Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Innovatie en nieuwe of betere technologieën – dat is ons adagium inzake ecorealisme – vormen een belangrijk onderdeel van onze energietransitie. Naast decentrale productie en hernieuwbare energiebronnen spelen energieopslag en batterijtechnologie uiteraard een belangrijke complementaire rol. We weten allemaal dat de zon vandaag schijnt, maar morgen misschien niet. Morgen kan het dan weer harder waaien dan vandaag. We hebben dus altijd ups en downs in onze productie.
Batterijen zouden deze ups en downs kunnen opvangen. Zij kunnen de opgewekte energie van zon en wind immers opslaan en aanwenden wanneer de vraag groot is. Ik heb eerder in mijn conceptnota al beschreven hoe batterijen de vermogenspieken kunnen afvlakken. In het Engels heet dat ‘peak shaving’. We hebben hier ook een hoorzitting over gehad, en daarin hebben we gezien dat er heel veel toepassingen mogelijk zijn. Decretaal zouden er niet zoveel wijzigingen nodig zijn, maar er moet wel iets gebeuren.
We zien ook dat batterijen nog niet mainstream zijn, maar dat de technologie zeer snel verandert. We hebben gisteren nog de nieuwe batterij op waterstof met waterstofpanelen mogen ontdekken. Dat is een andere soort batterij. Het rendement neemt alsmaar toe, en de prijs daalt – we hebben dat gezien bij waterstoftechnologie, maar ook bij klassieke batterijen. Batterijen worden dus interessanter.
We hebben ook de ambitie uitgesproken om deze technologie een duwtje in de rug te geven. Er werd in die zin gewerkt aan het ondersteunen van batterijen. In het voorjaar van 2018 lichtte voormalig minister Tommelein reeds een tipje van de sluier over de modaliteiten van een ondersteuningsmechanisme. De bedoeling was om tegen de zomer van 2018 een premiestelsel uit te werken. Daarvoor zou jaarlijks 1,2 miljoen euro worden vrijgemaakt uit het Energiefonds. Het zou gaan om een eenmalige investeringssubsidie. Voormalig minister Tommelein gaf toen aan dat dit budget moet worden ingezet om te experimenteren en inzichten te geven.
Wat is de stand van zaken van de ondersteuning van batterijen? Hoeveel projecten werden er reeds opgestart?
In de commissie gaf voormalig minister Tommelein aan dat er ruimte moet zijn om te experimenteren. Waarom werkt u dan niet eerst met proefprojecten?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega, eind 2018 heeft mijn voorganger inderdaad tien batterijprojecten goedgekeurd voor een totaal budget van 1,18 miljoen euro. Alle projecten zijn officieel opgestart op 1 januari 2019. De meeste projecten hebben een looptijd van twee jaar. Er zijn twee projecten met een kortere looptijd.
Voor een uitgebreid overzicht van de projecten verwijs ik naar mijn antwoord op schriftelijke vraag nummer 58 van collega Bothuyne. Maar ik wil toch graag enkele projecten opsommen. Het gaat van een proefproject residentiële batterijopslag bij Buurzame Stroom, een investering in en ondersteuning van kleinschalige batterijen in ESCO-portfolio (energy service company) van woonzorgcentra of bijvoorbeeld een combinatie van decentrale dag- en seizoensopslag voor residentiële toepassingen tot het gebruik van hergebruikte elektrische batterijen voor elektrische voertuigen bij een supermarkt.
De eerste tussentijdse resultaten kunnen begin 2020 worden verwacht. De finale resultaten worden na de looptijd van twee jaar, dus eind 2020, verwacht. Het Departement Omgeving zal na afloop van de projecten een studiedag organiseren waarin het alle resultaten naar een breder publiek zal presenteren.
Bij de toekenning van steun voor deze projecten werd onder andere geëvalueerd op de link met een hernieuwbare energiebron, de relevantie voor de energietransitie in Vlaanderen, het feit of de batterij in reële omstandigheden geplaatst wordt of dat het op laboschaal blijft.
Daarnaast had minister Tommelein eerder aangekondigd dat er een premie ter ondersteuning van batterijen zou komen. Het Departement Omgeving heeft hiervoor reeds voorbereidend werk geleverd en er werd onderzocht wat de optimale steunhoogte voor een premie zou zijn. Hieruit blijkt dat residentiële batterijsystemen momenteel zelfs mét premie amper rendabel zijn. Men verwacht op de middellange termijn wel grote vorderingen in de businesscases. Ik bekijk nu wat er met de huidige en toekomstige voorziene middelen voor energieopslag en batterijen – 1,2 miljoen euro per jaar – kan gebeuren. Ofwel werken we een premie uit ofwel kijken we naar een nieuwe ronde van proefprojecten. We zijn daar momenteel volop mee bezig.
