Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de organisatie van het terugkommoment bij de nieuwe rijopleiding
Verslag
Aangezien de heer Parys hier nog niet is, stel ik voor dat we beginnen met de vraag van de heer Ceyssens.
De heer Ceyssens het woord.
Voorzitter, minister, vergeef me de flauwe woordspeling, maar ik wil nog eens terugkomen op het terugkommoment en de vraag die ik daarover al stelde. Ik blijf daarop terugkomen omdat ik daarover nog niet zo lang geleden bezorgdheden heb geuit. Ik kreeg toen een vrij geruststellend antwoord, maar dan lees ik van de ombudsman op 16 februari: “Verplichte terugkommomenten voor jonge bestuurders zijn slecht georganiseerd.” Dat is een stevige uitspraak.
Nog even samenvatten: wat is een terugkommoment? Sinds 1 januari 2019 wordt het aangeboden voor de eerste chauffeurs. Wie na 1 oktober 2017 zijn voorlopig rijbewijs haalde, moet in de vernieuwde rijopleiding negen maanden oefenen, wat een goede zaak is, alvorens het praktijkexamen af te leggen. Daarna kan de beginnende chauffeur tussen de zes en negen maanden na het behalen van het rijbewijs een terugkommoment volgen dat bestaat uit een groepsgesprek over de attitude op de openbare weg en enkele praktijkoefeningen op een afgesloten terrein.
Uit de laatste informatie die ik heb, begrijp ik dat intussen reeds zesduizend beginnende chauffeurs een oproepingsbrief hebben gekregen – waarvoor dank, ik had die bezorgdheid geuit in een vorige vraag en er is dus ook gevolg aan gegeven –, maar er daagden slechts zeshonderd personen op. Hierdoor worden er in heel wat centra terugkommomenten afgelast. Voor een sessie zijn er immers minstens zes deelnemers nodig.
Daarnaast is er ook nog een probleem in Oost-Vlaanderen. Vandaag kan men daar het terugkommoment nog niet volgen, omdat er geen rijscholen zijn die dit aanbieden. Tegen de zomer zouden er wel twee locaties operationeel worden.
Minister, hoe zult u ervoor zorgen dat op het werkveld alles zo snel mogelijk operationeel is om het terugkommoment te kunnen aanbieden? Zult u een campagne op touw zetten om de beginnende chauffeurs alsnog te informeren over het volgen van het terugkommoment? Hoe zit het met het uitstel van beginnende chauffeurs die deel moeten nemen aan het terugkommoment? Hebben zij effectief drie maanden langer de tijd om het terugkommoment te volgen? Zal dat uitstel nog worden uitgebreid?
– Lies Jans treedt als voorzitter op.
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, in februari haalde het terugkommoment de pers omdat er te weinig examencentra zouden zijn waar deze verplichte cursus gevolgd kon worden. Toen werd de tijdspanne van drie maanden om de opfriscursus vast te leggen met nog eens drie maanden verlengd en gingen een aantal extra centra open.
Recent berichtte de Gazet van Antwerpen dat veel mensen het vastleggen van het terugkommoment uitstellen waardoor er een ‘bottleneck’ wordt verwacht in juni. Personen die te laat hun terugkommoment plannen, krijgen een boete. Daarnaast laat de rijschoolfederatie Federdrive weten dat ook de regelgeving rond de cursussen zelf af en toe tot vervelende situaties leidt. Een cursus moet volgens de regelgeving vier uur duren en zes deelnemers tellen. Aan het begin van elke cursus wordt het rijksregisternummer van de deelnemers ingelezen, en eenmaal de cursus gestart is, kunnen hier geen nieuwe nummers aan worden toegevoegd. Hierdoor kunnen deelnemers die te laat aankomen op het terugkommoment, niet meer deelnemen en moeten sommige cursussen worden afgelast omdat er onvoldoende deelnemers zijn bij het moment van aanvang. De oplossing lijkt dus simpel: tijdig aanwezig zijn.
Minister, welke oplossing is er voor chauffeurs die wel tijdig hun opfriscursus hadden ingepland en door het tekort aan leerlingen hun cursus niet konden volgen? Welke stappen zult u ondernemen om jonge chauffeurs aan te moedigen om niet te wachten met het inplannen van hun terugkommoment zodat er in de toekomst geen bottlenecks ontstaan? Er is geen examencentrum in Oost-Vlaanderen. Hebt u zicht op een mogelijke locatie en timing voor de opening van een examencentrum?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eerst een kleine correctie doen. Het terugkommoment wordt niet georganiseerd door de examencentra, maar door erkende instellingen. Er is ook geen examen aan gekoppeld.
Ik zal u wat cijfers geven. Op dit moment zijn er dertien erkende instellingen voor het terugkommoment. Er is dus voldoende capaciteit om elke beginnende bestuurder die is uitgenodigd, een plaats te geven.
Wat Oost-Vlaanderen specifiek betreft, is er bij mijn weten net een dossier ingediend voor erkenning. Er zijn inderdaad enkele sessies die niet hebben kunnen plaatsvinden omdat er niet genoeg deelnemers waren ingeschreven – vier om precies te zijn. Maar de beginnende bestuurders die zich hiervoor al hadden ingeschreven, zijn vanzelfsprekend tijdig verwittigd. Zij hebben aan een latere sessie kunnen deelnemen.
Om te vermijden dat beginnende bestuurders wachten tot het einde van de termijn, bereidt de administratie momenteel nog bijkomende communicatie voor. Die zal dan via verschillende kanalen worden verspreid, waaronder natuurlijk sociale media, Rijbewijzer en de website van Vlaanderen. Ook de sector zal daaraan meewerken.
Zoals ik heb aangekondigd, krijgt de eerste lichting van beginnende bestuurders inderdaad wat meer respijt voor het volgen van een terugkommoment: zij krijgen zes in plaats van drie maanden de tijd. Het gaat hierbij om de eerste lichting van nieuwe chauffeurs: de chauffeurs die een oproep krijgen tot en met april.
De termijn waarin een terugkommoment moet worden gevolgd, staat ook uitdrukkelijk op de oproepingsbrief vermeld. Ik denk niet dat daar veel verwarring mogelijk is. Wie in mei of later een oproeping krijgt, heeft drie maanden de tijd.
Wat uw vraag betreft: ik had het over 13 erkende instellingen. Ondertussen hebben al 1058 beginnende bestuurders een terugkommoment gevolgd, en hebben er bijna 100 sessies plaatsgevonden.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik noteer dat het probleem tegen de zomer is opgelost. De andere problemen hebt u zonet geduid. Er werden 4 sessies afgelast, als ik het goed begrijp. Ik begrijp ook dat het aantal beginnende bestuurders ondertussen opgetrokken is tot 1058. Dan blijft er natuurlijk nog het probleem van Oost-Vlaanderen, maar ik hoor dat daar ook een oplossing voor in de maak is. We kijken daarnaar uit, en ik heb daar voorlopig geen verdere vragen over.
De heer Parys heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik meen op te maken dat dat terugkommoment wel begint aan te slaan, en dat het echt wel werkt. We zien dat er al meer dan 1000 deelnemers aanwezig waren op die sessies. Dan blijkt dat het probleem waarover sprake was in de krant, uiteindelijk toch een relatief beperkt probleem was.
In Oost-Vlaanderen zal het ook vooruitgaan, en die bijkomende communicatie zit eraan te komen. Wat dat betreft kan ik zeggen dat we tevreden zijn: we zitten op het goede spoor.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.