Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister-president, ik heb een vraag gericht aan u in verband met een app die gratis beschikbaar is via Google en Apple, namelijk Absher. De vertaling van ‘absher’ is blijkbaar ‘de prediker’. Deze app werd door het Saoedische ministerie van Binnenlandse Zaken ontwikkeld om een interactie te creëren tussen de burgers en de overheid.
Human Rights Watch en Amnesty International hebben daar onderzoek naar gedaan en er ook klachten over ontvangen. Ondertussen zult u ook vernomen hebben dat er in die app een speciale pagina is voorzien waar de Saoedische mannen gebruik van maken om de vrouwen die onder hun voogdij staan, te volgen en controleren. Ik heb foto’s van die app gezien. Er zijn speciale velden die je kunt invullen, zodat je 0kunt vernemen wanneer de dame zich meldt op een luchthaven of een station, of als ze een visum of andere documenten aanvraagt enzovoort. De man die de app heeft ingevuld, wordt er dan onmiddellijk van verwittigd dat de vrouw waarover hij de voogdij heeft, die administratieve daden stelt.
Human Rights Watch en Amnesty International zijn terecht een campagne gestart, opdat Google en Apple de app uit hun store zouden weren en die niet meer ter beschikking zouden stellen. En ook een collega uit de Verenigde Staten heeft die bedrijven in die zin aangeschreven. Ik heb dat ondertussen ook gedaan, uiteraard nog zonder antwoord. Ik zou alle collega’s die die doelstellingen delen, willen uitnodigen om dat ook te doen en om de campagne van Human Rights Watch te delen.
Ik dacht dat u dat met meer gezag zou kunnen doen, minister-president. Daarom wil ik u de volgende vragen stellen. Zult u als Vlaams minister van Buitenlandse Betrekkingen de bedrijven Google en Apple aanspreken om de app uit hun store te verwijderen? Ik denk dat dat een perfecte invulling zou zijn van onze principes van mensenrechten in het buitenlands beleid, maar ook mensenrechten inzake handel en economie. Welke stappen zult u zetten in naam van de mensenrechten, om ertoe bij te dragen dat er een einde wordt gemaakt aan dat Saudische ‘guardianship’, een vreselijke, verwerpelijke en wederrechtelijke constructie die het mannen mogelijk maakt om controle en bewaking uit te oefenen over vrouwen waarover ze de voogdij hebben?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega, het hoeft natuurlijk geen betoog dat ik uw mening omtrent de grond van de zaak volledig deel. Ik kan eraan toevoegen dat volgens de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights, die in 2011 aangenomen zijn door de Mensenrechtenraad, bedrijven de verantwoordelijkheid hebben om mensenrechten te eerbiedigen. Dat houdt onder meer in dat bedrijven ‘human rights due diligence’ moeten uitvoeren om hun negatieve impact op mensenrechten te identificeren, te voorkomen, te matigen, en daar verantwoording over af te leggen.
Er is al heel wat in beweging gekomen. U verwijst zelf naar de acties van de mensenrechtenorganisatie, die volgens mij effect hebben. Er zijn ook al Amerikaanse politici die publiek opgeroepen hebben dat die bedrijven hun verantwoordelijkheid zouden opnemen. Google en Apple hebben nu ook laten weten dat ze de zaak onderzoeken. Het is van belang dat hier druk op wordt uitgeoefend door mensenrechtenorganisaties en door heel veel mensen wereldwijd. Dat is altijd het sterkste wapen als bedrijven niet ethisch handelen en handelen in strijd met de fundamentele principes.
Zoals gezegd, onderzoeken zij dat nu. De uitkomst van dat onderzoek zou niet moeten betekenen dat zij die app uit hun stores verwijderen, maar dat natuurlijk de functionaliteit met betrekking tot de mannelijke voogdij daar op geen enkele manier nog in zou kunnen voorkomen.
U weet dat het Vlaamse beleid als hoeksteen het beschermen van de mensenrechten heeft. Uiteraard zijn wij zeer bezorgd over de bescherming van de mensenrechten in Saoedi-Arabië, waar de rechten van vrouwen systematisch beknot worden. Dat voogdijsysteem is daar zowat de meest brute uiting van. Voor ons is dit een prioriteit.