De goedgekeurde projecten zijn wel degelijk proefprojecten. Het doel van deze projecten is om leer- en knelpunten omtrent de integratie van batterijen in het Vlaamse energielandschap in kaart te brengen. De gesteunde batterijprojecten focussen op verschillende voor Vlaanderen relevante thema’s met betrekking tot het gebruik van batterijen, zoals het hergebruik van batterijen van elektrische voertuigen of secondlifebatterijen, het gebruik van batterijen in bestaande en nieuwe woonwijken, mobiele opslag of het gebruik van batterijen om elektrische voertuigen beter te integreren in het energienet. Ik hoop dan ook dat u deze aanpak mee kunt steunen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het klinkt alvast zeer belovend.
Ik heb nog een paar bijkomende vragen. Werd er bij de toewijzing van de proefprojecten ook rekening gehouden met de economische rendabiliteit? Bij de middelgrote windturbines was dat wel het geval. Daar heeft men gekeken welke projecten het meest rendabel waren en het dichtst bij een economisch succesverhaal stonden.
Uit de hoorzittingen, nu ongeveer twee of drie jaar geleden, bleek duidelijk dat er nog zaken moeten worden gewijzigd in het technisch reglement. Want in dat technisch reglement is er nog geen sprake van een batterij. En dat betekent dat, indien een keurder bij u thuis langskomt en een batterij ziet die is aangesloten op uw algemeen laagspanningsbord of elektrisch bord, hij eigenlijk, indien hij zijn werk correct uitvoert, die installatie niet mag goedkeuren, omdat die nog niet is opgenomen in het technisch reglement. Het technisch reglement behoort niet meteen tot de bevoegdheid van de politiek, maar eerder tot die van Synergrid, die daar soms wat traag in is.
Maar je kunt er misschien wel druk op uitoefenen, zodat dat ook zo snel mogelijk wordt opgenomen in het technisch reglement.
Uit die hoorzittingen bleek ook dat er decretaal toch nog wat aanpassingen moeten gebeuren, zeker als men spreekt over de mogelijkheden om opnieuw op het net te plaatsen of niet op het net te plaatsen, kortom het flexibiliseren van het net. Wat kun je doen met een batterij, wat kun je er niet mee doen? De distributienetbeheerders waren zeker ook vragende partij om eventueel op wijkniveau batterijen te kunnen plaatsen, en dan kom je in een zeer grijze zone: mogen ze dat wel doen? Want op een bepaald ogenblik gaan zij elektriciteit op het net plaatsen en zijn ze eigenlijk verkoper, maar eigenlijk mogen ze geen verkoper zijn, want anders heb je een probleem. Dat is een punt voor de distributienetbeheerders, dat duidelijk afgebakend moet worden. Dat zou decretaal moeten gebeuren.
Vorige week kregen we in de plenaire vergadering de vraag van collega Diependaele over waterstof enzovoort. Hij heeft toen heel wat projecten opgesomd. Maar waterstof is ook een batterij. Toen ik eergisteren over dat project van de KU Leuven hoorde, waarbij men in een wijk ook met een aantal waterstofpanelen zou werken voor 39 woningen, en dat dat gefinancierd zou worden via Flux50, de speerpuntcluster van minister Muyters dus, is de vraag of we dan in de toekomst ook niet bepaalde proefprojecten rond waterstof moeten gaan bekijken of ondersteunen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, dank u om het overzicht van de projecten nog eens weer te geven. We krijgen nog regelmatig vragen van mensen die ook bezig zijn met proefprojecten of ideeën hebben rond proefprojecten. In welke mate kunnen nieuwe projecten of andere projecten nog rekenen op financiering en steun? Is daar voor dit of volgend jaar nog budget voor voorzien? Op welke manier zou dat dan toegekend worden?
Dit is een verhaal dat evolueert. U hebt heel terecht aan een aantal proefprojecten ondersteuning geboden, maar als ik mijn mailbox zie en kijk en luister in het veld, zijn er allicht nog interessante projecten die in dit kader ondersteuning verdienen en nuttig werk kunnen leveren.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, u vraagt specifiek naar de manier waarop de toewijzing van die diverse proefprojecten gebeurd is. Houdt men daar al dan niet rekening met de economische rendabiliteit? Er waren diverse criteria, die opgesteld waren door de administratie. De administratie heeft ook de rangschikking gemaakt. Het was geen concrete oproep. Maar er waren heel wat criteria en aangezien het ook om proefprojecten gaat, heeft men vooral bekeken wat relevant is voor de toekomst.
In uw tweede bijkomende vraag, over het technisch reglement, zegt u dat op dit moment de batterijen hierin nog niet opgenomen zijn en dat het om die reden ook niet gekeurd kan worden. We weten dat de VREG op dit ogenblik bezig is met de aanpassing van het technisch reglement. Zodra dat allemaal in orde is, zullen die installaties ook gekeurd kunnen worden, mocht dat vandaag een probleem zijn. Ook Synergrid is daarmee bezig, heb ik begrepen. We hopen dus dat daar zo snel mogelijk een vervolgverhaal op komt en dat dat dan ook rechtgezet wordt.
