kan trouwens naar de Raad van State stappen, niet alleen de kandidaat die ik heb voorgedragen.
Ik betreur net zoals u de gang van zaken. Ik had ook veel liever volgens de procedure en volgens de uitkomst ervan een gouverneur van Oost-Vlaanderen benoemd. Aan pure platte partijpolitiek doe ik echter niet mee, laat dat duidelijk zijn.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik ga het kort houden, voorzitter.
Minister, ook namens mijn fractie kan ik het schouwspel dat hier gespeeld wordt alleen maar betreuren. Voor de geloofwaardigheid van het politieke bedrijf in de brede zin van het woord is het belangrijk dat we, op het moment dat er – in mijn ogen terecht – wordt beslist om een gouverneur aan te stellen via een objectieve procedure, die persoon aanstellen die als beste uit die procedure naar voren komt. Ik vind het samen met u doodjammer dat hier een politiek spel wordt gespeeld en ik vind het des te jammerder en schadelijker dat sommigen openlijk opperen om dit over de verkiezingen heen te tillen en dit mee te nemen in een benoemingsdossier voor de gouverneurs van Vlaams-Brabant en eventueel zelfs Limburg. Ik vind dit een terugkeer naar de oude politieke cultuur. Niet alleen de meerderheidspartijen lopen hierdoor schade op, maar het hele politieke bedrijf. Diegenen die deze onverkwikkelijke zaak veroorzaakt hebben, zouden zwaar voor de spiegel mogen gaan staan en de hand in eigen boezem steken.
De heer De Loor heeft het woord.
Ik kan mij enkel bij de woorden van collega Rzoska aansluiten. Wij betreuren deze evolutie en het verloop van deze procedure enorm. Het was een procedure die vijf jaar geleden kamerbrede steun genoot, die transparant en objectief zou gebeuren. We stellen echter vast dat ze geleid heeft tot politiek getouwtrek en gekrakeel. Daar komt de politiek in haar totaliteit heel slecht uit. We slaan daar echt een slecht figuur want alles wijst er nu op dat dit een schijnprocedure is geweest.
Het is doodjammer voor alle Oost-Vlamingen en ook voor de andere Vlamingen want de procedure zou ongetwijfeld in alle provincies toegepast worden. Het is doodjammer voor de vijftien kandidaten die geschikt bevonden waren. Het is ten slotte ook doodjammer, minister, voor de toekomstige gouverneur van Oost-Vlaanderen omdat zijn of haar aanstelling altijd overschaduwd zal worden en blijven door dit politieke gevecht. Hij of zij zal zich nooit kunnen ontdoen van de subjectieve waas die rond de aanstelling bestaat. Dat betreurt de sp.a-fractie enorm. Het wijst er nogmaals op dat de benoeming van de Oost-Vlaamse gouverneur de Vlaamse Regering eens te meer verdeelt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.