Ik zal aan mijn departement vragen om die voor ons totaal onaanvaardbare manier waarop vrouwen in Saoedi-Arabië worden behandeld, als tweederangsburgers, door de collega’s van de FOD Buitenlandse Zaken aan te laten kaarten in de gepaste EU- en multilaterale gremia en ook in de VN Universal Peer Review. Er zijn daaromtrent geen CoorMulti’s. Wij zijn daar niet bij betrokken. We moeten dus optreden via het ambtelijke federale niveau. Er zijn alleen CoorMulti’s als het gaat over België zelf en niet, zoals in dit geval, over Amerikaanse bedrijven. Maar onze ambtenaren kunnen dat aankaarten op dat vlak en ultiem kan er natuurlijk ook worden gevraagd dat de federale minister, bevoegd voor het buitenlands beleid, minister Reynders, daarin verantwoordelijkheid zou opnemen, zeker nu België ook lid is van de VN-Veiligheidsraad.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet dat Google en Apple dit onderzoeken en dat men via diplomatieke weg de stappen kan zetten waarnaar u verwijst. Het is goed dat u de FOD Buitenlandse Zaken, of minister Reynders, daarop zult wijzen.
Maar ik blijf er toch op aandringen dat u ook contact zult opnemen met die multinationale bedrijven als Google en Apple. Het is van groot belang dat zij voelen dat overheden en regeringen dit niet pikken, niet aanvaarden, dat ze dit niet verwachten van bedrijven die hier in alle vrijheid mogen opereren. Ze moeten zich houden aan de mensenrechten. Het is heel moeilijk om vanuit Vlaanderen de mensenrechten in Saoedi-Arabië te doen respecteren. Want tot waar gaat onze bevoegdheid in dezen? Maar het is wel mogelijk dat we erover waken dat de economische actoren die nagenoeg de grootte en de power hebben van staten – want daarover gaat het bij die multinationale bedrijven – dit niet ongestraft kunnen doen. Zij moeten dit voelen.
Ik denk dat het wel in uw beleid past en kan passen om dit ook officieel te melden aan die multinationale bedrijven en hun te vragen om die functies te annuleren of te deleten uit hun aanbod. Zo niet, kunnen ze ook bij ons worden vervolgd voor het, ook hier in Vlaanderen, gratis ter beschikking stellen van applicaties die onaanvaardbaar zijn. Dat moet hun worden gezegd. We moeten hun dat, binnen het Vlaamse buitenlandse beleid dat – terecht! – zo veel belang hecht aan de mensen- en vrouwenrechten, op het hart drukken, op een harde en duidelijke manier, vooraleer we de volgende stap kunnen zetten.
Ik deel de bezorgdheid van mevrouw de Bethune. Maar kunnen wij klacht neerleggen tegen een app, strafrechtelijk, volgens onze wetgeving? Ik betwijfel het. Maar ik stel me wel de vraag, minister-president: misschien is het de moeite om het eens na te kijken?
Ik heb dat niet onderzocht, maar ik wil dat wel laten onderzoeken. Ik denk dat het nu belangrijk is, mevrouw de Bethune, dat er zoveel mogelijk publieke reactie komt. Mijn ervaring is dat bedrijven, ook grote, multinationale bedrijven, daar het meest door worden beïnvloed.
Ik zal in dezen een brief sturen naar collega Reynders. Want het is een federale bevoegdheid, het federale niveau participeert aan die Universal Peer Review. Het is belangrijk dat ik de minister van Buitenlandse Zaken daarvan op de hoogte breng.
Ik neem aan dat de bezorgdheden die hier leven, worden gedeeld. Er wordt instemmend geknikt. Qui tacet consentire videtur. Ik zal dus een brief sturen naar de minister van Buitenlandse Zaken. Het is belangrijk dat dit nu gebeurt.
Ondertussen zal ik de strafrechtelijke mogelijkheden onderzoeken. Meer kan ik daar nu niet op antwoorden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.