Wat de decretale aanpassingen en het flexibiliseren van het net betreft, denk ik dat we het er allemaal over eens zijn dat we die digitale meter nodig hebben. U weet ook dat in het decreet over de digitale meters de terugleververgoeding mee is opgenomen. Dat is alleszins belangrijk, denk ik, zeker ook voor die toekomstige proefprojecten. We hopen natuurlijk ook dat men daar straks kan landen. Alleszins zijn wij mee vragende partij om de digitale meter en het decreet daarover te laten landen.
U had nog een vierde vraag in verband met het verhaal van waterstof dat gisteren inderdaad in de pers kwam.
Ik moet opnieuw zeggen dat we dergelijke innovatieve projecten alleen maar kunnen toejuichen. We zitten volop in die transitie. Alle nieuwe evoluties en projecten zijn daar zeer welkom. Vorige week vrijdag werd het uitvoeringsbesluit over de regelluwe zones goedgekeurd. Het is nu voor advies naar de Raad van State. Ik hoop dat we daar zo snel mogelijk groen licht kunnen geven zodat heel wat van deze innoverende en nieuwe projecten straks effectief kunnen plaatsvinden in deze regelluwe zones. De toekomst zal uitwijzen of er nog decretale aanpassingen nodig zijn. De regelluwe zones zouden wat dat betreft zeker al een oplossing kunnen zijn.
Mijnheer Bothuyne, ik heb al gezegd dat we nog 1,2 miljoen euro hebben voor heel 2019. Zeven twaalfden kunnen we daar nog van uitgeven. We maken intern nog even de afweging of we dat opnieuw met een premie doen of dat we eerder een call gaan ontwikkelen om daar zoveel mogelijk nieuwe projecten mee te steunen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voor de nieuwe projecten, al dan niet met een call, moet de economische parameter een voorname rol spelen. Als er te veel onderzoek- en ontwikkelingsprojecten zijn, moet men eigenlijk bij een ander budget terecht kunnen, dan zit men bij het Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) en het Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO), bij minister Muyters. Het moeten toch leefbare projecten zijn, anders zitten we met twee verschillende dingen. U moet samenwerken met het kabinet-Muyters inzake onderzoek en ontwikkeling. Dat is nogal logisch, zeker met die speerpuntclusters. We moeten opletten dat de projecten die u gaat ondersteunen toekomst hebben op economisch vlak. Het moet dus iets zijn dat nog middelen nodig heeft om te kunnen overleven en een verdere opstart te maken.
Het uitvoeringsbesluit betreffende de regelluwe zones is naar de Raad van State. Dat is zeer goed, want eigenlijk hangt het allemaal samen: de regelluwe zones, de batterijprojecten. De Regulator is bezig met de aanpassing van het technisch reglement, dat is ook zeer goed. Eigenlijk hangt het allemaal samen. Het hangt ook samen met de volgende vraag om uitleg over energie-entiteiten.
Ik zou zeker contact opnemen met het kabinet-Muyters om te zien wat hij doet met die waterstofprojecten. Dat is ook een batterij. Ofwel wordt dat gefinancierd via Flux50, ofwel, als er daar onvoldoende middelen voor zijn, kan dat project misschien ook worden ingediend via uw call of via een premiestelsel. Het zijn allebei batterijen maar ze vallen onder een andere minister. Het zou te gek zijn dat die twee sporen naast elkaar lopen en dat er geen synergie is.
Ik heb inzake het decretale aspect wel degelijk gesproken, niet enkel over de digitale meter maar ook over de vraag van de distributienetbeheerders dat ze zouden mogen batterijen plaatsen op wijkniveau. Dat is een zeer gevaarlijk iets. Ik zou hier graag nog een antwoord op krijgen, voorzitter, als het even mag. Waar geef ik die toelating aan de distributienetbeheerder? Onder welke voorwaarde? Als we hen zomaar laten doen, gaan ze misschien overal wel graag wijkbatterijen plaatsen omdat dat zogezegd een netversterking is. Dat wil ook zeggen dat ze dan verkoper worden van elektriciteit. Dat moet decretaal worden geregeld en dat is momenteel niet het geval.
Minister Peeters heeft het woord.
Wij zijn zelf geen vragende partij om dat op wijkniveau door distributiebeheerders te laten uitrollen. Dat moet iets zijn voor private actoren. Op dat punt zitten we op dezelfde golflengte.
Dus er is geen decretale wijziging nodig daarvoor?
Dat moeten we nog bekijken.
Dat moet u eens goed bekijken, want ik heb soms de indruk dat ze denken, juist doordat er geen decreetswijziging is, dat ze het wel kunnen doen. Misschien moet daar een rem op gezet worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.